Etaamb.openjustice.be
Decreet van 07 september 2000
gepubliceerd op 04 november 2000

Besluit van de Regering tot uitvoering van het decreet over de media van 26 april 1999

bron
ministerie van de duitstalige gemeenschap
numac
2000033089
pub.
04/11/2000
prom.
07/09/2000
ELI
eli/besluit/2000/09/07/2000033089/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

7 SEPTEMBER 2000. - Besluit van de Regering tot uitvoering van het decreet over de media van 26 april 1999


De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op het decreet over de media van 26 april 1999, inzonderheid op de artikelen 2, § 4, 5, lid 2, 19, 20, § 6, 32, § 2, 39, § 2, 40, 4° en 5° en 49, § 3;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 1 februari 2000;

Gelet op het akkoord van de Minister-President, bevoegd inzake Begroting, gegeven op 2 februari 2000;

Gelet op de beraadslaging van de Regering van 3 februari 2000 betreffende de aanvraag aan de Raad van State om binnen een termijn van ten hoogste één maand een advies uit te brengen;

Gelet op het advies nr. L.30.214/3 van de Raad van State, gegeven op 4 juli 2000 met toepassing van artikel 84, lid 1, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister-President, Minister van Werkgelegenheid, Gehandicaptenbeleid, Media en Sport;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Definities Definitie

Artikel 1.Voor de toepassing van dit decreet verstaat men onder « decreet » het decreet over de media van 26 april 1999. HOOFDSTUK II. - Vergunningsprocedure m.b.t. de uitzending van televisieprogramma's Indiening van de aanvraag

Art. 2.Een handelsmaatschappij die een vergunning om televisieprogramma's uit te zenden aanvraagt, dient de aanvraag per aangetekende brief in.

Inhoud van de aanvraag

Art. 3.De aanvraag omvat alle in artikel 2, § 2, 4°, van het decreet vermelde documenten, alsmede een schriftelijke verbintenis het decreet en zijn uitvoeringsbepalingen na te leven.

Indien de Regering vaststelt dat de aanvraag onvolledig is, kan zij bijkomende documenten vorderen waaruit blijkt dat de aanvrager aan de in artikel 2, § 2, 1° tot 3°, van het decreet vermelde voorwaarden voldoet.

Advies van de Mediaraad

Art. 4.De Regering maakt de volledige aanvraag aan de Mediaraad over, die met toepassing van artikel 54, § 1, 1 a van het decreet een advies uitbrengt.

Beslissingstermijn en beslissing

Art. 5.Binnen 60 dagen na ontvangst van het door de Mediaraad uitgebrachte advies of na het verstrijken van de termijn bepaald in artikel 54, § 2, lid 2, van het decreet betekent de Regering haar beslissing aan de aanvrager. HOOFDSTUK III. - Vergunning voor andere diensten dan radio-omroepdiensten en televisiediensten Vergunningsvoorwaarden

Art. 6.Om een vergunning voor een andere dan een radio-omroepdienst of televisiedienst te verkrijgen, dient een rechtspersoon aan volgende voorwaarden te voldoen : 1° de rechtspersoon moet als handelsmaatschappij opgericht zijn;2° zijn zetel is bevestigd in België. Het wordt geacht het geval te zijn als volgende voorwaarden vervuld zijn : a) zijn hoofdkantoor bevindt zich in België en de inhoudelijke en redactionele beslissingen m.b.t. de aangeboden dienst worden in België genomen; b) zijn hoofdkantoor bevindt zich in België, de inhoudelijke en redactionele beslissingen m.b.t. de aangeboden dienst worden genomen in een andere lidstaat van de Europese Gemeenschap of in een staat die ondertekende partij is van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte - of andersom - en slechts een aanzienlijk deel van het personeel is in België werkzaam; c) zijn hoofdkantoor bevindt zich in België, de inhoudelijke en redactionele beslissingen m.b.t. de aangeboden dienst worden genomen in een andere lidstaat van de Europese Gemeenschap of in een staat die ondertekende partij is van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte en een aanzienlijk deel van het personeel is tegelijk in beiden staten werkzaam; d) de televisieomroeporganisatie heeft haar hoofdkantoor in België, de inhoudelijke en redactionele beslissingen m.b.t. de aangeboden dienst worden genomen in een andere lidstaat van de Europese Gemeenschap of in een staat die ondertekende partij is van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte - of andersom -, een aanzienlijk deel van het bij de televisieomroepactiviteiten betrokken personeel is in geen van deze staten werkzaam, de televisieomroeporganisatie is echter met haar omroepactiviteiten volgens het Belgische rechtsstelsel begonnen en onderhoudt een duurzame en reële band met de Belgische economie; e) zijn hoofdkantoor bevindt zich in België, de inhoudelijke en redactionele beslissingen m.b.t. de aangeboden dienst worden in een derde staat genomen - of andersom - en een aanzienlijk deel van het personeel is in België werkzaam; f) de letters a) tot e) zijn niet van toepassing op de handelsmaatschappij en deze gebruikt een door België toegekende frequentie;g) de letters a) tot e) zijn niet van toepassing op de handelsmaatschappij, deze gebruikt geen door een andere lidstaat van de Europese Gemeenschap of door een staat die ondertekende partij is van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte toegekende frequentie, maakt echter gebruik van een satellietcapaciteit behorende tot België;h) de letters a) tot e) zijn niet van toepassing op de handelsmaatschappij, deze gebruikt geen door een andere lidstaat van de Europese Gemeenschap of door een staat die ondertekende partij is van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte toegekende frequentie of satellietcapaciteit, maakt echter gebruik van een aarde-satelliet-verbinding in België;i) de letters a) tot h) zijn niet van toepassing op de handelsmaatschappij en deze is in België gevestigd overeenkomstig de artikels 52 en volgenden van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap; 3° ofwel moet de handelsmaatschappij haar hoofdkantoor in het Duitse taalgebied hebben, ofwel moeten de inhoudelijke en redactionele beslissingen m.b.t. de aangeboden dienst daar worden genomen; 4° de dienst omvat een aanzienlijk aanbod op commercieel, vormend, sociaal en cultureel gebied;5° de handelsmaatschappij dient jaarlijks een activiteitsverslag bij de Regering in. Indiening van de aanvraag

Art. 7.De handelsmaatschappij dient een aanvraag om vergunning per aangetekende brief in.

Inhoud van de aanvraag

Art. 8.De aanvraag bevat informatie over de rechtsvorm en omvat ook de statuten, de balansen en de jaarrekeningen over de laatste drie dienstjaren, de precieze samenstelling van het aandelenkapitaal en van de bestuursapparaten of de desbetreffende stukken, een omstandige inhoudelijke omschrijving van de aangeboden dienst, de wijze waarop deze aan de gebruiker wordt doorgegeven, de eventuele prijzen en taksen, de desgevallend al verleende vergunningen alsmede alle gegevens die voor de behandeling van de aanvraag dienstig kunnen zijn en een schriftelijke verbintenis het decreet en zijn uitvoeringsbepalingen na te leven.

Indien de Regering vaststelt dat de aanvraag onvolledig is, kan zij bijkomende documenten vorderen waaruit blijkt dat de aanvrager aan de in artikel 6 vermelde voorwaarden voldoet.

Advies van de Mediaraad

Art. 9.De Regering maakt de volledige aanvraag aan de Mediaraad over, die met toepassing van artikel 54, § 1, 1 c van het decreet een advies uitbrengt.

Beslissingstermijn en beslissing

Art. 10.Binnen 60 dagen na ontvangst van het door de Mediaraad uitgebrachte advies of na het verstrijken van de termijn bepaald in artikel 54, § 2, lid 2, van het decreet betekent de Regering haar beslissing aan de aanvrager.

Draagwijdte van de vergunning

Art. 11.De vergunning is persoonlijk en mag aan een derde slechts overgedragen worden na schriftelijk akkoord van de Regering.

Geldigheidsduur van de vergunning

Art. 12.De vergunning is geldig tot het einde van het twaalfde kalenderjaar dat volgt op de uitreiking ervan. Ze wordt vervolgens stilzwijgend verlengd met opeenvolgende periodes van zes jaar, behoudens intrekking door de Regering of opzegging door de rechtspersoon. De intrekking of opzegging is te betekenen bij aangetekende brief in de loop van het eerste semester van het laatste jaar waar de vergunning geldig is. HOOFDSTUK IV. - Vergunningsprocedure m.b.t. het aanleggen en het exploiteren van kabelnetten Indiening van de aanvraag

Art. 13.Een rechtspersoon die een vergunning voor het aanleggen en het exploiteren van een kabelnet aanvraagt, dient de aanvraag per aangetekende brief in.

Inhoud van de aanvraag

Art. 14.De aanvraag omvat alle in artikel 20, § 2, 2°, van het decreet vermelde documenten, alsmede een schriftelijke verbintenis het decreet en zijn uitvoeringsbepalingen na te leven.

Indien de Regering vaststelt dat de aanvraag onvolledig is, kan zij bijkomende documenten vorderen waaruit blijkt dat de aanvrager aan de in artikel 2, § 2, 1°, van het decreet vermelde voorwaarden voldoet.

Advies van de Mediaraad

Art. 15.De Regering maakt de volledige aanvraag aan de Mediaraad over, die met toepassing van artikel 54, § 1, 1 d van het decreet een advies uitbrengt.

Beslissingstermijn en beslissing

Art. 16.Binnen 60 dagen na ontvangst van het door de Mediaraad uitgebrachte advies of na het verstrijken van de termijn bepaald in artikel 54, § 2, lid 2 van het decreet betekent de Regering haar beslissing aan de aanvrager. HOOFDSTUK V. - Concessie van technische uitzendingsinfrastructuren Indiening van de aanvraag

Art. 17.Een televisieomroeporganisatie die een concessie van technische uitzendingsinfrastructuren aanvraagt, dient de aanvraag per aangetekende brief in.

Inhoud van de aanvraag

Art. 18.De aanvraag omvat : 1° de vergunning van de televisieomroeporganisatie verleend door een Belgische overheid, een andere lidstaat van de Europese Unie of een staat die ondertekende partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte;2° gegevens over de rechtsvorm en de statuten, de balansen en jaarrekeningen over de laatste drie dienstjaren, de precieze samenstelling van het aandelenkapitaal en van de bestuursapparaten of de desbetreffende stukken, het programmaschema, de wijze waarop de dienst aan de gebruiker wordt doorgegeven, een omstandige inhoudelijke omschrijving van het project, de desgevallend al verleende vergunningen alsmede alle gegevens die voor de behandeling van de aanvraag dienstig kunnen zijn en een schriftelijke verbintenis het decreet en zijn uitvoeringsbepalingen na te leven. Indien de Regering vaststelt dat de aanvraag onvolledig is, kan zij bijkomende documenten vorderen.

Beslissingstermijn en beslissing

Art. 19.Binnen 60 dagen na ontvangst van de volledige aanvraag, betekent de Regering haar beslissing aan de aanvrager. HOOFDSTUK VI. - Vergunning voor private radio's Indiening van de aanvraag

Art. 20.Een rechtspersoon die een vergunning voor een private radio aanvraagt, dient de aanvraag per aangetekende brief in.

Inhoud van de aanvraag

Art. 21.De aanvraag omvat volgende inlichtingen : 1° de rechtsvorm van de aanvrager, de statuten, desgevallend de balansen en jaarrekeningen van de laatste drie dienstjaren alsmede de precieze samenstelling van het aandelenkapitaal en de samenstelling van de bestuursapparaten;2° de benaming van de private radio;3° de opstelplaats van de productie- en zendinstallaties;4° de merk en het type van de zender alsmede zijn homologatienummer of een meetverslag conform de door de bevoegde federale overheid vastgelegde regels; 5° de merk, het type en de kenmerken van de antenne alsmede haar maximale hoogte, berekend t.o.v. van de grond; 6° het type en de lengte van de kabels tussen zender en antenne;7° het geplande programmaschema;8° de herkenningsmelodie;9° indien nieuwsuitzendingen worden uitgezonden, de naam van de beroepsjournalist(en) of van de personen die onder de voorwaarden werken die het mogelijk maken beroepjournalist te worden overeenkomstig de wet van 30 december 1963 betreffende de erkenning en de bescherming van de titel van beroepsjournalist, die op het ogenblik van de aanvraag zich schriftelijk verantwoordelijk verklaart/verklaren voor het uitgezonden nieuws;10° een verbintenis elke personeelswijziging omtrent de in de zin van punt 9° verantwoordelijke beroepsjournalisten onmiddellijk bij naam en schriftelijk mede te delen;11° een schriftelijke verbintenis het decreet en zijn uitvoeringsbepalingen na te leven. Indien de Regering vaststelt dat de aanvraag onvolledig is, kan zij bijkomende documenten vorderen.

Advies van de Mediaraad

Art. 22.De Regering maakt de volledige aanvraag aan de Mediaraad mede, die met toepassing van artikel 54, § 1, 1 j van het decreet een advies uitbrengt.

Beslissingstermijn en beslissing

Art. 23.Binnen 60 dagen na ontvangst van het door de Mediaraad uitgebrachte advies betekent de Regering haar beslissing aan de aanvrager.

Vermelding van de beroepsjournalisten

Art. 24.In geval van nieuwsuitzendingen wordt de naam van de verantwoordelijke beroepsjournalist(en) overeenkomstig artikel 21, 9° vermeld op het ogenblik waar het in artikel 40, 5° vermelde activiteitsverslag wordt afgegeven. HOOFDSTUK VII. - Bescherming en luister van de Duitse taal en luister van de Duitstalige Gemeenschap in de vergunde televisieprogramma's Afsluiting van de overeenkomst

Art. 25.Parallel tot de vergunning om een televisieprogramma uit te zenden, sluit de Regering met de televisieomroeporganisatie een overeenkomst betreffende de luister van de Duitstalige Gemeenschap en de bescherming en de luister van de Duitse taal.

Inhoud van de overeenkomst

Art. 26.§ 1. De overeenkomst omvat de verbintenis van de televisieomroeporganisatie een bepaald procentueel aandeel zendingen in het Duits door te geven.

Het aandeel dat o.a. naar de aard van het programma wordt vastgelegd, ligt tussen 10 % en 50 %. Het aandeel wordt maandelijks bepaald. De overeenkomst kan ook het ogenblik van de uitzending nader bepalen. § 2. De overeenkomst omvat de verbintenis van de televisieomroeporganisatie in een bepaald aandeel van de zendingen rekening te houden met de in de Duitstalige Gemeenschap erkende of gesubsidieerde culturele exploitanten alsmede met de kunstenaars van de Duitstalige Gemeenschap. § 3. De overeenkomst omvat de verbintenis van de televisieomroeporganisatie zendingen over de Duitstalige Gemeenschap door te geven. § 4. De in de §§ 2 en 3 vermelde aandelen die o.a. naar de aard van het programma worden vastgelegd, bedragen te zamen tussen 5 en 25 %.

De aandelen worden wekelijks bepaald. De overeenkomst kan ook het ogenblik van de uitzending nader bepalen.

Aanpassing

Art. 27.De overeenkomst kan tijdens de geldigheidsduur van de vergunning m.b.t. het televisieprogramma aangepast worden. HOOFDSTUK VIII. - Herwaardering van de cultuur en van de kunstenaars van de Duitstalige Gemeenschap en van de naburige streken door private radio's Overeenkomst

Art. 28.Parallel tot de toelating als private radio sluit de Regering met de private radio een overeenkomst over de herwaardering van de cultuur en van de kunstenaars van de Duitstalige Gemeenschap en van de naburige streken.

De overeenkomst omvat de verplichting voor de private radio's dagelijks tussen 6 en 22 uur in een bepaald aandeel van de zendingen de in de Duitstalige Gemeenschap erkende culturele exploitanten alsmede de kunstenaars van de Duitstalige Gemeenschap en van de naburige streken te herwaarderen.

Het aandeel dat o.a. naar de aard van de radio en van het programma wordt vastgelegd, ligt tussen 5 en 25 %. HOOFDSTUK IX. - Subsidiëring van private radio's voor de uitwerking van nieuwsuitzendingen Subsidie

Art. 29.Een private radio krijgt binnen de perken van de beschikbare begrotingsmiddelen een subsidie voor de loon of erelonen van een beroepsjournalist die op bevel van de radio nieuwsuitzendingen uitwerkt.

Subsidiëringsvoorwaarden

Art. 30.Volgende subsidiëringsvoorwaarden zijn van toepassing : 1. De journalist is een beroepsjournalist of een persoon die onder de voorwaarden werkt die het mogelijk maken beroepsjournalist te worden overeenkomstig de wet van 30 december 1963 betreffende de erkenning en de bescherming van de titel van beroepsjournalist.2. De journalist heeft een arbeidsovereenkomst of een dienstenovereenkomst met de private radio afgesloten.3. Per dag geeft de private radio ten minste 8 nieuwsuitzendingen van telkens tenminste 3 minuten, uitgewerkt onder de verantwoordelijkheid van de journalist voor wiens loon of ereloon een subsidie wordt toegekend. Subsidiebedrag

Art. 31.De subsidie voor de private radio's bestaat uit een dagelijks forfaitair bedrag van 2 400 F; de Regering kan dit bedrag met een coëfficiënt vermenigvuldigen met het oog op zijn aanpassing aan de beschikbare begrotingsmiddelen.

Bewijs van de subsidiëring

Art. 32.De private radio's dienen alle nuttige bewijsstukken alsmede een afschrift van de arbeidsovereenkomst of van de dienstenovereenkomst in. HOOFDSTUK X. - Opheffings- en slotbepalingen Opheffing

Art. 33.Het besluit van de Executieve van de Duitstalige Gemeenschap van 9 juli 1987 betreffende de erkenning van de vrije lokale zenders wordt opgeheven.

Inwerkingtreding

Art. 34.Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt aangenomen.

Uitvoering

Art. 35.De Minister bevoegd inzake Media is belast met de uitvoering van dit besluit.

Eupen, 7 september 2000.

Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap : De Minister-President, Minister van Werkgelegenheid, Gehandicaptenbeleid, Media en Sport, K.-H. LAMBERTZ

^