8 JULI 2021. - Decreet betreffende het vrije vloot fietsdelen en tot wijziging van de artikelen 4 en 12 van het decreet van 1 april 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 01/04/2004 pub. 13/05/2004 numac 2004027085 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de plaatselijke mobiliteit en toegankelijkheid sluiten betreffende de plaatselijke mobiliteit en toegankelijkheid (1)

Het Waals Parlement heeft aangenomen en Wij, Waalse Regering, bekrachtigen hetgeen volgt: HOOFDSTUK I. - Begripsomschrijving

Artikel 1.Voor de toepassing van dit decreet dient te worden verstaan onder : 1° bevoegd personeelslid: onverminderd de bevoegdheden van de ambtenaar van de federale en lokale politie voor de toepassing van de bepalingen van dit decreet : a) het gemeentepersoneelslid, daartoe aangewezen door de gemeenteraad;b) het intergemeentelijk personeelslid of personeelslid van projectverenigingen, waarvan de activiteiten of belangen verband houden met het gebruik en het beheer van het wegennet, dat daartoe door de gemeenteraad is aangewezen;c) de arrondissementscommissaris;d) de daartoe door de gemeenteraad op voordracht van de provincieraad aangewezen provincieambtenaar;e) de wegcommissaris;f) het door de Regering aangewezen personeelslid;2° sanctionerend personeelslid: het personeelslid aangewezen door de gemeenteraad om op administratieve wijze de krachtens dit decreet vastgestelde overtredingen te vervolgen en te bestraffen 3° de Wegcode: het koninklijk besluit van 1 december 1975Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 01/12/1975 pub. 14/07/2014 numac 2014000537 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg;4° inzameling: de terbeschikkingstelling en de verwijdering uit het openbaar domein van fietsdeelvoertuigen;5° Fietsdelen : dienst waarbij fietsdeelvoertuigen ter beschikking worden gesteld van meerdere gebruikers voor occasionele verplaatsingen, waarbij het fietsdeelvoertuig na elk gebruik wordt gestald voor een andere gebruiker;6° Vrije vloot fietsdelen : vorm van fietsdelen waarbij fietsdeelvoertuigen onder meer op de openbare weg ter beschikking worden gesteld van de gebruikers, en het starten en beëindigen van de verhuurperiode van het fietsdeelvoertuig niet enkel zijn toegelaten in voorbehouden stallingen;7° groene elektriciteit : elektriciteit zoals bepaald in artikel 2, 11°, van het decreet van 12 april 2001Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/04/2001 pub. 01/05/2001 numac 2001027238 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de organisatie van de gewestelijke elektriciteitsmarkt sluiten betreffende de organisatie van de gewestelijke elektriciteitsmarkt;8° vergunning voor vrije vloot fietsdelen : vergunning in de zin van artikel 3 die aan operatoren de toestemming geeft om een dienst van vrije vloot fietsdelen te verstrekken 9° operator : verstrekker van een dienst van vrije vloot fietsdelen; 10° Voorbehouden stalling : een fysieke inrichting in de openbare ruimte voor het stallen van fietsdeelvoertuigen die enkel bestemd is voor fietsdeelvoertuigen van een of meerdere specifieke operatoren 11° fietsdeelvoertuig : a) een rijwiel in de zin van artikel 2.15.1 van de Wegcode; b) een bromfiets, zijnde een tweewielige bromfiets in de zin van artikel 2.17 van de Wegcode c) een motorfiets, zijnde een tweewielig motorvoertuig in de zin van artikel 2.18 van de Wegcode, zonder zijspanwagen d) de andere rijwielen, bromfietsen en motorfietsen die volgens de Wegcode buiten de weg mogen worden geparkeerd;12° elektrisch voertuig: voertuig zoals bepaald in artikel 2, 27° bis, van het decreet van 2001 april betreffende de organisatie van de gewestelijke elektriciteitsmarkt;13° verwijdering: het feit dat een bevoegd personeelslid een fietsdeelvoertuig verplaatst naar een plaats die voldoet aan de exploitatievoorwaarden;14° inbeslagneming- : het feit dat een bevoegd personeelslid een fietsdeelvoertuig ontoegankelijk maakt.Het fietsdeelvoertuig wordt op verzoek van de operator aan hem teruggegeven. HOOFDSTUK II. - Vergunning voor vrije vloot fietsdelen

Art. 2.Geen enkele operator mag zonder vergunning een dienst van vrije vloot fietsdelen organiseren op het grondgebied van het Waals Gewest De Regering legt de procedure vast voor de indiening, het onderzoek, de verlening en de verlenging van de vergunningen.

Art. 3.§ 1. De Regering legt de algemene voorwaarden vast voor het verkrijgen van een vergunning voor vrije vloot fietsdelen.

Deze voorwaarden hebben betrekking op : a) de technische kenmerken van de fietsdeelvoertuigen; de verkeersveiligheid; b) de bevordering van de verkeersveiligheid;c) de volksgezondheid en het milieu;d) het gebruik van groene elektriciteit voor het opladen van fietsdeelvoertuigen die geheel of gedeeltelijk door een elektrische motor worden aangedreven;e) het gebruik van een deel elektrische voertuigen wanneer motorvoertuigen door de operator of een derde worden gebruikt voor het inzamelen van fietsdeelvoertuigen;f) de naleving van de sociale wetgeving, met name op het gebied van de arbeidsvoorwaarden en g) de voorwaarden van onderaanneming;h) het respect voor de fiscale wetgeving;i) de bescherming van de privacy van de gebruikers, met name het gebruik van hun persoonlijke gegevens door de operatoren;j) de beschikbaarheid en het delen van geolocatiegegevens van de fietsdeelvoertuigen;k) kosteloze en regelmatige toezending aan de gemeente en de regering van geaggregeerde en geanonimiseerde gegevens over het gebruik van vrije vloot fietsdeelvoertuigen;l) een verzekering ter dekking van de wettelijke aansprakelijkheid van de operator;m) de andere verzekeringen die de exploitant moet afsluiten om de in artikel 1, 11°, onder b), c) en d), bedoelde fietsdeelvoertuigen in het verkeer te brengen;n) de instelling van een reactief contactpunt tussen de operator en de gemeente;o) de andere technische aspecten die het goed functioneren van het vrije vloot fietsdelen bevorderen;p) de afwezigheid in het fietsdeelvoertuig van een motor of hulpsysteem dat plaatselijk of rechtstreeks verontreinigende emissies produceert of broeikasgassen of fijne deeltjes produceert. § 2. De Regering kan een onderscheid maken tussen de verschillende soorten fietsdeelvoertuigen.

Met betrekking tot de in lid 1, tweede alinea, onder c), f), j) en k), genoemde voorwaarden kan de regering een onderscheid maken tussen de operatoren. Dit onderscheid is gebaseerd op het criterium van de omzetdrempel op basis van de jaarrekeningen

Art. 4.§ 1. De Regering beslist over de aanvraag tot verlening van de vergunning.

In de beslissing van de Regering tot verlening van de vergunning wordt vermeld voor welk type fietsdeelvoertuigen de vergunning wordt verleend. § 2. De beslissing van de Regering om de vergunning te verlenen wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Art. 5.§ 1. De duur van een vergunning is drie jaar. De vergunning kan een onbeperkt aantal malen voor dezelfde duur worden verlengd. § 2. De exploitant kan afstand doen van zijn vergunning door de Regering hiervan bij aangetekend schrijven in kennis te stellen. De regering stelt de voorwaarden voor de aanvaardbaarheid van een dergelijke kennisgeving vast.

De betrokken vergunning vervalt vijf dagen nadat de Regering van de aankondiging in kennis is gesteld.

Het vervallen van de vergunning wordt door de regering in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt. HOOFDSTUK III. - Exploitatievoorwaarden voor vrije vloot fietsdelen

Art. 6.De exploitatievoorwaarden van de diensten voor vrije vloot fietsdelen worden door gemeenteraad op grond van een reglement vastgesteld Hij kan een onderscheid maken tussen de verschillende categorieën fietsdeelvoertuigen.

Hierbij worden ten minste de volgende beginselen toegepast op de exploitatievoorwaarden: 1° de fietsdeelvoertuigen die in het kader van een dienst van vrije vloot fietsdelen ter beschikking worden gesteld, mogen enkel gestald worden overeenkomstig de Wegcode en de ter zake geldende gewestelijke en gemeentelijke regelgeving;2° fietsdeelvoertuigen mogen niet worden gestald op een manier die : a) de toegang tot handelszaken blokkeert;b) de toegang tot aanleg- en laadkades voor vaartuigen blokkeert;c) de toegang tot het openbaar vervoer blokkeert;d) een belemmering vormt voor het voetgangersverkeer;e) een belemmering vormt voor het verkeer van personen met beperkte mobiliteit;f) de toegang tot woningen en straatmeubilair blokkeert;3° de gemeenteraad kan een maximale geluidsemissiedrempel vaststellen die niet mag worden overschreden tussen 22 uur en 6 uur 's morgens, of de uren van gebruik tijdens de nacht beperken;4° de gemeenteraad kan, na overleg met de operatoren, zones afbakenen waar het tijdelijk of definitief verboden is om fietsdeelvoertuigen te stallen.Deze gebieden worden onmiddellijk bekend gemaakt aan de exploitanten en opgelegd aan de gebruikers van de dienst voor vrije vloot fietsdelen; 5° de door de operatoren ter beschikking gestelde fietsdeelvoertuigen moeten in goede staat van werking zijn en moeten te allen tijde voldoen aan de toepasselijke wettelijke en reglementaire technische voorschriften;6° de gemeenteraad kan, na overleg met de operatoren, een minimum- of maximumconcentratie van fietsdeelvoertuigen in een bepaald gebied vaststellen.De minimum- of maximumconcentratie kan betrekking hebben op de fietsdeelvoertuigen van elke individuele exploitant of op alle fietsdeelvoertuigen van alle operatoren. De minimum- of maximumconcentratie kan variëren naar gelang van bepaalde evenementen die door de gemeenteraad worden vermeld; 7° de gemeenteraad kan, na overleg met de operatoren, de operatoren verplichten om op specifieke parkeerplaatsen fietsdeelvoertuigen ter beschikking te stellen overeenkomstig de Wegcode;8° de gemeenteraad kan, na overleg met de operatoren, de periodes van plaatselijke feestelijkheden en andere situaties bepalen waarin het vrije vloot fietsdelen wordt opgeschort;9° de gemeenteraad kan, na overleg met de operatoren, bepalen in welke zones de operator fietsdelen moet inrichten;10° de gemeenteraad kan, na overleg met de operatoren, zones afbakenen waar de snelheid van fietsdeelvoertuigen wordt beperkt. HOOFDSTUK IV. - Retributies

Art. 7.§ 1. De gemeenteraad de operator een retributie opleggen voor elk fietsdeelvoertuig dat gebruikt wordt voor vrije vloot fietsdelen ten behoeve van de gemeente. § 2. De gemeenteraad bepaalt het bedrag van de retributie Er kan een onderscheid worden gemaakt tussen de verschillende categorieën fietsdeelvoertuigen.

Art. 8.Voor de in artikel 11, § 1, tweede lid, en § 3, tweede lid, bedoelde verwijdering of de in artikel 11, § 2, tweede lid, en artikel 12 bedoelde inbeslagneming van fietsdeelvoertuigen kan van de operator die de fietsdeelvoertuigen ter beschikking stelt een retributie ten bate van de gemeente worden geheven.

De gemeenteraad kan de hoogte van de retributie per fietsdeelvoertuig vaststellen.

Er kan een onderscheid worden gemaakt tussen de verschillende categorieën fietsdeelvoertuigen. HOOFDSTUK V. - Inbreuken en straffen Afdeling 1. - Inbreuken, inbeslagneming en verwijdering van de

fietsdeelvoertuigen

Art. 9.Een administratieve boete van 50 tot 25.000 euro wordt door het sanctionerend personeelslid opgelegd aan elke operator die een dienst van vrije vloot fietsdelen exploiteert zonder vergunning of die de in artikel 3 bedoelde vergunningsvoorwaarden niet in acht neemt. De gemeente int de administratieve boete.

Een administratieve boete van 50 tot 25.000 euro wordt door het sanctionerend personeelslid opgelegd aan elke operator die verzuimt de niet-naleving van een van de in artikel 6 bedoelde exploitatievoorwaarden te corrigeren binnen de in artikel 11, § 1 genoemde termijn. De gemeente int de administratieve boete.

De bedragen van de administratieve geldboetes worden elk jaar op 1 januari geïndexeerd op basis van het indexcijfer van de consumptieprijzen (basis 2020 = 100).

Er kan een onderscheid worden gemaakt tussen de verschillende categorieën fietsdeelvoertuigen. Afdeling 2. - Vaststelling van de inbreuken

Art. 10.Het bevoegd personeelslid is bevoegd om inbreuken op de bepalingen van dit decreet, de uitvoeringsbesluiten, de gemeentelijke reglementen of de krachtens dit decreet verleende vergunningen te onderzoeken en vast te stellen.

Art. 11.§ 1. In geval van overtreding van een van de exploitatievoorwaarden en alvorens een proces-verbaal op te maken, geeft het bevoegd personeelslid de vermoedelijke overtreder een eenvoudige waarschuwing en geeft hij hem een termijn van 24 tot 48 uur om hieraan een einde te maken.

Het bevoegde personeelslid mag de fietsdeelvoertuigen aan het einde van de in lid 1 bedoelde termijn verwijderen.

Het bevoegd personeelslid kan om de bijstand van de federale politie, van de lokale politie of van andere gemeentelijke, provinciale of gewestelijke diensten verzoeken. § 2. In geval van overtreding van een van de vergunningsvoorwaarden door een fietsdeelvoertuig, stelt het bevoegd personeelslid onmiddellijk een proces-verbaal van de overtreding op.

Het bevoegd personeelslid kan de fietsdeelvoertuigen rechtstreeks in beslag nemen. § 3. In geval van herhaalde overtreding van een van de exploitatievoorwaarden door een fietsdeelvoertuig, stelt het bevoegd personeelslid onmiddellijk een proces-verbaal van de overtreding op.

Het bevoegd personeelslid kan de fietsdeelvoertuigen rechtstreeks verwijderen.

Art. 12.Onverminderd artikel 9, lid 1, neemt het bevoegd personeelslid alle betrokken fietsdeelvoertuigen in beslag indien een dienst van vrije vloot fietsdelen wordt georganiseerd zonder vergunning.

Het bevoegd personeelslid kan om de bijstand van de federale politie, van de lokale politie of van andere gemeentelijke, provinciale of gewestelijke diensten verzoeken.

Art. 13.In het kader van de uitoefening van zijn opdracht is het bevoegd personeelslid gemachtigd om : 1° elke persoon ondervragen over elk feit waarvan de kennis nuttig is voor het uitoefenen van hun opdracht;3° zich elk document, stuk of titel die nuttig is voor de vervulling van zijn opdracht laten overleggen en er een fotokopie van maken of tegen ontvangbewijs meenemen;3° de fietsdeelvoertuigen aan te houden om na te gaan of zij aan dit decreet voldoen;4° om de bijstand van de federale politie, van de lokale politie of van andere gemeentelijke, provinciale of gewestelijke diensten te verzoeken.

Art. 14.Het origineel van het door het bevoegde personeelslid opgestelde proces-verbaal wordt binnen 15 dagen na de opstelling ervan toegezonden aan de vermoedelijke overtreder en aan het sanctionerend personeelslid. Afdeling 3. - Toepassing van straffen en beroepsprocedure

Art. 15.Indien het sanctionerend personeelslid het nodig acht een boete als bedoeld in artikel 9 op te leggen, stelt hij de vermeende overtreder hiervan bij aangetekende brief in kennis, vergezeld van een afschrift van het proces-verbaal, met vermelding van : 1° de feiten waarvoor hij overweegt een administratieve boete op te leggen;2° een uittreksel van de overtreden bepalingen;3° het bedrag van de administratieve boete die hij overweegt op te leggen;4° de vermoedelijke overtreder heeft het recht om zijn verweermiddelen bij ter post aangetekend schrijven te laten gelden binnen een termijn van vijftien dagen, te rekenen van de datum van mededeling van het bericht;5° hij kan ook binnen dezelfde termijn per aangetekende brief vragen om zijn verweermiddelen mondeling te kunnen voorleggen;6° hij heeft het recht om zich door een raadsman te laten vertegenwoordigen of bijstaan en om zijn dossier in te kijken; Indien de vermoedelijke overtreder vraagt om zijn verweermiddelen mondeling voor te dragen, geeft het sanctionerend personeelslid hem bij ter post aangetekend schrijven kennis van de plaats, de dag en het uur waarop hij gehoord zal worden. Dat verhoor vindt plaats ten vroegste binnen vijftien dagen na verzending van het aangetekend schrijven.

Van het verhoor van de vermeende overtreder wordt een proces-verbaal opgemaakt, dat door het sanctionerend personeelslid en de overtreder wordt ondertekend.

Indien de overtreder het niet eens is met de inhoud van het proces-verbaal, wordt hij erom verzocht zijn opmerkingen daarin te laten gelden.

Art. 16.Na afloop van de termijn van vijftien dagen bedoeld in artikel 15, en, in voorkomend geval, na de datum vastgelegd voor het verhoor van de vermoedelijke overtreder of diens raadsman, beslist het sanctionerend personeelslid, rekening houdend met de schriftelijk of mondeling voorgedragen verweermiddelen, indien er verweermiddelen waren, om de aanvankelijk overwogen administratieve boete of een lagere boete op te leggen, of om geen administratieve boete op te leggen.

Het sanctionerend personeelslid kan de overtreder maatregelen tot uitstel van de uitvoering toestaan. In geval van verzachtende omstandigheden kan hij de administratieve boete verlagen tot onder het wettelijke minimum.

Zijn gemotiveerde beslissing en het proces-verbaal van verhoor worden bij ter post aangetekend schrijven aan de overtreder meegedeeld.

Art. 17.Een beslissing waarbij een administratieve boete opgelegd wordt, mag niet meer genomen worden na afloop van de termijn van honderdtachtig dagen na het proces-verbaal tot vaststelling van de overtreding door het bevoegd personeelslid. Afdeling 4. - Intrekking of opschorting van de vergunning

Art. 18.Wanneer de beslissing waarbij een administratieve boete wordt opgelegd wegens een inbreuk op de algemene voorwaarden voor het verkrijgen van een vergunning of wegens herhaalde inbreuk op een van de exploitatievoorwaarden definitief is, wordt binnen 90 dagen een afschrift van het beslissing aan de Regering toegezonden.

Art. 19.Na ontvangst van de beslissing of de beslissingen bedoeld in artikel 18 en indien zij het nodig acht de vergunning in te trekken, stelt de Regering de betrokken operator bij aangetekend schrijven in kennis van een kennisgeving, vergezeld van een afschrift van haar beslissing, waarin wordt medegedeeld : 1° de feiten op grond waarvan hij voornemens is de vergunning in te trekken;2° een uittreksel van de overtreden bepalingen;3° de beslissing tot het opleggen van een administratieve boete wegens een inbreuk op de algemene voorwaarden voor het verkrijgen van een vergunning of op de exploitatievoorwaarden;4° de betrokken operator heeft het recht om zijn verweermiddelen bij ter post aangetekend schrijven te laten gelden binnen een termijn van vijftien dagen, te rekenen van de datum van mededeling van het bericht;5° hij kan ook binnen dezelfde termijn per aangetekende brief vragen om zijn verweermiddelen mondeling te kunnen voorleggen;6° hij heeft het recht om zich door een raadsman te laten vertegenwoordigen of bijstaan en om zijn dossier in te kijken; Indien de betrokken operator vraagt om zijn verweermiddelen mondeling voor te dragen, geeft de Regering hem bij ter post aangetekend schrijven kennis van de plaats, de dag en het uur waarop hij gehoord zal worden Dat verhoor vindt plaats ten vroegste binnen vijftien dagen na verzending van het aangetekend schrijven.

Van het verhoor van de betrokken operator wordt een proces-verbaal opgemaakt, dat door een vertegenwoordiger van de Regering en door de betrokken operator wordt ondertekend.

Indien de betrokken operator het niet eens is met de inhoud van het proces-verbaal, wordt hij erom verzocht zijn opmerkingen daarin te laten gelden.

Art. 20.Na het verstrijken van de in artikel 19 bedoelde termijn van vijftien dagen en, in voorkomend geval, na de datum die is vastgesteld voor het verhoren van de vermeende overtreder of zijn raadsman, waarbij in voorkomend geval rekening wordt gehouden met de schriftelijk of mondeling ingediende verweren, neemt de Regering de beslissing hetzij de vergunning in te trekken, hetzij de vergunning te schorsen voor een bepaalde periode die niet meer dan zes maanden mag bedragen, hetzij de vergunning te handhaven.

Ze kan de operator maatregelen tot uitstel van de uitvoering toestaan.

Zijn gemotiveerde beslissing en het proces-verbaal van verhoor worden bij ter post aangetekend schrijven aan de betrokken operator meegedeeld.

De beslissing van de Regering wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Art. 21.De beslissing tot intrekking of opschorting mag niet meer dan drie maanden na de verzending van de in artikel 19 bedoelde kennisgeving worden genomen.

Art. 22.De overtreder beschikt over een termijn van vijf dagen, die ingaat op de dag na die waarop de beslissing uitvoerbaar is geworden, om de betrokken fietsdeelvoertuigen van het grondgebied van het Gewest te verwijderen.

Art. 23.De Regering bepaalt de modaliteiten voor de uitvoering van deze afdeling. Afdeling 5. - Uitstel

Art. 24.§ 1. Het in artikel 16, lid 2, en artikel 20, lid 2, bedoelde uitstel wordt door dit artikel geregeld. § 2. Het uitstel kan gepaard gaan met bijzondere voorwaarden, in welk geval het uitstel "probatie-uitstel" wordt genoemd en ten minste de in paragraaf 3 genoemde voorwaarden omvat.

Indien er geen specifieke voorwaarden zijn, spreekt men van "eenvoudig uitstel".

Indien een probatie-uitstel wordt overwogen, stelt het sanctionerend personeelslid of de Regering de overtreder vóór de beëindiging van de procedure in kennis van de draagwijdte van een dergelijke maatregel en hoort hij de opmerkingen van de overtreder. § 3. Het probatie-uitstel is altijd onderworpen aan de volgende voorwaarden: 1° geen strafbare feiten te plegen;2° een vast adres hebben en, in geval van wijziging van dit adres, het nieuwe adres onverwijld meedelen aan het sanctionerend personeelslid. § 4. Indien de overtreder bij het verstrijken van de in artikel 16, eerste lid, bedoelde termijn in de voorafgaande zes maanden niet eerder tot betaling van een administratieve geldboete is veroordeeld, kan het sanctionerend personeelslid bevelen dat de door hem opgelegde administratieve geldboete wordt opgeschort.

Wanneer de overtreder bij het verstrijken van de in artikel 20, lid 1, bedoelde termijn nog niet is veroordeeld tot intrekking of schorsing van zijn vergunning, kan de Regering bevelen dat het geheel of een deel van de hoofdstraffen en bijkomende straffen die zij opleggen, wordt uitgesteld. § 5. De duur van de schorsing mag niet korter zijn dan één jaar en niet langer dan drie jaar, te rekenen vanaf de datum van de beslissing. § 6. Het sanctionerend personeelslid en de Regering kunnen, onder de in paragraaf 3 genoemde voorwaarden, probatie-uitstel opleggen, mits de overtreder zich ertoe verbindt de door het sanctionerend personeelslid of de Regering vastgestelde probatievoorwaarden na te leven. § 7. Het uitstel wordt van rechtswege ingetrokken in geval van een nieuwe overtreding, begaan tijdens de proeftijd, die heeft geleid tot een beslissing tot het opleggen van een administratieve boete, tot schorsing van de vergunning of tot intrekking van de vergunning. § 8. Het probatie-uitstel kan worden ingetrokken indien de overtreder zich niet aan de opgelegde voorwaarden houdt.

In dit geval roept het sanctionerende personeelslid of de regering de overtreder op om het uitstel in te trekken: binnen dezelfde termijnen, voorwaarden en formulieren als die welke zijn vastgesteld in afdeling 3 van hoofdstuk 5 wanneer het uitstel wordt uitgesproken voor een administratieve geldboete; binnen dezelfde termijnen, voorwaarden en vormen als die welke zijn vastgesteld in afdeling 4 van hoofdstuk 5 wanneer het uitstel wordt uitgesproken voor de schorsing of intrekking van een vergunning.

Indien het sanctionerend personeelslid of de Regering het uitstel niet intrekt, kunnen zij nieuwe voorwaarden verbinden aan het bij de eerste veroordeling opgelegde probatie-uitstel. § 9. De vordering tot intrekking van het probatie-uitstel wegens niet-naleving van de opgelegde voorwaarden wordt ingesteld uiterlijk een jaar na het verstrijken van de in het vijfde paragraaf bedoelde termijn. De vordering verjaart een jaar na de dag waarop zij bij het sanctionerend personeelslid of de Regering aanhangig is gemaakt. § 10. Beslissingen die uitvoerbaar worden ten gevolge van de intrekking van het uitstel van de tenuitvoerlegging van de administratieve geldboete, de schorsing van de vergunning en de intrekking van de vergunning, worden onbeperkt gecumuleerd met de beslissingen die wegens de nieuwe inbreuk worden gegeven. § 11. In alle gevallen waarin tegen een overtreder tegen wie een maatregel tot uitstel is uitgesproken een nieuwe procedure wordt ingeleid, wordt een voor eensluidend verklaard afschrift van de beslissing waarbij deze maatregel is uitgesproken bij het dossier van de nieuwe procedure gevoegd. HOOFDSTUK VI. - Persoonsgegevens

Art. 25.De verwerking van de in artikel 3, lid 1, punt 2, onder j) en k), bedoelde persoonsgegevens heeft ten doel de overheden, zowel de gewestelijke als de gemeentelijke, in staat te stellen hun beleid op samenhangende wijze aan te passen.

Art. 26.De personen die verantwoordelijk zijn voor de verwerking van persoonsgegevens zijn de operatoren van een dienst van vrije vloot fietsdelen, het Waals Gewest en de gemeenten.

Art. 27.Het soort gegevens dat nodig is om het in artikel 3, § 1, lid 2, onder j) en k), genoemde doel van de verwerking van persoonsgegevens te bereiken, zijn de geolocatiegegevens van de fietsdeelvoertuigen, de duur van het gebruik van het fietsdeelvoertuig, het geslacht en de leeftijd van de gebruiker van de het fietsdeelvoertuig.

Art. 28.De bewaartermijn van de gegevens is vastgesteld op vijf jaar.

Art. 29.De personen op wie de verwerking van persoonsgegevens betrekking heeft, zijn de gebruikers van een dienst van fietsdelen.

Art. 30.Persoonsgegevens worden meegedeeld aan de volgende bestemmelingen: 1° de Regering;2° de gemeenten op het grondgebied waarvan een dienst van fietsdelen wordt opgericht.

Art. 31.Het gebruik van een dienst van fietsdelen brengt met zich mee dat de in dit hoofdstuk bedoelde persoonsgegevens worden meegedeeld. HOOFDSTUK VII. - Slotbepalingen

Art. 32.Artikel 4 van het decreet van 1 april 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 01/04/2004 pub. 13/05/2004 numac 2004027085 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de plaatselijke mobiliteit en toegankelijkheid sluiten betreffende de plaatselijke mobiliteit en toegankelijkheid wordt aangevuld met een paragraaf 3, luidend als volgt: " § 3. Bij de uitvoering van het stedelijk mobiliteitsplan wordt rekening gehouden met de exploitatievoorwaarden van de diensten van fietsdelen bedoeld in het decreet van 8 juli 2021 betreffende het vrije vloot fietsdelen en tot wijziging van de artikelen 4 en 12 van het decreet van 1 april 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 01/04/2004 pub. 13/05/2004 numac 2004027085 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de plaatselijke mobiliteit en toegankelijkheid sluiten betreffende de plaatselijke mobiliteit en toegankelijkheid.".

Art. 33.Artikel 12 van het decreet van 1 april 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 01/04/2004 pub. 13/05/2004 numac 2004027085 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de plaatselijke mobiliteit en toegankelijkheid sluiten betreffende de plaatselijke mobiliteit en toegankelijkheid wordt aangevuld met een paragraaf 4, luidend als volgt: " § 4. Bij de uitvoering van het gemeentelijk mobiliteitsplan wordt rekening gehouden met de exploitatievoorwaarden van de diensten van fietsdelen bedoeld in het decreet van 8 juli 2021 betreffende het vrije vloot fietsdelen en tot wijziging van de artikelen 4 en 12 van het decreet van 1 april 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 01/04/2004 pub. 13/05/2004 numac 2004027085 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de plaatselijke mobiliteit en toegankelijkheid sluiten betreffende de plaatselijke mobiliteit en toegankelijkheid.".

Art. 34.De Regering stelt aanvullende normen vast voor het gebruik van fietsdeelvoertuigen op het grondgebied van verschillende gemeenten.

Art. 35.Dit decreet treedt in werking één jaar na zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.

De Regering kan een eerdere datum van inwerkingtreding vaststellen dan de in lid 1 genoemde datum.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Namen, 8 juli 2021.

De Minister-President, E. DI RUPO De Vice-Minister-President en Minister van Economie, Buitenlandse Handel, Onderzoek, Innovatie, Digitale Technologieën, Ruimtelijke Ordening, Landbouw, het "IFAPME", en de Vaardigheidscentra, W. BORSUS De Vice-Minister-President en Minister van Klimaat, Energie en Mobiliteit, Ph. HENRY De Vice-Minister-President en Minister van Werk, Vorming, Gezondheid, Sociale Actie, Gelijke Kansen en Vrouwenrechten, Ch. MORREALE De Minister van Begroting en Financiën, Luchthavens en Sportinfrastructuren, J.-L. CRUCKE De Minister van Huisvesting, de Plaatselijke Besturen en het Stedenbeleid, Ch. COLLIGNON De Minister van Ambtenarenzaken, Informatica, Administratieve Vereenvoudiging, belast met Kinderbijslag, Toerisme, Erfgoed en Verkeersveiligheid, V. DE BUE De Minister van Leefmilieu, Natuur, Bossen, Landelijke Aangelegenheden en Dierenwelzijn, C. TELLIER _______ Nota (1) Zitting 2020-2021. Stukken van het Waalse Parlement 582 (2020-2021) Nrs. 1 tot 3.

Volledig verslag, openbare vergadering van 7 juli 2021.

Bespreking.

Stemming.