Etaamb.openjustice.be
Decreet van 12 december 2002
gepubliceerd op 14 januari 2003

Decreet betreffende de kwaliteit van het voor menselijke consumptie bestemde water

bron
ministerie van het waalse gewest
numac
2003027001
pub.
14/01/2003
prom.
12/12/2002
ELI
eli/decreet/2002/12/12/2003027001/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

12 DECEMBER 2002. - Decreet betreffende de kwaliteit van het voor menselijke consumptie bestemde water (1)


De Waalse Gewestraad heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK I. - Doelstellingen en begripsomschrijving

Artikel 1.§ 1. Dit decreet beoogt de bescherming van de menselijke gezondheid tegen schadelijke gevolgen van de verontreiniging van het voor menselijke consumptie bestemde water door de zuiverheid en reinheid ervan te garanderen overeenkomstig richtlijn 98/83/EG van de Raad van 3 november 1998 betreffende de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water. § 2. De Regering zal ervoor zorgen dat de toepassing van de overeenkomstig dit decreet genomen maatregelen er in geen geval, direct of indirect, toe leidt dat de huidige kwaliteit van het voor menselijke consumptie bestemde water afneemt, voor zover dit een invloed kan hebben op de bescherming van de menselijke gezondheid, of dat de verontreiniging van het voor de drinkwaterproductie bestemde water toeneemt.

Art. 2.In de zin van dit decreet wordt verstaan onder : 1° « water voor menselijke consumptie » : het water dat onbehandeld of na behandeling bestemd is voor drinken, koken, voedselbereiding of andere huishoudelijke doeleinden, ongeacht de herkomst ervan en ongeacht of het via leidingen door een waterdistributienetwerk of via een private waterwinning geleverd wordt, uit een tankauto of -schip komt, alsook het water dat via een distributienet aan voedingsmiddelenbedrijven wordt geleverd vooraleer het in die bedrijven wordt verwerkt of behandeld;2° « leverancier » : a.de exploitant van een openbaar netwerk voor waterdistributie via leidingen; b. de exploitant van een private waterwinning die de bevoorrading van verbruikers via leidingen mogelijk maakt zonder gebruik te maken van een openbaar waterdistributienetwerk;c. de operateur die water vanaf een tankauto of -schip levert;3° « verbruiker » : elke persoon die het water gebruikt dat door een leverancier ter beschikking word gesteld;4° « privé-installatie voor waterdistributie » : de leidingen en toestellen die stroomafwaarts van het aansluitingspunt geïnstalleerd zijn;5° de kranen, leidingen en toestellen die stroomafwaarts van het aansluitingspunt geïnstalleerd zijn, maken deel uit van de privé-installatie voor waterdistributie;6° « aansluitingspunt » : de grens tussen het distributienetwerk en de privé-installatie voor waterdistributie die zich pal stroomafwaarts van de watermeter bevindt.Bij gebrek aan meter wordt die grens bij overeenkomst tussen de abonnee en de leverancier vastgelegd; 7° « Administratie » : het Directoraat-generaal Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu;8° « abonnee » : a.elke houder van een recht van eigendom, vruchtgebruik, blote eigendom, gebruik, bewoning, oppervlakte, erfpacht op een onroerend goed dat aangesloten is op de openbare waterdistributie; b. elke houder van een contract voor wateraankoop voor eigen verbruik zonder beroep te moeten doen op een openbaar waterdistributienetwerk;9° « distributiegebied » : geografisch gebied waarbinnen het voor menselijke consumptie bestemde water afkomstig is uit één of meer bronnen en waarbinnen de waterkwaliteit geacht wordt dezelfde te zijn. HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied

Art. 3.§ 1. Dit decreet is van toepassing op het voor menselijke consumptie bestemde water, met uitzondering van : 1° het natuurlijke mineraalwater;2° het geneeskrachtige water;3° het voor menselijke consumptie bestemde water afkomstig uit een individuele bron die gemiddeld minder dan 10 m3 per dag produceert of minder dan 50 personen bevoorraadt, tenzij het water in het kader van een commerciële, toeristische of openbare activiteit geleverd wordt. § 2. De leverancier van het in § 1, 3°, bedoelde water is verplicht de betrokken bevolking kennis te geven van mogelijke risico's en van elke maatregel die genomen kan worden om de menselijke gezondheid te beschermen tegen de nefaste gevolgen van verontreiniging van het voor menselijke consumptie bestemde water.

Als bovendien blijkt dat de kwaliteit van dat water potentieel gevaarlijk is voor de menselijke gezondheid, moet de leverancier de verbruikers op de gepaste manier adviseren. § 3. In geval van bevoorrading vanaf een alternatieve hulpbron of op een wijze die waterdistributie via leidingen aanvult, worden beide bevoorradingscircuits totaal gescheiden door de abonnee, zonder fysieke verbinding. HOOFDSTUK III. - Verplichtingen van de leverancier Afdeling I. - Algemene verplichtingen

Art. 4.De Regering bepaalt de in acht te nemen procedure als afbreuk wordt gedaan aan de kwaliteit van het voor menselijke consumptie bestemde water.

Ze wijst de bevoegde overheden aan die moeten tussenkomen en bepaalt de minimale maatregelen die de leveranciers moeten nemen om de risico's voor de verbruikers te voorkomen en om het water weer te zuiveren en te reinigen.

Art. 5.Onverminderd de afwijkingen bedoeld in artikel 12 is het verboden water voor menselijke consumptie te leveren als niet gegarandeerd kan worden dat het zuiver en rein is.

Overeenkomstig de bepalingen van dit decreet is het water voor menselijke consumptie zuiver en rein als het : 1° geen micro-organismen, parasieten of andere stoffen bevat in hoeveelheden of concentraties die gevaarlijk kunnen zijn voor de menselijke gezondheid, 2° voldoet aan de minimumvereisten die de Regering overeenkomstig artikel 6 bepaalt.

Art. 6.De Regering bepaalt de minimumvereisten inzake zuiverheid en reinheid van het voor menselijke consumptie bestemde water, met inbegrip van : 1° de microbiologische parameterwaarden;2° de chemische parameterwaarden;3° de indicatieve parameters die enkel voor controledoeleinden en voor de toepassing van artikel 11, § 5, eerste lid, vastgelegd worden.

Art. 7.De Regering bepaalt de lijst en de maximale dosissen van de stoffen en materialen die gebruikt mogen worden bij de bereiding of de distributie van het voor menselijke consumptie bestemde water. De leverancier neemt de nodige maatregelen opdat het concentratieniveau van de stoffen of materialen die bestemd zijn voor nieuwe installaties of voor de versterking of de reparatie van bestaande installaties en die gebruikt worden bij de bereiding of de distributie van water voor menselijke consumptie, alsmede het concentratieniveau van de vuildeeltjes voortgebracht door die voor nieuwe installaties bestemde stoffen of materialen, in het water voor menselijke consumptie niet hoger zou zijn dan het niveau vereist om het doel te bereiken waarvoor ze gebruikt worden en opdat ze geen afbreuk zouden doen aan de bescherming van de menselijke gezondheid waarin dit decreet voorziet, noch rechtstreeks noch onrechtstreeks.

Art. 8.§ 1. De overeenkomstig artikel 6 vastgelegde parameterwaarden worden in acht genomen op het punt waar : 1° binnen lokalen of in een gebouw het via een distributienetwerk geleverde water uit de kranen komt die normaliter voor menselijke consumptie gebruikt worden;2° het door een tankauto of -schip geleverde water uit de tankauto of het tankschip komt. § 2. Behalve op de in § 3 bedoelde plaatsen wordt de leverancier geacht te hebben voldaan aan zijn verplichtingen in de zin van de artikelen 5 en 11, § 2, wanneer kan worden vastgesteld dat de niet-inachtneming van de overeenkomstig artikel 6 vastgestelde parameterwaarden toe te schrijven is aan de privé-installatie voor waterdistributie of aan het onderhoud daarvan. § 3. In de lokalen en in gebouwen waar het publiek van water wordt voorzien, wordt de privé-installatie voor waterdistributie gecertificeerd door een erkende instelling overeenkomstig de door de Regering bepaalde regels.

Elk gebouw waarvan de eerste bewoning als huisvesting op een door de Regering te bepalen datum volgt, is onderworpen aan dezelfde regels.

De Regering bepaalt de lijst van de categorieën lokalen en inrichtingen die onder de bepalingen van deze paragraaf vallen, en bepaalt een procedure en termijnen voor de certificering van de private binneninstellingen. § 4. Als het gevaar bestaat dat het water niet voldoet aan de overeenkomstig artikel 6 vastgestelde parameterwaarden, moet de leverancier : 1° de geschikte maatregelen nemen om dat gevaar te beperken of uit te sluiten, o.a. door de eigenaars eventueel herstelmaatregelen aan te bevelen; 2° en/of geschikte behandelingstechnieken aanwenden om de aard of de eigenschappen van het water vóór de levering zodanig te wijzigen dat het gevaar na de levering wordt verkleind of uitgesloten; 3° en de betrokken verbruikers informeren en adviseren i.v.m. eventueel te nemen aanvullende herstelmaatregelen. Afdeling II. - Controle

Art. 9.§ 1. Om na te gaan of het voor menselijke consumptie bestemd water aan de vereisten van dit decreet en, meer bepaald, aan de overeenkomstig artikel 6 vastgelegde parameterwaarden voldoet, wordt een jaarlijks controleprogramma door de leverancier opgemaakt en uitgevoerd.

Hij maakt het jaarlijkse programma over aan de Administratie.

Hij neemt monsters die representatief zijn voor de kwaliteit van het gedurende het jaar verbruikte water.

Als het voor menselijke consumptie bestemde water bij de bereiding of distributie gedesinfecteerd wordt, controleert de leverancier of de desinfectiebehandeling doeltreffend is en vergewist hij zich ervan dat besmetting door subproducten van de desinfectie tot een minimum wordt herleid, zonder de desinfectie in het gedrang te brengen. § 2. De Regering bepaalt de modaliteiten betreffende de jaarlijkse controleprogramma's bedoeld in § 1, alsmede de plaatsen van monsterneming en de informatieverstrekking. Zij bepaalt met name de te analyseren parameters en de minimale frequenties van de monsternemingen en analyses. § 3. De analyses worden toevertrouwd aan een laboratorium erkend krachtens de federale wetgeving betreffende de erkenning van certificerings- en controle-instellingen alsmede proeflaboratoria, dat op zijn minst beschikt over een systeem van analytische kwaliteitscontrole.

De monsternemingen worden uitgevoerd door daartoe erkende instellingen. De Regering bepaalt de modaliteiten voor de analyse van de parameters en voor de monsterneming. § 4. De leverancier laat, overeenkomstig de procedure bedoeld in artikel 4 van dit decreet, een aanvullende controle uitvoeren door een erkend laboratorium indien er redenen zijn om aan te nemen dat het water stoffen of micro-organismen bevat waarvoor geen parameterwaarden overeenkomstig artikel 6 zijn vastgelegd en waarvan de hoeveelheid of het aantal gevaar voor de menselijke gezondheid kan inhouden.

Art. 10.Met inachtneming van de principes betreffende de bescherming van het privé-leven en na de bewoners 48 uur op voorhand schriftelijk te hebben verwittigd, krijgen de aangestelden van de leverancier, op vertoon van een dienstkaart en van hun identiteitskaart, alsmede de controle-instellingen tussen 8 en 20 uur in het bijzijn van de bewoners of hun vertegenwoordiger vlot en veilig toegang tot de aansluiting en de privé-installatie voor waterdistributie om alle handelingen i.v.m. de controle van de waterkwaliteit uit te voeren. Afdeling III. - Herstelmaatregelen en gebruiksbeperkingen

Art. 11.§ 1. Onder voorbehoud van artikel 8, § 2, geeft de leverancier de Administratie onmiddellijk kennis van de niet-inachneming van de overeenkomstig artikel 6 vastgelegde parameterwaarden en voert een onderzoek naar de oorzaak daarvan. De Administratie gaat na of de niet-inachtneming gevaar voor de menselijke gezondheid inhoudt. Als dat het geval is, maakt ze haar conclusies, zodra die gekend zijn, over aan de leverancier en aan de burgemeester(s) van de betrokken gemeente(n). § 2. De leverancier neemt zo spoedig mogelijk de nodige herstelmaatregelen om de waterkwaliteit weer op peil te brengen. Hij geeft voorrang aan de toepassing ervan, gelet met name op de mate waarin de relevante parameterwaarde is overschreden en op het mogelijke gevaar voor de menselijke gezondheid.

Als de Administratie overeenkomstig § 1 een risico voor de menselijke gezondheid heeft vastgesteld, wordt ze in kennis gesteld van elke maatregel die de leverancier treft, en van de evolutie van de toestand. Als de Administratie van mening is dat de niet-naleving van de parameterwaarden gevaar inhoudt voor de menselijke gezondheid, informeert de leverancier de verbruikers onmiddellijk over de toestand en geeft hij hen in voorkomend geval kennis van de genomen of te nemen herstelmaatregelen. § 3. Als het voor menselijke consumptie bestemde water potentieel gevaar voor de menselijke gezondheid inhoudt, onderbreekt de leverancier de distributie ervan, beperkt hij het gebruik ervan of treft hij de nodige maatregelen om de menselijke gezondheid te beschermen, ongeacht het feit of de overeenkomstig artikel 6 vastgelegde parameterwaarden in acht genomen werden.

In dat geval informeert hij onmiddellijk verbruikers en abonnees en geeft hij hen de nodige aanbevelingen.

De leverancier beslist welke maatregelen genomen moeten, rekening houdende met de risico's die een onderbreking van de distributie of een gebruiksbeperking van het voor menselijke consumptie bestemde water inhouden voor de menselijke gezondheid. Zijn beslissing wordt onmiddellijk voor informatie en eventueel advies aan de Administratie overgemaakt. § 4. In geval van dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door het potentiële gevaar voor de menselijke gezondheid en het onvermogen van de leverancier, kan de Regering of haar afgevaardigde al de in § 3 bedoelde maatregelen nemen. § 5. De Regering kan regels van goede praktijk uitvaardigen zodat de leverancier kan voldoen aan zijn verplichtingen overeenkomstig paragraaf 3.

Art. 12.Wanneer op de in artikel 8, § 3, bedoelde plaatsen kan worden vastgesteld dat de niet-inachtneming van de overeenkomstig artikel 6 vastgelegde parameterwaarden toe te schrijven is aan de privé-installatie voor waterdistributie of aan het onderhoud daarvan, stelt de leverancier de erkende instelling die voor de certificering instaat, zoals bepaald in artikel 8, § 3, onmiddellijk in kennis van de overeenkomstig artikel 11 genomen herstelmaatregelen. Afdeling IV. - Afwijkingen

Art. 13.§ 1. De Regering kan in overleg met de Administratie voorzien in afwijkingen van de parameterwaarden voor zover ze geen potentieel gevaar opleveren voor de menselijke gezondheid en wanneer er geen ander redelijk middel bestaat om de levering van voor menselijke consumptie bestemd water in het desbetreffende gebied te handhaven.

Als de Regering het advies van de Administratie afwijst, motiveert ze haar beslissing.

De afwijkingen zijn beperkt in de tijd en mogen niet langer duren dan drie jaar. Na afloop van die termijn maakt de Regering een balans op om na te gaan of voldoende vooruitgang werd geboekt. De Regering kan een tweede afwijking voor een periode van drie jaar toekennen. In uitzonderlijke gevallen kan de Regering, na advies van de Europese Commissie, een derde afwijking van maximum drie jaar toekennen.

Elke afwijking die de Regering toestaat, gaat vergezeld van de volgende gegevens : - de redenen ervoor; - de bedoelde parameter; - een passend controleschema dat voorziet in een verhoogde controlefrequentie en in de nodige herstelmaatregelen; - de duur ervan.

De afwijkingen mogen niet betrekking hebben op giftige en microbiologische factoren. § 2. De leverancier die in aanmerking komt voor één of meer afwijkingen waarin dit artikel voorziet, stelt de belanghebbende verbruikers zo spoedig mogelijk en op de gepaste wijze in kennis van de afwijking en van voorwaarden die ermee gepaard gaan. Hij geeft ook aanbevelingen aan specifieke verbruikersgroepen voor wie de afwijking een bijzonder risico kan inhouden.

De leverancier informeert de Administratie over alle maatregelen die overeenkomstig het vorige lid genomen worden. Afdeling V. -- Informatie

Art. 14.§ 1. De leverancier informeert zijn abonnees minstens één keer per jaar over de kwaliteit van het water geleverd in de loop van het afgelopen kalenderjaar. De informatie gaat vergezeld van het advies van de Administratie over de eventuele weerslag van het geleverde water op de gezondheid van de verbruikers.

De leverancier verstrekt aan elke verbruiker die erom verzoekt gepaste en recente gegevens over de kwaliteit van het water in het distributiegebied dat hij bevoorraadt. § 2. De leverancier verstrekt de Administratie alle gegevens over de waterkwaliteit en -levering die ze nodig heeft om dit decreet uit te voeren en om haar Europese en internationale verplichtingen na te komen. § 3. De Regering bezorgt de Waalse Gewestraad een jaarverslag over de kwaliteit van het voor menselijke consumptie bestemde water. Dat verslag betreft o.a. de kwaliteit van het Waalse consumptiewater, de niet-inachtneming van de parameterwaarden door de verschillende leveranciers, de toegestane afwijkingen en de voornaamste herstelmaatregelen uitgevoerd om de kwaliteit van het voor menselijke consumptie bestemde water te herstellen.

Hoofdstuk IV. - Vaststelling, opsporing en vervolging van de overtredingen

Art. 15.§ 1. Onverminderd de plichten van de officieren van de gerechtelijke politie zijn de door de Regering aangewezen ambtenaren en personeelsleden bevoegd om toe te zien op de uitvoering van het decreet en de uitvoeringsbesluiten ervan. Daartoe kunnen ze in het kader van hun opdracht : 1° alle plaatsen - zelfs gesloten en overdekte - betreden wanneer ernstige redenen laten vermoeden dat een overtreding van het decreet of de uitvoeringsbesluiten ervan wordt begaan;2° de gemeentepolitie en de rijkswacht om bijstand vragen;3° op grond van ernstige aanwijzingen van overtreding de nodige onderzoeken, controles en enquêtes instellen, alsook alle gegevens inwinnen die zij nodig achten om zich ervan te vergewissen dat de bepalingen van het decreet daadwerkelijk nageleefd worden, en met name : a.elke persoon ondervragen over elk feit waarvan de kennisneming nuttig is voor de uitoefening van het toezicht; b. zich ter plaatse alle documenten, stukken of titels laten overleggen of opzoeken die nuttig zijn in het kader van hun opdracht, er een fotokopie of een ander afschrift van nemen of ze tegen ontvangbewijs meenemen;4° monsters nemen volgens de door de Regering bepaalde voorschriften;5° analyses laten uitvoeren volgens de overeenkomstig artikel 16 vastgestelde voorschriften.Als uit het analyseprotocol blijkt dat een overtreding is begaan, wordt proces-verbaal opgemaakt, overeenkomstig § 2, 2°, van dit artikel.

Bovendien wordt in het proces-verbaal vermeld dat de overtreder een tegenanalyse op eigen kosten kan laten verrichten; 6° de voor het vervoer gebruikte voertuigen tegenhouden, de lading ervan controleren;7° de nodige bewarende maatregelen nemen met het oog op de bewijslevering en, met name, binnen een termijn van maximum tweeënzeventig uren : a) verbieden voorwerpen te verplaatsen of de inrichtingen of installaties verzegelen waar vermoedelijk een overtreding is begaan;b) de vervoermiddelen en andere toestellen waarmee een overtreding zou kunnen zijn begaan, tegenhouden, tot stilstand brengen of verzegelen. Ze verwittigen binnen 24 uur de procureur des Konings.

De ambtenaren en personeelsleden leggen de eed af voor de rechtbank van eerste aanleg van hun verblijfplaats. De hoofdgriffier maakt een afschrift van de aanstellingsakte en van de akte van eedaflegging over aan zijn collega's van de rechtbanken van eerste aanleg gelegen in het ambtsgebied waar de ambtenaar of het personeelslid zijn ambt moet uitoefenen.

In het geval van een gewone verandering van verblijfplaats moeten ze geen nieuwe eed afleggen. § 2. In geval van overtreding van dit decreet en van de uitvoeringsbesluiten ervan kunnen de in § 1 bedoelde ambtenaren en personeelsleden : 1° de overtreder een termijn opleggen om orde op zaken te stellen.Die termijn mag slechts één keer verlengd worden. De ambtenaar of het personeelslid deelt de getroffen maatregelen mee aan de procureur des Konings en aan de burgemeester van de gemeente waar de inrichting gevestigd is. Na afloop van de termijn of van de verlengde termijn, al naar gelang het geval, maakt de ambtenaar of het personeelslid een verslag op dat hij binnen vijftien dagen aan de overtreder en aan de procureur des Konings overmaakt; 2° een proces-verbaal opmaken dat bewijskracht heeft, tenzij het tegendeel is bewezen;dat proces-verbaal wordt binnen vijftien dagen na de vaststelling van de overtreding of na afloop van de in 1° bedoelde termijn bij ter post aangetekend schrijven aan de procureur des Konings en aan de overtreder overgemaakt, op straffe van nietigheid. § 3. In de verslagen en processen-verbaal kan de ambtenaar of het personeelslid, als hij/het zulks gepast acht, de procureur des Konings voorstellen de artikelen 216bis en 216ter van het Wetboek van strafvordering toe te passen. In voorkomend geval geeft hij/het de analyse- of expertisekosten op.

Art. 16.De Regering laat officiële analyses uitvoeren door één of meer laboratoria erkend krachtens de federale wetgeving betreffende de erkenning van certificerings- en controle-instellingen alsmede proeflaboratoria. Ze kan modellen van analyseprotocollen vastleggen, alsmede methodes inzake analyses en tegenanalyses. Ze kan ook regels opleggen op grond waarvan de analyses onder de laboratoria worden verdeeld en modaliteiten bepalen voor de financiering van de analyses en monsternemingen. HOOFDSTUK V. - Administratieve sancties

Art. 17.§ 1. Een boete van maximum 12.400 euro kan opgelegd worden aan de leverancier die niet naar behoren voldoet aan de verplichtingen bedoeld in de artikelen 3, § 2, eerste lid, 8, §§ 3 en 4, en aan de artikelen 9 tot 14 of aan de maatregelen genomen krachtens die artikelen.

De personen die overeenkomstig dit artikel strafbaar zijn met administratieve boetes, worden met het woord "overtreder" aangeduid.

De administratieve boete is slechts op de overtreder toepasselijk, zelfs als de overtreding door een aangestelde of een gemachtigde wordt begaan.

De administratieve boete wordt door de leidend ambtenaar van de Administratie opgelegd. § 2. De vastgestelde overtredingen van de bepalingen bedoeld in § 1, eerste lid, worden bij wege van administratieve boetes vervolgd, tenzij het openbaar ministerie, rekening houdende met de ernst van de overtreding, oordeelt dat er grond is tot strafvervolgingen.

De strafvervolgingen sluiten het opleggen van een administratieve boete uit, zelfs als een betaling er een einde aan maakt. § 3. Eén exemplaar van het proces-verbaal tot vaststelling van de overtreding wordt aan de leidend ambtenaar van de Administratie overgemaakt.

Het openbaar ministerie beschikt over vier maanden vanaf de datum van ontvangst van het proces-verbaal om de leidend ambtenaar van de Administratie kennis te geven van zijn beslissing over het al dan niet opleggen van strafvervolgingen. § 4. Als het openbaar ministerie van vervolgingen afziet of zijn beslissing binnen de voorgeschreven termijn verzuimt mee te delen, beslist de leidend ambtenaar van de Administratie, nadat hij de overtreder in staat heeft gesteld zijn verweermiddelen te doen gelden, of er grond bestaat om een administratieve boete uit hoofde van de overtreding op te leggen.

De beslissing van de leidend ambtenaar van de Administratie vermeldt het bedrag van de administratieve boete en is met redenen omkleed. Ze wordt bij ter post aangetekend schrijven aan de overtreder meegedeeld, samen met een aanmaning tot betaling van de boete binnen de door de Regering voorgeschreven termijn.

De kennisgeving van de beslissing waarbij het bedrag van de administratieve boete wordt bepaald, doet de strafvordering vervallen.

De betaling van de boete maakt een einde aan de actie van de Administratie. § 5. De overtreder die de beslissing van de leidend ambtenaar van de Administratie betwist, stelt binnen twee maanden na de kennisgeving van de beslissing bij wijze van verzoek een beroep in vóór de burgerlijke rechtbank, op straffe van verval. Dat beroep schorst de uitvoering van de beslissing.

De bepaling van het vorige lid wordt vermeld in de beslissing waarbij de administratieve boete wordt opgelegd. § 6. Als de overtreder verzuimt de boete te betalen, wordt de beslissing van de leidend ambtenaar van de Administratie of de in kracht van gewijsde gegane beslissing van de burgerlijke rechtbank overgemaakt aan de Afdeling Thesaurie van het Ministerie van het Waalse Gewest met het oog op de invordering van het bedrag van de administratieve boete. § 7. Als binnen drie jaar, te rekenen van de datum van het proces-verbaal, een nieuwe overtreding wordt vastgesteld, wordt het in § 1, eerste lid, van dit artikel bedoelde bedrag verdubbeld.

De administratieve beslissing waarbij de administratieve boete wordt opgelegd, mag niet meer worden genomen vijf jaar na het feit dat aan de basis ligt van een in dit artikel bedoelde overtreding. Het in § 4, eerste lid, bedoelde verzoek dat binnen de in het vorige lid bepaalde termijn aan de overtreder gestuurd wordt zodat hij zijn verweermiddelen kan doen gelden, onderbreekt evenwel de loop van de verjaring. Met deze daad begint een nieuwe termijn van gelijke duur te lopen, zelfs ten opzichte van personen die er niet bij betrokken zijn. § 8. De Regering bepaalt de wijze van invordering van de boete. HOOFDSTUK VI. - Straffen

Art. 18.§ 1. Een gevangenisstraf van acht dagen tot drie jaar en een geldboete van 25.000 euro of één van die straffen worden opgelegd aan : 1° de leverancier die de gepaste aanbevelingen bedoeld in artikel 3, § 2, tweede lid, niet geeft;2° de leverancier die de minimale maatregelen vastgelegd overeenkomstig de in artikel 4 bedoelde procedure niet neemt;3° de leverancier die de bepalingen van artikel 5 overtreedt;4° de leverancier die de nodige maatregelen waarin artikel 7, tweede lid, voorziet, niet neemt;5° de leverancier die het jaarlijkse controleprogramma bedoeld in artikel 9, § 1, niet opmaakt of uitvoert;6° de leverancier die de doeltreffenheid van de toegepaste behandeling waarin artikel 9, § 1, derde lid, voorziet, niet controleert;7° de leverancier die de Administratie niet inlicht en die het onderzoek niet uitvoert overeenkomstig artikel 11, § 1, die de in artikel 11, § 2, bedoelde herstelmaatregelen niet neemt en die de in artikel 11, § 3, eerste lid, bedoelde maatregelen niet neemt;8° de leverancier die de verbruikers niet inlicht overeenkomstig artikel 13, § 2. § 2. Een boete van 0,65 euro tot 248 euro wordt opgelegd aan : 1° de leverancier die geen informatie verstrekt aan de bevolking die onder de bepalingen van artikel 3, § 2, eerste lid, valt;2° de abonnee die de bepalingen van artikel 3, § 3, niet naleeft;3° de eigenaar van een privé-installatie voor waterdistributie die niet overeenkomstig artikel 8, § 3 gecertificeerd zou zijn;4° de leverancier die de verplichtingen bedoeld in artikel 8, § 4, niet nakomt;5° de particulier die de toegang tot zijn privé-installatie niet overeenkomstig artikel 10 verleent;6° de leverancier die de verbruikers niet inlicht over de toestand en, in voorkomend geval, over de herstelmaatregelen genomen krachtens artikel 11, § 2, derde lid;7° de leverancier die de verbruikers niet inlicht of die de nodige aanbevelingen niet geeft overeenkomstig artikel 11, § 3, tweede lid;8° de leverancier die geen beslissing neemt of die de overeenkomstig artikel 11, § 3, derde lid, te nemen maatregelen niet meedeelt;9° de leverancier die de in artikel 12 bedoelde erkende instelling niet inlicht;10° de leverancier die de in artikel 14, § 2, bedoelde informatie niet meedeelt. De overtreder van de uitvoeringsbesluiten genomen overeenkomstig de vermelde artikelen wordt gestraft met de straffen bedoeld in § 1 of 2.

Art. 19.De in dit decreet bedoelde straffen kunnen het dubbel van het maximum bedragen als een nieuwe overtreding, bedoeld in artikel 18, wordt begaan binnen een termijn van vijf jaar, te rekenen van een in kracht van gewijsde uitgesproken vroegere veroordeling wegens overtreding van één van die artikelen.

Bovendien mag de minimale straf in dat geval niet kleiner zijn dan het tienvoud van het minimumbedrag. HOOFDSTUK VII. - Opheffings-, overgangs- en slotbepalingen

Art. 20.De wet van 14 augustus 1933 betreffende de bescherming van drinkwaters wordt voor het Waalse Gewest opgeheven wat betreft het voor menselijke consumptie bestemde water.

Art. 21.Vanaf de inwerkingtreding van dit decreet beschikken de niet-erkende laboratoria die analyses uitvoeren voor rekening van een leverancier en de niet-erkende instellingen die monsters nemen sinds 1 januari 2001, over een termijn van drie jaar om orde op zaken te stellen.

Art. 22.Dit decreet treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Namen, 12 december 2002.

De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Economie, K.M.O.'s, Onderzoek en Nieuwe Technologieën, S. KUBLA De Minister van Vervoer, Mobiliteit en Energie, J. DARAS De Minister van Begroting, Huisvesting, Uitrusting en Openbare Werken M. DAERDEN De Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Leefmilieu, M. FORET De Minister van Landbouw en Landelijke Aangelegenheden, J. HAPPART De Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken, Ch. MICHEL De Minister van Sociale Aangelegenheden en Gezondheid, Th. DETIENNE De Minister van Tewerkstelling en Vorming, Mevr. M. ARENA _______ Nota (1) Zitting 2002-2003. Stukken van de Raad 390 (2001-2002), Nrs. 1 tot 21 Volledig verslag, openbare vergadering van 4 december 2002 Bespreking - Stemming.

^