gepubliceerd op 23 februari 2007
Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juli 1994 betreffende de erkenning van instellingen voor schuldbemiddeling
8 FEBRUARI 2007. - Decreet tot wijziging van het decreet van 7 juli 1994 betreffende de erkenning van instellingen voor schuldbemiddeling (1)
Het Waals Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :
Artikel 1.Dit decreet regelt overeenkomstig artikel 138 van de Grondwet een aangelegenheid bedoeld in artikel 128, § 1, ervan.
Art. 2.Artikel 1 van het decreet van 7 juli 1994 betreffende de erkenning van instellingen voor schuldbemiddeling wordt vervangen door de volgende bepaling : «
Artikel 1.Dit decreet is van toepassing op de openbare of privé-instellingen voor schuldbemiddeling zoals zij bepaald is in artikel 1, 13°, van de wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet en op de openbare of privé-instellingen erkend als schuldbemiddelaar krachtens artikel 1675/17, § 1, van het Gerechtelijk Wetboek.
Deze instellingen oefenen die activiteit op het grondgebied van het Franse taalgebied uit. »
Art. 3.Een artikel 1bis, luidend als volgt, wordt ingevoegd na artikel 1 van het decreet van 7 juli 1994 betreffende de erkenning van de instellingen voor schuldbemiddeling : «
Art. 1bis.§ 1. De Regering is gemachtigd om een programmering te bepalen van de instellingen die als schuldbemiddelaar erkend zijn, rekening houdende met het aantal inwoners en met iedere gemeente die het voornemen heeft om door een erkende instelling bediend te worden. § 2. Aan de programmering die de Regering zal bepalen overeenkomstig § 1 worden niet onderworpen : - openbare of privé-instellingen die aan één enkele instelling of onderneming verbonden zijn en waarvan de activiteiten ten behoeve van een welbepaald publiek ontplooid worden; - de instelling bedoeld in artikel 13 van het samenwerkingsakkoord tussen het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap van 26 november 1998; - de referentiecentra erkend als schuldbemiddelaar in het kader van dit decreet. § 3. Behoudens een krachtens artikel 11 besloten intrekking behouden de instellingen die beschikken over een erkenning op de datum van inwerkingtreding van de programmering hun erkenning tot en met het verstrijken van de periode waarvoor zij toegekend is. De programmering mag de verlenging van hun erkenning niet beletten, zolang ze ononderbroken erkend blijven. »
Art. 4.In artikel 4, 1°, van het decreet van 7 juli 1994 betreffende de erkenning van instellingen voor schuldbemiddeling worden de woorden "of met een beroepservaring van drie jaar" geschrapt.
In artikel 4, 2°, van het voornoemde decreet van 7 juli 1994 worden de woorden "of beroepservaring tewerkstellen" vervangen door de woorden "tewerkstellen met bovenvermelde opleiding of die een nuttige beroepservaring van drie jaar bewijst".
Art. 5.In artikel 11bis, § 1, van het decreet van 7 juli 1994 betreffende de erkenning van instellingen voor schuldbemiddeling, zoals gewijzigd bij het programmadecreet van 16 december 1998 houdende verscheidene maatregelen inzake sociale actie en bij het programmadecreet van 18 december 2003 houdende verschillende maatregelen inzake thesaurie en schuld, sociale actie en gezondheid worden het eerste en het tweede lid vervangen door de volgende leden : « § 1. Binnen de perken van de begrotingskredieten verleent de Regering, onder de door haar bepaalde voorwaarden en modaliteiten, toelagen aan de erkende instellingen voor schuldbemiddeling, met uitzondering van de in artikel 1bis, § 2, bedoelde instellingen.
Deze toelagen bestaan uit een forfaitair en een variabel gedeelte.
De criteria voor de berekening van het variabel gedeelte houden onder meer rekening met het aantal door de erkende instelling behandelde dossiers. »
Art. 6.In artikel 11bis, § 2, van het decreet van 7 juli 1994 betreffende de erkenning van instellingen voor schuldbemiddeling, zoals gewijzigd bij het programmadecreet van 16 december 1998 houdende verscheidene maatregelen inzake sociale actie en bij het programmadecreet van 18 december 2003 houdende verschillende maatregelen inzake thesaurie en schuld, sociale actie en gezondheid wordt het eerste lid vervangen door de volgende bepaling : « § 2. De Regering kan eveneens, onder de door haar bepaalde voorwaarden en modaliteiten en binnen de perken van de begrotingskredieten, referentiecentra erkennen en subsidiëren die belast zijn met : 1° het verlenen van bijstand op juridisch vlak en inzake de schuldbemiddelingspraktijken aan verschillende erkende instellingen, waarbij deze bijstand voor de moeilijkste gevallen uit een tenlasteneming kan bestaan;2° met een algemene opdracht inzake voorkoming van schuldoverlast, alsook met het begeleiden van de steungroepen inzake voorkoming van schuldoverlast die door de erkende instellingen voor schuldbemiddeling georganiseerd worden of die krachtens een samenwerkingsovereenkomst opgericht worden, op pedagogisch vlak, op technisch vlak en op evaluatievlak. Het referentiecentrum moet over de documentatie beschikken die de erkende instellingen voor schuldbemiddeling die onder zijn ambtsgebied vallen, in staat stelt er de nodige informatie te vinden om hun opdrachten uit te voeren. Die informatie betreft o.a. de rechtspraak en de jongste ontwikkeling ervan. »
Art. 7.Artikel 11ter van het decreet van 7 juli 1994 betreffende de erkenning van instellingen voor schuldbemiddeling, gewijzigd bij het programmadecreet van 18 december 2003 houdende verscheidene maatregelen inzake thesaurie en schuld, sociale actie en gezondheid wordt vervangen als volgt : « Art 11ter. § 1. De Regering erkent het Waarnemingscentrum voor Krediet en Schuldenlast onder de door haar bepaalde voorwaarden en modaliteiten.
Die instelling heeft de volgende opdrachten : - statistische gegevens inzake schuldoverlast verzamelen; - de evolutie van de wetgeving en de rechtspraak bestuderen; - de kredietpraktijken en de daarmee gepaard gaande vraagstukken bestuderen; - tot het preventiewerk inzake schuldoverlast bijdragen door verspreiding van alle nuttige informatie aan het publiek en aan de personen die beroepshalve in de sociale actie of in het kredietwezen actief zijn; - jaarlijks een basis- en voortgezet opleidingsprogramma voor de schuldbemiddelaars organiseren. § 2. Het Waarnemingscentrum voor Krediet en Schuldenlast maakt jaarlijks een verslag op over de evolutie van schuldenlast en schuldoverlast van de Waalse gezinnen, alsook alle nuttige gegevens voor een preventiebeleid inzake schuldoverlast.
Het zendt dit verslag jaarlijks uiterlijk op 30 juni over aan de Waalse Regering. § 3. Binnen de perken van de begrotingskredieten verleent de Regering, onder de door haar bepaalde voorwaarden en modaliteiten, toelagen aan het Waarnemingscentrum voor Krediet en Schuldenlast.
Deze toelagen dekken : 1° personeelskosten;2° werkingskosten;3° initiatieven die een problematiek willen verhelpen of om een specifieke opdracht te vervullen.»
Art. 8.Artikel 11quater van het decreet van 7 juli 1994 betreffende de erkenning van instellingen voor schuldbemiddeling, zoals gewijzigd bij het programmadecreet van 18 december 2003 houdende verscheidene maatregelen inzake thesaurie en schuld, sociale actie en gezondheid wordt vervangen door de volgende tekst : «
Art. 11quater.Voor een bijkomende toelage komen in aanmerking de erkende instellingen voor schuldbemiddeling die één of meer steungroepen inzake schuldenlastpreventie organiseren of die een overeenkomst met een partner sluiten met het oog op de organisatie van een dergelijke groep waarvan de opdracht erin bestaat via regelmatige ontmoetingen met personen die in een situatie van schuldenoverlast verkeren of die een dergelijke toestand hebben gekend, de problemen te bespreken inzake budgetbeheer, schuldoverlast en, in het algemeen, ieder thema dat een weerslag heeft op dit beheer om hun sociale situatie te verbeteren.
De Regering bepaalt de voorwaarden en modaliteiten van toelagen aan de erkende instellingen voor de steungroepen inzake schuldenlastpreventie.
De erkende instellingen of de met die instellingen gebonden partners moeten bovendien aan de volgende voorwaarden voldoen : - over een lokaal beschikken dat een groep van minimum vijftien personen kan onderbrengen; - pedagogische animaties ontwikkelen die in het kader van de bovenbedoelde opdrachten op de behoeften van de gerechtigden inspelen; - samenwerkingsverbanden aangaan en in partnerschap werken met terzake doende diensten, instellingen of personen om de thema's inzake schuldenlastpreventie te bespreken; - aan de door de referentiecentra georganiseerde intervisievergaderingen deelnemen. »
Art. 9.In afwijking van artikel 3 worden de maatschappelijk assistenten die in de schuldbemiddelingsector actief zijn met een beroepservaring van drie jaar vóór 1 januari 2007 vrijgesteld van de verplichting om het opleidingsprogramma te volgen.
Art. 10.Bij wijze van overgangsmaatregel blijft artikel 11quater van het decreet van 7 juli 1994 zoals ingevoegd bij het programmadecreet van 18 december 2003 van toepassing op consumentenscholen die worden erkend na de tweejaarlijkse oproep tot het indienen van projecten opgestart in de loop van het tweede semester 2004 tot en met het verstrijken van de periode waarvoor die erkenning is toegekend.
Art. 11.Bij wijze van overgangsmaatregel wordt de Regering ertoe gemachtigd rekening te houden, voor de toekenning in 2007 van een bijkomende toelage voor één of meer steungroepen inzake schuldenlastpreventie, met de in 2006 verrichte activiteiten in 2006 van de erkende consumentenschool of -scholen die tot als schuldbemiddelaar erkende instellingen behoren.
Art. 12.In het decreet van 7 juli 1994 betreffende de erkenning van instellingen voor schuldbemiddeling worden, in de Franse versie, de woorden "Centre public d'Aide sociale" en "Centres publics d'Aide sociale" respectievelijk vervangen door de woorden "Centre public d'Action sociale" en "Centres publics d'Action sociale".
Art. 13.Dit decreet treedt in werking op 1 januari 2007.
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Namen, 8 februari 2007.
De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Huisvesting, Vervoer en Ruimtelijke Ontwikkeling, A. ANTOINE De Minister van Begroting, Financiën, Uitrusting en Patrimonium, M. DAERDEN De Minister van Vorming, Mevr. M. ARENA De Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken, Ph. COURARD De Minister van Wetenschappelijk Onderzoek, Nieuwe Technologieën en Buitenlandse Betrekkingen, Mevr. M.-D. SIMONET De Minister van Economie, Tewerkstelling en Buitenlandse Handel, J.-C. MARCOURT De Minister van Gezondheid, Sociale Actie en Gelijke Kansen, Mevr. Ch. VIENNE De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, B. LUTGEN _______ Nota (1) Zitting 2006-2007. Stukken van het Waalse Parlement 502 (2006-2007), nrs. 1 tot 9.
Volledig verslag, openbare vergadering van 1 februari 2007.
Bespreking. - Stemmingen.