Etaamb.openjustice.be
Decreet van 22 oktober 2003
gepubliceerd op 27 november 2003

Decreet houdende wijziging van de decreten van 7 oktober 1985 betreffende de bescherming van het oppervlaktewater tegen verontreiniging, van 30 april 1990 tot instelling van een belasting op het lozen van industrieel en huishoudelijk afvalwater, van 15 april 1999 betreffende de kringloop van het water en houdende oprichting van een "Société publique de Gestion de l'Eau" en van 7 maart 2001 tot hervorming van de "Société wallonne des Distributions d'Eau" (Waalse maatschappij voor waterdistributie) (1)

bron
ministerie van het waalse gewest
numac
2003202038
pub.
27/11/2003
prom.
22/10/2003
ELI
eli/decreet/2003/10/22/2003202038/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

22 OKTOBER 2003. - Decreet houdende wijziging van de decreten van 7 oktober 1985 betreffende de bescherming van het oppervlaktewater tegen verontreiniging, van 30 april 1990 tot instelling van een belasting op het lozen van industrieel en huishoudelijk afvalwater, van 15 april 1999 betreffende de kringloop van het water en houdende oprichting van een "Société publique de Gestion de l'Eau" (Openbare maatschappij voor waterbeheer) en van 7 maart 2001 tot hervorming van de "Société wallonne des Distributions d'Eau" (Waalse maatschappij voor waterdistributie) (1)


De Waalse Gewestraad heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK I. - Wijzigingen van de bepalingen van het decreet van 7 oktober 1985 betreffende de bescherming van het oppervlaktewater tegen verontreiniging

Artikel 1.Artikel 2 van het decreet van 7 oktober 1985 betreffende de bescherming van het oppervlaktewater tegen verontreiniging wordt aangevuld met de volgende bepalingen : 1. "29o Agglomeratie : zone waarin de bevolking en/of de economische activiteiten voldoende geconcentreerd zijn om stedelijk afvalwater te verzamelen alvorens het naar een zuiveringsstation of een eindlozingspunt af te voeren; 2. "30o Zone : gedeelte van het grondgebied dat geen agglomeratie vormt maar dat gelegen is binnen een hydrografisch onderbekken en voldoende homogeen is om van een saneringsstelsel te worden voorzien."

Art. 2.In artikel 18, eerste lid, van het decreet van 7 oktober 1985 betreffende de bescherming van het oppervlaktewater tegen verontreiniging wordt 6o vervangen als volgt : "6o meewerken aan de verwezenlijking van saneringsplannen voor elk hydrografisch onderbekken en aan de herzieningen ervan onder de verantwoordelijkheid en het toezicht van de S.P.G.E.;".

Art. 3.Artikel 33 van het decreet van 7 oktober 1985 betreffende de bescherming van het oppervlaktewater tegen verontreiniging wordt vervangen als volgt : "

Art. 33.§ 1. De Regering legt een algemeen saneringsreglement vast voor de afvoer en de behandeling van het stedelijk afvalwater.

Het algemeen saneringsreglement bepaalt : - de algemene verplichtingen i.v.m. de afvoer en de behandeling van het stedelijk afvalwater, - de autonome en overgangsstelsels inzake collectieve sanering; - de bepalingscriteria en de verplichtingen i.v.m. de toepassing van die stelsels binnen de agglomeraties en de zones; - de modaliteiten voor de toepassing van de saneringsstelsels per agglomeratie of per zone, alsook de evolutie ervan; - de principes voor de vastlegging van de saneringsplannen per hydrografisch onderbekken en de voorwaarden voor de herzieningen en bijwerkingen ervan. § 2. Het algemeen saneringsreglement voorziet in een saneringsplan voor ieder hydrografisch onderbekken.

Het saneringsplan per hydrografisch onderbekken vermeldt de agglomeraties of de zones en de stelsels voor de sanering van het stedelijk afvalwater die erop van toepassing zijn.

Die saneringsplannen worden uitgewerkt door de S.P.G.E., uitgevoerd door de erkende zuiveringsinstellingen en goedgekeurd door de Regering."

Art. 4.Artikel 35 van het decreet van 7 oktober 1985 betreffende de bescherming van het oppervlaktewater tegen verontreiniging wordt vervangen als volgt : "Art.35. - De gemeenteraad vaardigt een gemeentelijk reglement uit ter aanvulling, in voorkomend geval, van de verplichtingen tot afvoer en behandeling van het afvalwater die vastliggen in het algemeen saneringsreglement bedoeld in artikel 33, § 1.

Alle gemeentelijke werkzaamheden i.v.m. de sanering van stedelijk afvalwater worden opgenomen in het saneringsplan betreffende het grondgebied van de gemeente waar ze uitgevoerd worden." HOOFDSTUK II. - Wijzigingen van de bepalingen van het decreet van 30 april 1990 tot instelling van een belasting op het lozen van industrieel en huishoudelijk afvalwater

Art. 5.Artikel van het decreet van 30 april 1990 tot instelling van een belasting op het lozen van industrieel en huishoudelijk afvalwater, zoals laatst gewijzigd bij het decreet van 15 april 1999, wordt vervangen als volgt : "

Art. 3.De belasting betreft : 1o alle publiek- of privaatrechtelijke natuurlijke of rechtspersonen, hierna "ondernemingen" genoemd, die ten minste zeven personen tewerkstellen en industrieel afvalwater lozen in openbare rioleringen, verzamelleidingen voor afvalwater, zuiveringsstations van zuiveringsinstellingen of in oppervlakte- of grondwater; 2o ondernemingen die minder dan zeven personen tewerkstellen en afvalwater lozen in de ontvangers bedoeld in 1o als de overheid die bevoegd is voor de aflevering van de lozingsvergunning, oordeelt dat bedoeld water niet onder huishoudelijk water mag worden ingedeeld; 3o elke publiek- of privaatrechtelijke natuurlijke of rechtspersoon die ander afvalwater dan industrieel afvalwater loost in de ontvangers bedoeld in 1o en die wegens een bevoorrading die niet van de openbare distributie komt, niet bijdraagt in de saneringskosten berekend in de reële prijs van het water.

Deze bepaling is niet van toepassing op lozingen van landbouwafvalwater gelijkgesteld met huishoudelijk afvalwater uit inrichtingen waar dieren gehouden en gefokt worden en die aan de door de Waalse Regering bepaalde voorwaarden voldoen; 4o elke publiek- of privaatrechtelijke natuurlijke of rechtspersoon die ander afvalwater dan industrieel afvalwater loost in de ontvangers bedoeld in 1o wegens een bevoorrading die van de openbare distributie komt, met uitzondering van lozingen van landbouwafvalwater gelijkgesteld met huishoudelijk afvalwater uit inrichtingen waar dieren gehouden en gefokt worden en die aan de door de Waalse Regering bepaalde voorwaarden voldoen."

Art. 6.Artikel 12 van het decreet van 30 april 1990 tot instelling van een belasting op het lozen van industrieel en huishoudelijk afvalwater, zoals laatst gewijzigd bij het decreet van 15 april 1999, wordt vervangen als volgt : "Art.12. De jaarlijkse belasting op het lozen van ander afvalwater dan industrieel afvalwater is evenredig met het volume geloosd water.

De eenheidsbelasting per kubieke meter geloosd afvalwater, bedoeld in artikel 3, 3o, wordt vastgelegd op 0,5542 euro vanaf 1 januari 2003.

De eenheidsbelasting per kubieke meter geloosd afvalwater, bedoeld in artikel 3, 4o, wordt vastgelegd op 0,0813 euro en is van kracht tussen 1 oktober 2003 en 31 december 2004. Ze wordt opgeheven op 1 januari 2005.

Art. 7.Artikel 16 van het decreet van 30 april 1990 tot instelling van een belasting op het lozen van industrieel en huishoudelijk afvalwater, zoals laatst gewijzigd bij het decreet van 31 mei april 2001, wordt aangevuld met het volgende lid : "De volumes water opgenomen door de begunstigden van een vrijstelling of een terugbetaling van de belasting worden niet meegerekend in de volumes water bedoeld in artikel 3, tweede lid, van het decreet van 15 april 1999 betreffende de kringloop van het water en houdende oprichting van een "Société publique de Gestion de l'Eau"." HOOFDSTUK III. - Wijzigingen van de bepalingen van het decreet van 15 april 1999 betreffende de kringloop van het water en houdende oprichting van een "Société publique de Gestion de l'Eau"

Art. 8.In artikel 2 van het decreet van 15 april 1999 betreffende de kringloop van het water en houdende oprichting van een "Société publique de Gestion de l'Eau" worden de volgende wijzigingen aangebracht : - in de eerst zin van het vierde lid van paragraaf 1 worden de woorden "bepaalt het programma" vervangen door de woorden "bepaalt de Regering eerst"; - paragraaf 3 wordt vervangen als volgt : " § 3. Het programma vermeldt de saneringsplannen aangenomen krachtens artikel 33 van het decreet van 7 oktober 1985."

Art. 9.Het decreet van 15 april 1999 betreffende de kringloop van het water en houdende oprichting van een "Société publique de Gestion de l'Eau" wordt aangevuld met de artikelen 16bis, 16ter, 16quater, 16quinquies en 16sexties, elk met een opschrift en luidend als volgt : "Verklaring van algemeen belang

Art. 16bis.§ 1. De Regering kan na onderzoek verklaren dat het algemeen belang biedt dat installaties voor de productie en de distributie van water of de verzameling of de sanering van afvalwater aangebracht worden onder, op of boven onbebouwde privé terreinen of privé domein.

Die verklaring van algemeen belang geeft de beheerder van de installaties ten gunste van wie ze wordt afgelegd, het recht om dergelijke installaties aan te leggen onder, op of boven privé-terreinen of privé-domein, om er toezicht op uit te oefenen en de nodige werkzaamheden uit te voeren met het oog op de werking en het onderhoud ervan onder de voorwaarden die in de verklaring vastliggen.

De werkzaamheden mogen pas aangevat worden na afloop van een termijn van twee maanden, te rekenen van de kennisgeving die bij aangetekend schrijven gericht wordt aan de houders van zakelijke rechten en aan de belanghebbende huurders. § 2. De begunstigde van de erfdienstbaarheid bedoeld in paragraaf 1 is gehouden tot de betaling van een vergoeding ten gunste van de eigenaar van het met die erfdienstbaarheid bezwaarde erf of van houders van zakelijke rechten i.v.m. dat erf.

De vergoeding kan uitbetaald worden in één keer en geldt dan als forfaitaire vergoeding. Ze kan ook betaald worden in de vorm van een op voorhand te betalen jaarlijkse heffing. § 3. De Regering bepaalt : 1o de in acht te nemen procedure betreffende de verklaring van algemeen belang bedoeld in paragraaf 1, meer bepaald het aanvraagformulier, de bij de aanvraag te voegen stukken, de behandeling van het dossier en de onderzoeken uit te voeren door de overheid die de aanvragen in ontvangst neemt, de termijnen waarin de bevoegde overheid moet beslissen en de aanvrager kennis moet geven van haar beslissing en van de bijdrage die hij voor de behandeling van het dossier moet betalen; 2o de wijze waarop de in paragraaf 2 bedoelde bijdragen berekend worden, alsook de wijze waarop ze geïndexeerd worden.

Art. 16ter.- Bij de gedeeltelijke bezetting van de privé-terreinen of het privé-domein wordt rekening gehouden met het gebruik waarvoor ze bestemd zijn. De bezetting geeft niet aanleiding tot onteigening maar tot een wettelijke erfdienstbaarheid van openbaar nut die elke handeling verbiedt waardoor schade kan worden berokkend aan de installaties of aan de exploitatie ervan.

De Regering legt de verbodsbepalingen en voorschriften vast die in acht genomen moeten worden door iedereen die in de buurt van de installaties werken of handelingen uitvoert, laat uitvoeren of overweegt uit te voeren.

De eigenaar van het met de erfdienstbaarheid bezwaarde erf kan de Regering binnen de haar bepaalde termijn informeren dat hij de begunstigde van de erfdienstbaarheid verzoekt het bezette terrein te kopen. Bij gebrek aan een minnelijke verkoopovereenkomst tussen de eigenaar van het bezwaarde erf en de netbeheerder zijn de bepalingen van artikel 16sexties van toepassing.

Art. 16quater.§ 1. De installaties worden verplaatst en desnoods verwijderd op verzoek van de eigenaar van het bezwaarde erf of van degene die het recht heeft om er gebouwen op trekken, als ze gebruik wensen te maken van dat recht. De Regering kan de begunstigde van de erfdienstbaarheid een bijkomend termijn geven zodat hij de nodige vergunningen kan verkrijgen voor die verplaatsing.

Als de belanghebbenden gebruik maken van dat recht zonder de verplaatsing of de verwijdering van die installaties te eisen, behoudt de begunstigde van de erfdienstbaarheid het recht om toezicht op de installaties uit te oefenen en om de werken uit te voeren die nodig zijn voor hun werking, onderhoud en herstel.

De verplaatsingskosten en die i.v.m. de verwijdering van de installaties worden door de begunstigde van de erfdienstbaarheid gedragen; de personen bedoeld in het eerste lid zijn evenwel verplicht schriftelijk te verwittigen binnen zes maanden vóór de aanvang van de geplande werken. § 2. Niettegenstaande paragraaf 1, kan de begunstigde van de erfdienstbaarheid, om de verplaatsing van de installaties te voorkomen, voorstellen dat de eigenaar het bezette terrein koopt. Hij geeft de Regering kennis daarvan. Bij gebrek aan een minnelijke overeenkomst tussen de eigenaar van het bezwaarde erf en de netbeheerder zijn de bepalingen van artikel 16sexties van toepassing.

Art. 16quinquies.De beheerder van de installaties is gehouden tot het herstel van de schade veroorzaakt door de werken die hij heeft uitgevoerd bij de aanleg of de exploitatie van zijn installaties, alsmede tot de vergoeding van de schade berokkend aan derden, hetzij door zijn werken, hetzij wegens het gebruik van het door de erfdienstbaarheid bezwaarde erf. De gezamenlijke vergoedingen i.v.m. de veroorzaakte schade worden door de beheerder gedragen. Ze zijn verschuldigd aan de personen die de schade lijden; Het bedrag ervan worden hetzij minnelijk, hetzij door de rechtbanken bepaald.

Art. 16sexties.De beheerder van de installaties ten gunste van wie de Regering een besluit tot verklaring van algemeen belang heeft genomen, kan, op eigen verzoek en binnen de perken van dat besluit, door de Regering gemachtigd worden om de nodige onteigeningen op eigen kosten voort te zetten namens het Gewest of in eigen naam als hij beschikt over de bevoegdheid om krachtens een decreetsbepaling te onteigenen.

De rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden bepaald bij de artikelen 2 à 20 van de wet van 26 juli 1962 betreffende de rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden inzake onteigeningen ten algemenen nutte is toepasselijk op die onteigeningen."

Art. 10.In artikel 46 van het decreet decreet van 15 april 1999 betreffende de kringloop van het water en houdende oprichting van een "Société publique de Gestion de l'Eau" worden de woorden "met uitzondering van de artikelen 33 tot 35 die op de door de Regering bepaalde datum in werking treden" opgeheven. HOOFDSTUK IV. - Wijzigingen van de bepalingen van het decreet van 7 maart 2001 tot hervorming van de "Société wallonne des Distributions d'Eau"

Art. 11.Artikel 39 van het decreet van 7 maart 2001 tot hervorming van de "Société wallonne des Distributions d'Eau", waarvan de huidige tekst paragraaf 1 zal vormen, wordt aangevuld met een paragraaf 2, luidend als volgt : " § 2. De eigendom van de goederen die het voorwerp zijn van de opdrachten waarvoor besloten werd tot een vastlegging op titel V "Gewestelijk bedrijf : ERPE" van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest en waarvan de lijst vermeld staat in de jaarrekeningen van het "Entreprise régionale de production et d'adduction d'eau" voor het boekjaar 2000, met uitsluiting van de goederen die deel uitmaken van de Transhennuyère, wordt automatisch overgedragen aan de "Société" zodra de voorlopige oplevering door de bouwheer wordt toegestaan.

De overdracht van de betrokken goederen kan zonder verdere formaliteiten van rechtswege tegengeworpen aan derden."

Art. 12.Artikel 40 van hetzelfde decreet, waarvan de huidige tekst paragraaf 1 zal vormen, wordt aangevuld met een paragraaf 2, luidend als volgt : " § 2. De Regering kan goederen van de Transhennuyère inbrengen in de "Société". Zij bepaalt de lijst van die goederen.

De overdracht kan zonder verdere formaliteiten van rechtswege tegengeworpen worden aan derden zodra het Regeringsbesluit tot bepaling van de goederenlijst in werking treedt.

De rechten en plichten van de gebruiker-klant worden vastgelegd in de overeenkomst bedoeld in artikel 41quater. "

Art. 13.Artikel 41 van hetzelfde decreet, zoals aangevuld bij de decreten van 18 juli 2001 en 20 december 2001, wordt vervangen als volgt : " Art. 41. De eigendom van de goederen bestemd voor de activiteit van het "Entreprise régionale de production et d'adduction d'eau" die op 31 december 2000 aan het Gewest toebehoorden en waarvan de lijst bij dit decreet gaat, wordt aan de "Société" overgedragen, met inbegrip van de voornaamste en bijhorende roerende en onroerende goederen en desbetreffende rechten, zelfs wanneer ze niet uitdrukkelijk overgenomen worden.

De overdracht kan zonder verdere formaliteiten van rechtswege tegengeworpen aan derden."

Art. 14.Hetzelfde decreet wordt aangevuld met een artikel 41bis, luidend als volgt : " Art. 41bis. § 1. Het Gewest geeft de "Société" zo spoedig mogelijk kennis van de akten en documenten, met inbegrip van de uittreksels uit de kadastrale leggers en uit het kadastraal plan waarin melding wordt gemaakt van de lasten, rechten en verplichtingen betreffende de goederen waarvan de eigendom bij of krachtens dit decreet is overgedragen.

Er wordt zo spoedig mogelijk een inventaris van die akten en documenten opgemaakt. Die inventaris wordt ondertekend door de Regering, alsook door de voorzitter van de raad van bestuur van de "Société". § 2. De "Société" erft de rechten en verplichtingen van het Gewest voor de goederen waarvan de eigendom bij of krachtens dit decreet overgedragen wordt, met inbegrip van de rechten en verplichtingen die voortvloeien uit lopende of komende gerechtelijke procedures.

In geval van geschil kan het geheel of een gedeelte van de goederen waarvan de eigendomstitels niet aan de "Société" zijn overgedragen, treedt het Gewest op ten gunste van de "Société".

Het Gewest moet enkel de verplichtingen nakomen waarvan de betaling of de uitvoering vóór de eigendomsoverdracht opeisbaar was, met uitzondering van de financiering van de opdrachten die het voorwerp zijn van een budgettaire vastlegging op titel V "Entreprise régionale : ERPE" van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest, overgedragen aan de "Société" en gedekt door bestaande waarden gelijkgesteld met het reserve- en delgingsfonds in de boekhouding van het "Entreprise régionale de production et d'adduction d'eau" vastgelegd vóór de sluiting van haar vereffening.

In afwachting van de sluiting van de vereffening van het "Entreprise régionale de production et d'adduction d'eau" kan het Gewest aan de "Société" de sommen storten die nodig zijn voor de betaling van de facturen betreffende het uitstaand bedrag van de opdrachten bedoeld in artikel 39 mits aftrek van de bestaande waarden geïdentificeerd in de reserve- en delgingsfondsen bij de financiering van bedoelde uitgaven.

De stortingen worden uitgevoerd op grond van de facturen die de "Société" in ontvangst neemt.

Voor het bouwheerschap betreffende de opdrachten i.v.m. de Transhennuyère kan het Gewest aan de "Société" eveneens de sommen storten die nodig zijn voor de betaling van de facturen i.v.m. de saldi van de visa van de vastleggingen toegerekend op artikel 01.01.05 van de organieke afdeling 13 van de begroting van het Ministerie van het Waalse Gewest en in ontvangst genomen door de "Société". Het saldo van de vastleggingen toegerekend op de bijzondere afdeling van die begroting alsook elke opdracht tot betaling op de bijkomende vastleggingen uit te voeren ten laste van het Waterbeschermingsfonds kunnen aan de "Société" gestort worden op grond van de overeenstemmende facturen."

Art. 15.Hetzelfde decreet wordt aangevuld met een artikel 41ter, luidend als volgt : " Art. 41ter. Als compensatie voor de overdracht van de eigendom van de goederen bedoeld in de artikelen 39, 40 en 41 ontvangt het Gewest maatschappelijke aandelen volgens de regels die toepasselijk zijn op de "Société". Naar aanleiding van die overdracht maakt het Gewest de eigendom van de gezamenlijke als compensatie ontvangen aandelen over aan de "Société publique de Gestion de l'Eau (S.P.G.E.)".

Een overeenkomst tussen het Gewest, de "Société" en de "Société publique de Gestion de l'Eau (S.P.G.E.)" bepaalt de waarde van de overdracht en de modaliteiten van die inbreng."

Art. 16.Hetzelfde decreet wordt aangevuld met een artikel 41quater, luidend als volgt : " Art. 41quater. Een overeenkomst tussen het Gewest, de "S.P.G.E." en de "Société" regelt de modaliteiten voor de participatie van de gebruikers-klanten in het beheer van de goederen bedoeld in de artikelen 39 en 41."

Art. 17.In de artikelen 39 en 40 van hetzelfde decreet wordt de afkorting "S.W.D.E." vervangen door het woord "Société". HOOFDSTUK V. - Opheffings- en overgangsbepalingen

Art. 18.De voorschriften van de algemene gemeentelijke afwateringsplannnen blijven van toepassing tot de inwerkingtreding van de saneringsplannen per hydrografisch onderbekken.

Art. 19.In artikel 47, 1o, van het decreet van 30 april 1990 tot instelling van een belasting op het lozen van industrieel en huishoudelijk afvalwater wordt het laatste streepje geschrapt.

Art. 20.In artikel 17 van het decreet van 15 april 1999 betreffende de kringloop van het water en houdende oprichting van een 'Société publique de Gestion de l'Eau' wordt het eerste streepje geschrapt. HOOFDSTUK VI. - Inwerkingtreding

Art. 21.Dit decreet treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad , met uitzondering van de artikelen 13, 14 en 15, die in werking treden op 17 maart 2001.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Namen, 22 oktober 2003.

De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Economie, K.M.O.'s, Onderzoek en Nieuwe Technologieën, S. KUBLA De Minister van Vervoer, Mobiliteit en Energie, J. DARAS De Minister van Begroting, Huisvesting, Uitrusting en Openbare Werken, M. DAERDEN De Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Leefmilieu, M. FORET De Minister van Landbouw en Landelijke Aangelegenheden, J. HAPPART De Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken, Ch. MICHEL De Minister van Sociale Aangelegenheden en Gezondheid, Th. DETIENNE De Minister van Tewerkstelling en Vorming, Ph. COURARD ___________________ (1) Zitting 2003-2004 Stukken van de Raad 576 (2003-2004).Nrs. 1 en 2.

Volledig verslag, openbare vergadering van 22 oktober 2003.

Bespreking - Stemming.

Bijlage LIJST VAN DE GOEDEREN BESTEMD VOOR DE ACTIVITEIT VAN DE 'ERPE' 1. INSTALLATIES VOOR WATERPRODUCTIE EN -TOEVOER 1.1. Complex van het waterbehandelingsstation van de Vesder te Eupen 1.1.1. Het gebouw gebruikt als waterbehandelingsstation, met inbegrip van de toevoerleidingen aangelegd in de tunnel onder de overloop en in de stuwdam zelf, incluis hun veiligheidskleppen. 1.1.2. De installaties voor elektriciteitsproductie (turbines, alternatoren, elektrische en elektromechanische uitrustingen) die zich onderaan de stuwdam bevinden, met inbegrip van alle toegangsleidingen. 1.1.3. De bijbehorende constructies, met name : 1.1.3.1. Een hal voor het afladen van reagentia, gelegen op de heuvel op de rechteroever van de stuwdam, alsmede de reagentialeidingen tussen de hal en het behandelingsstation. 1.1.3.2. Een slibbezinkingsinstallatie op de rechteroever stroomafwaarts van het station, bestaande uit vijf bekkens en uit opslagplaatsen. 1.1.3.3. Een geijkte weegbrug voor de kwantitatieve controle op de stortgoederenleveringen. 1.1.3.4. Een bovenste reservoir van 50 000 m3 voor de opslag van het behandelde water en twee dienstreservoirs van 60 m3, het ene op de linkeroever en het andere op de rechteroever van het meer, alsmede de leidingen die de twee reservoirs met het behandelingsstation verbinden. 1.1.3.5. De stuwdamhuizen gelegen op de heuvel op de linkeroever van de stuwdam (6 dubbelhuizen, de garages, het transformatorstation en de toegang ertoe), met uitzondering van het huis van de stuwdamwachter. 1.2. Complex van het waterbehandelingsstation van de Gileppe te Stembert (Verviers) 1.2.1. Een gebouw gebruikt als waterbehandelingsstation. 1.2.2. De bijbehorende constructies, met name : 1.2.2.1. Een reservoir van 30 000 m3 (Bronde). 1.2.2.2. Een reservoir van 30 000 m3 (La Louveterie). 1.2.2.3. Een opslaghal met een entrepot van 400 m2, kantoren en werkplaatsen. 1.2.2.4. Een 300 m lang betonnen aquaductgedeelte van de Gileppe. 1.2.2.5. Een betonnen doorstroomopening tussen het behandelingsstation en het reservoir van Bronde. Die doorstroomopening beschikt op het aquaduct over een kamer voor de opvang van ruw water. 1.2.2.6. Een lokaal genoemd restitutiekamer naar het aquaduct (gedeelte bestemd voor het behandelde water) 1.2.3. De volgende leidingen : 1.2.3.1. Twee stalen leidingen DN 800 mm tussen de reservoirs van Bronde en La Louveterie, met inbegrip van een zuigkamer, een lozingskamer en een wateropvangkamer voor de cliënt. 1.2.3.2. Twee stalen leidingen DN 800 mm tussen het reservoir van Bronde en de restitutiekamer naar het aquaduct, met inbegrip van de lozingskamer. 1.2.3.3. Twee stalen leidingen DN 800 mm tussen het reservoir van Bronde en kamer 9bis van de toevoerleiding Eupen - Seraing - Thiba, met inbegrip van de lozingskamer. 1.2.3.4. Een betonnen leiding DN 600 mm voor de afvoer van het regenwater van het station naar de Vesder. 1.2.3.5. Een betonnen leiding DN 400 mm voor de afvoer van het industriële afvalwater van het station naar de collector van de Vesder. 1.2.3.6. Een betonnen leiding DN 600 mm vanaf het station voor de regenwaterafvoer van het reservoir van La Louveterie naar la Bovegnée. 1.2.3.7. De toevoerleidingen en het reservoir naar het circuit van Francorchamps en Stavelot : 1.2.3.7.1. Een stalen leiding DN 600 van Tiège naar het reservoir van Sart 1.2.3.7.2. Een reservoir van 1 500 m3 te Sart. 1.3. Toevoer Eupen - Verviers - Seraing - Thiba 1.3.1. De leidingen met diverse DN (1 100, 900 en 800 mm), de afsluiterputten, de lokalen voor de luchtgaten, lozingen, ontlastingskleppen en brandkranen, alsmede de elektromechanische installaties tussen het waterbehandelingsstation van Eupen en de Maas te Flémalle, met inbegrip van de Maashevel. 1.3.2. De leiding DN 250 mm die de toppen van Eupen bevoorraadt. 1.3.3. De woningen van het personeel dat toeziet op de toevoerleidingen : 2 huizen gelegen te Petit-Rechain, route de Battice nrs. 99 en 101, 2 huizen gelegen te Romsée, avenue Colonel Piron 116 en 137. 1.3.4. De leidingen, kamers, lokalen en uitrustingen die deel uitmaken van de verbinding tussen de stuwdammen van de Vesder en de Gileppe. 1.3.5. De leidingen, kamers, lokalen en uitrustingen die deel uitmaken van de verbinding Maas - Hollogne - Thiba. 1.3.5.1. Een gesplitste stalen leiding DN 800 mm tussen de Maashevel en de rue Elva te Flémalle. 1.3.5.2. Een stalen leiding DN 800 mm tussen de rue des Priesses en de rue des Anes te Grâce-Hollogne. 1.3.5.3. Een stalen leiding DN 700 mm tussen de rue des Anes en het reservoir van Thiba, die het eigendom is van de "C.I.L.E.". 1.4. Complex van het waterbehandelingsstation van de Ourthe te Nisramont 1.4.1. Een gebouw en de uitbreidingen ervan, gebruikt als waterbehandelingsstation, met inbegrip van de leidingen en afsluiters van ruw water tot aan de stuwdammuur, alsmede de slibbehandelingsinstallaties. 1.4.2. De installaties voor elektriciteitsproductie (turbines, alternatoren, elektrische en elektromechanische uitrustingen) gelegen aan de voet van de stuwdam, met inbegrip van de toegangsleidingen. 1.4.3. De bijbehorende constructies, met name : De stuwdamhuizen en -appartementen op de linkeroever van de stuwdam, alsmede de toegangswegen, het transformatorstation, de garages, met uitzondering van het huis en de garage van de stuwdamwachter.

Een geheel van twee reservoirs van 3 000 m3 voor de opslag van het behandelde water, met inbegrip van het pompstation, het transformatorstation en de toegangsweg. 1.4.3.3. De gebouwen en uitrustingen van het reservoir (12 000 m3) te Ortho.

De twee toevoerleidingen DN 400 mm tussen het station en de reservoirs, met inbegrip van de kamers voor lozingen, wateropvang, afsluit- en koppelingskleppen van beide leidingen, alsmede de drukpiekbeveiliging. 1.5. Complex van het waterbehandelingsstation van de Ry de Rome te Pétigny (Couvin) 1.5.1. Een gebouw gebruikt voor de behandeling van het water van het meer van de Ry de Rome. 1.5.2. De bijbehorende constructies, met name : 1.5.2.1. Een bovenste reservoir van 5 000 m3 voor de opslag van behandeld water, met inbegrip van het aanpalende gebouw voor de afsluiters. 1.5.2.2. Een doorstromingsopening tussen het behandelingsgebouw en de bovenste reservoir. 1.5.2.3. Leidingen DN 200 mm, buiten de gebouwen aangelegd tussen de place Général Piron en Olloy. 1.5.2.4. Een opslaghal. 1.5.2.5. Twee vijvers voor de opvang van het afvalwater. 1.5.3. De hydraulische, mechanische en elektrische uitrustingen, de bedienings- en controleapparatuur, alsook alle aanhorigheden die nodig zijn voor de exploitatie van het zuiveringsstation en in bovenbedoelde gebouwen ondergebracht zijn. 1.5.4. De toevoerleidingen uit rekbaar gietijzer 1.5.4.1. Couvin - Olloy DN 150 mm. 1.5.4.2. Ry de Rome - Oignies - Le Mesnil DN (160-110) mm. 1.5.4.3. Fonds de l'Eau - Presgaux - Aublain DN 150 mm. 1.5.4.4. Mariembourg - Les Vercons DN 300 mm. 1.5.4.5. Les Vercons - Samart DN 250 mm. 1.5.4.6. Olloy-sur-Viroin - Mazée - Niverlée DN 150 mm. 1.5.4.7. Les Vercons - Cerfontaine DN 300 mm. 1.5.4.8. Olloy-sur-Viroin - Reservoir K2 DN 150 mm. 1.5.4.9. Splitsing Ry de Rome - Mariembourg DN 400 mm. 1.5.4.10. Samart - Sautour - Merlemont DN 150 mm. 1.5.4.11. Olloy-sur-Viroin - Dourbes DN 100 mm. 1.5.4.12. Cerfontaine - Fourbechies DN 150 mm. 1.5.4.13. Pont du Roy - Cul-des-Sarts DN 250 mm. 1.5.4.14. Philippeville - Florennes DN 200 mm. 1.5.5. De pompstations en reservoirs : 1.5.5.1. Pompstation Ry de Rome naar Oignies 1.5.5.2. Pompstation Fond de l'Eau naar Presgaux 1.5.5.3. Pompstation van Mariembourg naar Philippeville 1.5.5.4. Pompstation van Samart 1.5.5.5. Pompstation van Treignes 1.5.5.6. Reservoir van Oignies 1.5.5.7. Reservoir van Presgaux 1.5.5.8. Reservoir K2. 1.6. De gebouwen van de "Unité Pilote" gelegen in het complex van de Vesder 2. WATERTOEVOER 2.1. De toevoer vanuit Noord-Luxemburg van diverse DN tussen 50 en 500 mm 2.1.1. De leiding Ortho - Bande - Soy, met inbegrip van de toevoerleidingen naar Erneuville, Beausaint, Rendeux, Hodister, Grimblemont, Verdenne, Marenne, Bourdon, Waharday et Hotton. 2.1.2. De leiding Bande - Nassogne - Rochefort, met inbegrip van de toevoerleidingen naar Masbourg, Forrières, Lesterny, Jemelle et Nassogne. 2.1.3. De leiding Bande - Waha - On, met inbegrip van de toevoerleidingen naar Harsin, Aye en Humain. 2.1.4. De leiding voor de watervoorziening van de stad Marche. 2.1.5. De leiding Ortho - La Roche - Amonines - Soy, met inbegrip van de toevoer naar Marcourt. 2.1.6. De leiding Soy - Heid - Izier, met inbegrip van de toevoerleidingen naar Fanzel, Mormont, Hoursinne, Rideux, Aisne, Villers-Sainte-Gertrude, Vieuxville, Bomal, Izier et Vieux Fourneau. 2.1.7. De leiding voor de watervoorziening van Barvaux. 2.1.8. De leiding Izier - Tohogne. 2.1.9. De leidingen Izier - Xhoris en Izier - Ferrières. 2.1.10. Het overdrukstation van Ortho. 2.1.11. De watertoren van Izier en haar overdrukinstallaties. 2.1.12. De reservoirs voor drukonderbreking van Ambly, Roy, Hotton, Barvaux et Heyd. 2.1.13. De leidingen voor de aansluiting op de hoofdreservoirs van de gemeentelijke netwerken en van de "S.W.D.E.". 2.1.14. De afsluiterputten, de kamers voor de ontluchting, splitsingen en hoge punten. 2.2. Werken voor de versterking van de toevoerleiding van Noord-Luxemburg 2.2.1. Splitsing van de verbinding Ortho - La Roche in DN 500 mm. 2.2.2. Verbinding Lignières - Roy - Marche in DN 300 mm, met inbegrip van het gebouw voor de drukonderbreking. 2.2.3. Versterking van de toevoer naar Hargimont in DN 150 mm. 2.3. De werken op de hoogvlakte van Bastenaken 2.3.1. Verbinding Ortho - Luzery in DN 400 mm. 2.3.2. Het reservoir van Luzery (5 000 m3), met inbegrip van de elektromechanische installaties. 2.3.3. De toevoerleiding Luzery - Senonchamps - Sainlez - Strainchamps - Martelange. 2.3.4. De leiding tussen Bertogne en Sainte-Ode in DN 50 tot 200 mm. 2.3.5. De toevoerleiding Luzery - Houffalize. 2.3.6. De toevoerleiding Noville - Michamps. 2.3.7. De toevoerleiding Luzery - Bastenaken. 2.3.8. De toevoerleiding Strainchamps - Fauvillers - Ebly. 2.3.9. De leidingen voor de aansluiting op de gemeentelijke reservoirs, met inbegrip van de hydraulische uitrusting van die leidingen betreffende de installaties van : Bertogne, Compogne, Longchamps, Noville Haut et Bas, Mabompré, Houffalize, Milchamps, Bastenaken, Senonchamps, Sainlez, Martelange, Fauvillers et Witry. 2.3.10. De afsluiterputten, de kamers voor ontluchting en splitsingen van de hoge punten. 2.3.11. De watertoren van Luzery (3 000 m3). 2.3.12. De hydraulische, mechanische en elektrische uitrustingen, de bedienings- en controletoestellen, alsook alle aanhorigheden die nodig zijn voor de exploitatie van de installaties op de hoogvlakte van Bastenaken.

DN van bovenbedoelde installaties : 60 à 400 mm. 2.4. Leidingen van de "Bouclage Ouest de Charleroi" 2.4.1. Leiding van DN 500, 600 en 700 mm tussen Fontaine-l'Evêque (Forchies) en Gerpinnes (Loverval). 2.4.2. Leiding DN 400 mm naar Fontaine-l'Evêque. 2.4.3. Leiding DN 600 mm tussen Aiseau en Châtelet. 2.4.4. Leiding DN 400 mm tussen Châtelet en Châtelineau. 2.4.5. Leiding DN 700 mm tussen Aiseau en Presles. 2.5. Toevoerleiding Néblon - Aywaille 2.5.1. Leiding Néblon (Comblain-la-Tour) - pompstation Crétalles DN 350. 2.5.2. Pompstation en reservoir Crétalles (Comblain-la-Tour) 500 m3. 2.5.3. Leiding Crétalles - reservoir van Xhoris DN 350. 2.5.4. Reservoir van Xhoris 1 000 m3. 2.5.5. Leiding Xhoris - Aywaille DN 350. 2.5.6. Aansluiting van Awan op de leiding Néblon - Aywaille DN 2000. 2.5.7. Reservoir van Awan (200 m3). 2.5.8. Versterking van de toevoer naar Chambralles en Hoyémont. 3. TERREINEN De terreinen binnen de grenzen waarvan de gebouwen, constructies en leidingen bedoeld in 1.1 tot 1.2 zijn gelegen (innemingen van de ondergrond, non aedificandi zones en erfdienstbaarheden), alsook het geheel van de aanpalende terreinen met grasperken en beboste ruimten. 4. ROERENDE GOEDEREN Met name het rollend materieel, de materialen en stoffen, de werktuigen, het kantoormateriaal, het telecommunicatiemateriaal, de specifieke software, zoals opgenomen in de op 16 maart 2001 opgemaakte fysische inventaris van het "Entreprise régionale de production et d'adduction d'eau". Het saldo van de schatkist van het 'ERPE' na aanzuivering van de vastleggingen vastgesteld op 31 december 2000 betreffende de opdrachten waarvoor de 'S.W.D.E.' het bouwheerschap heeft gekregen. 5. DIVERSE GOEDEREN 5.1. een stalen leiding DN 600 van de reservoir van Sart te Cokaifagne (Baronheid); 5.2. een leiding tussen Marcourt en Lignières DN 300 mm; 5.3. een stalen leiding DN 800 mm tussen de rue Elva en de rue des Priesses te Flémalle. 6. CARTOGRAFIE Bovenvermelde onroerende goederen zijn in kaart gebracht.De kaarten liggen ter inzage op de zetel van de 'Société'.

Lijst van de kaarten - Plan van het patrimonium ERPE/S.W.D.E. nr. 1 Provincie Luxemburg : Complex van de Ourthe Toevoerleidingen van Noord-Luxemburg Toevoerleidingen van de hoogvlakte van Bastenaken - Plan van het patrimonium ERPE/S.W.D.E. nr. 2 Provincie Luik : Complex van de Vesder Complex van de Gileppe Toevoerleidingen Eupen-Seraing-Thiba Toevoerleidingen Néblon-Aywaille - Plan van het patrimonium ERPE/S.W.D.E. nr. 3 Provincie Henegouwen : Complex van de Ry de Rome Toevoerleidingen van de Ry de Rome - Plan van het patrimonium ERPE/S.W.D.E. nr. 4 Provincie Henegouwen : Bouclage Ouest de Charleroi - Plan van het patrimonium ERPE/S.W.D.E. nr. 5 Provincie Namen : Complex van de Ry de Rome Toevoerleidingen van de Ry de Rome

^