gepubliceerd op 13 juni 2022
Decreet tot wijziging van het decreet van 3 mei 2019 houdende de organisatie van buitenschoolse opvang en de afstemming tussen buitenschoolse activiteiten, wat betreft de betalingsregeling en de overgangsbepalingen
6 MEI 2022. - Decreet tot wijziging van het decreet van 3 mei 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/05/2019 pub. 27/06/2019 numac 2019013072 bron vlaamse overheid Decreet houdende de organisatie van buitenschoolse opvang en de afstemming tussen buitenschoolse activiteiten sluiten houdende de organisatie van buitenschoolse opvang en de afstemming tussen buitenschoolse activiteiten, wat betreft de betalingsregeling en de overgangsbepalingen (1)
Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt: DECREET tot wijziging van het
decreet van 3 mei 2019Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
03/05/2019
pub.
27/06/2019
numac
2019013072
bron
vlaamse overheid
Decreet houdende de organisatie van buitenschoolse opvang en de afstemming tussen buitenschoolse activiteiten
sluiten houdende de organisatie van buitenschoolse opvang en de afstemming tussen buitenschoolse activiteiten, wat betreft de betalingsregeling en de overgangsbepalingen
Artikel 1.Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid.
Art. 2.In artikel 12 van het decreet van 3 mei 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/05/2019 pub. 27/06/2019 numac 2019013072 bron vlaamse overheid Decreet houdende de organisatie van buitenschoolse opvang en de afstemming tussen buitenschoolse activiteiten sluiten houdende de organisatie van buitenschoolse opvang en de afstemming tussen buitenschoolse activiteiten worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het tweede lid wordt vervangen door wat volgt: "Het lokaal bestuur besteedt een deel van de toegekende subsidie, vermeld in het eerste lid, aan het aanbod van kleuteropvang met een kwaliteitslabel."; 2° het derde lid wordt opgeheven;3° in het vierde lid wordt tussen de woorden "bepaalt de nadere regels" en de woorden "en stelt vast wat wordt verstaan onder" de zinsnede ", waaronder het deel van de subsidie, vermeld in het tweede lid, dat het lokaal bestuur moet besteden aan kleuteropvang met een kwaliteitslabel," ingevoegd;4° in het vierde lid wordt de zinsnede ", vermeld in het tweede lid," opgeheven.
Art. 3.Aan artikel 13, eerste lid, van hetzelfde decreet wordt de zinsnede "met uitzondering van artikel 9 van dat decreet" toegevoegd.
Art. 4.Artikel 15 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt: "
Art. 15.Het lokaal bestuur geeft in zijn meerjarenplanning aan wat de gekozen beleidsopties zijn met betrekking tot het continueren van het aanbod van kleuteropvang en opvang lager onderwijs na afloop van de overgangstermijn, vermeld in artikel 17, eerste lid.
Na afloop van de overgangstermijn, vermeld in artikel 17, eerste lid, wordt minstens 75% van de toegekende subsidie, vermeld in artikel 12, aan de realisatie van het aanbod van kleuteropvang en opvang lager onderwijs besteed. Dit gedurende een periode van zes jaar.
De Vlaamse Regering bepaalt, voor wat het tweede lid betreft, de nadere regels, minstens de manier waarop het lokaal bestuur deze opdracht opneemt en hierover rapporteert en wat verstaan wordt onder de realisatie van het aanbod van kleuteropvang en opvang lager onderwijs.".
Art. 5.Artikel 16 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt: "
Art. 16.Als de Vlaamse Regering gedurende de overgangstermijn, vermeld in artikel 17, eerste lid, een subsidie als vermeld in artikel 12 toekent aan lokale besturen, wordt de bestaande subsidie, vermeld in artikel 17, eerste lid, daarin verrekend en worden de indicatoren, vermeld in artikel 12, eerste lid, 3° en 4°, niet toegepast bij de bepaling van het subsidiebedrag, maar wordt wel rekening gehouden met het kansarmoedepercentage bij de selectie van lokale besturen die in aanmerking komen voor een subsidie.
De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels, minstens hoe de verrekening gebeurt, wat verstaan wordt onder het kansarmoedepercentage en hoe het kansarmoedepercentage meetelt bij de selectie van lokale besturen.".
Art. 6.In artikel 17, eerste lid, van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° tussen de woorden "De organisator die een subsidie" en de woorden "als vermeld in de onderstaande besluiten" worden de woorden "voor aanbod buitenschoolse opvang" ingevoegd;2° de woorden "van zes jaar" worden vervangen door de zinsnede "van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2025";3° aan punt 4° wordt de zinsnede "en de besluiten van de Vlaamse Regering ter uitvoering van het zesde Vlaams intersectoraal akkoord van 30 maart 2021" toegevoegd.
Art. 7.In hetzelfde decreet wordt een artikel 17/1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "
Art. 17/1.Na afloop van de overgangstermijn, vermeld in artikel 17, eerste lid, krijgen de lokale besturen van de gemeenten die een substantieel subsidieverlies lijden ten opzichte van de subsidies die op grond van artikel 17, eerste lid, aan de organisatoren werden verleend, een gedeeltelijke compensatie. Dit gedurende een periode van vier jaar.
Van het totale beschikbare budget voor de subsidie, vermeld in artikel 12, wordt 10% ingezet voor deze compensatie.
Na afloop van de overgangstermijn, vermeld in artikel 17, eerste lid, worden de indicatoren, vermeld in artikel 12, eerste lid, 3° en 4°, niet toegepast bij de bepaling van het subsidiebedrag, maar wordt het subsidiebedrag wel mee gebaseerd op het kansarmoedepercentage in verhouding tot het aantal gezinnen binnen de gemeente. Dit gedurende een periode van vier jaar.
De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels, minstens de uitwerking van de compensatieregeling en wat verstaan wordt onder het kansarmoedepercentage, vermeld in het derde lid.".
Art. 8.Dit decreet treedt in werking op 1 januari 2022, met uitzondering van: 1° artikel 2, 3 en 5, die uitwerking hebben met ingang van 1 september 2021;2° artikel 6, derde lid, dat uitwerking heeft met ingang van 1 april 2021. Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 6 mei 2022.
De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding, W. BEKE _______ Nota (1) Zitting 2021-2022 Documenten: - Ontwerp van decreet : 1150 - Nr.1 - Verslag : 1150 - Nr. 2 - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 1150 - Nr. 3 Handelingen - Bespreking en aanneming: Vergadering van 4 mei 2022.