gepubliceerd op 26 oktober 2010
Decreet houdende wijziging van sommige bepalingen van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie om het bestuur op plaatselijk niveau te versterken
6 OKTOBER 2010. - Decreet houdende wijziging van sommige bepalingen van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie om het bestuur op plaatselijk niveau te versterken
Het Waals Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :
Artikel 1.In het eerste deel, boek I, titel II, hoofdstuk V, van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie worden de artikelen L1125-11 en L1125-12 ingevoegd, luidend als volgt : "Art. L1125-11. Onverminderd artikel L1531-2, § 6, mag een lid van een gemeentecollege van een aangesloten gemeente geen zitting hebben als vast lid binnen een bestuursorgaan van een intercommunale.
Art. L1125-12. Een gemeenteraadslid of een lid van het gemeentecollege mag niet meer dan drie bezoldigde mandaten van bestuurder bezitten in een intercommunale.
In de zin van dit artikel wordt verstaan onder bezoldigd mandaat, het mandaat waarvoor de houder ervan werkelijk een bezoldiging krijgt.
Het aantal mandaten wordt berekend door optelling van de bezoldigde mandaten die binnen de intercommunales bezeten worden, vermeerderd, in voorkomend geval, met de bezoldigde mandaten waarover de verkozene in die instellingen zou beschikken in zijn hoedanigheid van raadslid voor maatschappelijk welzijn of van provincieraadslid.".
Art. 2.In het tweede deel, boek II, titel I, hoofdstuk II, van hetzelfde wetboek worden de artikelen L2212-81ter en L2212-81quater ingevoegd, luidend als volgt : "Art. L2212-81ter. Onverminderd artikel L1531-2, § 6, mag een lid van een provinciecollege van een aangesloten provincie geen zitting hebben als vast lid binnen een bestuursorgaan van een intercommunale.
Art. L2212-81quater. Een provincieraadslid of een lid van een provinciecollege mag niet meer dan drie bezoldigde mandaten van bestuurder bezitten in een intercommunale.
In de zin van dit artikel wordt verstaan onder bezoldigd mandaat, het mandaat waarvoor de houder ervan werkelijk een bezoldiging krijgt.
Het aantal mandaten wordt berekend door optelling van de bezoldigde mandaten die binnen de intercommunales bezeten worden, vermeerderd, in voorkomend geval, met de bezoldigde mandaten waarover de verkozene in die instellingen zou beschikken in zijn hoedanigheid van gemeenteraadslid of van raadslid voor maatschappelijk welzijn."
Art. 3.Artikel L1125-2, van hetzelfde Wetboek, wordt aangevuld met een punt 4° en een punt 5°, luidend als volgt : "4° de ambtenaren-generaal onderworpen aan de mandaatregeling binnen de diensten van de federale Regering, de Regering van een Gewest of een Gemeenschap en de instellingen van openbaar nut die ervan afhangen; 5° de titularissen van een ambt binnen een instelling van openbaar nut en dat erin bestaat de algemene leiding erover te waarborgen."
Art. 4.Artikel L2212-77, § 1, van hetzelfde Wetboek, wordt aangevuld met een punt 4° en een punt 5°, luidend als volgt : "4° de ambtenaren-generaal onderworpen aan de mandaatregeling binnen de diensten van de federale Regering, de Regering van een Gewest of een Gemeenschap en de instellingen van openbaar nut die ervan afhangen; 5° de titularissen van een ambt binnen een instelling van openbaar nut en dat erin bestaat de algemene leiding erover te waarborgen."
Art. 5.Dit decreet treedt in werking de eerste dag van de maand die volgt op de datum van bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
De mandatarissen die op de datum van inwerkingtreding van dit decreet in een toestand van onverenigbaarheid in de zin van dit decreet verkeren, moeten uiterlijk op 31 december 2012 hieraan een einde stellen.
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Namen, 6 oktober 2010.
De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken, J.-M. NOLLET De Minister van Begroting, Financiën, Tewerkstelling, Vorming en Sport, A. ANTOINE De Minister van Economie, K.M.O.'s, Onderzoek en Nieuwe Technologieën, J.-C. MARCOURT De Minister van de Plaatselijke Besturen en de Stad, P. FURLAN De Minister van Gezondheid, Sociale Actie en Gelijke Kansen, E. TILLIEUX De Minister van Leefmilieu, Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit, Ph. HENRY De Minister van Openbare Werken, Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Natuur, Bossen en Erfgoed, B. LUTGEN _______ Nota (1) Zitting 2009-2010. Stukken van het Waals Parlement, 216 (2009-2010). Nrs. 1 tot 3.
Volledig verslag, openbare vergadering van 6 oktober 2010.
Bespreking - Stemmingen