gepubliceerd op 31 december 2018
Decreet houdende wijziging van regelgeving betreffende politiek verlof
21 DECEMBER 2018. - Decreet houdende wijziging van regelgeving betreffende politiek verlof (1)
Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt: Decreet houdende wijziging van regelgeving betreffende politiek verlof HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepaling
Artikel 1.Dit decreet regelt een gemeenschaps- en gewestaangelegenheid. HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het decreet van 14 maart 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/03/2003 pub. 24/04/2003 numac 2003035354 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende regeling van het politiek verlof voor de personeelsleden van de provincies, gemeenten, de agglomeraties van gemeenten en openbare centra voor maatschappelijk welzijn, alsook de openbare instellingen en publiekrechtelijke verenigingen die onder hun controle of toezicht vallen sluiten houdende regeling van het politiek verlof voor de personeelsleden van de provincies, gemeenten, de agglomeraties van gemeenten en openbare centra voor maatschappelijk welzijn, alsook de openbare instellingen en publiekrechtelijke verenigingen die onder hun controle of toezicht vallen
Art. 2.Artikel 4 van het decreet van 14 maart 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/03/2003 pub. 24/04/2003 numac 2003035354 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende regeling van het politiek verlof voor de personeelsleden van de provincies, gemeenten, de agglomeraties van gemeenten en openbare centra voor maatschappelijk welzijn, alsook de openbare instellingen en publiekrechtelijke verenigingen die onder hun controle of toezicht vallen sluiten houdende regeling van het politiek verlof voor de personeelsleden van de provincies, gemeenten, de agglomeraties van gemeenten en openbare centra voor maatschappelijk welzijn, alsook de openbare instellingen en publiekrechtelijke verenigingen die onder hun controle of toezicht vallen, wordt vervangen door wat volgt: "
Art. 4.Op verzoek van het personeelslid, vermeld in artikel 2, § 1, wordt, binnen de hieronder bepaalde perken, twee dagen per maand dienstvrijstelling verleend voor de uitoefening van de volgende politieke mandaten: 1° gemeenteraadslid;2° lid van de raad voor maatschappelijk welzijn dat geen gemeenteraadslid is;3° lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst dat geen gemeenteraadslid of lid van de raad voor maatschappelijk welzijn is;4° lid van de districtsraad;5° provincieraadslid. De dienstvrijstelling, vermeld in het eerste lid, is niet van toepassing als het personeelslid naast een mandaat als vermeld in het eerste lid, ook een of meer van volgende mandaten uitoefent: 1° burgemeester;2° schepen;3° districtsburgemeester;4° districtsschepen;5° voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst;6° lid van het vast bureau van een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn dat een andere gemeente bedient dan de gemeente Voeren of een gemeente als vermeld in artikel 7 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966;7° voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn van een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn dat de gemeente Voeren bedient, of een gemeente als vermeld in artikel 7 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966; 8° gedeputeerde.".
Art. 3.Artikel 5 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt: "
Art. 5.Op verzoek van het personeelslid, vermeld in artikel 2, § 1, wordt binnen de hieronder bepaalde perken, facultatief politiek verlof toegekend voor de uitoefening van de volgende politieke mandaten: 1° gemeenteraadslid, lid van de raad voor maatschappelijk welzijn dat geen lid is van de gemeenteraad, lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst dat geen lid is van de gemeenteraad of van de raad voor maatschappelijk welzijn, of districtsraadslid: a) in een gemeente of district tot en met 80.000 inwoners: twee dagen per maand; b) in een gemeente of district van 80.001 of meer inwoners: vier dagen per maand; 2° schepen, voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn van de gemeente Voeren of van een gemeente als vermeld in artikel 7 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966, of districtsburgemeester: a) in een gemeente of district tot en met 30.000 inwoners: vier dagen per maand; b) in een gemeente of district van 30.001 tot en met 50.000 inwoners: een vierde van een voltijds ambt; c) in een gemeente of district van 50.001 tot en met 80.000 inwoners: de helft van een voltijds ambt; 3° districtsschepen: a) in een district tot en met 10.000 inwoners: twee dagen per maand; b) in een district van 10.001 tot en met 20.000 inwoners: drie dagen per maand; c) in een district van 20.001 of meer inwoners: vijf dagen per maand; 4° burgemeester: a) in een gemeente tot en met 30.000 inwoners: een vierde van een voltijds ambt; b) in een gemeente van 30.001 tot en met 50.000 inwoners: de helft van een voltijds ambt; 5° provincieraadslid dat geen gedeputeerde is: vier dagen per maand. Het politiek verlof, vermeld in het eerste lid, 1°, wordt niet toegekend als het personeelslid ook een of meer van de volgende mandaten uitoefent: 1° burgemeester;2° schepen;3° districtsburgemeester;4° districtsschepen;5° voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst;6° lid van het vast bureau van een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn dat een andere gemeente bedient dan de gemeente Voeren of een gemeente als vermeld in artikel 7 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966; 7° voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn van een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn dat de gemeente Voeren bedient, of een gemeente als vermeld in artikel 7 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966.".
Art. 4.Artikel 6 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt: "
Art. 6.Het personeelslid, vermeld in artikel 2, § 1, wordt binnen de hieronder bepaalde perken, met politiek verlof van ambtswege gezonden voor de uitoefening van de volgende politieke mandaten: 1° burgemeester of districtsburgemeester: a) in een gemeente of district tot en met 20.000 inwoners: drie dagen per maand; b) in een gemeente van 20.001 tot en met 30.000 inwoners: een vierde van een voltijds ambt; c) in een gemeente of district van 30.001 tot en met 50.000 inwoners: de helft van een voltijds ambt; d) in een gemeente of district van 50.001 of meer inwoners: voltijds; 2° schepen of districtsschepen: a) in een gemeente of district tot en met 20.000 inwoners: twee dagen per maand; b) in een gemeente of district van 20.001 inwoners tot en met 30.000 inwoners: vier dagen per maand; c) in een gemeente of district van 30.001 tot en met 50.000 inwoners: een vierde van een voltijds ambt; d) in een gemeente of district van 50.001 tot en met 80.000 inwoners: de helft van een voltijds ambt; e) in een gemeente of district van 80.001 of meer inwoners: voltijds; 3° voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn van een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn dat de gemeente Voeren bedient, of een gemeente als vermeld in artikel 7 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966: de regeling voor de schepen, vermeld in punt 2°, is van overeenkomstige toepassing;4° gedeputeerde: voltijds;5° lid van de Kamer van volksvertegenwoordigers, van het Vlaams Parlement of van de Senaat: voltijds;6° lid van het Brusselse Hoofdstedelijke Parlement: voltijds;7° lid van het Europees Parlement: voltijds;8° lid van de Federale of Vlaamse Regering: voltijds;9° lid van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering of staatssecretaris van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest: voltijds;10° lid van de Commissie van de Europese Unie: voltijds. Voor de toepassing van het eerste lid, 1° en 2°, wordt voor het politiek verlof van ambtswege een districtsburgemeester gelijkgesteld met een burgemeester, en wordt een districtsschepen gelijkgesteld met een schepen van een gemeente, met dien verstande dat de duur van het ambtshalve politiek verlof voor een districts-burgemeester of een districtsschepen beperkt wordt tot hetzelfde percentage dat geldt tussen de vergoeding van een burgemeester of een schepen van een gemeente enerzijds, en die van een districtsburgemeester en een districtsschepen anderzijds.
Het politiek verlof van ambtswege vangt aan op de datum van de eedaflegging.".
Art. 5.In artikel 8 van hetzelfde decreet wordt het eerste lid vervangen door wat volgt: "Het personeelslid dat voor de uitoefening van een mandaat van burgemeester, van schepen, van voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn van een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn dat de gemeente Voeren of een gemeente als vermeld in artikel 7 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966, bedient, of van districtsburgemeester, recht heeft op politiek verlof waarvan de duur niet meer bedraagt dan de helft van een voltijds ambt, kan op zijn verzoek halftijds of voltijds politiek verlof krijgen.".
Art. 6.In artikel 9, § 1, van hetzelfde decreet worden het eerste en tweede lid vervangen door wat volgt: "De afwezigheden wegens facultatief politiek verlof en wegens politiek verlof van ambtswege voor het politieke mandaat, vermeld in artikel 5 en artikel 6, eerste lid, 1° tot en met 4°, worden gelijkgesteld met een periode van dienstactiviteit. Het personeelslid heeft voor de duur van het facultatief politiek verlof of het politiek verlof van ambtswege geen recht op een salaris.
Het voltijdse politiek verlof van ambtswege voor het politiek mandaat, vermeld in artikel 6, eerste lid, 5° tot en met 10°, wordt gelijkgesteld met een periode van non-activiteit.".
Art. 7.In artikel 10 van hetzelfde decreet worden het eerste en tweede lid vervangen door wat volgt: "Het politiek verlof voor het politiek mandaat, vermeld in artikel 4, artikel 5 en artikel 6, eerste lid, 1° tot en met 4°, eindigt uiterlijk op de laatste dag van de maand die volgt op de maand waarin het mandaat eindigt.
Het politiek verlof voor het politiek mandaat, vermeld in artikel 6, eerste lid, 5° tot en met 10°, loopt tot zes maanden na de beëindiging van het mandaat.". HOOFDSTUK 3. - Wijziging van het decreet van 30 november 1988 tot instelling van het politiek verlof voor de personeelsleden van de openbare instellingen en publiekrechtelijke verenigingen die van de Vlaamse Gemeenschap afhangen
Art. 8.Artikel 4 van het decreet van 30 november 1988 tot instelling van het politiek verlof voor de personeelsleden van de openbare instellingen en publiekrechtelijke verenigingen die van de Vlaamse Gemeenschap afhangen, wordt vervangen door wat volgt: "
Art. 4.Op verzoek van het personeelslid, vermeld in artikel 2, § 1, wordt binnen de hieronder bepaalde perken, twee dagen per maand dienstvrijstelling verleend voor de uitoefening van de volgende politieke mandaten: 1° gemeenteraadslid;2° lid van de raad voor maatschappelijk welzijn dat geen gemeenteraadslid is;3° lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst dat geen gemeenteraadslid of lid van de raad voor maatschappelijk welzijn is;4° lid van de districtsraad;5° provincieraadslid. De dienstvrijstelling, vermeld in het eerste lid, is niet van toepassing als het personeelslid naast een mandaat als vermeld in het eerste lid, ook een of meer van de volgende mandaten uitoefent: 1° burgemeester;2° schepen;3° districtsburgemeester;4° districtsschepen;5° voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst;6° lid van het vast bureau van een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn dat een andere gemeente bedient dan de gemeente Voeren of een gemeente als vermeld in artikel 7 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966;7° voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn van een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn dat de gemeente Voeren of een gemeente als vermeld in artikel 7 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966, bedient; 8° gedeputeerde.".
Art. 9.Artikel 6 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt: "
Art. 6.Op verzoek van het personeelslid, vermeld in artikel 2, § 1, wordt, binnen de hieronder bepaalde perken, facultatief politiek verlof toegekend voor de uitoefening van de volgende politieke mandaten: 1° gemeenteraadslid, lid van de raad voor maatschappelijk welzijn dat geen gemeenteraadslid is, lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst dat geen lid is van de gemeenteraad of van de raad voor maatschappelijk welzijn, of districtsraadslid: a) in een gemeente of district tot en met 80.000 inwoners: twee dagen per maand; b) in een gemeente of district van 80.001 of meer inwoners: vier dagen per maand; 2° schepen, voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn van de gemeente Voeren of van een gemeente als vermeld in artikel 7 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966, of districtsburgemeester: a) in een gemeente of district tot en met 30.000 inwoners: vier dagen per maand; b) in een gemeente of district van 30.001 tot en met 50.000 inwoners: een vierde van een voltijds ambt; c) in een gemeente of district van 50.001 tot en met 80.000 inwoners: de helft van een voltijds ambt; 3° districtsschepen: a) in een district tot en met 10.000 inwoners: twee dagen per maand; b) in een district van 10.001 tot en met 20.000 inwoners: drie dagen per maand; c) in een district van 20.001 of meer inwoners: vijf dagen per maand; 4° burgemeester: a) in een gemeente tot en met 30.000 inwoners: een vierde van een voltijds ambt; b) in een gemeente van 30.001 tot en met 50.000 inwoners: de helft van een voltijds ambt; 5° provincieraadslid dat geen gedeputeerde is: vier dagen per maand. Het politiek verlof, vermeld in het eerste lid, 1°, wordt niet toegekend als het personeelslid ook een of meer van de volgende mandaten uitoefent: 1° burgemeester;2° schepen;3° districtsburgemeester;4° districtsschepen;5° voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst;6° lid van het vast bureau van een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn dat een andere gemeente bedient dan de gemeente Voeren of een gemeente als vermeld in artikel 7 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966; 7° voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn van een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn dat de gemeente Voeren of een gemeente als vermeld in artikel 7 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966, bedient.".
Art. 10.Artikel 7 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt: "
Art. 7.§ 1. Het personeelslid, vermeld in artikel 2, § 1, wordt binnen de hieronder bepaalde perken, met politiek verlof van ambtswege gezonden voor de uitoefening van de volgende politieke mandaten: 1° burgemeester of districtsburgemeester: a) in een gemeente of district tot en met 20.000 inwoners: drie dagen per maand; b) in een gemeente of district van 20.001 tot en met 30.000 inwoners: een vierde van een voltijds ambt; c) in een gemeente of district van 30.001 tot en met 50.000 inwoners: de helft van een voltijds ambt; d) in een gemeente of district van 50.001 of meer inwoners: voltijds; 2° schepen of districtsschepen: a) in een gemeente of district tot en met 20.000 inwoners: twee dagen per maand; b) in een gemeente of district van 20.001 inwoners tot en met 30.000 inwoners: vier dagen per maand; c) in een gemeente of district van 30.001 tot en met 50.000 inwoners: een vierde van een voltijds ambt; d) in een gemeente of district van 50.001 tot en met 80.000 inwoners: de helft van een voltijds ambt; e) in een gemeente of district van 80.001 of meer inwoners: voltijds; 3° voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn van een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn dat de gemeente Voeren of een gemeente als vermeld in artikel 7 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966 bedient: de regeling voor de schepen, vermeld in punt 2°, is van overeenkomstige toepassing;4° gedeputeerde: voltijds;5° lid van de Kamer van volksvertegenwoordigers, van het Vlaams Parlement of van de Senaat: voltijds;6° lid van het Brusselse Hoofdstedelijke Parlement: voltijds;7° lid van het Europees Parlement: voltijds;8° lid van de Federale of Vlaamse Regering: voltijds;9° lid van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering of staatssecretaris van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest: voltijds;10° lid van de Commissie van de Europese Unie: voltijds. Voor de toepassing van het eerste lid, 1° en 2°, wordt voor het politiek verlof van ambtswege een districtsburgemeester gelijkgesteld met een burgemeester, en wordt een districtsschepen gelijkgesteld met een schepen van een gemeente, met dien verstande dat de duur van het ambtshalve politiek verlof voor een districts-burgemeester of een districtsschepen beperkt wordt tot hetzelfde percentage dat geldt tussen de vergoeding van een burgemeester of een schepen van een gemeente enerzijds, en die van een districtsburgemeester en een districtsschepen anderzijds.
Het politiek verlof van ambtswege vangt aan op de datum van de eedaflegging.".
Art. 11.In artikel 10 van hetzelfde decreet wordt het eerste lid vervangen door wat volgt: "Het personeelslid dat voor de uitoefening van een mandaat van burgemeester, van schepen, van voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn van een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn dat de gemeente Voeren of een gemeente als vermeld in artikel 7 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966, bedient, of van districtsburgemeester, recht heeft op politiek verlof waarvan de duur niet meer bedraagt dan de helft van een voltijds ambt, kan op zijn verzoek halftijds of voltijds politiek verlof krijgen.".
Art. 12.In artikel 11, § 1, van hetzelfde decreet worden het eerste en tweede lid vervangen door wat volgt: "De afwezigheden wegens facultatief politiek verlof en wegens politiek verlof van ambtswege voor het politieke mandaat, vermeld in artikel 6 en artikel 7, eerste lid, 1° tot en met 4°, worden gelijkgesteld met een periode van dienstactiviteit. Het personeelslid heeft voor de duur van het facultatief politiek verlof of het politiek verlof van ambtswege geen recht op een salaris.
Het voltijdse politiek verlof van ambtswege voor het politiek mandaat, vermeld in artikel 7, eerste lid, 5° tot en met 10°, wordt gelijkgesteld met een periode van non-activiteit.".
Art. 13.In artikel 12 van hetzelfde decreet worden het eerste en tweede lid vervangen door wat volgt: "Het politiek verlof voor het politiek mandaat, vermeld in artikel 4, 6 en 7, eerste lid, 1° tot en met 4°, eindigt uiterlijk op de laatste dag van de maand die volgt op de maand waarin het mandaat eindigt.
Het politiek verlof voor het politiek mandaat, vermeld in artikel 7, eerste lid, 5° tot en met 10°, loopt tot zes maanden na de beëindiging van het mandaat.". HOOFDSTUK 4. - Wijziging van het decreet van 30 november 1988 tot instelling van het politiek verlof voor de personeelsleden van de openbare instellingen en publiekrechtelijke verenigingen die van het Vlaamse Gewest afhangen
Art. 14.Artikel 4 van het decreet van 30 november 1988 tot instelling van het politiek verlof voor de personeelsleden van de openbare instellingen en publiekrechtelijke verenigingen die van het Vlaamse Gewest afhangen, wordt vervangen door wat volgt: "
Art. 4.Op verzoek van het personeelslid, vermeld in artikel 2, § 1, wordt binnen de hieronder bepaalde perken, twee dagen per maand dienstvrijstelling verleend voor de uitoefening van de volgende politieke mandaten: 1° gemeenteraadslid;2° lid van de raad voor maatschappelijk welzijn dat geen gemeenteraadslid is;3° lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst dat geen gemeenteraadslid of lid van de raad voor maatschappelijk welzijn is;4° lid van de districtsraad;5° provincieraadslid. De dienstvrijstelling, vermeld in het eerste lid, is niet van toepassing als het personeelslid naast een mandaat als vermeld in het eerste lid, ook een of meer van de volgende mandaten uitoefent: 1° burgemeester;2° schepen;3° districtsburgemeester;4° districtsschepen;5° voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst;6° lid van het vast bureau van een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn dat een andere gemeente bedient dan de gemeente Voeren of een gemeente als vermeld in artikel 7 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966;7° voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn van een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn dat de gemeente Voeren of een gemeente als vermeld in artikel 7 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966, bedient; 8° gedeputeerde.".
Art. 15.Artikel 6 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt: "
Art. 6.Op verzoek van het personeelslid, vermeld in artikel 2, § 1, wordt binnen de hieronder bepaalde perken, facultatief politiek verlof toegekend voor de uitoefening van de volgende politieke mandaten: 1° gemeenteraadslid, lid van de raad voor maatschappelijk welzijn dat geen gemeenteraadslid is, lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst dat geen lid is van de gemeenteraad of van de raad voor maatschappelijk welzijn, of districtsraadslid: a) in een gemeente of district tot en met 80.000 inwoners: twee dagen per maand; b) in een gemeente of district van 80.001 of meer inwoners: vier dagen per maand; 2° schepen, voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn van de gemeente Voeren of een gemeente als vermeld in artikel 7 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966, of districtsburgemeester: a) in een gemeente of district tot en met 30.000 inwoners: vier dagen per maand; b) in een gemeente of district van 30.001 tot en met 50.000 inwoners: een vierde van een voltijds ambt; c) in een gemeente of district van 50.001 tot en met 80.000 inwoners: de helft van een voltijds ambt; 3° districtsschepen: a) in een district tot en met 10.000 inwoners: twee dagen per maand; b) in een district van 10.001 tot en met 20.000 inwoners: drie dagen per maand; c) in een district van 20.001 of meer inwoners: vijf dagen per maand; 4° burgemeester: a) in een gemeente tot en met 30.000 inwoners: een vierde van een voltijds ambt; b) in een gemeente van 30.001 tot en met 50.000 inwoners: de helft van een voltijds ambt; 5° provincieraadslid dat geen gedeputeerde is: vier dagen per maand. Het politiek verlof, vermeld in het eerste lid, 1°, wordt niet toegekend als het personeelslid ook een of meer van de volgende mandaten uitoefent: 1° burgemeester;2° schepen;3° districtsburgemeester;4° districtsschepen;5° voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst;6° lid van het vast bureau van een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn dat een andere gemeente bedient dan de gemeente Voeren of een gemeente als vermeld in artikel 7 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966; 7° voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn van een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn dat de gemeente Voeren of een gemeente als vermeld in artikel 7 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966, bedient.".
Art. 16.Artikel 7 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt: "
Art. 7.Het personeelslid, vermeld in artikel 2, § 1, wordt binnen de hieronder bepaalde perken, met politiek verlof van ambtswege gezonden voor de uitoefening van de volgende politieke mandaten: 1° burgemeester of districtsburgemeester: a) in een gemeente of district tot en met 20.000 inwoners: drie dagen per maand; b) in een gemeente of district van 20.001 tot en met 30.000 inwoners: een vierde van een voltijds ambt; c) in een gemeente of district van 30.001 tot en met 50.000 inwoners: de helft van een voltijds ambt; d) in een gemeente of district van 50.001 of meer inwoners: voltijds; 2° schepen of districtsschepen: a) in een gemeente of district tot en met 20.000 inwoners: twee dagen per maand; b) in een gemeente of district van 20.001 inwoners tot en met 30.000 inwoners: vier dagen per maand; c) in een gemeente of district van 30.001 tot en met 50.000 inwoners: een vierde van een voltijds ambt; d) in een gemeente of district van 50.001 tot en met 80.000 inwoners: de helft van een voltijds ambt; e) in een gemeente of district van 80.001 of meer inwoners: voltijds; 3° voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn van een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn dat de gemeente Voeren of een gemeente als vermeld in artikel 7 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966, bedient: de regeling voor de schepen, vermeld in punt 2°, is van overeenkomstige toepassing;4° gedeputeerde: voltijds;5° lid van de Kamer van volksvertegenwoordigers, van het Vlaams Parlement of van de Senaat: voltijds;6° lid van het Brusselse Hoofdstedelijke Parlement: voltijds;7° lid van het Europees Parlement: voltijds;8° lid van de Federale of Vlaamse Regering: voltijds;9° lid van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering of staatssecretaris van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest: voltijds;10° lid van de Commissie van de Europese Unie: voltijds. Voor de toepassing van het eerste lid, 1° en 2°, wordt voor het politiek verlof van ambtswege een districtsburgemeester gelijkgesteld met een burgemeester, en wordt een districtsschepen gelijkgesteld met een schepen van een gemeente, met dien verstande dat de duur van het ambtshalve politiek verlof voor een districts-burgemeester of een districtsschepen beperkt wordt tot hetzelfde percentage dat geldt tussen de vergoeding van een burgemeester of een schepen van een gemeente enerzijds, en die van een districtsburgemeester en een districtsschepen anderzijds.
Het politiek verlof van ambtswege vangt aan op de datum van de eedaflegging.".
Art. 17.In artikel 10 van hetzelfde decreet wordt het eerste lid vervangen door wat volgt: "Het personeelslid dat voor de uitoefening van een mandaat van burgemeester, van schepen, van voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn van een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn dat de gemeente Voeren of een gemeente als vermeld in artikel 7 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966, bedient, of van districtsburgemeester, recht heeft op politiek verlof waarvan de duur niet meer bedraagt dan de helft van een voltijds ambt, kan op zijn verzoek halftijds of voltijds politiek verlof krijgen.".
Art. 18.In artikel 11, § 1, van hetzelfde decreet worden het eerste en tweede lid vervangen door wat volgt: "De afwezigheden wegens facultatief politiek verlof en wegens politiek verlof van ambtswege voor het politieke mandaat, vermeld in artikel 6 en artikel 7, eerste lid, 1° tot en met 4°, worden gelijkgesteld met een periode van dienstactiviteit. Het personeelslid heeft voor de duur van het facultatief politiek verlof of het politiek verlof van ambtswege geen recht op salaris.
Het voltijdse politiek verlof van ambtswege voor een politiek mandaat vermeld in artikel 7, eerste lid, 5° tot en met 10°, wordt gelijkgesteld met een periode van non-activiteit.".
Art. 19.In artikel 12 van hetzelfde decreet wordt het eerste en tweede lid vervangen door wat volgt: "Het politiek verlof voor het politiek mandaat, vermeld in artikel 4, 6 en 7, eerste lid, 1° tot en met 4°, eindigt uiterlijk op de laatste dag van de maand die volgt op de maand waarin het mandaat eindigt.
Het politiek verlof voor een politiek mandaat, vermeld in artikel 7, eerste lid, 5° tot en met 10°, loopt tot zes maanden na de beëindiging van het mandaat.". HOOFDSTUK 4. - Overgangsbepalingen
Art. 20.§ 1. Het decreet van 14 maart 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/03/2003 pub. 24/04/2003 numac 2003035354 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende regeling van het politiek verlof voor de personeelsleden van de provincies, gemeenten, de agglomeraties van gemeenten en openbare centra voor maatschappelijk welzijn, alsook de openbare instellingen en publiekrechtelijke verenigingen die onder hun controle of toezicht vallen sluiten houdende regeling van het politiek verlof voor de personeelsleden van de provincies, gemeenten, de agglomeraties van gemeenten en openbare centra voor maatschappelijk welzijn, alsook de openbare instellingen en publiekrechtelijke verenigingen die onder hun controle of toezicht vallen, het decreet van 30 november 1988 tot instelling van het politiek verlof voor de personeelsleden van de openbare instellingen en publiekrechtelijke verenigingen die van de Vlaamse Gemeenschap afhangen en het decreet van 30 november 1988 tot instelling van het politiek verlof voor de personeelsleden van de openbare instellingen en publiekrechtelijke verenigingen die van het Vlaamse Gewest afhangen, zoals die golden op 31 december 2018, blijven gelden in die gemeenten waar tegen de verkiezing, georganiseerd op 14 oktober 2018, een bezwaar wordt ingediend en waarover op 1 januari 2019 nog geen definitieve uitspraak is.
Voor de toepassing van het eerste lid wordt onder definitieve uitspraak verstaan: een in kracht van gewijsde gegane arrest van de Raad voor Verkiezingsbetwistingen of, in geval van beroep, de Raad van State. § 2. Indien het bezwaar ertoe leidt dat de verkiezing geldig wordt verklaard, houdt de in paragraaf 1 bedoelde regeling op uitwerking te hebben op de dag waarop de uitslag van de verkiezing definitief is geworden.
Indien het bezwaar ertoe leidt dat de verkiezing ongeldig wordt verklaard, houdt de in paragraaf 1 bedoelde regeling op uitwerking te hebben op de dag waarop de uitslag van de nieuwe verkiezing definitief is geworden.
Voor de toepassing van het eerste en tweede lid wordt de uitslag van een verkiezing definitief geacht zodra hiertegen geen beroepsmogelijkheden meer openstaan. HOOFDSTUK 5. - Inwerkingtreding
Art. 21.Dit decreet treedt in werking op 1 januari 2019.
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 21 december 2018.
De minister-president van de Vlaamse Regering, G. BOURGEOIS De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding, L. HOMANS _______ Nota (1) Zitting 2018-2019 Documenten: - Voorstel van decreet : 1784 - Nr.1 - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 1784 - Nr. 2 Handelingen - Bespreking en aanneming: Vergaderingen van 20 december 2018.