gepubliceerd op 10 januari 2014
Decreet betreffende de rectorverkiezingen aan de « Université de Liège » en aan de « Université de Mons »
21 NOVEMBER 2013. - Decreet betreffende de rectorverkiezingen aan de « Université de Liège » en aan de « Université de Mons »
Het Parlement van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :
Artikel 1.In artikel 4 van de wet van 28 april 1953 betreffende de inrichting van het universitair onderwijs door de Staat, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 5, vierde lid, worden de woorden "de rector en de vice-rector belast met de sites van de "Université de Liège" alsook" ingevoegd tussen de woorden "die er de voorzitter van is, zijn" en de woorden "vier vertegenwoordigers";2° § 8 wordt vervangen als volgt : " § 8.De "Université de Liège" richt vanaf het academiejaar 2009-2010 een orgaan in haar midden op met als benaming « Gembloux Agro-Bio Tech » die inzonderheid tot doel het onderwijs, het onderzoek en de diensten voor de gemeenschap heeft in het domein van de landbouwkundige wetenschappen en de biologische ingenieurswetenschappen.
Dat orgaan bezit een faculteit met als benaming « Faculté des sciences agronomiques et d'ingénierie biologique de Gembloux » alsmede een onderzoekscentrum met als benaming « Centre universitaire de recherche en agronomie et en ingénierie biologique de Gembloux ». Vanaf het academiejaar 2014-2015 krijgt het onderzoekscentrum de naam "Terra".
Dat orgaan staat in voor de onderwijsactiviteiten en voor de onderzoeksactiviteiten en de dienstenactiviteiten die voordien georganiseerd werden door de « Facultés universitaires des sciences agronomiques de Gembloux ». 3° § 9 wordt vervangen als volgt : § 9.Vanaf het academiejaar 2014-2015 wordt er een strategisch comité van « Gembloux Agro-Bio Tech » opgericht dat een adviesorgaan is, belast met de algemene oriëntatie van de onderwijs- en onderzoeksprogramma's in synergie met de lokale projecten, de herwaardering ervan, alsook, meer in het algemeen, de uitstraling ervan. Buiten de Gouverneur van de Provincie Namen of de persoon die door hem wordt afgevaardigd en die er de voorzitter van is, zijn stemgerechtigd : de burgemeester van de stad Gembloux, de rector en de vice-rector belast met de sites van de "Université de Liège", alsook drie vertegenwoordigers van de economische en sociale kringen van deze provincie die aangesteld worden door hun respectievelijke instanties.
De Commissaris van de Regering en de afgevaardigde van de Minister van Begroting van de "Université de Liège" die aangesteld worden overeenkomstig de artikelen 1 en 7 van het decreet van 12 juli 1990 op de controle van de universitaire instellingen, wonen de vergaderingen van het strategische comité bij.".
Art. 2.In hoofdstuk II, afdeling I, van de voornoemde wet van 28 april 1953, waarvan de artikelen 6 tot 8 de eerste onderafdeling " Samenstelling"vormen, wordt artikel 6 gewijzigd bij het decreet van 31 maart 2004, vervangen als volgt : "
Art. 6.De rector wordt door de Regering benoemd voor een periode van vier jaar volgend op de procedure bepaald in artikel 11 van deze wet onder de gewone hoogleraren van de Universiteit.
De Raad van bestuur van de Universiteit bepaalt in een intern reglement dat eigen is aan de universiteit, de manier waarop de verkiezing van de rector georganiseerd wordt.
De Regering keurt het reglement bedoeld in het vorige lid goed en dit, binnen de 30 werkdagen volgend op de ontvangst ervan.".
Art. 3.In artikel 8 van de voornoemde wet van 28 april 1953 worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid wordt 2° bis opgeheven; 2° in het eerste lid wordt 8° vervangen als volgt : "8° aan de "Université de Liège", de voorzitter van de Raad van bestuur en de gedelegeerd bestuurder van het "Centre hospitalier universitaire de Liège", één lid van het strategische comité van "Gembloux Agro-Bio Tech" aangesteld door dit comité, alsook de voorzitter van het strategische comité van het universitaire departement in wetenschappen en milieubeheer bedoeld in artikel 4, § 5, of de persoon aangesteld door dit comité, met raadgevende stem."; 3° het tweede lid en het derde lid worden vervangen als volgt : "Het aantal leden van het onderwijzend personeel die de categorieën 2° ter en 3° vormen, is gelijk aan elf.Aan de "Université de Liège" wordt dit aantal gelijk aan veertien.
De leden van de raad van bestuur die deel uitmaken van het academische korps, moeten op die manier aangesteld worden dat elke faculteit vertegenwoordigd wordt.".
Art. 4.In hoofdstuk II, afdeling I, van de voornoemde wet van 28 april 1953 waarvan de artikelen 9 tot 15 de onderafdeling 2 "Verkiezingen en benoeming" vormen, wordt artikel 9 zoals laatst aangevuld door het decreet van 28 november 2008, vervangen als volgt : "
Art. 9.§ 1. De Regering benoemt tegelijk met de rector voor dezelfde periode van vier jaar, een vice-rector onder de gewone hoogleraren van de Universiteit.
De procedure voor de organisatie van de verkiezing van de vice-rector wordt bepaald door de Raad van bestuur in een intern reglement dat eigen is aan de Universiteit.
De vice-rector voert de titel van eerste vice-rector indien één of meer vice-rectoren overeenkomstig § 2 aangesteld worden. § 2. De Raad van bestuur van de Universiteit kan de aanstelling voorstellen van één of meer bijkomende vice-rectoren zonder dat hun aantal hoger dan vier kan zijn.
De procedure voor de organisatie van de aanstelling van de bijkomende vice-rectoren wordt bepaald door de Raad van bestuur van de Universiteit in een intern reglement dat eigen is voor de Universiteit. § 3. Aan de "Université de Liège" wordt één van de vice-rectoren inzonderheid belast met het beleid inzake ontwikkeling en beheer van de sites die van de "Université de Liège" verhuisd zijn.
Art. 5.Artikel 11 van de voornoemde wet van 28 april 1953, opgeheven door het decreet van 15 februari 2008, wordt hersteld als volgt. "
Art. 11.§ 1. Met het oog op de verkiezing van de rector organiseert de Raad van bestuur bedoeld in artikel 8 een interne oproep tot kandidaten aan de Universiteit in de loop van de maand maart voorafgaand aan het verstrijken van het mandaat van rector in dienst.
De interne oproep bepaalt : 1° de aard van de mandaten;2° dat een strategisch programma van de kandidaat rector ingediend moet worden voor de duur van zijn mandaat;3° de vormen en de vereiste termijn voor de indiening van de kandidaturen en van het programma;4° de vormen en de vereiste termijn voor de mogelijke voorstelling van de kandidaturen voor de personeelsleden en de studenten van de Universiteit. De termijn bedoeld in 3° kan slechts tot gevolg hebben dat de kandidaturen ten minste één maand voor de bepaalde datum voor de verkiezing ingediend moeten worden. § 2. Worden kiezers, de personeelsleden van de Universiteit en de studenten die regelmatig ingeschreven zijn.
De verkiezing wordt per categorie georganiseerd. De categorieën van kiezers zijn de volgende : 1° de categorie van het onderwijzend personeel, zoals bepaald in artikel 21, § 1 van deze wet;2° de categorie van de leden van het wetenschappelijk personeel bepaald als volgt : a) de leden van het wetenschappelijk personeel in de zin van het koninklijk besluit van 31 oktober 1953 tot vaststelling van het statuut van de geaggregeerden, de repetitors en het wetenschappelijk personeel bij de Rijksuniversiteiten, met uitsluiting van de leerlingen assistenten en de internen van de kliniek;b) de personen die een wetenschappelijke opdracht uitvoeren binnen de Universiteit zonder lid te zijn van de categorie 1° of 2° a), en waarvan de bezoldiging ten laste valt van het eigen vermogen van de universiteit of van een wetenschappelijke stichting die erkend wordt door de Franse Gemeenschap of door de Raad van bestuur van de Universiteit;3° de categorie van de leden van het bestuurs-, technisch en vakpersoneel bepaald als volgt : a) de personeelsleden onderworpen aan de toepassing van het koninklijk besluit van 30 oktober 1971 tot vaststelling van het statuut van het bestuurs- en toegevoegd personeel, hulppersoneel voor onderzoek, beheerspersoneel, de kinderverzorgsters, werkopzichters en tekenaars, het paramedisch en gespecialiseerd personeel van de universiteiten en de universitaire faculteit van de Franse Gemeenschap; b) de personeelsleden die een beroepsactiviteit uitoefenen binnen de universiteit zonder lid te zijn van de categorieën 1°, 2° of 3° a., en waarvan de bezoldiging ten laste valt van het eigen vermogen van de universiteit of van een wetenschappelijke stichting die erkend wordt door de Franse Gemeenschap of de Raad van bestuur van de Universiteit; 4° de categorie van de studenten die regelmatig ingeschreven zijn met het oog op het behalen van een academische graad met inbegrip van de studenten die ingeschreven zijn voor een voorbereidend of een bijkomend jaar. Met uitzondering van de lijst van de kiezers van de categorie 4° vastgesteld op 1 december worden de verkiezingslijsten vastgesteld op 31 december van het jaar voorafgaand aan de verkiezing. § 3. De personeelsleden afkomstig uit de instellingen voor hoger onderwijs buiten universiteit die hun statuut hebben behouden, behoren tot de categorie waaraan het decreet hen verbonden heeft. Dit decreet heeft de samenvoeging of de integratie van hun instelling of een gedeelte van de instelling aan de universiteit georganiseerd, onverminderd de evolutie van hun loopbaan sinds de overdracht. § 4. In geval van de cumulatie van de verschillende titels, ambten of hoedanigheden in hoofde van eenzelfde persoon kan deze haar stem slechts één keer uitdrukken.
Indien ze tot verschillende categorieën behoort, wordt de categorie waartoe ze behoort voor de verkiezingen in de volgende dalende volgorde bepaald : - categorie 1° : onderwijzend personeel; - categorie 2° : wetenschappelijk personeel; - categorie 3° : bestuurs-, technisch en vakpersoneel - categorie 4° : studenten § 5. Om het eindresultaat te bepalen worden de behaalde stemmen gewogen als volgt : 1° voor de categorie 1°, 65 %;2° voor de categorie 2°, 10 %;3° voor de categorie 3°, 10 %;4° voor de categorie 4°, 15 %. § 6. De weigering om aan de stemming deel te nemen, wordt gestraft overeenkomstig de bepalingen vastgesteld door de Regering. § 7. Om verkozen te worden moet de rector meer dan 50 % van de uitgedrukte stemmen behalen volgens de weging bedoeld in § 5.
Indien geen enkele kandidaat meer dan 50 % van de uitgedrukte stemmen behaald heeft met toepassing van het eerste lid, wordt een tweede ronde georganiseerd om tussen twee kandidaten te kiezen die de meeste stemmen hebben behaald bij de eerste ronde. Indien geen enkele kandidaat meer dan 50 % van de uitgedrukte stemmen behaalt met toepassing van het eerste lid, wordt een nieuwe oproep tot kandidaten georganiseerd. Na deze tweede procedure, ingeval van een tweede ronde, wordt de kandidaat die het hoogste aantal stemmen behaald heeft, tot rector verkozen.".
Art. 6.In artikel 15, eerste lid, van de voornoemde wet van 28 april 1953, laatst gewijzigd door het decreet van 15 februari 2008, worden de woorden "van de rector, de vice-rector bedoeld in artikel 9, § 1," geschrapt.
Art. 7.In artikel 17 van de voornoemde wet van 28 april 1953, vervangen door het decreet van 31 maart 2004, worden de woorden "in de artikelen 6, 9 en 12" vervangen door de woorden "in artikel 12".
Art. 8.In artikel 18, § 1, eerste lid, van de voornoemde wet van 28 april 1953, laatst gewijzigd bij het decreet van 31 maart 2004, worden de woorden "in hoofdstuk III" vervangen door de woorden "in dit hoofdstuk en in de hoofdstukken III en IV".
Art. 9.In artikel 18, § 2, van de voornoemde wet van 28 april 1953 wordt het gedeelte "rijks" in "rijksuniversiteit" geschrapt.
Art. 10.De artikelen 14 tot 16 van het koninklijk besluit van 23 oktober 1967 houdende het algemeen reglement voor de rijksuniversiteiten en de rijksuniversitaire centra, worden opgeheven.
Art. 11.Dit decreet treedt in werking vanaf het academiejaar 2013-2014.
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 21 november 2013.
De Minister-President, R. DEMOTTE De Vice-President en Minister van Kind, Onderzoek en Ambtenarenzaken, J.-M. NOLLET De Vice-President en Minister van Begroting, Financiën en Sport, A. ANTOINE De Vice-President en Minister van Hoger Onderwijs, J.-Cl. MARCOURT De Minister van Jeugd, Mevr. E. HUYTEBROECK De Minister van Cultuur, Audiovisuele Sector, Gezondheid en Gelijke Kansen, Mevr. F. LAANAN De Minister van Leerplichtonderwijs en van Onderwijs voor Sociale Promotie, Mevr. M.-M. SCHYNS _______ Nota Zitting 2013-2014.
Stukken van het Parlement. Ontwerp van decreet, nr. 550-1. - Verslag nr. 550-2. - Vergaderingsamendement, nr. 550-3.
Integraal verslag. Bespreking en aanneming. Vergadering van 20 november 2013.