11 MAART 2004. - Decreet tot instelling van de controle van de verkiezingsuitgaven aangegaan voor de verkiezingen van de Waalse Gewestraad (1)

De Waalse Gewestraad heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Het opschrift van het decreet van 25 april 2002 tot instelling van de controle op de communicaties van de leden van de Waalse Regering wordt gewijzigd als volgt : "Decreet betreffende de controle van de verkiezingsuitgaven aangegaan voor de verkiezingen van de Waalse Gewestraad, evenals de controle van de communicaties van de leden van de Waalse Regering."

Art. 2.In hetzelfde decreet wordt vóór artikel 1 volgende tekst ingevoegd : "Hoofdstuk I. - Algemeen".

Dat hoofdstuk bestaat uit de artikelen 1 en 2 van hetzelfde decreet.

Art. 3.In artikel 1 van hetzelfde decreet wordt er een 3o en een 4o toegevoegd luidend als volgt : "3o de wet van 19 mei 1994 : de wet betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezing van de Vlaamse Raad, de Waalse Gewestraad, de Brusselse Hoofdstedelijke Raad en de Raad van de Duitstalige Gemeenschap; 4o de voorzitter van het hoofdbureau van de kiesomschrijving : de voorzitter van het hoofdbureau voor elke kiesomschrijving, zoals bedoeld bij artikel 26quater van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen."

Art. 4.In artikel 2 van hetzelfde decreet wordt het eerste lid vervangen door volgende tekst : "Er wordt een commissie voor de controle van de verkiezingsuitgaven en de communicaties van de leden van de Waalse Regering, hierna controlecommissie genaamd, opgericht."

Art. 5.In hetzelfde decreet wordt na artikel 2 volgende tekst ingevoegd : "Hoofdstuk II. - Controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezingen van de Waalse Gewestraad

Art. 3.Bij het aanvragen van een lijstnummer dienen de politieke partijen een schriftelijke verklaring in waarbij ze zich ertoe verbinden : 1o de wetsbepalingen met betrekking tot de beperking van en de controle van de verkiezingsuitgaven na te leven; 2o binnen de vijfenveertig dagen volgend op de datum van de verkiezingen, hun verkiezingsuitgaven en de herkomst van de daartoe aangewende geldmiddelen bij de voorzitter van het hoofdkantoor van de kiesomschrijving aan te geven; 3o tijdens twee jaar te rekenen van de datum van de verkiezingen, de verantwoordende documenten met betrekking tot de verkiezingsuitgaven en de herkomst van de geldmiddelen te bewaren.

Voorzover de giften vermeld zijn in de verklaring over de oorsprong van de fondsen, verbinden ze zich er daarnaast toe de identiteit van de natuurlijke personen die giften hebben gedaan van 125 euro en meer mede te delen aan de controlecommissie binnen de vijfenveertig dagen volgend op de datum van de verkiezingen.

De schriftelijke verklaring, de aangifte van de verkiezingsuitgaven en de verklaring over de oorsprong van de fondsen worden opgesteld op daartoe voorziene formulieren en worden door de aanvragers ondertekend.

Die formulieren worden verstrekt door de Waalse Regering en in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt.

De formulieren voor de aangifte van de verkiezingsuitgaven en de verklaring over de aangifte van de geldmiddelen, evenals het formulier voor de mededeling van giften, bedoeld in het tweede lid, worden ter beschikking van de partijen gesteld uiterlijk op het tijdstip waarop ze een lijstnummer aanvragen.

Art. 4.In hun akte van bewilliging van de kandidaatstelling verbinden zich de kandidaat-titularissen en hun plaatsvervangers zich ertoe : 1o de wetsbepalingen betreffende de beperking en de controle over de verkiezingsuitgaven na te leven; 2o hun verkiezingsuitgaven en de herkomst van de daartoe aangewende geldmiddelen binnen de vijfenveertig dagen volgend op de datum van de verkiezingen aan te geven bij de voorzitter van het hoofdbureau van de kiesomschrijving; 3o de verantwoordende documenten betreffende verkiezingsuitgaven en de herkomst van de geldmiddelen gedurende twee jaar te rekenen van de datum van de verkiezingen te bewaren.

Voorzover de giften vermeld zijn in hun verklaring over de herkomst van de geldmiddelen, verbinden ze er zich daarnaast toe om de identiteit van de natuurlijke personen die giften van 125 euro en meer hebben gedaan, aan de controlecommissie mede te delen binnen de vijfenveertig dagen volgend op de verkiezingen.

De akte van bewilliging, de aangifte van de uitgaven en de verklaring over de herkomst van de geldmiddelen worden vastgesteld op daartoe voorziene formulieren en worden door de aanvragers ondertekend.

Die formulieren worden door de Waalse Regering verstrekt en in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt.

De formulieren voor de aangiften van de verkiezingsuitgaven en de verklaring over de herkomst van de geldmiddelen, evenals het formulier voor de mededeling van de giften, bedoeld in het tweede lid, worden ter beschikking gesteld van de kandidaten bij het overhandigen van de akte van bewilliging.

Art. 5.§ 1. Binnen de vijfenzeventig dagen te rekenen van de datum van de verkiezingen stellen de voorzitters van de hoofdbureaus van de kiesomschrijvingen ten behoeve van de controlecommissie, elk voor wat hem betreft, een verslag in vier exemplaren op over de uitgaven voor de verkiezingspropaganda aangegaan door de kandidaten en de politieke partijen, evenals over de herkomst van de daartoe aangewende geldmiddelen.

Voor het opstellen van hun verslag kunnen de voorzitters alle inlichtingen en alle noodzakelijke aanvullende inlichtingen opvragen.

In het verslag wordt melding gemaakt van : 1o de partijen en de kandidaten die aan de verkiezingen deelgenomen hebben; 2o de verkiezingsuitgaven die door hen zijn aangegaan; 3o de overtredingen die zij begaan hebben van de verplichting tot aangifte en verklaring bedoeld in de artikelen 3 en 4; 4o de overtredingen van de artikelen 2 en 5, § 1, van de wet van 19 mei 1994, die blijken uit de aangiften en verklaringen van die partijen en kandidaten.

De aangiften en verklaringen worden bij het verslag gevoegd.

Het verslag wordt opgesteld aan de hand van daartoe voorziene formulieren die verstrekt worden door de Waalse Regering en in het Belgisch Staatsblad worden bekendgemaakt. § 2. Twee exemplaren van het verslag worden bewaard door de voorzitter van het hoofdbureau van de kiesomschrijving; de twee andere zijn bestemd voor de voorzitter van de controlecommissie.

Te rekenen van de vijfenzeventigste dag volgend op de verkiezingen wordt er een exemplaar van het dossier voor vijftien dagen neergelegd bij de griffie van de rechtbank van eerste aanleg waar zij ter inzage liggen voor de kandidaten en alle kiesgerechtigden na voorlegging van hun oproepingsbrief, waarbij zij gedurende diezelfde termijn schriftelijk hun opmerkingen terzake kunnen uitbrengen.

De twee laatste exemplaren van het verslag, evenals de opmerkingen die door de kandidaten en de kiesgerechtigden uitgebracht worden, worden vervolgens door de voorzitter van het hoofdbureau van de kiesomschrijving aan de voorzitter van de controlecommissie overgemaakt.

Art. 6.§ 1. De controlecommissie beslist uiterlijk negentig dagen na de ontvangst van alle verslagen bedoeld in artikel 5, met inachtneming van de rechten van de verdediging, over de juistheid en de volledigheid van elk verslag.

Daartoe kan zij alle aanvullende inlichtingen opvragen die noodzakelijk zouden zijn voor de vervulling van haar taak. § 2. In het eindverslag van de commissie wordt melding gemaakt van : 1o per politieke partij, het totaalbedrag van de verkiezingsuitgaven die voor die partij zijn aangegaan per kiesomschrijving, het totaalbedrag van de verkiezingsuitgaven die voor elke lijst zijn aangegaan, het totaal van de uitgaven voor alle kandidaten van die lijst en voor elke verkozene afzonderlijk; 2o elke overtreding van de bepalingen van de artikelen 2 en 5 van de wet van 19 mei 1994. § 3. De voorzitter van de Waalse Gewestraad maakt onverwijld het eindverslag van de controlecommissie aan de diensten van het Belgisch Staatsblad over, waarna het binnen de dertig dagen na ontvangst ervan wordt bekendgemaakt.

Art. 7.Tijdens de daaropvolgende periode die door de controlecommissie wordt bepaald en waarvan de duur niet minder mag bedragen dan twee maanden noch meer dan acht maanden, verliest een politieke partij het recht op aanvullende financiering ingesteld door de Waalse Gewestraad indien die feiten de politieke partij toegerekend kunnen worden : 1o indien de aangifte bedoeld in artikel 3, eerste lid, 2o, niet is ingediend; 2o bij overschrijding van het maximumbedrag bedoeld in artikel 2, § 1, van de wet van 19 mei 1994; 3o bij overtreding van de verbodsbepalingen bedoeld in artikel 5, § 1, 1o en 1obis van de wet van 19 mei 1994.

Art. 8.§ 1. Bestraft wordt met een gevangenisstraf van acht dagen tot één maand en met een geldboete van 50 tot 500 euro of met één enkele van die straffen, degene die nagelaten heeft om zijn verkiezingsuitgaven en/of de herkomst van de geldmiddelen aan te geven binnen de termijn bepaald bij artikel 4. § 2. Elke overtreding omschreven in paragraaf 1 kan worden vervolgd, hetzij op initiatief van de procureur des Konings, hetzij op grond van een klacht ingediend door de controlecommissie of door een persoon die van enig belang doet blijken. § 3. De termijn voor de uitoefening van het initiatiefrecht van de procureur des Konings en voor de indiening van klachten met betrekking tot de in paragraaf 1 omschreven overtredingen, verstrijkt de tweehonderdste dag na de verkiezingen.

Van de niet door de controlecommissie ingediende klachten zendt de procureur des Konings, binnen acht dagen na ontvangst ervan, een afschrift aan de controlecommissie. Binnen dezelfde termijn geeft de procureur des Konings de controlecommissie kennis van zijn beslissing vervolging in te stellen met betrekking tot de in paragraaf 1 bedoelde feiten.

Binnen dertig dagen na ontvangst van het afschrift van de ingediende klachten of de beslissing tot vervolging brengt de controlecommissie aan de procureur des Konings een met redenen omkleed advies uit over de klachten en vervolgingen waarvan ze, overeenkomstig het vorige lid, door de procureur des Konings in kennis is gesteld.

De adviestermijn schorst de vervolgingen. § 4. Een ieder die een klacht heeft ingediend of een vordering heeft ingesteld die ongegrond blijken en waarvan vaststaat dat ze zijn ingediend of ingesteld met het oogmerk om te schaden, wordt gestraft met een geldboete van 50 tot 500 euro.

Hoofdstuk III. - Controle op de communicaties van de leden van de Waalse Regering".

Art. 6.In hetzelfde decreet wordt artikel 3, artikel 9 en het wordt ingevoegd in hoofdstuk III ingesteld bij dit decreet.

Art. 7.In hetzelfde decreet, na artikel 9, de woorden invoegen : "Hoofdstuk IV. - Slotbepalingen".

Artikel 4 van hetzelfde decreet wordt artikel 10 en wordt ingevoegd in hoofdstuk IV.

Art. 8.Voor het Waalse Gewest gelden de artikelen 94ter en 116, § 6, van het Kieswetboek en de artikelen 6 en 8 van de wet van 19 mei 1994 niet meer.

Voor het Waalse Gewest wordt in artikel 107, achtste lid, van het Kieswetboek de verwijzing naar artikel 94ter, § 1, eerste lid, en § 2, tweede lid, vervangen door de verwijzing naar artikel 5, § 1, eerste lid, en § 2, tweede lid, van het decreet van 25 april 2002 betreffende de controle over de verkiezingsuitgaven aangegaan voor de verkiezingen van de Waalse Gewestraad, evenals de controle op de communicaties van de leden van de Waalse Regering.

Voor het Waalse Gewest wordt in artikel 119ter van het Kieswetboek de verwijzing naar artikel 116, § 6, vervangen door de verwijzing naar artikel 4 van het decreet van 25 april 2002 betreffende de controle over de verkiezingsuitgaven aangegaan voor de verkiezingen van de Waalse Gewestraad, evenals de controle op de communicaties van de leden van de Waalse Regering.

Art. 9.Dit decreet treedt in werking de dag van diens bekendmaking in het Belgisch Staatsblad .

Kondigen dit decreet af en bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Namen, 11 maart 2004.

De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Economie, K.M.O.'s, Onderzoek en Nieuwe Technologieën, S. KUBLA De Minister van Vervoer, Mobiliteit en Energie, J. DARAS De Minister van Begroting, Huisvesting, Uitrusting en Openbare Werken, M. DAERDEN De Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Leefmilieu, M. FORET De Minister van Landbouw en Landelijke Aangelegenheden, J. HAPPART De Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken, Ch. MICHEL De Minister van Sociale Aangelegenheden en Gezondheid, Th. DETIENNE De Minister van Tewerkstelling en Vorming, Ph. COURARD _______ Nota (1) Zitting 2003-2004. Stukken van de Raad 632 (2003-2004) nrs. 1 tot en met 4.

Volledig verslag, openbare vergadering van 3 maart 2004.

Bespreking - Stemming.