17 JULI 2003. - Decreet tot wijziging van het decreet van 14 juli 1997 houdende organisatie van de gezondheidspromotie in de Franse Gemeenschap (1)

De Raad van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Artikel 1 wordt aangevuld met de drie volgende leden : « Onder preventie wordt verstaan de processen die de mogelijkheid bieden in te grijpen voor de verschijning van de ziekte voor de primaire preventie, de eerste tekens op te sporen voor de secundaire preventie of de complicaties of hernieuwde aanvallen voor de tertiaire preventie. Preventie maakt integraal deel uit van de gezondheidspromotie.

Onder preventieve geneeskunde wordt verstaan de preventiemethodes die overeenstemmen met de wettelijke bepalingen die geldig zijn voor het uitoefenen van gezondheidszorgverleningen en de nadere regels voor de organisatie van gezondheidsdiensten, om bij te dragen tot het vermijden van morbide aandoeningen of om zo snel mogelijk de leden te ontdekken onder de bevolking die receptief zijn voor deze aandoeningen of die eraan lijden, aandoeningen waarvan het bestaan een ernstig risico van verergering van de gezondheidstoestand van de zieke inhoudt, en soms ook een risico van uitbreiding van de ziekte tot de omgeving van de zieke met zich meebrengt, en eindelijk dikwijls een risico van degradatie van de materiële en maatschappelijke toestand van de zieke en van zijn gezin.

Onder systeem inzake gezondheidsinformatie (SIS) dient verstaan te worden het geheel van componenten en procedures ingericht met als doel het opbrengen van gegevens die nuttig zijn, enerzijds, bij het treffen van beslissingen inzake gezondheid en bij de evaluatie van het beleid, de strategieën en toegepaste programma's, anderzijds, bij de deelneming en de voorlichting van de personen belast met gezondheid en van de bevolking aan het beleid en de acties inzake gezondheid. »

Art. 2.§ 1. Paragraaf 2 van artikel 2 wordt als volgt gewijzigd : « Binnen een termijn van 12 tot 18 maanden na de vaststelling van het vijfjarenplan bedoeld bij § 1, bepaalt de Regering een operationeel gemeenschapsplan voor de gezondheidspromotie, hierna "operationeel gemeenschapsplan » genoemd, dat deel uitmaakt van dit vijfjarenplan en waarbij een definitie wordt gegeven van : 1° de prioritaire operationele doelstellingen voor de duur van het plan inzake gezondheidspromotie, met inbegrip van de preventieve geneeskunde;2° de strategieën en de methodes die uitgewerkt dienen te worden om te zorgen voor het in toepassing brengen en het evalueren van deze prioritaire en operationele doelstellingen, de programma's inzake gezondheidspromotie, de nuttige permanente steunstructuren, de opleidingsprogramma's, het informatieinstrumentarium en de tot stand te brengen communicatiecampagnes, de doelstellingen inzake ontwikkeling en ondersteuning van de plaatselijke beleidsplannen en van de gemeenschapsacties inzake gezondheid;3° het doelpubliek dat geïntegreerd moet worden in prioritaire programma's en acties. Het operationele gemeenschapsplan wordt bepaald in overleg met de betrokken optredende personen. » § 2. Er wordt in hetzelfde artikel een nieuwe § 3 ingevoegd, luidend als volgt : « Er wordt in aflossing met de betrokken operatoren een systeem inzake gezondheidsinformatie ingesteld, waarbij de identificatie en de coördinatie van de gegevensbronnen, de keuze en de follow-up van gezondheidsindicatoren, de ontleding van informatie en de terbeschikkingstelling van de informatie van de beslissers, de vakmensen inzake gezondheid en de bevolking, mogelijk worden gemaakt. »

Art. 3.In de artikelen 4, § 1, 11, lid 1, 13, lid 1 en 17, lid 1, worden de woorden "het gemeenschapsplan voor gezondheidspromotie" vervangen door de woorden "het operationele gemeenschapsplan".

Art. 4.Er wordt een nieuw artikel 3bis , luidend als volgt, ingevoegd in hoofdstuk 1 : «

Art. 3bis.De diensten van de Regering die belast zijn met gezondheid, hierna het bestuur genoemd, hebben tot opdracht het overleg te organiseren met de structuren en ploegen die actief zijn op het gebied van de gezondheidspromotie, met inbegrip van de preventieve geneeskunde, daarbij steunend op de expertise van de Hoge Raad voor Gezondheidspromotie, van de plaatselijke centra voor gezondheidspromotie, de gemeenschapsdiensten, de referentiecentra en op de gegevens van het systeem inzake gezondheidsinformatie, om : 1° een doeltreffende en deelnemingsgerichte dynamiek onder de optredende personen te ontwikkelen;2° een coherentie van de activiteiten inzake gezondheidspromotie te ontwikkelen, met inbegrip van de preventieve geneeskunde;3° het operationele gemeenschapsplan op touw te zetten.»

Art. 5.Artikel 4, paragraaf 1, punt 4, wordt gewijzigd als volgt : « 4. aan de Regering, ofwel op eigen initiatief ofwel op haar verzoek, adviezen te geven over elke vraag betreffende de gezondheidspromotie, met inbegrip van de preventieve geneeskunde; specifiek zorg te verlenen aan het bestuderen van ethiekproblemen in verband met de gezondheidspromotie, met inbegrip van de preventieve geneeskunde. »

Art. 6.§ 1. Punt 3 van lid 1 van artikel 5 wordt afgeschaft. § 2. De punten 5 en 10 van lid 1 van hetzelfde artikel worden als volgt gewijzigd : « 5. twee leden gekozen door de Regering wegens hun bijzondere bevoegdheid op het gebied van aidspreventie en van de preventie van andere seksueel overdraagbare ziekten; » « 10. een lid gekozen door de Regering wegens zijn bijzondere bevoegdheid op het gebied van de bestrijding van tuberculose en andere ademhalingsaandoeningen; » « 10bis. een lid gekozen door de Regering wegens zijn bijzondere bevoegdheid op het gebied van de preventie van verslavingen. » § 3. Lid 1 van hetzelfde artikel wordt aangevuld als volgt : « 12. een lid dat de gemeenschapsdiensten voor gezondheidspromotie vertegenwoordigt; 13. een lid dat de referentiecentra bedoeld bij artikel 17ter vertegenwoordigt;14. twee leden die de erkende verenigingen van gebruikers van het gezondheidssysteem vertegenwoordigen;15. twee leden die de commissie voor de gezondheidspromotie op school vertegenwoordigen;16. een lid dat de Franstalige commissie voor gezondheidspromotie bij de sportbeoefening vertegenwoordigt.» § 4. Lid 2 van hetzelfde artikel wordt gewijzigd als volgt : « De Regering kan ook drie leden aanstellen die zij kiest wegens hun bevoegdheid of hun bijzondere actie inzake gezondheidspromotie, alsook drie leden van de burgermaatschappij die zij kiest in functie van hun bevoegdheid in andere sectoren en van hun belangstelling voor gezondheidspromotie. De sectoren voor permanente opvoeding, milieugezondheid, hulpverlening aan verzwakte personen, worden minstens vertegenwoordigd door een van deze zes leden. » § 5. Lid 3 van hetzelfde artikel wordt als volgt aangevuld : « De leidend ambtenaar-generaal van het bestuur, of de persoon die hij aanwijst, woont de vergaderingen met raadgevende stem bij. Hij kan zich laten bijstaan door één of meerdere ambtenaren. »

Art. 7.Hoofdstuk IIbis en artikel 8bis worden afgeschaft.

Art. 8.Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd : « De Gemeenschapsdiensten voor gezondheidspromotie zijn instellingen of diensten die als opdracht hebben een permanente logistieke en methodologische steun te bieden inzake opleiding, documentatie, communicatie, onderzoek of evaluatie aan de Hoge Raad voor Gezondheidspromotie, aan het bestuur, aan de plaatselijke centra voor gezondheidspromotie, aan het systeem voor gezondheidsinformaties en aan de instellingen of personen die concrete acties inzake gezondheidspromotie voeren, met inbegrip van preventieve geneeskunde. »

Art. 9.§ 1. Lid 1 van artikel 10 wordt gewijzigd als volgt : « De Gemeenschapsdiensten voor gezondheidspromotie worden voor vijf jaar door de Regering erkend op advies van de Hoge Raad voor Gezondheidspromotie. De Regering bepaalt de specifieke opdrachten die aan deze worden toevertrouwd in het kader van de uitvoering van het vijfjarenplan en het operationele gemeenschapsplan, hun specifieke permanente bijdrage, de voorwaarden voor de aanwending van de toelagen die aan deze worden toegekend binnen de perken van de begrotingskredieten, gedurende de erkenningsperiode, de vereiste verantwoording en de termijnen waarbinnen deze verantwoording moet worden voorgelegd. » § 2. Lid 4 van hetzelfde artikel wordt aangevuld als volgt : « De voorzitter van de Hoge Raad voor Gezondheidspromotie wordt uitgenodigd om de vergaderingen van het overlegcomité bij te wonen met raadgevende stem. » § 3. Er wordt een nieuw lid 5, luidend als volgt in hetzelfde artikel ingevoegd : « De Gemeenschapsdiensten werken in medewerking met het bestuur, de plaatselijke centra voor gezondheidspromotie en de referentiecentra. »

Art. 10.§ 1. De punten 1, 3 en 4 van lid 1 van artikel 11 worden gewijzigd als volgt : « 1. een meerjarenprogramma voor gecoördineerde acties uit te werken, met jaarlijkse doelstellingen; dit programma wordt om advies voorgelegd aan de Hoge Raad voor Gezondheidspromotie en aan de goedkeuring van de Regering, binnen de termijnen door haar bepaald; » « 3. methodologische steun te verlenen aan de instellingen of personen die concrete acties verrichten op het gebied van gezondheidspromotie, met inbegrip van preventieve geneeskunde, en hun de middelen ter beschikking stellen die beschikbaar zijn inzake gezondheidspromotie en preventie, inzonderheid in de vorm van documentatie, opleiding, informatieinstrumenten en expertise; » « 4. op het niveau van hun ambtsgebieden dynamische acties in te stellen die het ontstaan van partnerships, intersectorialiteit en gemeenschapsparticipatie bevorderen, en die de mogelijkheid bieden prioriteiten uit te werken die specifiek zijn voor het plaatselijke beleid inzake gezondheid, in 't bijzonder door de verwezenlijking van de Plaatselijke conferenties inzake gezondheidspromotie. » § 2. Lid 2 van hetzelfde artikel wordt gewijzigd als volgt : « De plaatselijke centra voor gezondheidspromotie werken samen met het bestuur, de gemeenschapsdiensten voor gezondheidspromotie en de referentiecentra. »

Art. 11.§ 1. Lid 1 van artikel 12 wordt gewijzigd als volgt : « Een plaatselijk centrum voor gezondheidspromotie wordt door de Regering erkend op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en in ieder van de volgende arrondissement en of groepen arrondissement : Nijvel, Aat - Doornik - Moeskroen - Komen, Charleroi - Thuin, Bergen - Zinnik, Hoei - Borgworm, Luik, Verviers, Namen - Dinant - Philippeville, Aarlen - Bastenaken - Marche-en-Famenne - Neufchâteau - Virton. » § 2. De eerste zin van lid 3 van artikel 12 wordt gewijzigd als volgt : « Het overlegcomité vergadert minstens driemaal per jaar op eigen initiatief. »

Art. 12.Punt 5 van artikel 13 wordt als volgt gewijzigd : « twee vertegenwoordigers van de diensten en Centra die bevoegd zijn inzake gezondheidspromotie op school en een vertegenwoordiger van de Office de la Naissance et de l'Enfance moeten lid zijn van de vereniging. »

Art. 13.In artikel 16, lid 1, 1ste zin, worden de woorden « met uitsluiting van de programma's inzake preventieve geneeskunde bedoeld bij Hoofdstuk Vbis », ingevoegd na de woorden « in plaatselijk of Gemeenschapsverband ».

Art. 14.Er wordt een nieuw hoofdstuk Vbis ingevoegd, met als opschrift « Programma's inzake preventieve geneeskunde ».

Art. 15.Er wordt in hoofdstuk Vbis een nieuw artikel 17bis ingevoegd, luidend als volgt : «

Art. 17bis.§ 1. De Regering bepaalt, op basis van het vijfjarenprogramma en na advies van de Hoge Raad voor Gezondheidspromotie, programma's voor preventieve geneeskunde met gemeenschapsinslag.

Deze programma's beantwoorden aan de doelstellingen van het operationele gemeenschapsplan.

Ze worden in de vorm van een protocol voorgesteld.

Zij worden gestuurd door een referentiecentrum, aangewezen door de Regering, na advies van de Hoge Raad voor Gezondheidspromotie. Bij wijze van uitzondering, kan de Regering beslissen dat sommige programma's gestuurd zouden worden door het bestuur.

Onder sturing wordt verstaan het zorgen voor de verwezenlijking van de verscheidene stappen van een protocol inzake preventieve geneeskunde, d.w.z. de programmering van acties inzake preventieve geneeskunde, het inwinnen van gegevens, het opvolgen van de acties en de evaluatie van het protocol.

Bij toepassing van de beginselen van « de op bewijzen berustende geneeskunde » en van het beginsel van subsidiariteit, steunen deze programma's op de bewijzen inzake relevantie en doeltreffendheid, de ervaring van de vakmensen inzake gezondheid en de waarden en de verwachtingen van de bevolking. § 2. Deze programma's zijn, voor zover mogelijk, verwezenlijkt door de optredende personen die het dichtst zijn bij de bevolking en met de meeste continue relatie met deze, d.w.z. de huisartsen, in samenwerking met de Office de la Naissance et de l'Enfance, de diensten en centra voor gezondheidspromotie op school, de kinderartsen, en meer algemeen de ambulante sector en de nabijheidsdiensten voor hulpverlening aan de personen.

Bij de uitwerking van deze programma's wordt in 't bijzonder rekening gehouden met de bevolkingen die in een sociale, sanitaire of economische ongunstige toestand verkeren en met de verschillen inzake cultuur. § 3. De CLPS worden betrokken bij het in praktijk brengen van deze programma's. § 4. De Regering bepaalt de nadere regels voor de uitvoering van dit artikel.

Art. 16.Er wordt een nieuw artikel 17ter, luidend als volgt, ingevoegd in hoofdstuk Vbis : «

Art. 17ter.§ 1. De Regering kan referentiecentra erkennen en subsidiëren om de opdracht bedoeld bij artikel 17bis , § 1, lid 3 te verwezenlijken.

In het kader van deze opdracht, dragen deze referentiecentra bij tot het systeem van gezondheidsinformatie en leggen de basis voor een wetenschappelijke expertise, het overleg met de optredende personen en de coördinatie met de inrichtingen en de publiek- en privaatrechtelijke personen bedoeld bij lid 2.

Ook kan de Regering inrichtingen of publiek- en privaatrechtelijke personen erkennen of subsidiëren om de opdracht bedoeld bij artikel 17bis, § 2, te vervullen.

In het kader van deze opdracht, verrichten deze inrichtingen of publiek- en privaatrechtelijke personen de handelingen van opsporing en de andere handelingen van preventieve geneeskunde bedoeld waarin bedoeld in het protocol waarvan sprake bij artikel 17bis, lid 2. § 2. De Regering bepaalt de procedure en de voorwaarden voor de erkenning van de structuren bedoeld bij § 1, alsook de nadere regels voor een mogelijk beroep.

De voorwaarden voor de erkenning hebben onder andere betrekking op de technische uitrusting en voorwaarden, de bekwaamheden van het personeel, de kwaliteitscriteria voor de verwezenlijking van de programma's. § 3. De Regering stelt de voorwaarden vast voor de toekenning van toelagen aan de bij § 1 bedoelde structuren. § 4. De Regering bepaalt de voorwaarden voor de intrekking van de erkenning of de schorsing van uitbetaling van de toelagen, alsook de nadere regels voor een mogelijk beroep.

Art. 17.Hoofdstuk VI en de artikelen 18, 19, 20 en 22 worden opgeheven.

Art. 18.De Regering bepaalt de datum van inwerkingtreding van dit decreet.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 17 juli 2003.

De Minister-President, belast met Internationale Betrekkingen, H. HASQUIN De Minister van Cultuur, Ambtenarenzaken, Jeugd en Sport, C. DUPONT De Minister van Kinderwelzijn, belast met het Basisonderwijs, de Opvang en de Opdrachten toegewezen aan de « O.N.E. », J.-M. NOLLET De Minister van Secundair Onderwijs en Buitengewoon Onderwijs, P. HAZETTE De Minister van Begroting, M. DAERDEN De Minister van Hoger Onderwijs, Onderwijs voor Sociale Promotie en Wetenschappelijk Onderzoek, Mevr. F. DUPUIS De Minister van Kunsten, Letteren en Audiovisuele Sector, D. DUCARME De Minister van Hulpverlening aan de Jeugd en Gezondheid, Mevr. N. MARECHAL _______ Nota (1) Zitting 2002 - 2003. Stukken van de Raad . - Ontwerp van decreet, 415 - nr. 1. - Commissieamendementen, 415 - nr. 2. - Verslag, 415 - nr. 3.

Integraal verslag. - Bespreking en aanneming. Vergadering van 15 juli 2003.