19 JANUARI 2001. - Decreet houdende de inrichting van activiteiten inzake opvoedingsondersteuning (1)

Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid.

Art. 2.In dit decreet wordt verstaan onder : 1° gezin: elke samenlevingsvorm met minderjarige kinderen die een herkenbare sociale eenheid op microniveau vormt;2° activiteiten inzake opvoedingsondersteuning : voorlichtings-, opleidings-, vormings- of trainingsactiviteiten die tot doel hebben vaardigheden te ontwikkelen teneinde het gezin en zijn leden te ondersteunen bij de opvoeding van de minderjarige kinderen en het functioneren van de verschillende leden binnen het gezin en de ruimere familie;3° initiatiefnemer : vereniging, deelvereniging of organisatie die haar betrokkenheid bij de problematiek kan aantonen en die een voorlichtings-, opleidings-, vormings- of trainingsactiviteit rond opvoeding organiseert.

Art. 3.Activiteiten inzake opvoedingsondersteuning hebben tot doel via voorlichtings-, opleidings-, vormings- of trainingsactiviteiten onder deskundige begeleiding gezinnen en families en iedereen die met de opvoeding van kinderen begaan is, in staat te stellen kennis, inzichten en vaardigheden te verwerven of verder te ontwikkelen met betrekking tot de opvoeding en ontwikkeling van kinderen en jongeren.

Art. 4.§ 1. Binnen de perken van de begrotingskredieten kan de Vlaamse regering een forfaitaire tegemoetkoming toekennen aan wie een voorlichtings-, opleidings-, vormings- of trainingsactiviteit opvoedingsondersteuning organiseert.

De Vlaamse regering bepaalt het bedrag van de tegemoetkoming per activiteit. § 2. Een opleidings-, vormings- of trainingsreeks bevat minimum 3 samenkomsten in een tijdspanne van zes maanden. Deze vereiste geldt niet voor een voorlichtingsactiviteit. Alle activiteiten worden georganiseerd voor een groep van minimum 12 deelnemers en minimum 8 deelnemers voor bijzondere doelgroepen.

Het aantal voor de tegemoetkoming in aanmerking komende activiteiten per initiatiefnemer is beperkt tot 12 per jaar. § 3. De begeleider kan met deskundigheid over de opvoeding van kinderen en jongeren spreken. § 4. De Vlaamse regering bepaalt de procedure voor de aanvraag en de toekenning van de tegemoetkoming volgens welbepaalde criteria voor de begeleider en met bijzondere aandacht voor de plaats en de inbreng van de gebruiker.

Art. 5.Het besluit van de Vlaamse regering van 24 juli 1997 tot regeling van de erkenning en de subsidiëring van verenigingen voor gezinseducatie, gewijzigd bij besluit van 10 december 1999, wordt opgeheven op 1 april 2001.

Art. 6.Dit decreet treedt in werking op 1 januari 2001.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 19 januari 2001.

De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, Mevr. M. VOGELS _______ Nota (1) Zitting 1999-2000. Stukken. - Voorstel van decreet, 282 - Nr. 1.

Zitting 2000-2001.

Stukken. - Amendementen, 282 - Nr. 2. - Verslag, 282 - Nr. 3. - Amendementen, 282 - Nr. 4. - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering, 282 - Nr. 5.

Handelingen. - Bespreking en aanneming. Vergaderingen van 10 januari 2001.