gepubliceerd op 20 april 1999
Decreet houdende wijziging van het decreet van 13 juli 1994 betreffende de herstructurering van de GIMV, Gimvindus, VMH, Mijnen en LIM en tot oprichting van het Limburgfonds en van de Permanente Werkgroep Limburg
16 MAART 1999. - Decreet houdende wijziging van het decreet van 13 juli 1994 betreffende de herstructurering van de GIMV, Gimvindus, VMH, Mijnen en LIM en tot oprichting van het Limburgfonds en van de Permanente Werkgroep Limburg (1)
Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :
Artikel 1.Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid.
Art. 2.Artikel 20 van het decreet van 13 juli 1994 betreffende de herstructurering van de GIMV, Gimvindus, VMH, Mijnen en LIM en tot oprichting van het Limburgfonds en van de Permanente Werkgroep Limburg wordt vervangen door wat volgt : «
Artikel 20.Er wordt een « Limburgfonds » opgericht, hierna « het fonds » genoemd. Het fonds heeft de opdracht bij te dragen tot de financiering van initiatieven die de Vlaamse regering kadert in de uitvoering van specifieke programma's ter ondersteuning van de economische en sociale reconversie van Limburg. ».
Art. 3.Artikel 23 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 22 november 1995, wordt vervangen door wat volgt : «
Artikel 23.§ 1. De middelen van het fonds zijn : 1° de middelen die door de vereffenaar van de VZW Sociale Investeringsmaatschappij voor Limburg worden overgemaakt;2° de dotatie van het Vlaamse Gewest voor de cofinanciering van Europese programma's, alsook de pensioenwachtvergoedingen en de betaling van de renteverminderingen aan de mijnwerkers;3° de terugvorderingen op deze middelen;4° de bijdragen van de Europese Unie ten voordele van projecten, gerealiseerd in de provincie Limburg, via regionaal toewijsbare middelen, onder meer in het kader van doelstelling 2-Limburg, Interreg-Limburg en Rechar;5° de stortingen door de NV LRM;6° alle andere middelen die nuttig zijn voor de reconversie van de provincie Limburg, toegewezen op basis van wettelijke of conventionele bepalingen. § 2. De verplichtingen van het fonds omvatten : 1° de financiering van initiatieven die de Vlaamse regering kadert in de uitvoering van specifieke programma's ter ondersteuning van de economische en sociale reconversie van Limburg;2° de financiering van de verplichtingen van de VZW Sociale Investeringsmaatschappij voor Limburg (in vereffening), na inventarisatie door de vereffenaar van de VZW Sociale Investeringsmaatschappij van de niet-gefinancierde verplichtingen en in zoverre die verplichtingen zijn goedgekeurd door de Vlaamse regering.».
Art. 4.Aan artikel 24, 4°, van hetzelfde decreet wordt de volgende zinsnede toegevoegd : « en het Actieplan voor Limburg. ».
Art. 5.Artikel 26 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 22 november 1995, wordt vervangen door wat volgt : «
Artikel 26.Er wordt een politieke beleidsgroep en een beleidsgroep sociale partners opgericht. Die hebben als opdracht : 1° het uitzetten van beleidslijnen afhankelijk van de prioritaire doelstellingen van het Actieplan voor Limburg;2° het toetsen van projecten aan de beleidslijnen;3° het voorleggen van eigen initiatieven aan de bevoegde instanties tot realisatie van de vooropgestelde doelstellingen in het kader van het Actieplan voor Limburg;4° het toezien op en evalueren van de voortgang van het Actieplan voor Limburg.»
Art. 6.Artikel 27 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 22 november 1995, wordt vervangen door wat volgt : «
Artikel 27.De Vlaamse regering wordt gemachtigd deel te nemen aan de VZW PWL die instaat voor de ondersteuning van de opdrachten van de Beleidsgroepen. De werkingsmiddelen van de VZW worden ten laste genomen van het fonds. »
Art. 7.Artikel 28 van hetzelfde decreet, opgeheven door het decreet van 22 november 1995, wordt opnieuw opgenomen in de volgende lezing : «
Artikel 28.De Vlaamse regering regelt de samenstelling en de verdere werking van de Beleidsgroepen overeenkomstig de bepalingen van het Actieplan voor Limburg. »
Art. 8.In titel II van hetzelfde decreet wordt hoofdstuk III met de artikelen 29 en 30 opgeheven.
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 16 maart 1999.
De minister-president van de Vlaamse regering, L. VAN DEN BRANDE De Vlaamse minister van Financiën, Begroting en Gezondheidsbeleid, Mevr. W. DEMEESTER-DE MEYER De Vlaamse minister van Economie, K.M.O., Landbouw en Media, E. VAN ROMPUY _______ Nota (1) Zitting 1997-1998. Stukken. - Voorstel van decreet : 874, nr. 1.
Zitting 1998-1999.
Stukken. - Amendement : 874, nr. 2. Verslag : 874, nr. 3.
Handelingen. - Bespreking en aanneming. Vergaderingen van 2 en 3 maart 1999.