24 JANUARI 2013. - Decreet houdende oprichting van het ambt van onderzoekslogistieker binnen de universiteiten in de Franse Gemeenschap

Het Parlement van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : TITEL I. - Wijzigingen aan het koninklijk besluit van 31 oktober 1953 tot vaststelling van het statuut van de geaggregeerden, de repetitors en het wetenschappelijk personeel bij de Rijksuniversiteiten

Artikel 1.In artikel 4, eerste lid van het koninklijk besluit van 31 oktober 1953 tot vaststelling van het statuut van de geaggregeerden, de repetitors en het wetenschappelijk personeel bij de Rijksuniversiteiten, worden, na de woorden « conservator-geaggregeerde », de woorden « onderzoekslogistieker, eerste onderzoekslogistieker, eerstaanwezend onderzoekslogistieker, hoofdonderzoekslogistieker, directeur-onderzoekslogistieker, toegevoegd. ».

Art. 2.In artikel 5 van het voornoemde koninklijk besluit van 31 oktober 1953 worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het tweede lid wordt door de volgende bepaling vervangen : « Rang A omvat de graden van assistent, eerste assistent, bibliothecaris, onderzoekslogistieker en eerste onderzoekslogistieker.»; 2° het derde lid wordt door de volgende bepaling vervangen : « Rang B omvat de graden van werkleider, repetitor, conservator en eerstaanwezend onderzoekslogistieker.»; 3° het vierde lid wordt door de volgende bepaling vervangen : « Rang C omvat de graden van faculteitsgeaggregeerde, conservator-geaggregeerde, hoofdonderzoekslogistieker en directeur-onderzoekslogistieker.».

Art. 3.In hoofdstuk II van het voornoemde koninklijk besluit van 31 oktober 1953 wordt de titel van de eerste afdeling vervangen als volgt : « Eerste afdeling - Assistent, eerste assistent, bibliothecaris, onderzoekslogistieker en eerste onderzoekslogistieker ».

Art. 4.In het voornoemde koninklijk besluit van 31 oktober 1953 wordt een artikel 10bis toegevoegd, luidend als volgt : «

Artikel 10bis.Op eensluidend voorstel van de raad van bestuur kunnen de leden van het wetenschappelijk personeel die minstens vier jaar wetenschappelijke anciënniteit tellen door de Regering van de Franse Gemeenschap in de graad van onderzoekslogistieker in vast verband genoemd worden.

Ze worden belast met het implementeren van onderzoeksontwerpen waaronder, namelijk, de raadgeving bij, de supervisie van en het toezicht op het verloop van de wetenschappelijke activiteiten en experimenten en zorgen voor het behoud en het gebruik van spitwetenschappelijk materieel. ».

Art. 5.In artikel 11 van het voornoemde koninklijk besluit van 31 oktober 1953 worden de volgende wijizigingen aangebracht: 1° in het tweede lid, wordt een punt 3° toegevoegd, luidend als volgt : « ofwel van eerste onderzoekslogistieker » 2° artikel 11 wordt aangevuld met twee leden, luidend als volgt : « Op eensluidend voorstel van de raad van bestuur kunnen ook door de Regering van de Franse Gemeenschap tot de graad van eerste onderzoekslogistieker bevorderd worden de onderzoekslogistieker die niet houder zijn van het diploma van doctor verkregen na de openbare verdediging van een dissertatie maar die minstens vier jaar wetenschappelijke anciënniteit in de graad van onderzoekslogistieker tellen. De eerste logistiekers worden belast met de opdrachten bepaald bij artikel 10bis, tweede lid. ».

Art. 6.In hoofdstuk II van het voornoemde koninklijk besluit van 31 oktober 1953 wordt de titel van afdeling II vervangen als volgt : « Afdeling II - Werkleider, repetitor, conservator en eerstaanwezend

onderzoekslogistieker ».

Art. 7.In het voornoemde koninklijk besluit van 31 oktober 1953 wordt een artikel 15ter toegevoegd, luidend als volgt : «

Artikel 15ter.Op eensluidend voorstel van de raad van bestuur kan de Regering van de Franse Gemeenschap eerstaanwezende onderzoekslogistiekers benoemen. De eerstaanwezende onderzoekslogistiekers worden toegevoegd aan de promotors van wetenschappelijke ontwerpen binnen hun instelling.

Naast de opdrachten bedoeld bij artikel 10bis, tweede lid, worden de eerstaanwezende onderzoekslogistiekers, onder de overheid van een academische verantwoordelijke, van een onderzoeksdirecteur of een docteur-directeur, belast met de initiatie, de follow-up, de coördinatie van de onderezoeksactiviteiten met inbegrip van het zoeken naar financiering en partnerschappen inzake onderzoek alsook het beheer van administratieve en technische teams. Ze beheren de wetenschappelijke valorisatie en de verspreiding van de onderzoeksresultaten alsook de valorisatie van financiële investeringen in verband met die onderzoeksactiviteiten.

De eerstaanwezend onderzoekslogistiekers moeten : 1° minstens vier jaar anciënniteit tellen in de graad van eerste onderzoekslogistieker;2° houder zijn van een diploma van doctor verkregen na de openbare verdediging van een dissertatie of het verantwoorden, in het vak van het ambt, met wetenschappelijk werk dat gelijkgesteld wordt met een dissertatie van doctor door de academische overheid van de universiteit. In de uitzonderlijke omstandigheden bepaald door de Onderzoeksraad van de Universiteit, op het met redenen omklede voorstel van de raad van bestuur, kan van de voorwaarde bedoeld bij het derde lid afgeweken worden in verband met het aanwerven en de onmiddellijke benoeming van een persoon die over een ervaring beschikt die gelijkgesteld kan worden met het beheer van onderzoeks- en ontwikkelingsontwerpen in de graad van eerstaanwezend onderzoekslogistieker. ».

Art. 8.Artikel 16 van het voornoemde koninklijk besluit van 31 oktober 1953 wordt door de volgende bepaling vervangen : «

Artikel 16.Repetitors, werkleiders, conservators en eerstaanwezende onderzoekslogistiekers worden in vast verband benoemd. ».

Art. 9.In hoofdstuk II van het voornoemde koninklijk besluit van 31 oktober 1953, wordt de titel van de afdeling III vervangen als volgt : « Afdeling III - Faculteitsgeaggregeerde, conservator-geaggregeerde, hoofdonderzoekslogistieker en directeur-onderzoekslogistieker ».

Art. 10.In het voornoemde koninklijk besluit van 31 oktober 1953 wordt een artikel 18ter toegevoegd, luidend als volgt : «

Artikel 18ter.De eerstaanwezende onderzoekslogistiekers kunen tot de graad van hoofdonderzoekslogistiekers bevorderd worden als ze aan de volgende criteria voldoen : 1° minstens vier jaar anciënniteit tellen in de graad van eerstaanwezend onderzoekslogistieker;2° houder zijn van een diploma van doctor verkregen na de openbare verdediging van een dissertatie of het verwezenlijken, in het vak van het ambt, van wetenschappelijk werk dat gelijkgesteld wordt met een dissertatie van doctor door de academische overheid van de universiteit. In afwijking van het eerste lid, 1°, kunnen leden van het wetenschappelijk personeel die in vast verband benoemd worden tot de graad van hoofdonderzoekslogistieker als ze minsten acht jaar wetenschappelijke anciënniteit tellen voor opdrachten die gelijkgesteld kunnen worden met deze van eerste onderzoekslogistieker of eerstaanwezend ondersoekslogistieker, bevorderd worden.

De hoofdonderzoekslogistiekers kunnen tot de graad van directeur-onderzoekslogistieker bevorderd worden indien ze minstens vier jaar anciënniteit tellen in de graad van hoofdonderzoekslogistieker.

Naast de opdrachten bedoeld bij artikel 15ter, tweede lid, worden de hoofdonderzoekslogistiekers en de directeurs-onderzoekslogistiekers tevens belast met de participatie in de opleiding tot het onderzoek. ».

Art. 11.Artikel 19 van het voornoemde koninklijk besluit van 31 oktober 1953 wordt door de volgende bepaling vervangen : « Artikel 19 - Faculteitsgeaggregeerden, conservators-geaggregeerden, hoofdonderzoekslogistiekers en directeurs-onderzoekslogistiekers worden in vast verband benoemd. ».

Art. 12.De bijlage bij het voornoemde koninklijk besluit van 31 oktober 1953 wordt door de bij dit decreet gevoegde bijlage vervangen.

TITEL II. - Wijzigingen aan het decreet van 19 juli 1991 betreffende de loopbaan van de wetenschappelijke navorsers

Art. 13.Artikel 4 van het decreet van 19 juli 1991 betreffende de loopbaan van de wetenschappelijke navorsers wordt door de volgende bepaling vervangen : «

Artikel 4.De loopbaan van het personeel bedoeld bij artikel 2 bevat vijf niveaus : 1° niveau A : onderzoeksassistent, onderzoekslogistieker;2° niveau B : aangesteld navorser, eerste ondersoekslogistieker;3° niveau C : bevoegd verklaard navorser, eerstaanwezend onderzoekslogistieker;4° niveau D : onderzoeksleider, hoofdonderzoekslogistieker;5° niveau E : onderzoeksdirecteur, directeur-onderzoekslogistieker.».

Art. 14.Artikel 10 van het decreet van 19 juli 1991 wordt met twee leden, luidend als volgt, aangevuld : « De kwalificatie van onderzoekslogistieker (niveau A) kan aan elke persoon erkend worden bedoeld bij artikel 2 die minstens vier jaar wetenschappelijke anciënniteit telt.

De onderzoekslogistieker wordt belast met het implementeren en uitwerken van onderzoeksontwerpen waaronder, namelijk, de raadgeving bij, de supervisie van en het toezicht op het verloop van de wetenschappelijke activiteiten en experimenten en zorgt voor het behoud en het gebruik van spitswetenschappelijk materieel. ».

Art. 15.Artikel 11 van het voornoemde decreet van 19 juli 1991 wordt met een lid aangevuld, luidend als volgt : « De kwalificatie van eerste onderzoekslogistieker (niveau B) kan aan elke persoon erkend worden die houder is van de kwalificatie van onderzoekslogistieker sinds minstens vier jaar of elke persoon die houder is van een diploma van doctor verkregen na de openbare verdediging van een originele dissertatie of een these. Hij wordt belast met de opdrachten bedoeld bij artikel 10, derde lid. ».

Art. 16.Artikel 12 van het voornoemde decreet van 19 juli 1991 wordt met een lid aangevuld, luidend als volgt : « De kwalificatie van eerstaanwezend onderzoekslogistieker (niveau C) kan aan elke persoon erkend worden die houder is van de kwalificatie van eerste onderzoekslogistieker sinds minstens vier jaar of elke persoon die houder is van een diploma van doctor verkregen na de openbare verdediging van een originele dissertatie of een these. ».

Art. 17.Artikel 13 van het voornoemde decreet van 19 juli 1991 wordt met een lid aangevuld, luidend als volgt : « De kwalificatie van hoofdonderzoekslogistieker (niveau D) kan aan elke persoon erkend worden die houder is van de kwalificatie van eerstaanwezend onderzoekslogistieker sinds minstens vier jaar. ».

Art. 18.Artikel 15 van het voornoemde decreet van 19 juli 1991 wordt met een lid aangevuld, luidend als volgt : « De kwalificatie van directeur-onderzoekslogistieker (niveau E) kan aan elke persoon erkend worden die houder is van de kwalificatie van hoofdonderzoekslogistieker sinds minstens vier jaar. ».

Art. 19.Artikel 16 van het voornoemde decreet van 19 juli 1991 wordt door de volgende bepaling vervangen : « De kwalificaties van aangesteld navorser, bevoegd verklaard navorser, onderzoeksleider, eerste logistieker, eerstaanwezend onderzoekslogistieker, hoofdonderzoekslogistieker en directeur-onderzoekslogistieker worden voor een onbepaalde duur erkend. ».

TITEL III. - Wijziging van het besluit van de Executieve van 18 november 1991 houdende uitvoering van het decreet van 19 juli 1991 betreffende de loopbaan van de wetenschappelijke navorsers

Art. 20.In artikel 13 van het besluit van de Executieve van 18 november 1991 houdende uitvoering van het decreet van 19 juli 1991 betreffende de loopbaan van de wetenschappelijke navorsers, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° bij punt 1 b), worden de woorden « voor de onderzoekslogistieker » toegevoegd;2° bij punt 2, worden de woorden « eerste onderzoekslogistieker : » toegevoegd;3° bij punt 3, worden de woorden « eerstaanwezend onderzoekslogistieker : » toegevoegd;4° bij punt 4, worden de woorden « hoofdonderzoekslogistieker : » toegevoegd;5° bij punt 5, worden de woorden « directeur-onderzoekslogistieker : » toegevoegd. TITEL IV. - Wijziging van de wet van 27 juli 1971 op de financiering en de controle van de universitaire instelling

Art. 21.In artikel 40, § 2, van de wet van 27 juli 1971 op de financiering en de controle van de universitaire instelling, tussen het tweede en het derde lid wordt een nieuw lid ingevoegd, luidend als volgt : « het totale aantal betrekkingen van onderzoekslogistiekers en eerste onderzoekslogistiekers die niet houder zijn van een diploma van doctor verkregen na de openbare verdediging van een originele dissertatie en een these kan niet hoger liggen dan 25 % van het totale aantal dergelijke betrekkingen. ».

TITEL V. - Overgangsbepalingen en inwerkingtreding

Art. 22.Bij wijze van overgangsmaatregel kunnen de leden van het administratief personeel, het gespecialiseerd personeel, het meesters-, vak- en dienstpersoneel, die, op de datum van de inwerkingtreding, gelijkgestelde opdrachten uitoefenen als deze bedoeld bij artikel 10bis, tweede lid van het voornoemde koninklijk besluit van 31 oktober 1953, in vast verband benoemd worden in de graad van onderzoekslogistieker.

Op het ogenblik van hun benoeming moeten de leden bedoeld bij het eerste lid : 1° ofwel minstens vier jaar wetenschappelijke anciënniteit genieten;2° ofwel houder zijn van een diploma van doctor verkregen na de openbare verdediging van een dissertatie;3° ofwel gedurende vier jaar de opdrachten bedoeld bij artikel 10bis, tweede lid van het voornoemde koninklijk besluit van 31 oktober 1953 hebben uitgeoefend.

Art. 23.Bij wijze van overgangsbepaling, is de voorwaarde bedoeld bij artikel 15ter, derde lid, 1° van het voornoemde koninklijk besluit van 31 oktober 1953 niet van toepassing op de personeelsleden bedoeld bij artikel 22 van dit decreet en die aan de voorwaarden inzake benoeming bedoeld bij dat artikel 22 voldoen.

Art. 24.Dit decreet treedt in werking op 1 januari 2013.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 24 januari 2013.

De Minister-president, R. DEMOTTE De Vicepresident en Minister van Kind, Onderzoek en Ambtenarenzaken, J.-M. NOLLET De Vicepresident en Minister van Begroting, Financiën en Sport, A. ANTOINE De Vicepresident en Minister van Hoger Onderwijs, J.-Cl. MARCOURT De Minister van Jeugd, Mevr. E. HUYTEBROECK De Minister van Cultuur, Audiovisuele Sector, Gezondheid en Gelijke Kansen, Mevr. F. LAANAN De Minister van Leerplichtonderwijs en van Onderwijs voor Sociale Promotie, Mevr. M.-D. SIMONET _______ Nota Zitting 2012-2013 Stukken van het Parlement. Ontwerp van decreet, nr. 444-1. - Commissieamendement, nr. 444-2. - Verslag nr. 444-3.

Integraal verslag. Bespreking en aanneming. - Vergadering van 23 januari 2013.