Etaamb.openjustice.be
Decreet van 06 december 2001
gepubliceerd op 22 januari 2002

Decreet betreffende de instandhouding van de Natura 2000-gebieden alsook van de wilde fauna en flora

bron
ministerie van het waalse gewest
numac
2002027035
pub.
22/01/2002
prom.
06/12/2001
ELI
eli/decreet/2001/12/06/2002027035/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

6 DECEMBER 2001. - Decreet betreffende de instandhouding van de Natura 2000-gebieden alsook van de wilde fauna en flora (1)


De Waalse Gewestraad heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Een artikel 1bis, luidend als volgt, wordt ingevoegd in de wet van 12 juli 1973 op het natuurbehoud : «

Art. 1bis.In de zin van deze wet dient te worden verstaan onder : 1° instandhouding : een geheel van maatregelen die nodig zijn voor het behoud of herstel van natuurlijke habitats en populaties van wilde dier- en plantensoorten in een gunstige staat van instandhouding als bedoeld in punten 6° en 10°;2° natuurlijke habitats : de land- of waterzones die dankzij hun geografische en abiotische kenmerken en natuurlijke kolonisatiemogelijkheden de aanwezigheid of de voortplanting van populaties van soorten wilde fauna of flora mogelijk maken.De habitats worden "natuurlijk" genoemd, of ze al dan niet door mensenhand tot stand zijn gekomen; 3° typen natuurlijke habitats van communautair belang : typen natuurlijke habitats die, op het Europese grondgebied van de Lidstaten van de Europese Gemeenschappen : a.hetzij gevaar lopen in hun natuurlijke verspreidingsgebied te verdwijnen; b. hetzij een beperkt natuurlijk verspreidingsgebied hebben ten gevolge van hun achteruitgang of wegens hun intrinsiek beperkte areaal;c. hetzij opmerkelijke voorbeelden zijn van één of meer van de volgende vijf biogeografische regio's : Alpien gebied, Atlantische zone, continentale zone, Macaronesië en Middellandse-Zeegebied. Deze typen habitats zijn opgenomen in bijlage VIII; 4° prioritaire typen natuurlijke habitats : de typen natuurlijke habitats die in bijlage VIII met een sterretje (*) zijn gemerkt;5° staat van instandhouding van een natuurlijke habitat : de som van de invloeden die op de betrokken natuurlijke habitat en de daar voorkomende populaties van typische soorten inwerken en op lange termijn een verandering kunnen bewerkstelligen in de natuurlijke verspreiding, de structuur en de functies van die habitat of die van invloed kunnen zijn op het voortbestaan op lange termijn van de betrokken populaties van typische soorten op het Europese grondgebied van de Lidstaten van de Europese Gemeenschappen;6° gunstige staat van instandhouding van een natuurlijke habitat : die staat wordt bereikt wanneer tegelijk : a.het natuurlijke verspreidingsgebied van de habitat en de oppervlakte van die habitat binnen dat gebied stabiel zijn of toenemen; b. de voor behoud op lange termijn nodige specifieke structuur en functies bestaan en in de afzienbare toekomst vermoedelijk zullen blijven bestaan;c. de staat van instandhouding van de voor die habitat typische soorten gunstig is als bedoeld in punt 10°;7° soorten van communautair belang : soorten die op het Europese grondgebied van de Lidstaten van de Europese Gemeenschappen : a.hetzij bedreigd zijn, uitgezonderd de soorten waarvan het natuurlijke verspreidingsgebied slechts een marginaal gedeelte van dat grondgebied beslaat en die in het west-palearctische gebied niet bedreigd of kwetsbaar zijn; b. hetzij kwetsbaar zijn, dat wil zeggen waarvan het waarschijnlijk wordt geacht dat zij in de naaste toekomst bij voortbestaan van de bedreigende factoren zullen overgaan naar de categorie van bedreigde soorten;c. hetzij zeldzaam zijn, dat wil zeggen waarvan de populaties van kleine omvang zijn en die, hoewel zij momenteel noch bedreigd noch kwetsbaar zijn, in die situatie dreigen te komen. Deze soorten leven in geografische gebieden die van beperkte omvang zijn, of zijn over een grotere oppervlakte versnipperd; d. hetzij endemisch zijn en bijzondere aandacht vereisen wegens het specifieke karakter van hun habitat en/of de potentiële gevolgen van hun exploitatie voor hun staat van instandhouding. Deze soorten zijn opgenomen in één of meer van volgende bijlagen : bijlage II, punt a., bijlage IV, bijlage VI, punt a., bijlage IX; 8° prioritaire soorten : soorten die in bijlagen I, IX en XI met een sterretje (*) gemerkt zijn;9° staat van instandhouding van een soort : het effect van de som van de invloeden die op de betrokken soort inwerken en op lange termijn een verandering kunnen bewerkstelligen in de verspreiding en de grootte van de populaties van die soort op het Europese grondgebied van de Lidstaten van de Europese Gemeenschappen;10° gunstige staat van instandhouding van een soort : staat bereikt wanneer tegelijk : a.uit populatiedynamische gegevens blijkt dat de betrokken soort nog steeds een levensvatbare component is van de natuurlijke habitat waarin hij voorkomt, en dat vermoedelijk op lange termijn zal blijven; b. het natuurlijke verspreidingsgebied van die soort niet kleiner wordt of binnen afzienbare tijd lijkt te zullen worden;c. er een voldoende grote natuurlijke habitat bestaat en waarschijnlijk zal blijven bestaan om de populaties van die soort op lange termijn in stand te houden, waarbij bedoelde habitat in een gunstige staat van instandhouding behouden dan wel hersteld wordt;11° specimen : elk van oorsprong wild dier of elke van oorsprong wilde plant, levend of dood, van de in de bijlagen I, II, III, IV, VI en VII genoemde soorten, elk deel van een dier of plant van deze soorten of elk daaruit verkregen product, alsmede alle andere goederen, voor zover uit een begeleidend document, de verpakking, een merk of etiket, of uit andere omstandigheden blijkt dat het gaat om delen van dieren of planten van deze soorten of daaruit verkregen producten;12° gebied : een geografisch bepaalde zone, waarvan de oppervlakte duidelijk is afgebakend;13° gebied van communautair belang : een gebied dat opgenomen is op de lijst van de gebieden van communautair belang en dat er in de biogeografische regio of regio's waartoe het behoort, significant toe bijdraagt een type natuurlijke habitat van bijlage VIII of een populatie van een soort van bijlage IX in een gunstige staat van instandhouding te behouden of te herstellen en ook significant kan bijdragen tot de samenhang van het Natura 2000-netwerk, en/of significant bijdraagt tot de instandhouding van de biologische diversiteit in de betrokken biogeografische regio of regio's. Wat betreft de diersoorten met een groot territorium, komen de gebieden van communautair belang overeen met de plaatsen, binnen het natuurlijke verspreidingsgebied van die soorten, die de fysische en biologische elementen vertonen welke voor hun leven en voortplanting essentieel zijn; 14° lijst van de gebieden van communautair belang : lijst vastgesteld door de Commissie van de Europese Gemeenschappen krachtens artikel 4, § 2, derde lid, van de richtlijn 92/43/EEG;15° speciale beschermingszone : een door de Lidstaten van de Europese Gemeenschappen bij een wettelijk, bestuursrechtelijk en/of op een overeenkomst berustend besluit aangewezen gebied van communautair belang waarin de instandhoudingsmaatregelen worden toegepast die nodig zijn om de natuurlijke habitats en/of de populaties van de soorten waarvoor het gebied is aangewezen, in een gunstige staat van instandhouding te behouden of te herstellen. In het Waalse Gewest stemmen de speciale beschermingszones overeen met de Natura 2000-gebieden, die uitgekozen zijn als gebied van communautair belang en waarvoor de actieve beheersregeling wordt ingesteld; 16° speciaal beschermd gebied : gebied, aangewezen door de Lidstaten van de Europese Gemeenschappen, dat bijdraagt tot de instandhouding van de vogelsoorten opgenomen in bijlage I bij de richtlijn 79/409/EEG, alsook van de niet in in bijlage I bij voornoemde richtlijn genoemde en geregeld voorkomende trekvogels en waarbij rekening wordt gehouden met de instandhoudingsbehoeften ten aanzien van hun broed -, rui- en overwinteringsgebieden en rustplaatsen in hun trekzones;17° Natura 2000-netwerk : coherent Europees netwerk samengesteld uit het geheel van de speciale beschermingszones en de speciaal beschermde gebieden aangewezen door de Lidstaten van de Europese Gemeenschappen;18° Natura 2000-gebied : gebied aangewezen door het Waalse Gewest overeenkomstig artikel 26, § 1 en § 2, op basis van de criteria voorzien bij artikel 25, § 1, eerste lid, of de criteria voorzien bij artikel 25, § 2, eerste lid, en dat in aanmerking komt voor de bij of krachtens afdeling 3 van hoofdstuk III geregelde instandhoudingsregeling;19° preventieve regeling voor een Natura 2000-gebied : geheel van de maatregelen, ingesteld bij of krachtens de artikelen 28 en 29, om de beschadiging van de natuurlijke habitats, een belangrijke verstoring van de soorten waarvoor het gebied werd aangewezen of alle andere belangrijke schade aan het gebied te voorkomen;20° actieve beheersregeling voor een Natura 2000-gebied : geheel van de maatregelen om de typen natuurlijke habitats en de soorten waarvoor het gebied werd aangewezen, in een gunstige staat van instandhouding te houden of te herstellen;21° instandhoudingsregeling voor een Natura 2000-gebied : samenvoeging van de preventieve regeling en van de actieve beheersregeling voor het gebied;22° betrokken gemeente : gemeente waarvan het grondgebied geheel of gedeeltelijk overeenstemt met een Natura 2000-gebied;23° instandhoudingscommissie : commissie ingericht krachtens artikel 30;24° betrokken instandhoudingscommissie : instandhoudingscommissie waaronder een Natura 2000-gebied ressorteert;25° betrokken eigenaar : elke houder van een eigendomsrecht betreffende een onroerend goed gelegen in een Natura 2000-gebied;26° betrokken gebruiker : elke houder van een vruchtgebruiks-, erfpacht-, oppervlakte-, gebruiks-, wonings- of concessierecht, van een huurovereenkomst met vaste dagtekening of van een pacht betreffende een onroerend goed gelegen in een Natura 2000-gebied; 27° plan : beslissing waarbij de bestemming van bepaalde gedeelten van het Waalse grondgebied en de desbetreffende gebruikswijze worden vastgesteld d.m.v. bepalingen met regelgevende geldigheid, met inbegrip van : a. de plannen van aanleg en de stedenbouwkundige reglementen opgemaakt krachtens het "Code wallon de l'aménagement du territoire, de l'urbanisme et du patrimoine" (Waals Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium);b. de verkavelingsvergunningen toegekend krachtens het "Code wallon de l'aménagement du territoire, de l'urbanisme et du patrimoine";c. de classificatie van steenbergen krachtens het decreet van 9 mei 1985 betreffende de ontsluiting van de steenbergen;d. de programmering van de werken uitgevoerd door de wateringen krachtens de organische wet van 5 juli 1956;e. de planning bedoeld in de wetgeving betreffende de ruilverkaveling van landeigendommen;28° vergunning : individuele machtiging toegekend overeenkomstig de wetgeving toepasselijk in het Waalse Gewest voor een activiteit, een exploitatie, een bouw- of een kunstwerk, met inbegrip van : a.de vergunningen toegekend overeenkomstig titel I van het algemeen reglement voor de arbeidsbescherming, goedgekeurd bij het Regentsbesluit van 11 februari 1946; b. de vergunningen toegekend krachtens de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen;c. de vergunningen om steenbergen te ontsluiten, afgegeven krachtens het decreet van 9 mei 1985 betreffende de ontsluiting van de steenbergen;d. de vergunningen toegekend krachtens het decreet van 7 oktober 1985 inzake de bescherming van het oppervlaktewater tegen vervuiling;e. de onderzoeksvergunningen en de mijnconcessies voorzien bij het decreet van 7 juli 1988 op de mijnen;f. de winningsvergunningen afgegeven krachtens het decreet van 27 oktober 1988 op de groeven;g. de vergunningen toegekend krachtens het decreet van 30 april 1990 over de bescherming en de exploitatie van het grondwater en het tot drinkwater verwerkbaar water;h. de vergunningen toegekend krachtens het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen;i. de vergunningen toegekend krachtens het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning;j. de stedenbouwkundige vergunningen toegekend krachtens het "Code wallon de l'aménagement du territoire, de l'urbanisme et du patrimoine";29° richtlijn 92/43/EEG : richtlijn 92/43/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna;30° richtlijn 79/409/EEG : richtlijn 79/409/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 2 april 1979 inzake het behoud van de vogelstand;31° Verdrag van Bern : verdrag inzake het behoud van wilde dieren en planten en hun natuurlijk leefmilieu in Europa, aangenomen op 19 september 1979 te Bern.»

Art. 2.Hoofdstuk II van dezelfde wet wordt vervangen door wat volgt : "HOOFDSTUK II. - Bescherming van dier- en plantensoorten Adeling 1. - Bescherming van diersoorten Onderafdeling 1. - Bescherming van vogels

Art. 2.§ 1. Onder voorbehoud van paragraaf 3, worden alle gewone of mutante, levende, dode of opgezette vogels volledig beschermd, die toebehoren aan één van de op het Europese grondgebied natuurlijk in het wild levende vogelsoorten, met name die bedoeld in bijlage I, met inbegrip van de ondersoorten, rassen of variëteiten, ongeacht hun geografische oorsprong, alsook de vogels gekruist met een individu van die vogelsoorten. § 2. Die bescherming houdt de volgende verbodsbepalingen in : 1° een verbod om, ongeacht de gebruikte methode, de bedoelde vogels te strikken, te vangen of te doden;2° een verbod om deze vogels, met name gedurende de broedperiode en de periode waarin de jongen afhankelijk zijn, opzettelijk te storen, voor zover een dergelijke storing, gelet op de doelstellingen van deze onderafdeling, van wezenlijke invloed is;3° een verbod om opzettelijk hun nesten en eieren te vernielen, te beschadigen of te verstoren, om die weg te nemen of te rapen of om in de nesten te schieten;4° een verbod om vogels, hun eieren, hun broedsels of pluimen of enig deel van de vogel of enig gemakkelijk herkenbaar product dat uit deze vogel verkregen is of een product dat, volgens de verpakking of de reclame, specimens van één van de beschermde vogelsoorten bevat, in het bezit te hebben, af te staan, te koop aan te bieden, voor de koop te vragen, te verkopen, te kopen, te leveren, te vervoeren of door te voeren, voor het vervoer aan te bieden, met uitzondering van de verrichtingen die een invoer, een uitvoer of een doorvoer van niet-inheemse vogels uitmaken. § 3. De in § 2 bedoelde verbodsbepalingen zijn niet van toepassing op : 1° het pluimvee dat bestaat uit landbouwhuisdieren, d.w.z. vogels die gewoonlijk gebruikt worden als gebruiksdier voor de productie van vlees, eieren, pluimen of huiden; 2° de tamme duivenrassen;3° de mutanten en de hybriden die voortkomen uit de kruising van de soort Serinus canarius gekruist met een niet-beschermde vogelsoort;4° de vogelsoorten die bij artikel 1bis van de jachtwet van 28 februari 1882 niet als wild beschermd zijn. § 4. In afwijking van artikel 2, § 2, 4°, stelt de Regering de voorwaarden voor het houden van vogels vast met het oog op de bescherming van de vogelstand.

Onderafdeling 2. - Bescherming van andere groepen van diersoorten

Art. 2bis.§ 1. De volgende soorten zoogdieren, amfibieën, reptielen, vissen en ongewervelden worden volledig beschermd : 1° de soorten die strikt beschermd zijn krachtens bijlage IV, punt a., van richtlijn 92/43/EEG en van bijlage II van het Verdrag van Bern, waarvan de lijst in bijlage II, punt a, wordt opgenomen; 2° de soorten die in Wallonië beschermd zijn, waarvan de lijst in bijlage II, punt b, wordt opgenomen. § 2. Die bescherming houdt het volgende verbod in : 1° specimens van die soorten in de natuur te vangen en opzettelijk te doden;2° die soorten opzettelijk te verstoren, met namen tijdens de broedperiode, de periode waarin de jongen afhankelijk zijn, de overwinterings- en de trekperiode;3° eieren in de natuur opzettelijk te vernielen of te rapen of eieren van die soorten in het bezit te hebben;4° broed- of rustplaatsen of elke natuurlijke habitat waar die soorten leven in één van de stadia van hun biologische cyclus, aan te tasten of te vernielen;5° specimens die gewond, ziek of dood gevonden zouden worden, op te zetten, te verzamelen of te verkopen;6° de aan de natuur onttrokken specimens van die soorten in het bezit te hebben, te vervoeren, te ruilen, te verkopen of te kopen, te koop of in ruil aan te bieden, kosteloos af te staan, met inbegrip van opgezette dieren, uitgezonderd die welke wettelijk onttrokken werden vóór de datum van inwerkingtreding van deze bepaling alsook uitgezonderd de verrichtingen die een invoer, uitvoer of doorvoer van niet-inheemse diersoorten en van hun huiden uitmaken;7° specimens te vertonen in openbare plaatsen. De in punten 1°, 2°, 5°, 6° en 7°, van het vorige lid zijn van toepassing tijdens alle stadia in het leven van de in dit artikel bedoelde diersoorten, met inbegrip van eieren, nesten of gedeelten daarvan of van de specimens.

Art. 2ter.De in artikel 2bis, § 2, 1°, 2° en 3° bedoelde verbodsbepalingen zijn van toepassing op de soorten opgenomen in bijlage III, met uitzondering van het tijdelijk in het bezit hebben van amfibieën of van hun eieren tot pedagogische of wetenschappelijke doeleinden.

Het in het bezit hebben, de verkoop, de ruil, de koop of het te koop aanbieden van soorten opgenomen in bijlage III zijn eveneens verboden, alsook de verstoring of vernietiging van de voortplantingsplaatsen van zoogdieren.

Art. 2quater.Elke persoon die verantwoordelijk is voor het toevallig vangen of doden van specimens van één van de soorten die strikt beschermd zijn krachtens artikel 2bis, is verplicht om daar aangifte van te doen bij de door de Regering aangewezen dienst van het gewestelijk bestuur.

In voorkomend geval stelt de Regering de modaliteiten van de aangifte vast.

Art. 2quinquies.Wat betreft de vangst, het onttrekken of het doden van de in bijlage IV vermelde soorten wilde fauna en in de gevallen waarin, overeenkomstig afdeling 4, afwijkingen worden toegepast voor het onttrekken, het vangen of het doden van de in bijlagen II en III vermelde soorten, worden alle niet-selectieve middelen verboden die plaatselijk de verdwijning ten gevolge zouden kunnen hebben of de rust van de populaties van een soort ernstig zouden kunnen verstoren en in het bijzonder : 1° het gebruik van de in bijlage V, punt a, vermelde vangst- en doodmiddelen;2° elk vangst- en doodmiddel vanaf de in bijlage V, punt b, vermelde vervoermiddelen.

Art. 2sexies.In afwijking van artikel 2 bis worden te allen tijde toegelaten : 1° de verplaatsing op een korte afstand van soorten, nesten of eieren bedreigd door een dichtbijzijnd levensgevaar op voorwaarde dat de plaats waar ze neergelegd worden gelijkaardige kenmerken vertoont als die waar ze gevonden zijn en er in de onmiddellijke omgeving van ligt;2° het vervoer van een gewonde of achtergelaten soort naar een revalidatiecentrum voor de in het wild levende diersoorten. Afdeling 2. - Bescherming van plantensoorten

Art. 3.§ 1. De volgende plantensoorten worden in elk stadium van hun biologische cyclus volledig beschermd : 1° de soorten die strikt beschermd zijn overeenkomstig bijlage IV, punt b., van richtlijn 92/43/EEG en van bijlage I van het Verdrag van Bern, waarvan de lijst in bijlage VI, punt a., is opgenomen; 2° de soorten die in Wallonië bedreigd zijn, waarvan de lijst in bijlage VI, punt b, is opgenomen. § 2. Die bescherming houdt het volgende verbod in : 1° specimens van die soorten in de natuur opzettelijk te plukken, te rapen, af te snijden, te ontwortelen of te vernielen;2° specimens van die soorten die aan de natuur onttrokken zijn, in het bezit te hebben, te vervoeren, te verkopen of te kopen, kosteloos af te staan, te koop of in ruil aan te bieden, met uitzondering van die welke wettelijk zijn onttrokken vóór de datum van inwerkingtreding van deze bepaling alsook met uitzondering van de verrichtingen die een invoer, uitvoer of doorvoer van niet-inheemse plantensoorten uitmaken;3° de natuurlijke habitats waarin de aanwezigheid van die soorten vastgesteld is, opzettelijk aan te tasten of te vernielen. § 3. De in § 2 bedoelde verbodsbepalingen zijn niet van toepassing op : 1° de verrichtingen m.b.t. het beheer of het onderhoud van het gebied met het oog op het behoud van de daar voorkomende soorten en habitats in een gunstige staat van instandhouding; 2° de verrichtingen m.b.t. het maaien, de begrazing, het oogsten of het bosbeheer voor zover die verrichtingen het behoud van de populaties van de betrokken soorten in een gunstige staat van instandhouding garanderen.

Art. 3bis.De bovengrondse delen van de specimens die behoren tot de plantensoorten opgenomen in bijlage VII mogen in kleine hoeveelheden worden geplukt, geraapt, afgesneden, gehouden, vervoerd of geruild.

Het is echter verboden : 1° specimens die behoren tot die soorten te verkopen, te koop aan te bieden of te kopen;2° specimens die behoren tot die soorten of natuurlijke habitats waarin ze voorkomen, opzettelijk te vernielen. Afdeling 3. - Toezicht op de populaties van dier- en plantensoorten

Art. 4.§ 1. De Regering bepaalt de modaliteiten voor de verzameling en analyse van biologische gegevens betreffende de Waalse populaties van wilde dier- en plantensoorten en van de natuurlijke habitats bedoeld in voorliggende wet, teneinde toe te zien op hun staat van instandhouding. § 2. Op grond van de gegevens verzameld krachtens paragraaf 1 treft de Regering alle noodzakelijke maatregelen om het onttrekken en de exploitatie van de dier- en plantensoorten opgenomen in bijlagen IV en VII te beperken, teneinde hun behoud in een gunstige staat van instandhouding te garanderen.

Die maatregelen bestaan o.a. uit : 1° voorschriften betreffende de toegang tot bepaalde sites;2° een tijdelijk of plaatselijk verbod op het onttrekken van specimens aan de natuur en het exploiteren van bepaalde populaties;3° een regelgeving omtrent de onttrekkingsperioden en/of -wijzen;4° het bij de onttrekking toepassen van visserijregels die beantwoorden aan de eisen van instandhouding;5° instelling van een stelsel van onttrekkingsvergunningen of quota;6° voorschriften betreffende het kopen, het verkopen, het te koop aanbieden, het in bezit hebben en het vervoeren voor verkoop van specimens;7° het in gevangenschap fokken van diersoorten alsmede de kunstmatige vermeerdering van plantensoorten onder strikt gecontroleerde omstandigheden om de onttrekking van die soorten aan de natuur te verminderen;8° de beoordeling van het effect van de getroffen maatregelen. De maatregelen bedoeld in het vorige lid zijn onderworpen aan het toezicht voorzien bij § 1. § 3. Op grond van de gegevens verzameld krachtens artikel 2 quater controleert de door de Regering aangewezen gewestelijke bestuursdienst of het toevallige vangen en doden van beschermde diersoorten geen belangrijke negatieve invloed heeft op die soorten en stelt, indien nodig, instandhoudingsmaatregelen voor die bestemd zijn om de negatieve invloed van het toevallige vangen en doden te beperken. Afdeling 4. - Afwijkingen van de maatregelen m.b.t. de bescherming van

dier- en plantensoorten

Art. 5.§ 1. De Regering mag afwijkingen van de maatregelen m.b.t. de bescherming van dier- en plantensoorten toekennen.

Behoudens andersluidende beslissing van de Regering is de toegekende afwijking individueel, persoonlijk en onoverdraagbaar. § 2. Wat de soorten vogels betreft, mag de afwijking enkel toegekend worden op voorwaarde dat er geen andere bevredigende oplossing bestaat en dat de afwijking de betrokken vogelbevolking niet in gevaar brengt.

In dit geval mag enkel om één van de volgende redenen een afwijking toegekend worden : 1° in het belang van de volksgezondheid en van de openbare veiligheid;2° in het belang van de veiligheid van het luchtverkeer;3° ter voorkoming van ernstige schade aan de teelten, veehouderijen, bossen, visgronden en wateren;4° voor de bescherming van wilde dier- of plantensoorten;5° ten behoeve van onderzoek en onderwijs, repopulatie en herintroductie van deze soorten, alsmede voor de daartoe benodigde kweek;6° om het vangen, het houden of elke andere oordeelkundige exploitatie van een beperkt aantal vogels mogelijk te maken onder strikt gecontroleerde voorwaarden en op selectieve wijze. § 3. Wat betreft de wilde zoogdieren, amfibieën, reptielen, vissen en ongewervelden, alsook de wilde plantensoorten, mag de afwijking enkel toegekend worden indien er geen andere bevredigende oplossing bestaat en voor zover die afwijking niet schadelijk is voor het behoud van de populaties van de betrokken soorten in een gunstige staat van instandhouding in hun natuurlijke verspreidingsgebied. In dat geval mag enkel om één van de volgende redenen een afwijking toegekend worden : 1° in het belang van de bescherming van de wilde dier- en plantensoorten en van de instandhouding van de natuurlijke habitats;2° ter voorkoming van ernstige schade aan met name de teelten, veehouderijen, bossen, visgronden en wateren en andere vormen van eigendom;3° in het belang van de volksgezondheid en de openbare veiligheid of om andere dwingende redenen van groot openbaar belang, met inbegrip van redenen van sociale of economische aard, en voor het milieu wezenlijke gunstige effecten;4° ten behoeve van onderzoek en onderwijs, repopulatie en herintroductie van deze soorten, alsmede voor de daartoe benodigde kweek, met inbegrip van de kunstmatige vermeerdering van planten;5° om het vangen of het houden van een beperkt en door de Regering vastgesteld aantal specimens van de soorten opgenomen in bijlage II, punt a, mogelijk te maken onder strikt gecontroleerde voorwaarden en op selectieve wijze.

Art. 5bis.§ 1. De afwijkingsaanvraag wordt ingediend bij de door de Regering aangewezen gewestelijke bestuurdienst.

De vorm en de inhoud van de aanvraag worden door de Regering vastgesteld.

De aanvraag vermeldt, met name : 1° de identiteit van de aanvrager;2° de soorten en het aantal specimens waarvoor de afwijking wordt aangevraagd;3° de redenen waarom de afwijking wordt aangevraagd en de handeling die het voorwerp uitmaakt van de aanvraag;4° de data en plaatsen waarop de afwijking geldig is;5° de middelen, installaties en methoden gebruikt voor de toepassing van de afwijking. § 2. De afwijkingsvergunning vermeldt, met name : 1° de ontvanger van de vergunning;2° de soort(en) waarop de afwijking betrekking heeft;3° de toegestane middelen, installaties of methoden voor het vangen of het doden;4° het aantal betrokken specimens en het grondgebied waarop de afwijking van toepassing is;5° de geldigheidsduur van de afwijking. § 3. De natuurlijke of rechtspersonen die onderzoek verrichten naar één of meerdere biologische groepen of bedoeld onderzoek opvolgen, mogen een jaarlijkse afwijking aanvragen betreffende de onderzochte soortgroep(en), welke toepasselijk is op het hele grondgebied van het Waalse Gewest.

De afwijking is enkel geldig buiten de beschermde natuurlijke habitats en voor de kleine hoeveelheden die noodzakelijk zijn voor het onderzoek.

De voorwaarden en de modaliteiten voor de inwilliging van de aanvraag worden door de Regering vastgesteld.

Jaarlijks maakt de houder van een afwijking een verslag over de resultaten van het door hem verricht onderzoek over aan de door de Regering aangewezen gewestelijke bestuurdienst. Afdeling 5. - Introductie van niet-inheemse soorten en herintroductie

van inheemse soorten

Art. 5ter.§ 1. Onder voorbehoud van § 2 is het volgende verboden : 1° de introductie in de natuur of in wildparken van : a.niet-inheemse dier- en plantensoorten, met uitzondering van de soorten die in het bos- en landbouwbedrijf worden gebruikt; b. van niet-inheemse stammen van inheemse dier- en plantensoorten, met uitzondering van de stammen van de soorten die in het bos- en landbouwbedrijf worden gebruikt;2° de herintroductie in de natuur van inheemse dier- en plantensoorten. § 2. De Regering bepaalt de voorwaarden en de modaliteiten voor het verlenen van een vergunning voor de introductie in de natuur van niet inheemse soorten en niet-inheemse stammen van inheemse soorten of voor de herintroductie van inheemse soorten. »

Art. 3.Een artikel 6bis, luidend als volgt, wordt ingevoegd in dezelfde wet : «

Art. 6bis.§ 1. Met het oog op de bescherming en de samenhang van het Natura 2000-netwerk, worden de gebieden van het Waalse Gewest die van belang zijn voor de biologische diversiteit van de Europese Gemeenschappen, tot Natura 2000-gebied bevorderd. De Natura 2000-gebieden worden aangewezen volgens de criteria en de procedure beschreven in afdeling 3. Ze komen in aanmerking voor de instandhoudingsregeling zoals bedoeld in of krachtens voornoemde afdeling. § 2. Onroerende goederen kunnen worden verworven bij onteigening wegens openbaar nut met het oog op de verwezenlijking van de doelstellingen van afdeling 3. § 3. Natuur- of bosreservaten die geheel of gedeeltelijk aangewezen worden als Natura 2000-gebied komen in aanmerking voor de instandhoudingsregeling zoals voorzien bij of krachtens afdeling 3 wat het gedeelte betreft dat als Natura 2000-gebied is aangewezen.

Een Natura-2000 dat geheel of gedeeltelijk het statuut krijgt van natuur- of bosreservaat, komt steeds in aanmerking voor de instandhoudingsregeling zoals bedoeld bij of krachtens afdeling 3. »

Art. 4.Een artikel 6ter, luidend als volgt, wordt ingevoegd in dezelfde wet : «

Art. 6ter.In geval van onverenigbaarheid tussen de instandhoudingsregeling voor een Natura 2000-gebied en andere regelingen voorzien bij of krachtens voorliggende wet, komt het betrokken gebied in aanmerking voor de regeling die het meest geschikt is voor zijn behoud of herstel in een gunstige staat van instandhouding. »

Art. 5.Het tweede lid van artikel 11 van dezelfde wet wordt gewijzigd als volgt : « De Regering kan sommige van de in dit artikel bedoelde verbodsbepalingen opheffen overeenkomstig artikel 41 van de wet. »

Art. 6.Artikel 14 van dezelfde wet wordt aangevuld als volgt : « Het bijzondere beheersplan wordt tegelijkertijd met de oprichting van het reservaat aangenomen, overeenkomstig artikel 9. »

Art. 7.De tweede zin van artikel 16 van dezelfde wet wordt vervangen door de volgende bepaling : « Deze commissie helpt het in artikel 15 bedoelde personeelslid van het gewestelijk bestuur en geeft haar advies over al de door laatstgenoemde uiteengezette problemen en over de vragen die zij nodig acht voor het beheer ervan. »

Art. 8.Artikel 17 van dezelfde wet, gewijzigd bij het decreet van 11 april 1984, wordt gewijzigd als volgt : «

Art. 17.Het in artikel 15 bedoelde personeelslid van het gewestelijke bestuur mag, om de in artikel 41, § 2, bedoelde redenen, noodmaatregelen treffen die afwijken van de bepalingen van afdeling 1 en 2 van dit hoofdstuk en van de maatregelen getroffen voor de uitvoering ervan. In dat geval brengt hij de betrokken adviescommissie onverwijld in kennis daarvan en brengt hij verslag uit aan de Regering. Wat hem betreft, brengt de voorzitter van bedoelde commissie verslag uit aan de "Conseil supérieur wallon de la Conservation de la Nature" (Waalse Hoge Raad voor het Natuurbehoud). »

Art. 9.Artikel 19 van dezelfde wet wordt aangevuld als volgt : « Een beheersplan, waarvan de inhoud wordt vastgesteld door de Regering, wordt gevoegd bij elke erkenningsaanvraag m.b.t. een natuurreservaat. Dit plan wordt geacht goedgekeurd te zijn bij het besluit houdende erkenning van het reservaat. »

Art. 10.Afdeling 3 van hoofdstuk III van dezelfde wet wordt hersteld als volgt : "Afdeling 3. - Natura 2000-gebieden

Art. 25.§ 1. Om het behoud of, in voorkomend geval, het herstel in een gunstige staat van instandhouding te garanderen van de typen natuurlijke habitats opgenomen in bijlage VIII en van de natuurlijke habitats van de populaties van soorten opgenomen in bijlage IX in hun natuurlijke verspreidingsgebied, en op grond van de criteria vastgesteld in bijlage X en van de relevante wetenschappelijke informatie, wordt door de Regering een lijst voorgelegd aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen met de gebieden die in aanmerking zouden kunnen komen als gebied van communautair belang, overeenkomstig artikel 4, § 1, van richtlijn 92/43/EEG. Zodra bedoelde gebieden worden voorgesteld, worden ze aangewezen als "Natura 2000-gebied", overeenkomstig artikel 26, §§ 1 en 2. De Natura 2000-gebieden komen in aanmerking voor de preventieve regeling zodra ze aangewezen worden, ongeacht of ze al dan niet zijn verklaard tot gebied van communautair belang, en totdat hen die hoedanigheid in voorkomend geval wordt ontnomen als gevolg van de in §§ 4 en 5 bedoelde procedure.

De Natura 2000-gebieden die verklaard zijn tot gebied van communautair belang komen zo spoedig mogelijk vanaf het vaststellen van de lijst van de gebieden van communautair belang en binnen een maximumtermijn van drie jaar in aanmerking voor de actieve beheersregeling.

Die regeling wordt ingesteld in een voorrangsorde vastgesteld volgens het belang van de gebieden voor het in een gunstige staat van instandhouding behouden of herstellen van een type natuurlijke habitat van bijlage VIII of van de populaties van een soort van bijlage IX en voor de samenhang van het Natura 2000-netwerk en gelet op de voor dat gebied bestaande dreiging van achteruitgang en vernietiging.

De Natura 2000-gebieden die niet verklaard zijn tot gebied van communautair belang maar die behouden zijn als Natura-2000 gebied na afloop van de in § 4 bedoelde procedure komen in aanmerking voor de actieve beheersregeling indien die regeling bijdraagt tot hun gunstige staat van instandhouding.

De gebieden waarop de in artikel 5 van richtlijn 92/43/EEG bedoelde overlegprocedure betrekking heeft, komen in aanmerking voor de in artikel 28, eerste lid, bedoelde bescherming tijdens de overlegperiode. De gebieden die verklaard zijn tot gebied van communautair belang na afloop van bedoelde overlegperiode, worden zo spoedig mogelijke en binnen een maximumtermijn van één jaar aangewezen als "Natura 2000-gebied", overeenkomstig artikel 26, §§ 1 en 2. De gebieden worden aangewezen in een voorrangsorde vastgesteld volgens het belang van de gebieden voor het in een gunstige staat van instandhouding behouden of herstellen van een type natuurlijke habitat van bijlage VIII of van de populaties van een soort van bijlage IX en voor de samenhang van het Natura 2000-netwerk en gelet op de voor dat gebied bestaande dreiging van achteruitgang en vernietiging. Die gebieden komen in aanmerking voor de preventieve regeling vanaf hun aanwijzing. De actieve beheersregeling wordt voor die gebieden zo spoedig mogelijk ingesteld en binnen een maximumtermijn van twee jaar vanaf de aanwijzing. § 2. Overeenkomstig artikel 26, §§ 1 en 2, en binnen een maximumtermijn van één jaar vanaf de inwerkingtreding van deze bepaling wijst de Regering als Natura 2000-gebied deze gebieden aan die naar aantal en oppervlakte het meest geschikt zijn rekening houdend met de behoeften inzake de instandhouding van de op het grondgebied van het Waalse Gewest voorkomende vogels, opgenomen in bijlage IX, alsook met de behoeften inzake de bescherming van de in het Waalse Gewest geregeld voorkomende trekvogels, eveneens opgenomen in bijlage IX, voor wat betreft hun broed-, rui- en overwinteringsgebieden en de rustplaatsen in hun trekzone.

De aldus aangewezen Natura 2000-gebieden komen in aanmerking voor de preventieve regeling vanaf hun aanwijzing. De actieve beheersregeling wordt zo spoedig mogelijk ingesteld voor die gebieden binnen een maximumtermijn van twee jaar vanaf hun aanwijzing. § 3. De Regering mag een aanmoedingingszone aanwijzen rond één of meerdere Natura 2000-gebieden met het oog op de bevordering van de actieve beheersregeling voor bedoelde gebieden.

De aanmoedigingszone wordt aangewezen bij besluit van de Regering na advies van de betrokken instandhoudingscommissie.

Het besluit bepaalt de maatregelen die moeten worden getroffen om bij te dragen tot het behoud of herstel van de betrokken site(s) in een gunstige staat van instandhouding. § 4. Binnen zes maanden na vaststelling van de lijst van de gebieden van communautair belang, beslist de Regering, na advies van de betrokken instandhoudingscommissie(s), of de gebieden die niet verklaard zijn tot gebied van communautair belang al dan niet als Natura 2000-gebieden behouden blijven.

Indien een site niet als Natura 2000-gebied wordt behouden, wordt die hoedanigheid geschrapt bij besluit van de Regering.

Bedoeld schrappingsbesluit wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad en binnen twee maanden na zijn bekendmaking wordt het college van burgemeester en schepenen van elke betrokken gemeente daar in kennis van gesteld bij ter post aangetekende brief.

Binnen twee maanden vanaf de kennisgeving moet(en) het (de) door de Regering aangewezen personeelslid (personeelsleden) : 1° de betrokken eigenaren en gebruikers bij ter post aangetekende brief kennis geven van het hoedanigheidsverlies;2° het hoedanigheidsverlies van het gebied bij wijze van aanplakking aankondigen op de plaatsen die in het schrappingsbesluit vermeld zijn en bij elk betrokken gemeentebestuur. § 5. Het gehele of gedeeltelijke hoedanigheidsverlies van een Natura 2000-gebied dat opgenomen is als gebied van communautair belang kan uitgesproken worden na afloop van de periodieke evaluatie die de Commissie van de Europese Gemeenschappen verricht over het Natura 2000-netwerk krachtens artikel 4 van richtlijn 92/43/EEG, en indien dat verantwoord wordt door de natuurlijke ontwikkeling van het gebied.

Het hoedanigheidsverlies treedt in werking bij besluit van de Waalse Regering na advies van de betrokken instandhoudingscommissie.

Het desbetreffende schrappingsbesluit wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad en, binnen twee maanden na zijn bekendmaking, wordt het college van burgemeester en schepenen van elke betrokken gemeente daar bij ter post aangetekende brief van in kennis gesteld.

Binnen twee maanden vanaf de kennisgeving moeten het (de) door de Regering aangewezen personeelslid (personeelsleden) van het gewestelijk bestuur : 1° de betrokken eigenaren en gebruikers bij ter post aangetekende brief kennis geven van het hoedanigheidsverlies;2° het hoedanigheidsverlies van het gebied bij wijze van aanplakking aankondigen op de plaatsen die in het schrappingsbesluit vermeld zijn en bij elk betrokken gemeentebestuur. § 6. Gelijktijdig met het versturen van de recentste lijst met gebieden naar de Europese Commissie wordt er door de betrokken instandhoudingscommissie een openbare informatievergadering belegd in samenwerking met de door de Regering aangewezen personeelsleden van het gewestelijk bestuur.

Die vergadering wordt ten minste vijftien dagen op voorhand aangekondigd.

Tijdens de zitting wordt het volgende uiteengezet : 1° de beginselen van het Natura 2000-netwerk;2° het door het Waalse Gewest ingestelde Natura 2000-systeem;3° de preventieve regeling van de Natura 2000-gebieden;4° de doelstellingen van de actieve beheersregeling van de Natura 2000-gebieden;5° het beginsel en de modaliteiten van de krachtens art.26, § 3, georganiseerde overlegvergadering; 6° de financiële voordelen voorzien voor de uitvoering van de actieve beheersregeling en voor de activiteiten die met die regeling verenigbaar zijn;7° de rol van de instandhoudingscommissie. De datum, de plaats en de inhoud van de vergadering wordt ten minste vijftien dagen op voorhand aangekondigd d.m.v. een bericht door de Regering ingevoegd in drie kranten die over het hele grondgebied van het Waalse Gewest worden verspreid.

Art. 26.§ 1. De Natura 2000-gebieden worden aangewezen bij besluit van de Regering.

Voor elk aangewezen gebied vermeldt de Regering : 1° de benaming van het gebied;2° de typen natuurlijke habitats van communautair belang die in het gebied voorkomen en waarvoor bedoeld gebied wordt aangewezen, met vermelding, in voorkomend geval, van de prioritaire natuurlijke habitats;3° de in het gebied voorkomende soorten van communautair belang en waarvoor het gebied wordt aangewezen met vermelding, in voorkomend geval, van de prioritaire soorten die in het gebied aanwezig zijn;4° de wetenschappelijke criteria op grond waarvan het gebied werd uitgekozen; 5° de nauwkeurige geografische aanduiding van het gebied, met de nummers van kadastrale percelen, alsook de daar voorkomende voornaamste typen natuurlijke habitats die op een kaart met een schaal van 1/10.000 opgenomen zijn; 6° ter uitvoering van artikel 28, de bijzondere verbodsbepalingenn die van toepassing zijn in of buiten het gebied alsook elke andere preventieve maatregel die moet worden getroffen in of buiten het gebied om de achteruitgang van de natuurlijke habitats en belangrijke verstoringen te voorkomen die de soorten treffen waarvoor het gebied werd aangewezen;7° de doelstellingen van de in te stellen actieve beheersregeling, namelijk : a.wat betreft de Natura 2000-gebieden aangewezen volgens de criteria voorzien bij artikel 25, § 1, de milieueisen betreffende de typen natuurlijke habitats van bijlage VIII en de populaties van de in het gebied voorkomende soorten opgenomen in bijlage IX; b. wat betreft de Natura 2000-gebieden aangewezen volgens de bij artikel 25, § 2, eerste lid, voorziene criteria, het voortbestaan en de voortplanting van de in het gebied voorkomende vogels in hun verspreidingsgebied, de bescherming van de broed -, rui - en overwinteringsgebieden en van de rustplaatsen in de trekzone van de in het gebied geregeld voorkomende trekvogels, met inachtneming van : - vogels die dreigen uit te sterven; - vogels die gevoelig zijn voor bepaalde wijzigingen van het leefgebied; - vogels die als zeldzaam worden beschouwd omdat hun populatie zwak is of omdat zij slechts plaatselijk voorkomen; - andere vogels die vanwege de specifieke kenmerken van hun leefgebied speciale aandacht verdienen; 8° rekening houdende met de vereisten op economisch, sociaal en cultureel gebied, en met de regionale en lokale bijzonderheden, de middelen voorgesteld om de doelstellingen van de actieve beheersregeling te bereiken, met inbegrip van : - het opmaken van een actieve beheersovereenkomst, overeenkomstig artikel 27; - de hervorming van de maatregelen m.b.t. het beheer van de gebieden die rechtstreeks of onrechtstreeks onder het Gewest ressorteren; - de erkenning van het gebied als natuur- of bosreservaat overeenkomstig artikel 27; - de aanneming van bijzondere actieve beheersmaatregelen door de Regering; 9° de betrokken gemeente; 10°de betrokken instandhoudingscommissie.

De in punten 5, 6° en 7° bedoelde voorschriften gelden als regel.

Na advies van de betrokken instandhoudingscommissie mag de Regering de in punten 6°, 7° en 8° bedoelde voorschriften herzien volgens de ontwikkeling van de wetenschappelijke kennis, de beheerstechnieken of de staat van instandhouding van het gebied. Het besluit tot herziening van het gebied is onderworpen aan de in § 2 bedoelde bekendmakingsregels en, in voorkomend geval, de in § 4 bedoelde overlegprocedure. § 2. Het aanwijzingsbesluit wordt in zijn geheel bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad en, binnen twee maanden na zijn bekendmaking, wordt het college van burgemeester en schepenen van elke betrokken gemeente daar in kennis van gesteld bij ter post aangetekende brief.

Binnen twee maanden vanaf de kennisgeving moeten het (de) door de Regering aangewezen personeelslid (personeelsleden) van het gewestelijk bestuur, voor elk aangewezen gebied : 1° de betrokken eigenaren en gebruikers bij ter post aangetekende brief kennis geven van de aanwijzing van het gebied;2° de aanwijzing van het gebied bij wijze van aanplakking aankondigen op de plaatsen die in het aanwijzingsbesluit vermeld zijn en bij elk betrokken gemeentebestuur. Het besluit tot aanwijzing wordt overgeschreven op de registers van de hypotheekbewaarder van het arrondissement waar het gebied gelegen is.

De overschrijving wordt uitgevoerd op initiatief en ten laste van het Gewest. § 3. Binnen één maand vanaf de kennisgeving van het aanwijzingsbesluit aan de eigenaren en de gebruikers, wordt voor elk Natura 2000-gebied in een overleg tussen de betrokken eigenaren en gebruikers voorzien door de Regering.

De overlegmodaliteiten worden vastgesteld door de Regering.

De doelstelling van het overleg is de identificatie, onder de middelen voorgesteld door het aanwijzingsbesluit overeenkomstig artikel 26, § 1, tweede lid, 8°, en met inachtneming van de vereisten op economisch, sociaal en cultureel gebied, en met lokale bijzonderheden, van gepaste middelen die in het gebied moeten worden ingezet om de in voornoemd besluit bedoelde doelstellingen van de actieve beheersregeling te bereiken, overeenkomstig artikel 26, § 1, tweede lid, 7°. § 4. Bij gebrek aan overeenstemming over de middelen die in het gebied moeten worden ingezet om de doelstellingen van de actieve beheersregeling te bereiken, of indien de maatregelen m.b.t. voornoemde regeling niet worden uitgevoerd door één of meerdere betrokken eigenaren of gebruikers, of indien een einde wordt gemaakt aan de actieve beheersovereenkomst overeenkomstig artikel 27, § 3, tweede lid, of in elke andere omstandigheid waarin de staat van gunstige instandhouding van het gebied in gevaar kan worden gebracht, neemt de Regering, na advies van de betrokken instandhoudingscommissie, de gepaste maatregelen om de in artikel 26, § 1, tweede lid, 7° van het besluit tot aanwijzing bedoelde doelstellingen van de actieve beheersregeling te bereiken.

De modaliteiten betreffende de vaststelling van de ontstentenis van een overeenkomst of de niet-uitvoering van actieve beheersmaatregelen worden door de Regering vastgesteld

Art. 27.§ 1. Indien de actieve beheersovereenkomst werd gekozen als een gepast middel om de doelstellingen van de actieve beheersregeling te bereiken, sluit de Regering, na advies van de betrokken instandhoudingscommissie, een dergelijke overeenkomst met de betrokken eigenaren en gebruikers.

Na advies van de "Conseil supérieur wallon de la Conservation de la Nature" (Waalse Hoge Raad voor het Natuurbehoud) worden de modaliteiten voor het opmaken van de actieve beheersovereenkomst alsook de inhoud daarvan vastgesteld door de Regering.

De overeenkomst bepaalt met name : 1° de plaatsen, perioden en aard van de werken die moeten worden verricht om de in artikel 26, § 1, tweede lid, 7°, van het besluit tot aanwijzing bedoelde doelstellingen van de actieve beheersregeling te bereiken;2° de verdeling van de werken tussen de betrokken eigenaren en gebruikers;3° een raming van de uitgaven die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de werken. § 2. Het beheersplan of elke andere beheersmaatregel m.b.t. een natuur- of bosreservaat dat geheel of gedeeltelijk aangewezen werd als Natura 2000-gebied mogen als actieve beheersovereenkomst gelden indien en voor zover ze bijdragen tot de staat van gunstige instandhouding van het betrokken gebied. § 3. Elke actieve beheersovereenkomst wordt gesloten voor een duur van tien jaar.

Indien er geen opzegging is ondertekend door alle betrokken eigenaren en gebruikers noch betekend aan de Regering ten minste zes maanden vóór de vervaldag, wordt de overeenkomst verlengd voor dezelfde duur en onder dezelfde voorwaarden. § 4. Op initiatief van de Regering, van één derde van de leden van de betrokken instandhoudingscommissie of op met redenen omklede aanvraag van de eigenaar of van de gebruiker, mag elke actieve beheersovereenkomst herzien worden volgens de ontwikkeling van de wetenschappelijke kennis, van de beheerstechnieken en van de staat van instandhouding van het gebied.

Elke aanvraag om herziening van de beheersovereenkomst behoeft het advies van de instandhoudingscommissie.

Die herziening vindt van ambtswege plaats indien de voorschriften vermeld in het besluit tot aanwijzing, overeenkomstig artikel 26, § 1, tweede lid, 7°, herzien worden overeenkomstig artikel 26, § 1, vierde lid.

De herziene overeenkomst wordt overgeschreven overeenkomstig artikel 26, § 2, derde lid.

Art. 28.In de Natura 2000-gebieden is het verboden om de natuurlijke habitats te beschadigen alsook de soorten te verstoren waarvoor de gebieden zijn aangewezen voor zover die verstoringen belangrijke gevolgen kunnen hebben ten aanzien van de doelstellingen van voorliggende afdeling.

De bijzondere verbodsbepalingen die van toepassing zijn in of buiten elk gebied alsook elke preventieve maatregel die moet worden getroffen in of buiten het gebied om voornoemde beschadiging en verstoring te voorkomen, worden geregeld bij het aanwijzingsbesluit overeenkomstig artikel 26, § 1, tweede lid, 6°.

Art. 29.§ 1. In geval van onverenigbaarheid tussen de als regel geldende voorschriften van het besluit tot aanwijzing van een Natura 2000-gebied en de als regel geldende voorschriften van één of meerdere plannen die van kracht zijn bij bekendmaking van het besluit tot aanwijzing, wordt een overleg tussen de betrokken diensten van het gewestelijk bestuur voorzien door de Regering.

In voorkomend geval worden de modaliteiten van het overleg geregeld door de Regering.

De voorgestelde maatregelen, aangenomen na afloop van het overleg en bestemd om de natuurlijke kenmerken van het gebied te vrijwaren, worden voor advies overgemaakt aan de betrokken instandhoudingscommissie. Indien voornoemde commissie acht dat de voorgestelde maatregelen niet voldoende zijn om de natuurlijke kenmerken van het gebied te vrijwaren, wordt (worden) het (de) betrokken plan(nen) onderworpen aan de in paragraaf 2 bedoelde procedure.

Het (de) betrokken plan(nen) wordt (worden) ook onderworpen aan de bij paragraaf 2 voorziene procedure indien de betrokken instandhoudingscommissie zich niet uitspreekt binnen twee maanden vanaf de kennisgeving van de voorgestelde maatregelen of indien er geen maatregel wordt voorgesteld aan voornoemde commissie binnen zes maanden vanaf het begin van het overleg. § 2. Voor elk plan of project dat een vergunning behoeft en dat, ten aanzien van de als regel geldende voorschriften van het besluit tot aanwijzing van een Natura 2000-gebied, niet direct verband houdt met of nodig is voor het beheer van het gebied, maar afzonderlijk of in combinatie met andere plannen of projecten significante gevolgen kan hebben voor een dergelijk gebied, wordt een beoordeling gemaakt van de gevolgen voor het gebied, zoals bedoeld in de decreetgeving tot organisatie van de beoordeling van de gevolgen voor het leefmilieu in het Waalse Gewest, rekening houdende met de instandhoudingsdoelstellingen voor dat gebied en volgens de door de Regering vastgestelde modaliteiten.

De modaliteiten voor de toepassing van voorliggende paragraaf worden vastgesteld door de Regering.

De bevoegde instanties verlenen slechts hun instemming met dat plan of project nadat zij de zekerheid hebben verworven dat het de natuurlijke kenmerken van het betrokken gebied niet zal aantasten.

Indien een plan of project, ondanks negatieve conclusies van de beoordeling van de gevolgen voor het gebied, bij ontstentenis van alternatieve oplossingen, om dwingende redenen van groot openbaar belang, met inbegrip van redenen van sociale of economische aard, toch moet worden gerealiseerd, neemt de bevoegde instantie alle nodige compenserende maatregelen om te waarborgen dat de algehele samenhang van het Natura 2000-netwerk bewaard blijft en stelt de Commissie van de Europese Gemeenschappen op de hoogte van de aangenomen compenserende maatregelen.

Wanneer het betrokken gebied een gebied met een prioritair type natuurlijke habitat en/of een prioritaire soort is, kunnen alleen argumenten die verband houden met de menselijke gezondheid, de openbare veiligheid of met voor het milieu wezenlijke gunstige effecten dan wel, na advies van de Commissie van de Europese Gemeenschappen, andere dwingende redenen van groot openbaar belang worden aangevoerd.

Art. 30.§ 1. Er zijn evenveel instandhoudingscommissies als directies van de buitendiensten van de Afdeling Natuur en Bossen van het Directoraat-generaal Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu van het Ministerie van het Waalse Gewest.

Elk Natura 2000-gebied ressorteert onder een commissie. § 2. Onverminderd de voorschriften van andere instellingen inzake het natuurbehoud in het Waalse Gewest, zijn de instandhoudingscommissies belast met het toezicht op de staat van instandhouding van de Natura 2000-gebieden, om hun behoud of herstel in een gunstige staat van instandhouding te vrijwaren, met inachtneming van de typen prioritaire natuurlijke habitats en van de prioritaire soorten en rekening houdende met de economische, sociale en culturele behoeften alsook met de vereisten op economisch, sociaal en cultureel gebied, en met de regionale en lokale bijzonderheden.

De commissies moeten hun opdracht uitvoeren volgens de modaliteiten vastgesteld bij artikelen 25, §§ 3, 4 en 5, 26, §§ 1 en 4, 27, § 4, en 29, §§ 1 en 2.

De commissies zijn bovendien bevoegd om een advies uit te brengen over elke vraag betreffende de instandhouding van de Natura 2000-gebieden, op aanvraag van de Regering of op eigen initiatief.

De adviezen vereist bij of krachtens voorliggende afdeling worden uitgebracht binnen twee maanden vanaf de kennisgeving van de aanvraag.

Indien de geraadpleegde commissie haar advies niet binnen die termijn meedeelt aan de Regering, en behalve in het geval bedoeld in artikel 29, § 1, vierde lid, neemt de Regering een beslissing ten aanzien van de doelstellingen van voorliggende afdeling.

Elke commissie richt een jaarverslag over haar activiteiten aan de Regering. § 3. Naast de door de Regering aangewezen voorzitter bestaat elke instandhoudingscommissie uit : 1° drie personeelsleden van het gewestelijk bestuur, onder wie één behoort tot de dienst bevoegd voor natuurbehoud, één tot de dienst bevoegd voor ruimtelijke ordening en één tot de dienst bevoegd voor landbouw;2° een lid voorgedragen door de "Conseil supérieur wallon de la Conservation de la Nature" (Waalse Hoge Raad voor het Natuurbehoud);3° een lid voorgedragen door de "Conseil supérieur des Villes, Communes et Provinces de la Région wallonne" (Hoge Raad van Steden, Gemeenten en Provincies van het Waalse Gewest);4° twee vertegenwoordigers voorgedragen door verenigingen waarvan het maatschappelijk doel bestaat in het natuurbehoud;5° twee vertegenwoordigers voorgedragen door de verenigingen die de eigenaren en gebruikers van het (de) betrokken gebied(en);6° twee vertegenwoordigers voorgedragen door de beroepsorganisaties waarvan het maatschappelijk doel bestaat in de verdediging van landbouw-, jacht-, visteelt- of bosbouwactiviteiten verricht in het (de) betrokken gebied(en). De voorzitter alsook de in punten 4° tot 6° bedoelde leden worden door de Regering benoemd voor een termijn van vier jaar, na afloop van een door haar bepaalde procedure. Hun mandaat is hernieuwbaar.

Voor elk gewoon lid is er een plaatsvervangend lid. Het vorige lid is toepasselijk op de plaatsvervangende leden. § 4. De Regering stelt het huishoudelijk reglement van de instandhoudingscommissies vast.

Dit reglement bevat met name voorschriften betreffende : 1° de bijeenroepingsmodaliteiten;2° de beraadslagingsmodaliteiten;3° de frequentie van de vergaderingen.

Art. 31.De Regering bevordert de uitvoering van de actieve beheersregeling d.m.v. : 1° de toekenning, overeenkomstig een door haar vastgesteld reglement, uiterlijk binnen twaalf maanden vanaf de inwerkingtreding van dit decreet, en ten gunste van de rechts- en natuurlijke personen die zij aanwijst, van subsidies voor de uitvoering van een actieve beheersovereenkomst, wanneer een dergelijke overeenkomst wordt aangegaan, alsook de uitvoering van de in artikel 25, § 3, derde lid bedoelde maatregelen;2° de verhoging van de percentages van haar bijdrage in de uitgaven gedekt door de krachtens artikel 37 door haar toegekende subsidies, indien de betrokken gebieden gelegen zijn in een Natura 2000-gebied of in een aanmoedingingszone. De bij deze bepaling bedoelde subsidies mogen niet samengevoegd worden met andere subsidies die bestemd zijn om de actieve beheersregeling m.b.t. Natura 2000-gebieden te bevorderen, krachtens, namelijk, de decreet- of regelgeving betreffende de bossen of de landbouw. »

Art. 11.Artikel 33, eerste lid, van dezelfde wet wordt gewijzigd als volgt : « De "Conseil supérieur wallon de la conservation de la nature" (Waalse Hoge Raad voor het Natuurbehoud) heeft als opdracht advies te verstrekken over alle aangelegenheden die hem door de Regering worden voorgelegd in verband met het natuurbehoud en inzonderheid met de bescherming van de flora en de fauna, de oprichting, de instandhouding en het beheer van staatsnatuurreservaten, bosreservaten en Natura 2000-gebieden, de toekenning en de intrekking van de erkenning van reservaten en Natura 2000-gebieden, de oprichting en het beheer van natuurparken. » Artikel 33, vierde lid, van dezelfde wet wordt gewijzigd als volgt : « De Regering is verplicht het advies van de "Conseil supérieur wallon de la conservation de la nature" in te winnen betreffende de maatregelen bedoeld in artikelen 5, § 1, 5ter, § 2, 6, tweede lid, 11, tweede lid, 12, 13, 14, 18, 21, 22, 23, 24, 36, 37, 38, 39 en 41, § 1. »

Art. 12.Artikel 41 van dezelfde wet, gewijzigd bij het decreet van 7 september 1989, wordt gewijzigd als volgt : «

Art. 41.§ 1. De Regering kan afwijkingen van de in afdeling 1 en 2 van hoofdstuk III bedoelde beschermingsmaatregelen m.b.t. natuur- en bosreservaten toestaan.

Behoudens andersluidende beslissing van de Regering is de toegestane afwijking individueel, persoonlijk en niet overdraagbaar.

Voor een natuur- of bosreservaat data geheel of gedeeltelijk aangewezen werd als Natura 2000-gebied, zijn alleen de afwijkingen toegestaan bij of krachtens afdeling 3 van hoofdstuk III van toepassing, voor het gedeelte aangewezen als Natura 2000-gebied. § 2. De afwijking mag alleen worden toegestaan indien geen andere gepaste oplossing bestaat en op voorwaarde dat de afwijking het behoud van de betrokken milieus in een gunstige staat van instandhouding geen schade toebrengt en om één van de volgende redenen : 1° in het belang van de volksgezondheid en de openbare veiligheid;2° in het belang van de bescherming van de wilde fauna en flora en van de instandhouding van de natuurlijke habitats;3° ten behoeve van onderzoek en onderwijs;4° om redenen van gewestelijk of plaatselijk nut of om andere redenen van openbaar nut. § 3. De afwijkingsaanvraag wordt ingediend bij de door de Regering aangewezen dienst van het gewestelijk bestuur en vermeldt, met name : 1° de identiteit van de aanvrager;2° het reservaat of het reservaatgedeelte waarvoor de afwijking wordt aangevraagd alsook de bij de aanvraag betrokken oppervlakte;3° de redenen van de afwijkingsaanvraag en de bij de aanvraag bedoelde handeling;4° de periode waarvoor de afwijking wordt aangevraagd;5° de middelen, installaties en methodes gebruikt voor de uitvoering van de afwijking gebruikte middelen, installaties of methoden. § 4. De afwijkingstoestemming vermeldt, met name : 1° de ontvanger van de vergunning;2° het reservaat of reservaatgedeelte waarvoor de afwijking wordt toegestaan;3° de toegestane handelingen;4° de geldigheidsduur van de vergunning.»

Art. 13.Artikelen 42 en 50 van dezelfde wet worden opgeheven.

Art. 14.Artikel 63, § 1, van dezelfde wet, gewijzigd bij het decreet van 11 april 1984, wordt gewijzigd als volgt : «

Art. 63.§ 1. Bestraft worden met een gevangenisstraf van één maand tot zes maanden en met een boete van honderd frank tot vijfduizend frank, of met enkel één van die straffen, de overtredingen van artikelen 2, § 2, 2bis, § 2, 2ter, 2quinquies, 3, § 2, 3bis, 4, § 2, 5bis, §§ 2 en 3, 5ter, § 1, en van artikelen 11, 13, 24, 26, § 1, tweede lid, 6°, 28 en 38 of van de besluiten die overeenkomstig die artikelen genomen zijn. »

Art. 15.Bij dezelfde wet worden bijlagen I tot XI gevoegd, luidend als volgt : « Bijlage I. Voorliggende bijlage bevat een lijst van Europese vogels die beschermd zijn overeenkomstig bijlage I van richtlijn 79/409/EEG. De Regering is ertoe gemachtigd om de bijlage te wijzigen als gevolg van de in artikel 15 van richtlijn 79/409/EEG bedoelde aanpassing aan de technische en wetenschappelijke vooruitgang.

Bijlage II. Voorliggende bijlage bevat de volgende soorten zoogdieren, amfibieën, reptielen, vissen en ongewervelden : a. de soorten die strikt beschermd zijn en die zijn opgenomen in bijlage IV, 4., van richtlijn 92/43/EEG en/of in bijlage II van het Verdrag van Bern. De Waalse soorten zijn met een sterretje (*) gemerkt. b. die in het Waalse Gewest bedreigd zijn. Het Waalse Gewest is ertoe gemachtigd om punt a. van de bijlage te wijzigen als gevolg van de in artikel 19 van richtlijn 92/43/EEG bedoelde aanpassing aan de technische en wetenschappelijke vooruitgang alsook punt b. als gevolg van de ontwikkeling van de staat van instandhouding van de Waalse soorten.

Bijlage III. Voorliggende bijlage bevat de Waalse soorten zoogdieren, amfibieën, reptielen, vissen en ongewervelden die gedeeltelijk beschermd zijn. De Regering is ertoe gemachtigd om de bijlage te wijzigen als gevolg van de ontwikkeling van de staat van instandhouding van die soorten.

Bijlage IV. Voorliggende bijlage bevat de soorten zoogdieren, amfibieën, reptielen, vissen en ongewervelden waarvoor maatregelen bestaan om hun onttrekking aan de natuur te beperken. Het gaat om soorten opgenomen in bijlage V bij richtlijn 92/43/EEG en/of in bijlage III bij het Verdrag van Bern ofwel om soorten die in het Waalse Gewest een statuut genieten waarbij hun onttrekking mag worden beperkt.

De Regering is ertoe gemachtigd om de bijlage te wijzigen : - als gevolg van de in artikel 19 van richtlijn 92/43/EEG bedoelde aanpassing aan de technische en wetenschappelijke vooruitgang, wat betreft de soorten waarvoor maatregelen bestaan om hun onttrekking aan de natuur te beperken krachtens richtlijn 92/43/EEG en/of het Verdrag van Bern; - als gevolg van de ontwikkeling van de staat van instandhouding van de Waalse soorten, wat betreft de soorten opgenomen in Voorliggende bijlage wegens hun statuut in het Waalse Gewest.

Bijlage V. Voorliggende bijlage bevat de verboden middelen voor het vangen of het doden opgenomen in bijlage VI van richtlijn 92/43/EEG : 1. niet selectieve middelen voor het vangen of het doden;2. vervoermiddelen. De Regering is ertoe gemachtigd om de bijlage te wijzigen als gevolg van de in artikel 19 van richtlijn 92/43/EEG bedoelde aanpassing aan de technische en wetenschappelijke vooruitgang.

Bijlage VI. Voorliggende bijlage bevat de plantensoorten : a. die strikt beschermd zijn en die zijn opgenomen in bijlage IV, b., van richtlijn 92/43/EEG en/of in bijlage I van het Verdrag van Bern.

De Waalse soorten zijn met een sterretje (*) gemerkt. b. die in het Waalse Gewest bedreigd zijn. De Regering is ertoe gemachtigd om punt a. van de bijlage te wijzigen als gevolg van de in artikel 19 van richtlijn 92/43/EEG bedoelde aanpassing aan de technische en wetenschappelijke vooruitgang alsook punt b. als gevolg van de staat van instandhouding van de Waalse soorten.

Bijlage VII. Voorliggende bijlage bevat de plantensoorten die gedeeltelijk beschermd zijn (handelsverbod en verbod tot opzettelijke vernietiging) alsook de plantensoorten waarvoor maatregelen moeten worden getroffen om hun onttrekking aan de natuur te beperken krachtens bijlage V bij richtlijn 92/43/EEG en/of van bijlage III bij het Verdrag van Bern.

De Regering is ertoe gemachtigd om de bijlage te wijzigen : - als gevolg van de in artikel 19 van richtlijn 92/43/EEG bedoelde aanpassing aan de technische en wetenschappelijke vooruitgang, wat betreft de soorten bedoeld in richtlijn 92/43/EEG of in het Verdrag van Bern; - als gevolg van de ontwikkeling van de staat van instandhouding van de Waalse soorten, wat betreft de soorten opgenomen in Voorliggende bijlage wegens hun statuut in het Waalse Gewest.

Bijlage VIII. Voorliggende bijlage bevat de natuurlijke habitats bedoeld in bijlage I bij richtlijn 92/43/EEG. De natuurlijke prioritaire habitats zijn met een sterretje (*) gemerkt. De Regering is ertoe gemachtigd om de bijlage te wijzigen als gevolg van de in artikel 19 van richtlijn 92/43/EEG bedoelde aanpassing aan de technische en wetenschappelijke vooruitgang.

Bijlage IX. Voorliggende bijlage bevat de soorten bedoeld in bijlage II bij richtlijn 92/43/EEG. De prioritaire soorten zijn met een sterretje (*) gemerkt. De Regering is ertoe gemachtigd om de bijlage te wijzigen als gevolg van de in artikel 19 van richtlijn 92/43/EEG bedoelde aanpassing aan de technische en wetenschappelijke vooruitgang.

Bijlage X. Voorliggende bijlage bevat de selectiecriteria (stap 1) bedoeld in bijlage III bij richtlijn 92/43/EEG en betreffende de gebieden die in aanmerking zouden kunnen als gebied van communautair belang en aangewezen als speciale instandhoudingszone.

Bijlage XI. Voorliggende bijlage bevat de op het grondgebied van het Waalse Gewest voorkomende soorten bedoeld in bijlage I bij richtlijn 79/409/EEG, alsook de in het Waalse Gewest geregeld voorkomende treksoorten. De Regering is ertoe gemachtigd om de bijlage te wijzigen als gevolg van de in artikel 15 van richtlijn 79/409/EEG bedoelde aanpassing aan de technische en wetenschappelijke vooruitgang. »

Art. 16.Artikel 253 van het Wetboek op de inkomstenbelastingen, gecoördineerd op 10 april 1992, wordt aangevuld als volgt : « 6° van onroerende goederen gelegen in het Waalse Gewest en erkend als Natura 2000-gebied, natuur- of bosreservaat. »

Art. 17.Een artikel 55bis, luidend als volgt, wordt ingevoegd in het Wetboek der Successierechten : «

Art. 55bis.§ 1. Vrijgesteld wordt van de succesierechten en van de rechten van overgang bij overlijden, de waarde van onroerende goederen die worden erkend als Natura 2000-gebied en waarvoor voornoemde rechten worden geacht gelegen te zijn in het Waalse Gewest. § 2. De vrijstellingen moeten opgenomen worden in een geschreven, gedateerde en door alle erfgenamen, legatarissen en begiftigden ondertekende verklaring die moet worden gevoegd bij de aangifte van nalatenschap.

De verklaring van vrijstelling vermeldt de verwijzing naar het Belgisch Staatsblad met het besluit dat het onroerende goed heeft aangewezen als Natura 2000-gebied overeenkomstig artikel 26, § 1, van de wet van 12 juli 1973 op het natuurbehoud. »

Art. 18.Artikel 6 bis van de jachtwet van 28 februari, opgeheven bij decreet van 14 juli 1994, wordt hersteld in de volgende lezing : «

Art. 6bis.De Regering bepaalt de modaliteiten voor de verzameling en de analyse van biologische gegevens betreffende de populaties van steenmarter, bunzing en marter om toezicht te houden op hun staat van instandhouding. »

Art. 19.In artikel 7 van dezelfde wet, gewijzigd bij decreet van 14 juli 1994, wordt een paragraaf 2 toegevoegd, luidend als volgt : « § 2. Op grond van de gegevens verzameld krachtens artikel 6 bis, neemt de Regering de noodzakelijke maatregelen om de ontrekking en de exploitatie van de steenmarter, de marter en de bunzing te beperken en om die soorten in een gunstige staat van instandhouding te bewaren.

Die maatregelen kunnen met name behelzen : 1° voorschriften betreffende de toegang tot sommige gebieden;2° een tijdelijk of plaatselijk verbod op het onttrekken van specimens aan de natuur en het exploiteren van bepaalde populaties;3° voorschriften omtrent de onttrekkingsperioden en/of -wijzen;4° het bij de onttrekking toepassen van jachtregels die beantwoorden aan de eisen van instandhouding;5° de instelling van een stelsel van onttrekkingsvergunningen of quota;6° voorschriften betreffende het kopen, het verkopen, het te koop aanbieden, het in bezit hebben en het vervoeren voor verkoop van specimens.»

Art. 20.In artikel 8 van dezelfde wet, gewijzigd bij het decreet van 14 juli 1994, wordt het volgende lid ingevoegd tussen het eerste en tweede lid : « De vernietiging van de steenmarter en van de bunzing d.m.v. vuurwapens mag niet uitgevoerd worden met halfautomatische of automatische wapens waarvan de lader meer dan twee patronen kan bevatten. »

Art. 21.Het eerste lid van artikel 17bis van de wet van 1 juli 1954 op de riviervisserij, gewijzigd bij het decreet van 6 mei 1999, wordt gewijzigd als volgt : « Met het oog op de bawering van de populaties van visteeltsoorten in een gunstige staat van instandhouding in de zin van artikel 1bis, 10°, van de wet van 12 juli 1973 op het natuurbehoud, neemt de Regering alle noodzakelijke maatregelen teneinde het vangen, het houden, het vervoer en het verkopen van in de waterlopen en kanalen van het Waalse Gewest onttrokken vissen, te verboden. » In hetzelfde artikel wordt het volgende lid ingevoegd tussen het eerste en het tweede lid : « Wat betreft de soorten die beschermd zijn overeenkomstig artikel 2 quinquies van de wet van 12 juli 1973 op het natuurbehoud, beroept de Regering zich op de gegevens verzameld krachtens deze wet om vast te stellen of de in het vorige lid bedoelde maatregelen dienen te worden getroffen. »

Art. 22.Opgeheven worden : 1° het koninklijk besluit van 16 februari 1976 houdende maatregelen ter bescherming van bepaalde in het wild groeiende plantensoorten;2° het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 30 maart 1983 betreffende de bescherming van bepaalde in het wild levende inheemse gewervelde diersoorten, zoals gewijzigd bij het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 7 februari 1984;3° artikel 5 van het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 21 februari 1984 betreffende de bescherming van de eetbare inlandse huisjesslakken;4° het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 9 juli 1987 betreffende de bescherming van de insekten;5° het besluit van de Waalse Regering van 29 november 1990 houdende regeling van de vrijlating in de natuur van niet-inheemse diersoorten en hun introductie in de wildparken van het Waalse Gewest;6° het besluit van de Waalse Regering van 3 juni 1999 betreffende de bescherming van sommige weekdiersoorten.

Art. 23.Dit decreet treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Namen, 6 december 2001.

De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Economie, KMO's, Onderzoek en Nieuwe Technologieën, S. KUBLA De Minister van Vervoer, Mobiliteit en Energie, J. DARAS De Minister van Begroting, Huisvesting, Uitrusting en Openbare Werken, M. DAERDEN De Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Leefmilieu, M. FORET De Minister van Landbouw en Landelijke Aangelegenheden, J. HAPPART De Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken, Ch. MICHEL De Minister van Sociale Aangelegenheden en Gezondheid, Th. DETIENNE Minister van Tewerkstelling en Vorming, Mevr. M. ARENA _______ Nota (1) Zitting 2000-2001. Stukken van de Raad. - 250 (2000-2001) nrs. 1 tot 48.

Volledig verslag. - Openbare vergadering van 28 november 2001.

Bespreking - Stemming.

BIJLAGE I Deze bijlage bevat een lijst van Europese vogels die beschermd zijn overeenkomstig bijlage I van Richtlijn 79/409/EEG en/of bijlage II van het Verdrag van Bern.

ORDE VAN DE GAVIIFORMES (DUIKERS) - Familie van de Gaviidae : alle soorten ORDE VAN DE PODICIPEDIFORMES (FUUTACHTIGEN) - Familie van de Podicipedidae - Podiceps griseigena - Podiceps auritus - Podiceps nigricollis(caspicus) - Tachybaptus ruficollis ORDE VAN DE PROCELLARIFORMES (STORMVOGELACHTIGEN) - Familie van de Hydrobatidae - Alle soorten - Familie van de Procellariidae - Bulweria bulwerii - Calonectris diomedea - Puffinus puffinus - Puffinus assimilis baroli - Pterodroma madeira - Pterodroma feae ORDE VAN DE PELECANIFORMES (PELIKAANACHTIGEN) - Familie van de Phalacrocoracidae - Phalacrocorax pygmeus - Familie van de Pelecanidae - Alle soorten ORDE VAN DE CICONIIFORMES (REIGERACHTIGEN) - Familie van de Ardeidae - Ardea purpurea - Egretta alba - Egretta garzetta - Ardeola ralloides - Bubulcus ibis - Nycticorax nycticorax - Ixobrychus minutus - Botaurus stellaris* - Familie van de Ciconiidae - Alle soorten - Familie van de Threskiornithidae - Alle soorten - Familie van de Phoenicopteridae - Phoenicopterus ruber ORDE VAN DE ANSERIFORMES (EENDVOGELS) - Familie van de Anatidae - Cygnus cygnus - Cygnus columbianus - Anser erythropus - Branta leucopsis - Branta ruficollis - Tadorna tadorna - Tadorna ferruginea - Marmaronetta angustirostris - Somateria spectabilis - Polysticta stelleri - Histrionicus histrionicus - Bucephala islandica - Mergus albellus - Oxyura leucocephala ORDE VAN DE FALCONIFORMES (ROOFVOGELS) - Alle soorten ORDE VAN DE GALLIFORMES (HOENDERVOGELS) - Familie van de Tetraonidae - Tetrao urogallus ORDE VAN DE GRUIFORMES (KRAANVOGELACHTIGEN) - Familie van de Turnicidae - Turnix sylvatica - Familie van de Gruidae - Alle soorten - Familie van de Rallidae - Porzana porzana - Porzana pusilla - Porzana parva - Crex crex* - Porphyrio porphyrio - Fulica cristata - Familie van de Otididae - Alle soorten ORDE VAN DE CHARADRIIFORMES (PLEVIERACHTIGEN) - Familie van de Charadriidae - Hoplopterus spinosus - Charadrius hiaticula - Charadrius dubius - Charadrius alexandrinus - Charadrius leschenaulti - Charadrius morinellus - Arenaria interpres - Familie van de Scolopacidae - Gallinago media - Numenius tenuirostris - Tringa stagnatilis - Tringa ochropus - Tringa glareola - Actitis hypoleucos - Tringa cinerea - Calidris minuta - Calidris temminckii - Calidris maritima - Calidris alpina - Calidris ferruginea - Calidris alba - Limicola falcinellus - Familie van de Recurvirostridae - Alle soorten - Familie van de Phalaropodidae - Alle soorten - Familie van de Burhinidae - Burhinus oedicnemus - Familie van de Glareolidae - Alle soorten - Familie van de Laridae - Pagophila eburnea - Larus audouinii - Larus melanocephalus - Larus genei - Larus minutus - Larus sabini - Familie van de Sternidae - Chlidonias niger - Chlidonias leucopterus - Chlidonias hybrida - Gelochelidon nilotica - Hydroprogne caspia - Sterna hirundo - Sterna paradisaea - Sterna dougallii - Sterna albifrons - Sterna sandvicensis ORDE VAN DE COLUMBIFORMES (DUIFACHTIGEN) - Familie van de Pteroclidides - Alle soorten - Familie van de Columbidae - Columba bollii - Columba junoniae ORDE VAN DE CUCULIFORMES (KOEKOEKACHTIGEN) - Familie van de Cuculidae - Clamator glandarius ORDE VAN DE STRIGIFORMES (UILEN) - Alle soorten ORDE VAN DE CAPRIMULGIFORMES (NACHTZWALUWACHTIGEN) - Familie van de Caprimulgidae - Alle soorten ORDE VAN DE APODIFORMES (GROOTVLEUGELIGEN) - Familie van de Apodidae - Apus pallidus - Apus melba - Apus caffer - Apus unicolor ORDE VAN DE CORACIIFORMES (SCHARRELAARVOGELS) - Familie van de Alcedinidae - Alcedo atthis - Ceryle rudis - Halcyon smyrnensis - Familie van de Meropidae - Merops apiaster - Familie van de Coraciidae - Coracias garrulus - Familie van de Upupidae - Upupa epops ORDE VAN DE PICIFORMES (SPECHTVOGELS) - Alle soorten ORDE VAN DE PASSERIFORMES (ZANGVOGELS) - Familie van de Alaudidae - Calandrella brachydactyla - Calandrella rufescens - Melanocorypha bimaculata - Melanocorypha calandra - Melanocorypha leucoptera - Melanocorypha yeltoniensis - Galerida theklae - Chersophilus duponti - Eremophila alpestris - Familie van de Hirundinidae - Alle soorten - Familie van de Motacillidae - Alle soorten - Familie van de Pycnonotidae - Pycnonotus barbatus - Familie van de Laniidae - Alle soorten - Familie van de Bombycillidae - Bombycilla garrulus - Familie van de Cinclidae - Cinclus cinclus - Familie van de Troglodytidae - Troglodytes troglodytes - Familie van de Prunellidae - Alle soorten - Familie van de Muscicapidae - onderfamilie van de Turdinae - Saxicola rubetra - Saxicola torquata - Saxicola dacotiae - Oenanthe oenanthe - Oenanthe pleschanka - Oenanthe hispanica - Oenanthe isabellina - Oenanthe leucura - Oenanthe finschii - Cercotrichas galactotes - Monticola saxatilis - Monticola solitarius - Turdus torquatus - Phoenicurus ochruros - Phoenicurus phoenicurus - Erithacus rubecula - Luscinia megarhynchos - Luscinia luscinia - Luscinia svecica - Tarsiger cyanurus - Irania gutturalis - onderfamilie van de Sylviinae - Alle soorten - onderfamilie van de Regulinae - Alle soorten - Onderfamilie van de Muscicapinae - Alle soorten - Onderfamilie van de Timaliinae - Panurus biarmicus - Familie van de Paridae - Alle soorten - Familie van de Sittidae - Alle soorten - Familie van de Certhiidae - Alle soorten - Familie van de Emberizidae - Emberiza citrinella - Emberiza leucocephala - Emberiza cirlus - Emberiza cineracea - Emberiza caesia - Emberiza cia - Emberiza schoeniclus - Emberiza melanocephala - Emberiza aureola - Emberiza pusilla - Emberiza rustica - Plectrophenax nivalis - Calcarius lapponicus - Familie van de Fringillidae - Carduelis chloris - Carduelis carduelis - Carduelis spinus - Carduelis flavirostris - Carduelis cannabina - Carduelis flammea - Carduelis hornemanni - Serinus citrinella - Serinus serinus - Serinus pusillus - Loxia curvirostra - Loxia pityopsittacus - Loxia leucoptera - Loxia scotica - Pinicola enucleator - Carpodacus erythrinus - Rhodopechys githaginea - Coccothraustes coccothraustes - Fringilla teydea - Familie van de Passeridae - Petronia petronia - Montifringilla nivalis - Familie van de Sturnidae - Sturnus unicolor - Sturnus roseus - Familie van de Oriolidae - Oriolus oriolus - Familie van de Corvidae - Perisoreus infaustus - Cyanopica cyanus - Nucifraga caryocatactes - Pyrrhocorax pyrrhocorax - Pyrrhocorax graculus

BIJLAGE IIa Deze bijlage vermeldt de soorten zoogdieren, amfibieën, reptielen, vissen en ongewervelden die strikt beschermd zijn en die opgenomen worden in bijlage IV a) van Richtlijn 92/43/EEG en/of in bijlage II van het Verdrag van Bern. De Waalse soorten zijn met een sterretje (*) vermeld;

ONGEWERVELDEN Spongia Aplysina cavernicola Asbestopluma hypogea Axinelle polyploïdes Petrobiona massiliana Cnidaria Astroides calycularis Errina aspera Gerardia savaglia Echinodermata Asterina pancerii Centrostephanus longispinus Ophidiaster ophidianus Arachinida Macrothele calpeiana Mollusca Caseolus calculus Caseolus commixta Caseolus sphaerula Charonia rubicunda Charonia tritonis Dendropoma petraeum Discula leacockiana Discula tabellata Discula testudinalis Discula turricula Discus defloratus Discus guerinianus Elona quimperiana Erosaria spurca Geomalacus maculosus Geomitra moniziana Gibbula nivosa Helix subplicata Leiostyla abbreviata Leiostyla cassida Leiostyla corneocostata Leiostyla gibba Leiostyla lamellosa Lithophaga lithophaga Luria lurida Margaritifera auricularia Margaritifera margaritifera* Mitra zonata Patella feruginea Patella nigra Pholas dactylus Pinna nobilis Pinna pernula Ranella olearia Schilderia achatidea Tonna galea Unio crassus* Zonaria pyrum Crustacés Ocypode cursor Pachyplasma giganteum Insecta Coleoptera Buprestis splendens Carabus menestriesi pacholei Carabus olympiae Cerambyx cerdo* Cucujus cinnaberinus Dytiscus latissimus* Graphoderus bilineatus* Osmoderma eremita* Rosalia alpina Veldsprinkhanen en sprinkhanen Baetica ustulata Saga pedo Mantoptera Apteromantis aptera Waterjuffers Aeshna viridis Brachythemis fuscopalliata Calopteryx syriaca Coenagrion freyi Coenagrion mercuriale* Cordulegaster trinacriae Gomphus graslinii Leucorrhinia albifrons Leucorrhinia caudalis* Leucorrhinia pectoralis* Lindenia tetraphylla Macromia splendens Ophiogomphus cecilia (Ophiogomphus serpentinus) Oxygastra curtisii* Stylurus flavipes (Gomphus flavipes) Sympecma braueri Vlinders Apatura metis Coenonympha hero* Coenonympha oedippus Erebia calcaria Erebia christi Erebia sudetica Eriogaster catax* Euphydryas aurinia* Fabriciana elisa Hyles hippophaes Hypodryas maturna* Lopinga achine* Lycaena dispar* Maculinea arion* Maculinea nausithous Maculinea teleius Melanargia arge Papilio alexanor Papilio hospiton Parnassius apollo Parnassius mnemosyne Plebicula golgus Polyommatus galloi Polyommatus humedasae Proserpinus proserpina* Zerynthia polyxena GEWERVELDEN Amfibieën Alytes cisternasii Alytes muletensis Alytes obstetricans* Alyte Bombina bombina Bombina variegata* Bufo calamita* Bufo viridis Chioglossa lusitanica Discoglossus galganoi Discoglossus jeanneae Discoglossus montalentii Discoglossus pictus Discoglossus sardus Euproctus asper Euproctus montanus Euproctus platycephalus Hydromantes ambrosii (Speleomantes ambrosii) Hydromantes flavus (Speleomantes flavus) Hydromantes genei (Speleomantes genei) Hydromantes imperialis (Speleomantes imperialis) Hydromantes italicus (Speleomantes italicus) Hydromantes supramontis (Speleomantes supramontis) Hyla arborea* Hyla meridionalis Hyla sarda Mertensiella luschani (Salamandra luschani) Nerergus crocatus Nerergus strauchi Pelobates cultripes Pelobates fuscus insubricus Pelobates fuscus* Pelobates syriacus Pelodytes caucasicus Proteus anguinus Rana arvalis* Rana dalmatina* Rana graeca Rana holtzi Rana iberica Rana italica Rana latastei Rana lessonae* Salamandra atra Salamandra lanzai (Salamandra atra lanzai) Salamandra salamandra aurorae (S.aurorae) Salamandrina terdigitata (Salamandra terdigitata) Triturus carnifex (Triturus cristatus carnifex) Triturus cristatus* Triturus dobrogicus (Triturus cristatus dobrogicus) Triturus italicus Triturus karelinii (Triturus cristatus karelinii) Triturus marmoratus Triturus montandoni Zoogdieren Cetacea Balaena mysticetus Balaenoptera acutorostrata Balaenoptera borealis Balaenoptera edeni Balaenoptera physalus Delphinus delphis Eubalaena glacialis Globicephala macrorhynchus Globicephala melas Grampus griseus Hyperoodon rostratus Kogia breviceps Kogia simus Lagenorhynchus acutus Lagenorhynchus albirostris Megaptera novaengliae Mesoplodon bidens Mesoplodon densirostris Mesoplodon mirus Orcinus orca Phocoena phocoena Physeter macrocephalus Pseudorca crassidens Sibbaldus musculus (Balaenoptera musculus) Stenella coeruleoalba Stenella frontalis Steno bredanensis Tursiops truncatus Ziphius cavirostris Andere Cetacea Artiodactyla Capra aegagrus Capra pyrenaica pyrenaica Cervus elaphus corsicanus Gazella dorcas Gazella subgutturosa Ovibos moschatus Ovis ammon musimon Rangifer trandus fennicus Rupicapra pyrenaica ornata (Rupicapra rupicapra ornata, Rupicapra ornata) Rupicapra rupicapra balcanica Carnivora Alopex lagopus Canis lupus* Caracal caracal Cuon alpinus Felis silvestris* Gulo gulo Lutra lutra* Lynx lynx* Lynx pardina Monachus monachus Mustela eversmannii Mustela lutreola* Odobenus rosmarus Panthera pardus Panthera tigris Phoca hispida ladogensis (Pusa hispida ladogensis) Phoca hispida saimensis (Pusa hispida saimensis) Ursus arctos Vormela peregusna Andere Ursidae Microchiroptera Barbastella barbastellus* Eptesicus nilssoni Eptesicus serotinus* Miniopterus schreibersi Myotis bechsteinii* Myotis blythi Myotis brandti* Myotis capaccinii Myotis dasycneme* Myotis daubentoni* Myotis emarginatus* Myotis myotis* Myotis mystacinus* Myotis nathalinae Myotis nattereri* Nyctalus lasiopterus Nyctalus leisleri* Nyctalus noctula* Pipistrellus kuhlii Pipistrellus nathusii* Pipistrellus pipistrellus* Pipistrellus savii Plecotus auritus* Plecotus austriacus* Rhinolophus blasii (Rhinolophus blasi) Rhinolophus euryale Rhinolophus ferrumequinum* Rhinolophus hipposideros* Rhinolophus mehelyi Tadarida teniotis Vespertilio murinus (Erinaceus murinus) Andere Microchiroptera Insectivora Atelerix algirus (Aethechinus algirus) Crocidura ariadne (Crocidura suavolens ariadne) Crocidura canariensis Crocidura cypria (Crocidura russula cypria) Desmana moschata Galemys pyrenaicus (Desmana pyrenaicus) Rodentia Castor fiber* Cricetus cricetus* Hamster gris Dryomis laniger Hystrix cristata Mesocricetus newtoni Microtus aeconomus arenicola Microtus cabrerae Microtus tatricus Muscardinus avellanarius* Myomimus roachi (Myomimus bulgaricus) Pitymys bavaricus (Microtus bavaricus) Pteromys volans (Sciuropterus russicus) Sciurus anomalus Sicista betulina Sicista subtilis Spalax graecus Spermophilus citellus (Spermophilus citellus) Spermophilus suslicus Andere Gliridae Vissen Acipenser naccari Acipenser sturio* Anaecypris hispanica Carcharodon carcharias Cetorhinus maximus Coregonus oxyrhynchus* Hippocampus ramulosus Hippocampus hippocampus Umbra krameri Valencia hispanica Valencia leutourneuxi (Valencia hispanica) Zingel asper Reptielen Ablepharus kitaibelii Agama stellio (Stellio stellio) Algyroides fitzingeri Algyroides marchi Algyroides moreoticus Algyroides nigropunctatus Caretta caretta Chalcides bedriagai Chalcides occidentalis (Chalcides simonyi) Chalcides ocellatus Chalcides sexlineatus Chalcides viridianus Chamaeleo chamaeleon Chelonia mydas Coluber cypriensis Coluber caspius (Coluber jugularis caspius) Coluber gemonensis Coluber hippocrepis Coluber jugularis Coluber laurenti Coluber najadum Coluber rubriceps( Coluber najadum rubriceps) Coluber viridiflavus Coronella austriaca* Cyrtodactylus kotschyi (Cyrtopodion kotschyi) Dermochelys coriacea Eirenis modesta Elaphe longissima Elaphe quatuorlineata Elaphe situla Emys orbicularis Eretmochelys imbricata Eryx jaculus Gallotia atlantica Gallotia galloti Gallotia galloti insulanagae Gallotia simonyi (Lacerta simonyi) Gallotia stehlini Lacerta agilis* Lacerta bedriagae (Archaelacerta bedriagae) Lacerta bonnali (Lacerta monticola, Archaelacerta monticola) Lacerta clarkorum Lacerta danfordi Lacerta dugesi (Lacerta dugesii) Lacerta graeca Lacerta horvathi Lacerta lepida Lacerta monticola (Archaelacerta monticola) Lacerta parva Lacerta princeps Lacerta schreiberi Lacerta trilineata Lacerta viridis Lepidochelys kempii Mauremys caspica Mauremys leprosa Macrovipera schweizeri (Vipera lebetina schweizeri, Vipera schweizeri) Natrix megalocephala Natrix natrix cetti Natrix natrix corsa Natrix tessellata Ophiomorus punctatissimus Ophisaurus apodus Ophisops elegans Phyllodactylus europaeus Podarcis erhardii Podarcis filfolensis Podarcis hispanica atrata Podarcis lilfordi Podarcis melisellensis Podarcis milensis Podarcis muralis* Podarcis peloponnesiaca Podarcis pityusensis Podarcis sicula Podarcis taurica Podarcis tiliguerta Podarcis wagleriana Rafetus euphraticus Tarentola angustimentalis Tarentola boettgeri Tarentola delalandii Tarentola gomerensis Telescopus fallax Testudo graeca Testudo hermanni Testudo marginata Trionyx triunguis (Rafetus euphraticus) Vipera albizona Vipera ammodytes Vipera barani Vipera kaznakovi Vipera latasti Vipera lebetina Vipera pontica Vipera seoanni Vipera ursinii Vipera wagneri Vipera xanthina BIJLAGE IIb Deze bijlage bevat de soorten zoogdieren, amfibieën, reptielen, vissen en ongewervelden die in Wallonië bedreigd zijn en die strikt beschermd zijn.

ONGEWERVELDEN Insecta Coleoptera Anisosticta novemdecimpunctata Aromia moschata Calosoma inquisitor Carabus cancellatus Cetonia aurata Chilocorus bipustulatus Coccinella hieroglyphica Dytiscus circumflexus Dytiscus dimidiatus Dytiscus lapponicus Dytiscus marginalis Dytiscus semisulcatus Exochomus nigromaculatus Gnorimus nobilis Hippodamia septemmaculata Hippodamia tredecimpunctata Hydrous piceus Lamia textor Lucanus cervus Meloe autumnalis Meloe brevicollis Meloe proscarabeus Meloe rugosus Meloe variegatus Meloe violaceus Potosia cuprea Prionus coriarius Typhoeus typhoeus Veldsprinkhanen en cicaden Cicadetta montana Oedipoda coerulescens Mantidae Mantis religiosa Waterjuffers Aeshna juncea Aeshna subarctica Anaciaeschna isosceles Brachytron pratense Ceriagrion tenellum Coenagrion hastulatum Coenagrion lunulatum Coenagrion pulchellum Cordulegaster bidentatus Epitheca bimaculata Gomphus vulgatissimus Lestes dryas Lestes virens Leucorrhinia dubia Leucorrhinia rubicunda Libellula fulva Orthetrum coerulescens Somatochlora arctica Somatochlora flavomaculata Sympecma fusca Sympetrum pedemontanum Vlinders Argynnis niobe Boloria aquilonaris Callimorpha quadripunctaria Chazara briseis Clossiana dia Clossiana euphrosyne Coenonympha glycerion Coenonympha tullia Colias alfacariensis Colias palaeno Erebia aethiops Erebia ligea Erebia medusa Glaucopsyche alexis Hesperia comma Hipparchia semele Iphiclides podalirius Issoria lathonia Limenitis populi Lycaena helle Lycaena virgaureae Lysandra bellargus Maculinea rebeli Melitaea cinxia Melitaea phoebe Mellicta athalia Mellicta aurelia Nymphalis antiopa Plebejus argyrognomon Plebejus idas Polyommatus dorylas Polyommatus thersites Proclossiana eunomia Pseudophilotes baton Pyrgus armoricanus Pyrgus carthami Pyrgus serratulae Satyrium acaciae Satyrium spini Satyrium w-album Hymenoptera Ammobates punctatus Ammophila campestris Ammophima pubescens Andrena agilissima Andrena curvungula Andrena fuscipes Andrena labialis Andrena marginata Anthidium punctatum Anthophora aestivalis Anthophora bimaculata Anthophora plagiata Anthophora retusa Astata boops Bembix rostrata Bombus distinguendus Bombus humilis Bombus jonellus Bombus muscorum Bombus sylvarum Bombus veteranus Coelioxys : alle soorten Colletes cunicularius Dasypoda hirtipes Dibetus pictus Dolichurus bicolor Ectemnius fossorius Epeoloides coecutiens Epeolus : alle soorten Eucera : alle soorten Formica rufa Formica polyctena Harpactus exiguus Harpactus lunatus Lestica alata Lestica subterranea Macropis : alle soorten Melecta luctuosa Nomada obsura Nysson niger Osmia bicolor Panurgus : alle soorten Podalonia affinis Podalonia hirsuta Rophites quinquespinosus Trachusa byssina Thyreus orbatus GEWERVELDEN Amfibieën Pelodytes punctatus Rana kl.esculanta Salamandra salamandra Triturus alpestris Triturus helveticus Triturus vulgaris Reptielen Natrix natrix Vipera berus Zoogdieren Insectivora Crocidura leucodon Neomys anomalus Neomys fodiens Rodentia Glis glis BIJLAGE III Deze bijlage bevat de gedeeltelijk beschermde Waalse soorten zoogdieren, amfibieën, reptielen, vissen en ongewervelden.

GEWERVELDEN Vissen Alosa alosa alosa Alosa fallax fallax Cobitis taenia Lampetra fluviatilis Lota lota Misgurnus fossilis Petromyzon marinus Platichthys flesus Rhodeus sericeus amarus Amfibieën Rana temporaria Bufo bufo Reptielen Anguis fragilis Lacerta vivipara Zoogdieren Carnivora Meles meles Insectivora Erinaceus europaeus Crocidura russula Sorex araneus Sorex coronatus Sorex minutus Rodentia Eliomys quercinus Sciurus vulgaris

BIJLAGE IV Deze bijlage bevat de soorten zoogdieren, amfibieën, reptielen, vissen en ongewervelden waarvan de ontrekking mag worden beperkt. Het gaat om soorten opgenomen in bijlage V bij richtlijn 92/43/EEG en/of in bijlage III bij het Verdrag van Bern ofwel om soorten die in het Waalse Gewest een statuut genieten waarbij hun onttrekking mag worden beperkt.

ONGEWERVELDEN Hirudinea Hirudo medicinalis Crustacea Astacus astacus GEWERVELDEN Vissen Alburnoides bipunctatus Barbus barbus Chondrostoma nasus Cottus gobio Lampetra planeri Leucaspius delineatus Salmo salar Salmo trutta trutta Thymallus thymallus BIJLAGE V Deze bijlage bevat de verboden middelen voor het vangen en het doden opgenomen in bijlage VI bij Richtlijn 92/43/EEG : a. Niet selectieve middelen voor het vangen en het doden : Zoogdieren, reptielen, amfibieën en ongewervelden - Levende dieren die zijn blindgemaakt en die worden gebruikt voor het lokken van andere dieren. - Bandrecorders - Elektrische en elektronische apparaten waarmee dieren kunnen worden gedood of bewusteloos gemaakt. - Kunstmatige lichtbronnen. - Spiegels en andere verblindende voorwerpen. - Apparaten om vangplaatsen mee te verlichten. - Zoekers met een beeldomkeerder of een beeldversterker voor het schieten in het donker. - Explosieven. - Netten die niet selectief zijn wat hun werkingsprincipe of hun gebruiksvoorwaarden betreft. - Trappen die niet selectief zijn wat hun werkingsprincipe of hun gebruiksvoorwaarden betreft. - Kruisbogen. - Vergif en lokaas, voorzien van giftige of verdovende middelen. - Uitgassen of uitroken. - Automatische of halfautomatische wapens waarvan de houder meer dan twee patronen kan bevatten.

Vissen Vergif.

Explosieven. b. Modes de transport Vliegtuigen. Rijdende motorvoertuigen.

BIJLAGE VIa Deze bijlage bevat de strikt beschermde planten soorten die opgenomen worden in bijlage IV b) bij Richtlijn 92/43/EEG en/of in bijlage I bij het Verdrag van Bern. De Waalse soorten zijn met een sterretje (*) vermeld;

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^