Etaamb.openjustice.be
Decreet van 02 april 2015
gepubliceerd op 04 december 2015

Decreet houdende instemming met het Verdrag OIT n° 128 betreffende uitkeringen wegens invaliditeit, ouderdom en aan de langstlevende, aangenomen te Genève op 29 juni 1967

bron
franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2015031837
pub.
04/12/2015
prom.
02/04/2015
ELI
eli/decreet/2015/04/02/2015031837/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

2 APRIL 2015. - Decreet houdende instemming met het Verdrag OIT n° 128 betreffende uitkeringen wegens invaliditeit, ouderdom en aan de langstlevende, aangenomen te Genève op 29 juni 1967


De Vergadering van de Franse Gemeenschapscommissie heeft aangenomen, en Wij, College, bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Dit decreet regelt, krachtens artikel 138 van de Grondwet, een aangelegenheid bedoeld in de artikelen 127 en 128 daarvan.

Art. 2.Het IAO-verdrag n° 128 met betrekking tot de uitkeringen voor invaliditeit, ouderdom en de langstlevenden, aangenomen te Genève op 29 juni 1967, zal zijn volle effect krijgen.

Bijlage bij het decreet houdende instemming met het Verdrag OIT n° 128 betreffende de uitkeringen wegens invalididiteit, ouderdom en aan de langstlevende, aangenomen te Genève op 29 juni 1967 Verdrag betreffende de uitkeringen wegens invalididiteit, ouderdom en aan de langstlevende, aangenomen door de Conferentie tijdens haar 51ste zitting, Genève, 29 juni 1967 AANHEF De algemene Conferentie van de Internationale Arbeidsorganisatie, Bijeengeroepen te Genève door de Raad van bestuur van het Internationaal Arbeidsbureau en aldaar bijeengeroepen op 7 juni 1967, op de 51ste zitting;

Na te hebben besloten verschillende voorstellen goed te keuren met betrekking tot de herziening van het Verdrag over de ouderdomsverzekering (industrie, enz.), 1933, het verdrag over de ouderdomsverzekering (landbouw), 1933, het verdrag over de invaliditeitsverzekering (industrie, enz.), 1933, het verdrag over de invaliditeitsverzekering (landbouw), 1933, het verdrag over de overlijdensverzekering (industrie, enz.), 1933, en het verdrag over de overlijdensverzekering (landbouw), 1933, welk onderwerp het vierde agendapunt van de zitting is;

Na te hebben besloten dat deze voorstellen de vorm van een internationaal verdrag zullen aannemen, keurt op deze negenentwintigste dag van de maand juni negentienhonderd zevenenzestig, de hiernavolgende overeenkomst, die kan worden aangehaald als het Verdrag betreffende de uitkeringen voor invalididiteit, ouderdom en aan de langstlevende, 1967, goed.

DEEL I. - ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Voor de toepassing van dit verdrag: (a) de term wetgeving omvat de wetten en reglementen en tevens de statutaire bepalingen met betrekking tot de sociale zekerheid ;(b) de term `voorgeschreven' betekent bepaald door of overeenkomstig de nationale wetgeving ;(c) de term industriële onderneming omvat elke onderneming die actief is in de volgende takken van economische activiteit : winningsindustrieën;verwerkende industrieën; bouw en openbare werken; elektriciteit, gas, water en sanitaire diensten ; transport, opslag en communicatie ; (d) de term woonplaats betekent de gewone verblijfplaats op het grondgebied van het Lid, en de term ingezetene slaat op een persoon die gewoonlijk verblijft op het grondgebied van het Lid ;(e) de term ten laste verwijst naar de staat van afhankelijkheid die wordt verondersteld te bestaan in de voorgeschreven gevallen ;(f) de term echtgenote verwijst naar een echtgenote die ten laste is van haar echtgenoot ;(g) de term weduwe verwijst naar een vrouw die ten laste was van haar echtgenoot op het moment van zijn overlijden ;(h) de term kind verwijst naar: (i) een kind dat jonger is dan de leeftijd waarop de schoolplicht eindigt of naar een kind jonger dan 15 jaar, waarbij met de oudste leeftijd rekening moet worden gehouden; (ii) onder voorgeschreven voorwaarden, een kind jonger dan de hoogste leeftijd aangeduid in de voorgaande sub-alinea, wanneer het leerschool volgt, zijn studies verderzet, of aan een chronische ziekte lijdt of aan een gebrek dat iedere professionele activiteit onmogelijk maakt, tenzij de nationale wetgeving de term kind definieert als ieder kind jonger dan een leeftijd die beduidend hoger ligt dan deze aangeduid in de voorgaande sub-alinea ; (i) de term stage verwijst naar een periode van bijdrage, of een periode van tewerkstelling, of van verblijf, of iedere combinatie van deze perioden, zoals is voorgeschreven ;(j) de termen premievrije en niet-premievrije prestaties verwijzen respectievelijk naar die prestaties waarvan de toekenning afhangt en de prestaties waarvan de toekenning niet afhangt van een directe financiêle bijdrage van de beschermde personen of van hun werkgever, of van een conditie van beroepsstage. Artikel 2 1. Elk lid waarvoor deze overeenkomst van toepassing is dient toe te passen : (a) deel I;(b) minstens één van de delen II, III en IV;(c) de overeenkomstige bepalingen van de delen V en VI;(d) deel VII.2. Elk lid dient in zijn bekrachtiging het deel of de delen te specifiëren onder de delen II tot IV van deze overeenkomst, waarvan hij de verplichtingen die uit deze overeenkomst voortvloeien aanvaardt. Artikel 3 1. Elk lid dat deze overeenkomst heeft bekrachtigd, kan vervolgens notificeren bij de Directeur-generaal van het Internationaal Arbeidsbureau, dat hij de verplichtingen aanvaardt die voortvloeien uit de overeenkomst wat betreft één of meerdere delen van de delen II tot IV, die nog niet gespecificeerd zijn in zijn bekrachtiging.2. De in vorige paragraaf bedoelde verplichtingen zullen beschouwd worden als integraal onderdeel van de ratificatie zullen een identieke uitwerking hebben vanaf de datum van hun kennisgeving. Artikel 4 1. Een lid waarvan de economie niet voldoende ontwikkeld is kan, mits een gemotiveerde verklaring die zijn bekrachtiging begeleidt, aanspraak maken op het voordeel van tijdelijke afwijkingen voorzien in paragraaf 2 van artikel 9, in paragraaf 2 van artikel 13, in paragraaf 2 van artikel 16 en in paragraaf 2 van artikel 22.2. Elk lid dat een verklaring heeft afgelegd in toepassing van de vorige paragraaf dient, in de rapporten over de toepassing van deze overeenkomst die hij gehouden wordt voor te leggen overeenkomstig artikel 22 van de Gondwet van de Internationale Arbeidsorganisatie, kennis te geven van elke uitzondering waarvan hij gebruik maakt : (a) hetzij dat de redenen die het daarvoor heeft gehad nog steeds bestaan;(b) hetzij dat het ervan afziet, vanaf een vastgestelde datum, om zich op de betrokken uitzondering te beroepen.3. Elk lid dat een verklaring heeft afgelegd in toepassing van paragraaf 1 van dit artikel zal het aantal beschermde werknemers moeten verhogen, wanneer de omstandigheden dat toelaten. Artikel 5 Wanneer, met het oog op de toepassing van de delen II tot IV van deze overeenkomst vallend onder zijn bekrachtiging, een Lid gehouden wordt de voorgeschreven categorieën van personen die in totaal een vastgesteld percentage van werknemers of het geheel van de actieve bevolking uitmaken, dit Lid dient te verzekeren, alvorens zich ertoe te verbinden het betreffende deel toe te passen, zich ervan te vergewissen dat het percentage in kwestie werd behaald.

Artikel 6 Met het oog op de toepassing van de delen II, III of IV van deze overeenkomst, kan een Lid de bescherming door verzekeringen in rekening brengen, overeenkomstig zijn wetgeving, zijn niet verplicht voor de beschermde personen, wanneer deze verzekeringen : (a) gecontroleerd worden door de publieke overheden of gemeenschappelijk worden beheerd, conform de voorgeschreven normen, door de werkgevers en de werknemers ;(b) een substantieel deel van de personen dekken waarvan het loon niet hoger ligt dan dat van een mannelijk, geschoold arbeider ;(c) voldoet, samen met andere vormen van bescherming, in voorkomend geval, aan de bepalingen van de overeenkomst met betrekking tot hen. DEEL II. - PRESTATIES VAN ARBEIDSONGESCHIKTHEID Artikel 7 Elk lid waarvoor dit deel van de overeenkomst van toepassing is dient aan de beschermde personen de toekenning van arbeidongeschiktheidsuitkeringen te verzekeren, overeenkomstig de hiernavolgende artikelen van het betreffende deel.

Artikel 8 De verzekerde gebeurtenis dient te bevatten de onmogelijkheid om eender welke beroepsactiviteit uit te oefenen, in een voorgeschreven mate, wanneer het waarschijnlijk is dat deze ongeschiktheid blijvend is en blijft duren na een voorgeschreven periode van tijdelijke of intitiële ongeschiktheid.

Artikel 9 1. De beschermde personen dienen te bevatten: (a) ofwel alle loontrekkenden, leerlingen inbegrepen ;(b) ofwel de voorgeschreven categorieën van de economisch actieve bevolking die in totaal 75 percent uitmaken van de totale economisch actieve bevolking ;(c) ofwel alle verblijvenden of verblijvenden waarvan de inkomsten tijdens de verzekerde gebeurtenis de voorgeschreven limieten overeenkomstig de bepalingen van artikel 28, niet overschrijden.2. Wanneer een verklaring, afgelegd in toepassing van artikel 4, van toepassing is, dienen de beschermde personen te omvatten : (a) hetzij voorgeschreven categorieën loontrekkenden die in totaal tenminste 25 percent uitmaken van het geheel der loontrekkenden ;(b) hetzij voorgeschreven categorieën loontrekkenden van de industriële ondernemingen die in totaal tenminste 50 percent uitmaken van de werknemers van de industriële ondernemingen. Artikel 10 De uitkeringen voor arbeidsongeschiktheid dienen te worden beloond in de vorm van periodieke en gecalculeerde betalingen :: (a) overeenkomstig de bepalingen, hetzij van artikel 26 hetzij van artikel 27, wanneer de loontrekkenden of de categorieën van de actieve bevolking loontrekkenden beschermd zijn ;(b) overeenkomstig de bepalingen van artikel 28, wanneer alle verblijvenden of de verblijvenden waarvan de inkomsten tijdens de verzekerde gebeurtenis de limieten niet overschrijden, beschermd zijn. Artikel 11 1. De in artikel 10 bedoelde prestaties dienen, in geval de verzekerde gebeurtenis zich voordoet, verzekerd zijn tenminste : (a) voor een beschermd persoon die, voor de verzekerde gebeurtenis plaatshad, volgens de voorgeschreven regels, een stage heeft volbracht die bestaat uit ofwel 15 jaar bijdragen of arbeid, ofwel tien jaar verblijf ;(b) wanneer, in principe, alle economisch actieve personen beschermd zijn, voor een beschermd persoon die, voor de verzekerde gebeurtenis plaatshad, volgens de voorgeschreven regels een stage van 3 jaar bijdrage heeft volbracht en waarbij tijdens de actieve periode in zijn leven, bijdragen werden betaald waarvan het gemiddelde aantal of het jaarlijkse aantal overeenkomt met een voorgeschreven cijfer.2. Wanneer de toekenning van prestaties van werkonbekwaamheid ondergeschikt is aan de volbrenging van een minimum periode van bijdragen, tewerkstelling of verblijf, dienen verlaagde uitkeringen te worden verzekerd, minstens : (a) voor een beschermd persoon die, voor de verzekerde gebeurtenis plaatshad, volgens de voorgeschreven regels een stage van 5 jaar bijdragen, arbeid of verblijf heeft volbracht ;(b) wanneer, in principe, alle economisch actieve personen beschermd zijn, voor een beschermd persoon die, voor de verzekerde gebeurtenis plaatshad, volgens de voorgeschreven regels een stage van 3 jaar bijdragen heeft volbracht en waarbij tijdens de actieve periode in zijn leven, de helft van het gemiddelde jaarlijkse aantal voorgeschreven bijdragen of het aantal voorgeschreven bijdragen waarnaar alinea b) van paragraaf 1 van dit artikel verwijst, heeft gestort.3. De bepalingen van paragraaf 1 van dit artikel zullen als voldaan worden beschouwd wanneer de gecalculeerde uitkeringen overeenkomstig deel V, maar volgens een 10 eenheden lager percentage dan dit aangeduid in de aan dit deel aangehechte tabel voor het type begunstigde, zijn minstens verzekerd voor elk beschermd persoon die, volgens de voorgeschreven regels, vijf jaar bijdragen, arbeid of verblijf heeft volbracht 4.Een proportionele verlaging van het aangeduide percentage in de tabel aangehecht aan deel V kan worden ingevoerd wanneer de vereiste stage voor de toekenning van de uitkeringen die overeenkomen met het verminderd percentage hoger is dan 5 jaar bijdragen, arbeid of verblijf, maar lager dan vijftien jaar bijdragen of arbeid of aan tien jaar verblijf ; deze verlaagde uitkeringen zullen worden toegekend overeenkomstig paragraaf 2 van dit artikel. 5. De bepalingen van paragrafen 1 en 2 van dit artikel zullen als voldaan worden beschouwd wanneer de uitkeringen berekend overeenkomstig deel V tenminste verzekerd zijn voor elk beschermd persoon die die, volgens de voorgeschreven regels, een stage van bijdragen of arbeid heeft volbracht die de vijf jaar niet overstijgt op een minimum voorgeschreven leefttijd in functie van de leeftijd zonder echter het aantal voorgeschreven jaren te overschrijden. Artikel 12 De uitkeringen bedoeld in artikelen 10 en 11 dienen te worden toegekend gedurende de hele duur van de verzekerde gebeurtenis of tot hun vervanging door prestaties van ouderdom.

Artikel 13 1. Elk lid waarop dit deel van deze overeenkomst van toepassing is dient, onder de voorgeschreven voorwaarden : (a) het voorzien van revalidatiediensten om de arbeidsongeschikten, daar waar mogelijk, voor te bereiden op het hervatten van hun vroegere werk of, indien dit niet mogelijk is, op het uitoefenen van een andere beroepsactiviteit die beter overeenstemt met hun bekwaam- en mogelijkheden ;(b) het nemen van maatregelen om het plaatsen van arbeidsongeschikten de geschikte taken te geven.2. Wanneer een verklaring is afgelegd in toepassing van artikel 4 in voege, kan het belanghebbende Lid afwijken van van de bepalingen van vorige paragraaf. DEEL III. - OUDERDOMSUITKERINGEN Artikel 14 Elk lid waarop dit deel van deze overeenkomst van toepassing is, dient aan de beschermde personen de toekenning van ouderdomsuitkeringen te verzekeren, overeenkomstig de hiernavolgende artikelen van bedoeld gedeelte.

Artikel 15 1. De verzekerde gebeurtenis is het overleven van een voorgeschreven leeftijd.2. De voorgeschreven leeftijd mag 65 jaar niet overschrijden.Echter, een hogere leeftijd kan worden voorgeschreven door de bevoegde overheden rekening houdend met de demografische, economische en sociale criteria, ondersteund door statistieken. 3. Indien de voorgeschreven leeftijd 65 jaar of meer is, dient deze leeftijd te worden verlaagd, onder voorgeschreven voorwaarden, voor die personen die arbeid hebben verricht die door de nationale wetgeving wordt beschouwd als zwaar of ongezond, bij de toekenning van de ouderdomsuitkeringen. Artikel 16 1. De beschermde personen dienen te omvatten : (a) enkel de loontrekkenden, leerlingen inbegrepen ;(b) hetzij voorgeschreven categorieën van de economisch actieve bevolking die in totaal tenminste 75 percent uitmaken van de totale economisch actieve bevolking ;(c) hetzij alle verblijvenden waarvan de inkomsten gedurende de verzekerde gebeurtenis de voorgeschreven limieten niet overschrijden, voorgeschreven overeenkomstig de bepalingen van artikel 28.2. Wanneer een verklaring is afgelegd in toepassing van artikel 4 in voege, dienen de beschermde personen te omvatten : (a) hetzij de voorgeschreven categorieën loontrekkenden die tenminste 25 percent uitmaken van het geheel van de loontrekkenden ;(b) hetzij de voorgeschreven categorieën loontrekkenden van de industriële ondernemingen die in totaal tenminste 50 percent uitmaken van het geheel van de loontrekkenden van de industriële ondernemingen; Artikel 17 De ouderdomsuitkeringen dienen te worden uitgevoerd in de vorm van berekende periodieke betalingen : (a) overeenkomstig de bepalingen, hetzij van artikel 26, hetzij van artikel 27, wanneer de loontrekkenden of de categorieën van de economisch actieve bevolking beschermd zijn ;(b) overeenkomstig de bepalingen van artikel 28 wanneer alle de residenten of de residenten waarvan de inkomsten tijdens de verzekerde gebeurtenis de voorgeschreven limieten niet overschrijden, beschermd zijn. Artikel 18 1. De in artikel 17 bedoelde uitkeringen dienen, in geval de verzekerde gebeurtenis zich voordoet, tenminste verzekerd zijn : (a) voor een beschermd persoon die, voor de verzekerde gebeurtenis plaatshad, volgens de voorgeschreven regels, een stage heeft volbracht die bestaat uit ofwel dertig jaar bijdragen of arbeid, ofwel twintig jaar verblijf;(b) wanneer, in principe, alle economisch actieve personen beschermd zijn, voor een beschermd persoon die, voor de verzekerde gebeurtenis plaatshad, volgens de voorgeschreven regels een een voorgeschreven bijdragestage heeft volbracht en waarbij tijdens de actieve periode in zijn leven, bijdragen werden betaald waarvan het gemiddelde jaarlijkse aantal overeenkomt met een voorgeschreven cijfer.2. Wanneer de toekenning van ouderdomsuitkeringen ondergeschikt is aan de volbrenging van een minimum periode van bijdragen of tewerkstelling, dienen verlaagde uitkeringen te worden verzekerd, minstens : (a) voor een beschermd persoon die, voor de verzekerde gebeurtenis plaatshad, volgens de voorgeschreven regels een stage van vijftien jaar bijdragen, arbeid of verblijf heeft volbracht ;(b) wanneer, in principe, alle economisch actieve personen beschermd zijn, voor een beschermd persoon die, voor de verzekerde gebeurtenis plaatshad, volgens de voorgeschreven regels een voorgeschreven bijdragestage heeft volbracht en waarbij tijdens de actieve periode in zijn leven, de helft van het gemiddelde jaarlijkse aantal voorgeschreven bijdragen waarnaar alinea b) van paragraaf 1 van dit artikel verwijst, heeft gestort.2. De bepalingen van paragraaf 1 van dit artikel zullen als voldaan worden beschouwd wanneer de berekende uitkeringen overeenkomstig deel V, maar volgens een 10 eenheden lager percentage dan dit aangeduid in de aan dit deel aangehechte tabel voor het type begunstigde, zijn minstens verzekerd voor elk beschermd persoon die, volgens de voorgeschreven regels, 10 jaar bijdragen of arbeid, of vijf jaar residentie heeft volbracht 3.Een proportionele verlaging van het aangeduide percentage in de tabel aangehecht aan deel V kan worden ingevoerd wanneer de vereiste stage voor de toekenning van de uitkeringen die overeenkomen met het verminderd percentage hoger is dan 10 jaar bijdragen of arbeid, of vijf jaar residentie, maar lager dan dertig jaar bijdragen of arbeid, of aan twintig jaar residentie; in geval de bedoelde stage hoger is dan 15 jaar bijdragen of arbeid, zullen deze verlaagde uitkeringen worden toegekend overeenkomstig paragraaf 2 van dit artikel.

Artikel 19 De uitkeringen bedoeld in artikel 17 en 18 dienen te worden toestaan gedurende de hele duur van de gebeurtenis.

DEEL IV. - NABESTAANDENUITKERINGEN Artikel 20 Elk lid waarop dit deel van deze overeenkomst van toepassing is dient aan de beschermde personen de uitkering van nabestaandenuitkeringen te verzekeren, overeenkomstig de hiernavolgende artikelen van bedoeld deel.

Artikel 21 1. De verzekerde gebeurtenis dient te omvatten het verlies van bestaansmiddelen door de weduwe of de kinderen wegens het overlijden van de kostwinner.2. Het recht van een weduwe op een nabestaandenuitkering kan ondergeschikt zijn aan de voorwaarde dat ze een voorgeschreven leeftijd heeft bereikt.Deze leeftijd mag niet hoger liggen dan de voorgeschreven leeftijd waarop men recht heeft op nabestaandenuitkeringen. 3. Echter, er kan geen leeftijdsvoorwaarde worden geëist : (a) hetzij wanneer de weduwe invalide is, in de voorgeschreven zin ;(b) hetzij de weduwe een kind van de overledene ten laste heeft.4. Opdat een weduwe zonder kinderen recht zou hebben op een nabestaandenuitkering, kan een minimum huwelijksduur worden voorgeschreven. Artikel 22 1. De beschermde personen dienen te omvatten : (a) hetzij de echtgenoten, de kinderen en de andere personen ten laste aangeduid door de nationale wetgeving, waarvan de kostwinner loontrekkende of leerling was ;(b) hetzij de echtgenoten, de kinderen en de andere personen ten laste aangeduid door de nationale wetgeving, waarvan de kostwinner behoorde tot voorgeschreven categorieën van de economisch actieve bevolking, vormend, in totaal, tenminste 75 percent van het geheel van de economisch actieve bevolking ;(c) hetzij alle weduwen, alle kinderen en alle andere personen ten laste aangeduid door de nationale wetgeving die hun kostwinner hebben verloren, die de kwaliteit van resident hebben en, desgevallend, waarvan de inkomsten tijdens de verzekerde gebeurtenis de limieten niet overschrijden voorgeschreven overeenkomstig de bepalingen van artikel 28.2. Wanneer een verklaring in toepassing van artikel 4 van toepassing is, dienen de beschermde personen te bevatten : (a) hetzij de echtgenoten, de kinderen en de andere personen ten laste aangeduid door de nationale wetgeving, waarvan de kostwinner behoorde tot voorgeschreven categorieën van loontrekkenden vormend, in totaal, tenminste 25 percent van het geheel van de loontrekkenden ;(b) hetzij de echtgenoten, de kinderen en de andere personen ten laste aangeduid door de nationale wetgeving, waarvan de kostwinner behoorde tot voorgeschreven categorieën van loontrekkenden van de industriële ondernemingen, vormend, in totaal, tenminste 50 percent van het geheel van de loontrekkenden van de industriële ondernemingen. Artikel 23 De ouderdomsuitkeringen dienen te worden uitgevoerd in de vorm van berekende periodieke betalingen : (a) overeenkomstig de bepalingen, hetzij van artikel 26, hetzij van artikel 27, wanneer de loontrekkenden of de categorieën van de economisch actieve bevolking beschermd zijn ;(b) overeenkomstig de bepalingen van artikel 28 wanneer alle de residenten of de residenten waarvan de inkomsten tijdens de verzekerde gebeurtenis de voorgeschreven limieten niet overschrijden, beschermd zijn. Artikel 24 1. De in artikel 23 bedoelde uitkeringen dienen, in geval de verzekerde gebeurtenis zich voordoet, tenminste verzekerd zijn : (a) voor een beschermd persoon waarvan de kostwinner volgens de voorgeschreven regels, een stage heeft volbracht die bestaat uit ofwel vijftien jaar bijdragen of arbeid, ofwel twintig jaar verblijf; Nochtans, wanneer het gaat om nabestaandenuitkeringen toegekend aan een weduwe, kan de volbrenging door deze van een voorgeschreven residentiestage beschouwd worden als voldoende ; (b) wanneer, in principe, de vrouwen en kinderen van alle economisch actieve personen beschermd zijn, voor een beschermd persoon waarvan de kostwinner volgens de voorgeschreven regels een bijdragestage heeft volbracht, op voorwaarde dat, in naam van deze kostwinner, en tijdens de actieve periode in zijn leven, bijdragen werden betaald waarvan het gemiddelde jaarlijkse aantal overeenkomt met een voorgeschreven cijfer.2. Wanneer de toekenning van nabestaandenuitkeringen ondergeschikt is aan de volbrenging van een minimum periode van bijdragen of arbeid, dienen verminderde uitkeringen tenminste verzekerd te worden : (a) aan een beschermd persoon waarvan de kostwinner volgens de voorgeschreven regels een stage heeft volbracht van vijf jaar bijdragen of arbeid;(b) wanneer, in principe, de vrouwen en kinderen van alle economisch actieve personen beschermd zijn, voor een beschermd persoon waarvan de kostwinner volgens de voorgeschreven regels een bijdragestage heeft volbracht, op voorwaarde dat, in naam van deze kostwinner, en tijdens de actieve periode in zijn leven, de helft van het gemiddelde jaarlijkse aantal of het jaarlijkse aantal voorgeschreven bijdragen waarnaar alinea b) van paragraaf 1 van dit artikele verwijst, werd betaald.3. De bepalingen van paragraaf 1 van dit artikel zullen als voldaan worden beschouwd wanneer de berekende uitkeringen overeenkomstig deel V, maar volgens een tien eenheden lager percentage dan dit aangeduid in de aan dit deel aangehechte tabel voor het type begunstigde, zijn minstens verzekerd voor elk beschermd persoon die, volgens de voorgeschreven regels, vijf jaar bijdragen of arbeid, of vijf jaar residentie heeft volbracht 4.Een proportionele verlaging van het aangeduide percentage in de tabel aangehecht aan deel V kan worden ingevoerd wanneer de vereiste stage voor de toekenning van de uitkeringen die overeenkomen met het verminderd percentage hoger is dan 5 jaar bijdragen, arbeid of residentie, maar lager dan vijftien jaar bijdragen of arbeid, of aan tien jaar residentie; In geval de vereiste stage een bijdrage- of arbeidsstage is zullen verlaagde uitkeringen worden toegekend overeenkomstig paragraaf 2 van dit artikel. 5. De bepalingen van paragrafen 1 en 2 van dit artikel zullen als voldaan worden beschouwd wanneer de uitkeringen berekend overeenkomstig deel V tenminste verzekerd zijn voor elk beschermd persoon waarvan de kostwinner, volgens de voorgeschreven regels, een stage van bijdragen of arbeid heeft volbracht die de vijf jaar niet overstijgt op een minimum voorgeschreven leeftijd in functie van de leeftijd zonder echter het aantal voorgeschreven jaren te overschrijden. Artikel 25 De uitkeringen bedoeld in artikel 23 en 24 dienen te worden toegekend tijdens de hele duur van de gebeurtenis.

DEEL V. - BEREKENING DER PERIODIEKE BETALINGEN Artikel 26 1. Voor elke periodieke betaling waarop dit artikel van toepassing is, dient het bedrag van de uitkeringen, vermeerderd met het bedrag van het kindergeld tijdens de gebeurtenis, zodanig te zijn, voor het type begunstigde bedoeld in de tabel in bijlage van dit deel, dat het minstens gelijk is, voor de gebeurtenis in kwestie, aan het aangegeven percentage in deze tabel met betrekking tot het totaal van de vroegere inkomsten van de begunstigde of van zijn kostwinner en aan het bedrag van het kindergeld uitgekeerd aan een beschermd persoon met dezelfde familiale lasten dan het type begunstigde.2. Het vorige inkomen van de begunstigde of van zijn kostwinner wordt berekend overeenkomstig de voorgeschreven regels en indien de beschermde personen of hun kostwinners verdeeld zijn in klassen volgens hun inkomen, kan het vorige inkomen berekend worden volgens het basisinkomen van de klassen waartoe ze hebben behoord.3. Een maximum kan worden voorgeschreven voor de bedragen van de uitkeringen of voor de winst die in rekening wordt gebracht in de berekening van de uitkeringen, onder voorbehoud dat dit maximum zo wordt vastgesteld dat aan de bepalingen van paragraaf 1 van dit artikel wordt voldaan wanneer het vorige inkomen van de begunstigde of zijn kostwinner gelijk is aan of lager is dan het loon van een mannelijk geschoold arbeider.4. Het vroegere inkomen van de begunstigde of van zijn kostwinner, het loon van een geschoold arbeider, de prestaties en de kindergelden worden berekend op dezelfde tijdbasis.5. Voor de andere begunstigden worden de prestaties dusdanig berekend dat ze in een redelijke verhouding staan tot deze van de standaardbegunstigde.6. Voor de toepassing van huidig artikel, is een geschoold arbeider : (a) hetzij een fitter of draaier in de industrie van de machinebouw, met uitzondering van de elektrische machines ;(b) hetzij een standaard geschoold arbeider, omschreven overeenkomstig de bepalingen van de volgende paragraaf ;(c) hetzij een persoon waarvan het loon gelijk is aan of hoger dan het loon van 75 percent van alle beschermde personen, het loon zijnde bepaald op jaarbasis of op basis van een kortere periode, volgens wat is voorgeschreven ;(d) hetzij een persoon waarvan het loon gelijk is aan 125 percent van het gemiddelde loon van alle beschermde personen.7. De standaard geschoold arbeider, voor de toepassing van alinea b) van de vorige paragraaf wordt gekozen uit de klasse die het grootste aantal mannelijke beschermde personen bevat voor de gebeurtenis in kwestie, of van de kostwinners van de beschermde personen, in de tak die zelf het grootste aantal van deze beschermde personen bevat of van de kostwinners ;daartoe zullen we de standaard internationale Classificatie hanteren, per industrie, van alle takken van de economische activiteit, aangenomen door de Economische en Sociale Raad van de Verenigde Naties op de 7de zitting, op 27 augustus 1948, en werd gereproduceerd, onder zijn heziene vorm in 1058, in bijlage van deze overeenkomst, rekening houdend met elke wijziging die nog kan worden aangebracht. 8. Wanneer de prestaties variëren van streek tot streek, kan een geschoold arbeider worden gekozen in elk van de streken, overeenkomstig de bepalingen van paragrafen 6 en 7 van dit artikel.9. Het loon van de geschoold arbeider wordt bepaald op basis van het loon voor een bepaald aantal uren werk, hetzij door collectieve overeenkomsten, hetzij, desgevallend, door de nationale wetgeving of op grond daarvan, of door het gebruik, inbegrepen de toelagen voor de kosten van het levensonderhoud indien van toepassing ;wanneer de lonen die aldus worden bepaald verschillen van het ene tot het andere gewest en de bepalingen van vorige paragraaf niet worden toegepast, wordt het mediane loon gekozen.

Artikel 27 1. Voor elke periodieke betaling waarvoor dit artikel van toepassing is dient het bedrag van de prestaties, vermeerderd met het bedrag van het kindergeld toegekend tijdens de gebeurtenis, dusdanig te zijn voor de standaard begunstigde bedoeld in bijgevoegde tabel van dit deel, dat het minstens gelijk is, voor de gebeurtenis in kwestie, aan het in deze tabel aangeduide percentage met betrekking tot het totaal van het loon van een mannelijk gewoon hulparbeider en tot het bedrag van de kindergelden toegekend aan een beschermd persoon met dezelfde familiale lasten als de standaard begunstigde.2. Het loon van een mannelijk gewoon hulparbeider, de prestaties en het kindergeld worden berekend op dezelfde tijdbasis.3. Voor de andere begunstigden worden de prestaties bepaald op die manier dat ze in een redelijke verhouding staan tot deze van de standaard begunstigde.4. Voor de toepassing van dit artikel, is de mannelijk gewoon hulparbeider : (a) hetzij een standaard hulparbeider in de industrie van de machinebouw, met uitzondering van de elektrische machines ;(b) hetzij een standaard hulparbeider bepaald overeenkomstig de bepalingen van de volgende paragraaf.5. De standaard hulparbeider, voor de toepassing van alinea b) van de vorige paragraaf wordt gekozen uit de klasse die het grootste aantal mannelijke beschermde personen bevat voor de gebeurtenis in kwestie, of van de kostwinners van de beschermde personen, in de tak die zelf het grootste aantal van deze beschermde personen bevat of van de kostwinners ;daartoe zullen we de standaard internationale Classificatie hanteren, per industrie, van alle takken van de economische activiteit, aangenomen door de Economische en Sociale Raad van de Verenigde Naties op de 7de zitting, op 27 augustus 1948, en werd gereproduceerd, onder zijn heziene vorm in 1058, in bijlage van deze overeenkomst, rekening houdend met elke wijziging die nog kan worden aangebracht. 6. Wanneer de prestaties variëren van gewest tot gewest, kan een geschoold arbeider worden gekozen in elk van de gewesten, overeenkomstig de bepalingen van paragrafen 4 en 5 van dit artikel.7. Het loon van de hulparbeider wordt bepaald op basis van het loon voor een bepaald aantal uren werk, hetzij door collectieve overeenkomsten, hetzij, desgevallend, door de nationale wetgeving of op grond daarvan, of door het gebruik, inbegrepen de toelagen voor de kosten van het levensonderhoud indien van toepassing ;wanneer de lonen die aldus worden bepaald verschillen van het ene tot het andere gewest en de bepalingen van vorige paragraaf niet worden toegepast, wordt het mediane loon gekozen.

Artikel 28 Voor elke periodieke betaling waarvoor dit artikel van toepassing is : (a) dient het bedrag van de presaties bepaald te worden volgens een voorgeschreven barema, of volgens een barema bepaald door de openbare overheden overeenkomstig de voorgeschreven regels ;(b) het bedrag van de prestaties mag enkel worden verminderd in de mate dat de andere inkomsten van de familie van de begunstigde de voorgeschreven substantiële bedragen of de de bedragen bepaald door de bevoegde openbare overheden overeenkomstig de voorgeschreven regels, overschrijden ;(c) het totaal van de prestaties en van de andere inkomsten, na aftrek van de substantiële bedragen bedoeld in de vorige alinea, moet voldoende zijn om het gezin van de begunstigde gezonde en degelijke levensvoorwaarden te verzekeren, en mag niet lager zijn dan het bedrag van de prestaties berekend overeenkomstig de bepalingen van artikel 27 ;(d) de bepalingen van de vorige alinea worden beschouwd als voldaan indien het totaal bedrag van de betaalde prestaties krachtens het deel in kwestie, met tenminste 30 percent het bedrag overschrijdt van het totaal van de prestaties en dat men zou verkrijgen door toepassing van de bepalingen van artikel 27 en de bepalingen van : (i) alinea b) van paragraaf 1 van artikel 9 voor deel II; (ii) alinea b) van paragraaf 1 van artikel 16 voor deel III; (iii) alinea b) van paragraaf 1 van artikel 22 voor deel IV. Artikel 29 1. De bedragen van de lopende periodeke betalingen bedoeld in artikel 10, 17 en 23 zullen worden herzien tengevolge van voelbare variaties op het algemeen vlak van de inkomsten of bij variaties in de levensduurte.2. Elk lid dient de getrokken conclusies van deze herziening te vermelden in de verslagen over de toepassing van deze overeenkomst die hij gehouden is voor te leggen krachtens artikel 22 van het Statuut van de Internationale Arbeidsorganisatie en tevens aan te geven welke actie op dit vlak werd ondernomen. TABEL (BIJLAGE BIJ DEEL V) : PERIODIEK BETALINGEN AAN DE STANDAARD BEGUNSTIGDEN Deel Gebeurtenis Standaard begunstigde Percentage II Invaliditeit Man met echtgenote en twee kinderen 50 III Ouderdom Man met echtgenote op pensioenleeftijd 45 IV Overlijden kostwinner Weduwe met twee kinderen 45 DELEN VI. - GEMEENSCHAPPELIJKE BEPALINGEN Artikel 30 De nationale wetgeving moet voorzien in het behoud van de rechten in de loop van de overname van de premievrije bijdragen van arbeidsongeschiktheid, ouderdom en de langstlevende, volgens de voorgeschreven voorwaarden.

Artikel 31 1. De uitkeringen van arbeidsongeschiktheid, ouderdom of de langstlevende kunnen worden opgeheven, volgens de voorgeschreven voorwaarden, indien de begunstigde een lucratieve activiteit uitoefent.2. De premievrije uitkeringen van arbeidsongeschiktheid, ouderdom of de langstlevende kunnen worden verlaagd, wanneer de inkomsten van de begunstigde het voorgeschreven bedrag overschrijdt, maar de verlaging van de uitkeringen mag daarbij niet groter zijn dan het bedrag van de inkomsten.3. De niet premievrije uitkeringen van arbeidsongeschiktheid, ouderdom of de langstlevende kunnen worden verlaagd, wanneer de inkomsten van de begunstigde, of zijn andere inkomsten, of beide, een voorgeschreven bedrag overschrijden. Artikel 32 1. De uitkeringen waarop een beschermd persoon recht zou hebben in toepassing van één van de delen II tot IV van deze overeenkomst, kunnen worden opgeschort, in een mate die kan worden voorgeschreven : (a) zolang de begunstigde zich niet op het op het territorium bevindt van het Lid, behalve, volgens voorgeschreven voorwaarden, wanneer het gaat om premievrije uitkeringen ;(b) zolang de begunstigde onderhouden wordt door openbare fondsen of op kosten van een instelling of een dienst van sociale zekerheid;(c) wanneer de begunstigde op een frauduleuse manier de uitkeringen in kwestie heeft pogen te verkrijgen;(d) wanneer de gebeurtenis werd veroorzaakt door misdaad of een overtreding begaan door de begunstigde ;(e) wanneer de gebeurtenis werd veroorzaakt door een ernstige en moedwillige fout van de begunstigde ;(f) desgevallend, wanneer de begunstigde zonder geldige redenen nalaat de medische of revalidatiediensten te gebruiken die tot zijn beschikking worden gesteld, of hij de voorgeschreven regels niet naleeft voor de controle van de aanwezigheid van de gebeurtenis, of wegens het gedrag van de begunstigden van de uitkeringen ;(g) wat betreft de uitkeringen aan de overlevenden toegekend aan een weduwe, zolang ze samenwoont.2. In de gevallen, en binnen de limieten die zijn voorgeschreven, moet een deel van de uitkeringen die normaal zouden worden uitgekeerd worden toegekend aan de personen ten laste van de begunstigden. Artikel 33 1. In het geval een beschermd persoon aanspraak kan of zou kunnen maken op verschillende uitkeringen voor invaliditeit, ouderdom of de langstlevende, kunnen deze uitkeringen worden verlaagd volgens de voorgeschreven voorwaarden en limieten.Echter, de beschermde persoon dient in totaal een bedrag te ontvangen dat tenminste overeenkomt met de meest voordelige uitkeringen. 2. Wanneer een beschermd persoon aanspraak kan maken of had kunnen maken op uitkeringen voorzien in deze overeenkomst, en ze in speciën voor eenzelfde gebeurtenis andere uitkeringen van sociale zekerheid ontvangt, met uitzondering van het kindergeld, kunnen de uitkeringen verplicht in hoofde van deze overeenkomst, worden verlaagd of opgeschort volgens de voorgeschreven voorwaarden en limieten, op voorwaarde dat het gedeelte van de uitkeringen dat wordt verlaagd of opgeschort het bedrag van de andere uitkeringen niet overschrijdt. Artikel 34 1. Elke aanvrager dient het recht te hebben beroep aan te tekenen in geval van weigering tot uitkering of bij betwisting van de aard of het bedrag.2. Procedures dienen te worden voorgeschreven, wat de aanvrager toelaat, desgevallend, om zich te laten vertegenwoordigen of bijstaan door een gekwalificeerd persoon van zijn keuze of door een afgevaardigde van een representatieve organisatie van beschermde personen. Artikel 35 1. Elk Lid dient de algemene verantwoordelijkheid voor de dienst van de toegekende uitkeringen te aanvaarden in toepassing van deze overeenkomst en alle maatregelen nemen die daartoe vereist zijn.2. Elk Lid dient te algemene verantwoordelijkheid te aanvaarden voor het goede beheer van de instellingen en diensten die bijdragen aan de toepassing van deze overeenkomst. Artikel 36 Wanneer het beheer niet wordt verzekerd door een instelling die gereglementeerd is door de overheid of door een overheidsdienst die verantwoordelijkheid verschuldigd is aan een parlement, dienen vertegenwoordigers van de beschermde personen deelnemen aan het beheer volgens voorgeschreven voorwaarden ; de nationale wetgeving kan tevens de deelname voorzien van vertegenwoordigers van de wergevers en van de overheidsinstanties.

DEEL VII. - DIVERSE BEPALINGEN Artikel 37 Elk Lid waarvan de wetgevig de loontrekkenden beschermt, kan, in de mate van het nodige, van de toepassing van deze overeenkomst uitsluiten : (a) de personen die okkasioneel werk verrichten ;(b) de familieleden van de werkgever die onder hetzelfde dak wonen, in die mate dat ze voor hem werken ;(c) andere categorieën loontrekkenden, waarvan het aantal de 10% van het geheel van de loontrekkenden, anders dan dezen die zijn uitgesloten in toepassing van alinea a) en b) van dit artikel, niet overschrijdt. Artikel 38 1. Elk Lid waarvan de wetgevig de loontrekkenden beschermt, kan, door een verklaring gevoegd bij zijn bekrachtiging, tijdelijk de toepassing van deze overeenkomst voor de loontrekkenden uit de landbouwsector die nog niet zijn beschermd door de wetgeving op de datum van de bekrachtiging in kwestie, uitsluiten.2. Elk Lid dat een verklaring aflegt in toepassing van de vorige parafgraaf, dient in de verslagen over de toepassing van deze overeenkomst die hij gehouden wordt voor te leggen in toepassing van artikel 22 van het Statuut van de Internationale Arbeidsorganisatie, aan te duiden in welke mate hij gevolg heeft gegeven en welk gevolg hij wenst te geven aan de bepalingen van de overeenkomst wat betreft de loontrekkenden uit de landbouwsector, en tevens welke vooruitgang werd geboekt met het oog op de toepassing van de overeenkomst voor deze loontrekkenden, of, wanneer er geen verandering te melden valt, alle nodige uitleg te verschaffen.3. Elk lid dat een verklaring heeft afgelegd in toepassing van paragraaf 1 van dit artikel zal het aantal beschermde loontrekkenden van de landbouwsector moeten verhogen in een mate en volgens een ritme die de omstandigheden toelaat. Artikel 39 1. Elk Lid dat deze overeenkomst ratificeert kan, door een verklaring gevoegd bij zijn ratificatie, uitsluiten van de toepassing van de overeenkomst : (a) de mensen van de zee, de vissers op zee inbegrepen.(b) het personeel van het openbaar ambt, wanneer de categorieën beschermd zijn door speciale regimes die uitkeringen toekennen die in totaal minstens gelijk zijn aan deze voorzien in deze overeenkomst.2. Wanneer een verklaring, afgelegd in toepassing van vorige paragraaf in voege treedt, kan het Lid de in deze verklaring bedoelde personen uitsluiten van het aantal personen in rekening genomen voor de berekening van de precentages voorzien in alinea b) van paragraaf 1 en alinea b) van paragraaf 2 van artikel 9, van alinea b) van paragraaf 1 en van alinea b) van paragraaf 2 van artikel 16, van alinea b) van paragraaf 1 en van alinea b) van paragraaf 2 van artikel 22 en van alinea c) van artikel 37.3. Elk Lid dat een verklaring heeft afgelegd overeenkomstig de bepalingen van paragfraaf 1 van dit artikel, kan vervolgens aan de Directeur-generaal van het Internationaal Arbeidsbureau melden dat hij de verplichtingen van deze overeenkomst voor wat betreft elke categorie die werd uitgesloten tijdens de ratificatie aanvaardt. Artikel 40 Indien een beschermd persoon volgens de nationale wetgeving in het geval van overlijden van de kostwinner kan genieten van periodieke uitkeringen anders dan de uitkeringen aan de nabestaanden, kunnen deze periodieke uitkeringen worden gevoegd bij de uitkeringen aan de nabestaanden met het oog op de toepassing van deze overeenkomst.

Artikel 41 1. Wanneer een Lid : (a) de verplichtingen heeft aanvaard van deze overeenkomst wat betreft de delen II, III en IV, (b) een percentage beschermt van de economisch actieve bevolking dat minstens tien eenheden hoger ligt dan het vereiste percentage in artikelen 9, paragraaf 1, alinea b), artikel 16, paragraaf 1, alinea b), en artikel 22, paragraaf 1, alinea b), of tegemoet komt aan de bepalingen van artikel 9, paragraaf 1, alinea c), van artikel16, paragraaf 1, alinea c), en van artikel 22, paragraaf 1, alinea c), (c) garanties verstrekt ten aanzien van tenminste twee van de gebeurtenissen gedekt door de delen II, III en IV van de uitkeringen voor een bedrag dat overeenkomt met een percentage van tenminste 5 eenheden meer dan de percentages aangeduid in de tabel bijgevoegd bij deel V. Een dergelijk Lid kan zich beroepen op de bepalingen van de volgende paragraaf. 2. Genoemd Lid mag: (a) in toepassing van paragraaf 2, alinea b), artikel 24, paragraaf 2, alinea b), de aangegeven stage van 3 jaar vervangan door een stage van 5 jaar ;(b) de begunstigden bepalen van de uitkeringen aan de nabestaanden, op een verschillende manier dan deze bepaald in artikel 21, maar die garandeert dat het totaal aantal begunstigden niet lager ligt dan het aantal dat zou resulteren uit de toepassing van artikel 21.3. Elk Lid dat zich beroept op de bepalingen van de vorige paragraaf zal in zijn verslag over de toepassing van deze overeenkomst aanduiden dat hij gehouden is, in toepassing van artikel 22 van het Statuut van de Internationale Arbeidsorganisatie, de staat van zijn wetgeving voor te leggen, van zijn praktijken wat betreft de de kwesties die in deze paragraaf worden bedoeld, en van de geboekte vooruitgang met het oog op de volledige toepassing van de bepalingen van deze overeenkomst. Artikel 42 1. Wanneer een Lid : (a) de verplichtingen heeft aanvaard van huidige overeenkomst voor wat betreft de delen II, III en IV, (b) een percentage beschermt van de economisch actieve bevolking dat minstens tien eenheden hoger ligt dan het vereiste percentage in artikele 9, paragraaf 1, alinea b), artikel 16, paragraaf 1, alinea b), en artikel 22, paragraaf 1, alinea b), of tegemoet komt aan de bepalingen van artikel 9, paragraaf 1, alinea c), van artikel16, paragraaf 1, alinea c), en van artikel 22, paragraaf 1, alinea c), Een dergelijk Lid mag afwijken van bepaalde bepalingen van de delen II, III of IV, op voorwaarde dat het totale bedrag van de uitkeringen uitgekeerd in hoofde van het betreffende deel tenminste gelijk is aan 110 percent va het totale bedrag van de uitkeringen dat men zou bekomen in toepassing van het geheel van de bepalingen van het betreffende deel.2. Elk Lid dat een beroep heeft gedaan op dergelijke afwijkingen dient aan te duiden, in de verslagen over de toepassing van deze overeenkomst, dat hij gehouden is, in toepassing van artikel 22 van het Statuut van de Internationale Arbeidsorganisatie, de staat van zijn wetgeving voor te leggen, van zijn praktijk wat betreft de de kwesties die het onderwerp uitmaken van deze afwijkingen, en van de geboekte vooruitgang met het oog op de volledige toepassing van de bepalingen van deze overeenkomst. Artikel 43 De huidige overeenkomst is niet van toepassing : (a) op de gebeurtenissen die hebben plaatsgehad voor de invoegetreding van het corresponderende deel van de overeenkomst voor het betrokken Lid ;(b) op de uitkeringen die werden toegekend voor gebeurtenissen die hebben plaatsgehad na de invoegetreding van het corresponderende deel van de overeenkomst voor het betrokken Lid, in die mate dat de rechten op deze uitkeringen voortvloeien uit perioden voorafgaand aan de datum van de genoemde invoegetreding. Artikel 44 1. De huidige overeenkomst herziet, onder de hierna vermelde voorwaarden, de overeenkomst inzake de ouderdomsverzekering (industrie, etc.), 1933; de overeenkomst inzake de ouderdomsverzekering (landbouw), 1933; de overeenkomst inzake invalididteitsverzekering (industrie, etc.), 1933; de overeenkomst inzake invalididteitsverzekering (landbouw), 1933; de overeenkomst inzake overlijdensverzekering (industrie, etc.), 1933, en de overeenkomst inzake overlijdensverzekering (landbouw), 1933. 2. De aanvaarding van de verplichtingen van deze overeenkomst door een Lid dat partij is bij één of meeerdere van de overeenkomsten aldus herzien zal, op de datum waarop de overeenkomst invoege treedt, de volgende juridische gevolgen hebben: (a) de aanvaarding van de verplichtingen van deel II van de overeenkomst impliceert, van rechtswege, de onmiddellijke opzegging van de overeenkomst inzake invalididteitsverzekering (industrie, etc.), 1933; de overeenkomst inzake invalididteitsverzekering (landbouw), 1933; (b) de aanvaarding van de verplichtingen van deel II van de overeenkomst impliceert, van rechtswege, de onmiddellijke opzegging van de overeenkomst inzake de ouderdomsverzekering (industrie, etc.), 1933; de overeenkomst inzake de ouderdomsverzekering (landbouw), 1933; (c) de aanvaarding van de verplichtingen van deel II van de overeenkomst impliceert, van rechtswege, de onmiddellijke opzegging van de overeenkomst inzake overlijdensverzekering (industrie, etc.), 1933, en de overeenkomst inzake overlijdensverzekering (landbouw), 1933.

Artikel 45 1. Overeenkomstig de bepalingen van artikel 75 van deze overeenkomst betreffende de sociale zekerheid (minimumnorm), 1952, zullen de volgende partijen van betreffende overeenkomst en de overeenkomstige bepalingen in de andere delen van deze overeenkomst niet langer van toepassing zijn vanaf de datum waarop de bepalingen dit Lid verbindt, zonder dat een verklaring in toepassing van artikel 38 van toepassing is : (a) deel IX, indien het Lid de verplichtingen van deel II van deze overeenkomst heeft aanvaard ;(b) deel V, indien het Lid de verplichtingen van deel III van deze overeenkomst heeft aanvaard ;(c) deel X, indien het Lid de verplichtingen van deel IV van deze overeenkomst heeft aanvaard.2. Op voorwaarde dat een een verklaring in toepassing van artikel 38 niet van kracht is, zal de aanvaarding van de verplichingen van deze overeenkomst beschouwd worden, in de zin van artikel 2 van de overeenkomst betreffende de sociale zekerheid (minimumnorm), 1952, als vormend de aanvaarding van de verplichtingen van de volgende partijen en overeenkomstige bepalingen in andere delen van deze overeenkomst : (a) deel IX, indien het Lid de verplichtingen van deel II van deze overeenkomst heeft aanvaard;(b) deel V, indien het Lid de verplichtingen van deel III van deze overeenkomst heeft aanvaard;(c) deel X, indien het Lid de verplichtingen van deel IV van deze overeenkomst heeft aanvaard; Artikel 46 Wanneer het zo bepaald wordt in een overeenkomst achteraf gesloten door de Conferentie en houdende één of meerdere door huidige overeenkomst behandelde materies, zullen de bepalingen van deze, die gespecifieerd worden in de nieuwe overeenkomst, ophouden van toepassing te zijn op elk Lid dat deze laatste heeft bekrachtigd, vanaf de datum van zijn invoegetreding voor het betrokken lid.

DEEL VIII. - SLOTBEPALINGEN Artikel 47 Der formele bekrachtigingen van deze overeenkomst zullen worden medegedeeld aan de Directeur-Generaal van het Internationaal Arbeidsbureau en door hem worden geregistreerd.

Artikel 48 1. Deze overeenkomst verbindt enkel de Leden van de Internationale Arbeidsorganisatie waarvan de bekrachtiging werd geregistreerd door de Directeur-Generaal.2. Ze wordt van kracht twaalf maanden nadat de ratificaties van twee Leden werden geregistreerd door de Directeur-Generaal.3. Vervolgens wordt deze overeenkomst van kracht voor elk Lid twaalf maanden nadat zijn bekrachtiging werd geregistreerd. Artikel 49 1. Elk Lid dat deze overeenkomst heeft bekrachtigd kan, bij het verstrijken van een periode van 10 jaar na de datum van de initiële invoegestelling van de overeenkomst, de overeenkomst opzeggen, of één van haar delen II tot IV, of meerdere ervan, door een mededeling gericht aan de Directeur-Generaal van het Internationaal Arbeidsbureau, die door hem zal worden geregistreerd.De opzegging gaat van kracht één jaar nadat ze werd geregistreerd. 2. Elk Lid dat de overeenkomst heeft bekrachtigd, binnen de termijn van één jaar na het beëindigen van de periode van 10 jaar vermeld in de vorige paragraaf, en geen gebruik maakt van het recht van opzegging voorzien door dit artikel, zal gebonden zijn voor een nieuwe periode van tien jaar en kan daarna de overeenkomst of één of meerdere van haar delen opzeggen bij het aflopen van elke periode van tien jaar onder de voorwaarden voorzien in dit artikel. Artikel 50 1. De Directeur-generaal van het Internationaal Arbeidsbureau zal aan alle Leden van de Internationale Arbeidsorganisatie de registratie betekenen van alle bekrachtigingen en opzeggingen die hem door de Leden van de Organisatie worden overgemaakt.2. Bij kennisgeving aan de Leden van de organisatie van de registratie die hem werd gecommuniceerd, zal de Directeur-generaal de aandacht van de Leden vestigen op de datum waarop deze overeenkomst van kracht wordt. Artikel 51 De Directeur- generaal van het Internationaal Arbeidsbureau deelt aan de Secretaris-generaal van de Verenigde Naties mee, met het oog op de registratie, overeenkomstig artikel 102 van het Handvest van de Verenigde Naties, de volledige inlichtingen betreffende de bekrachtigingen en alle daden van opzegging die hij heeft geregistreerd overeenkomstig de voorgaande artikelen.

Artikel 52 Telkens de rechter het nodig acht, zal de Raad van beheer van het Internationaal arbeidsbureau aan de algemene Conferentie een rapport voorleggen over de toepassing van deze overeenkomst en onderzoeken of het nodig is de gedeeltelijke of gehele herziening op het agenda van de Conferentie te plaatsen.

Artikel 53 1. In het geval dat de Conferentie een nieuwe overeenkomst zou aanvaarden houdende de volledige herziening van huidige overeenkomst, en tenzij de nieuwe overeenkomst anders over bepaalt: (a) de bekrachtiging door een Lid van de nieuwe overeenkomst houdende de herziening, ipso juro de onmiddellijke opzegging van deze overeenkomst ten gevolge hebben, in afwijking van artikel 49 hierboven, mits de nieuwe overeenkomst houdende herziening in voege is getreden.(b) vanaf de datum van de invoegetreding van de nieuwe overeenkomst houdende herziening, houdt de huidige overeenkomst op open te staan voor bekrachtiging van de Leden.2. De huidige overeenkomst blijft in ieder geval van kracht, in vorm en inhoud, voor de Leden die haar hebben bekrachtigd en die de overeenkomst houdende herziening niet hebben bekrachtigd. Artikel 54 De Franse en Engelse versie van de tekst van deze overeenkomst zijn gelijkelijk authentiek.

BIJLAGE INTERNATIONAL STANDARD CLASSIFICATION, PER INDUSTRIE, ALLE TAKKEN VAN DE ECONOMISCHE ACTIVITEIT (herzien in 1969) Nomenclatuur van de takken, categorieën en klassen Klasse Tak Tak 0. - Landbouw, bosbouw, jacht en visvangst 01. Landbouw.02. Bosbouw en bosontginning 03.Jacht, vangmethoden en herbevolking van wild 04. Visvangst. Tak 1. - Winningindustrieën 11. Winning van kolen 12.Winning van metaalertsen 13. Ruwe petroleum en aardgas 14.Winning van bouwstenen, klei en zand 19. Winning van andere niet-metaalertsen Takken 2 en 3.- Verwerkende industrieën 20. Voedingsindustrie met uitzondering van de dranken 21.Drankenindustrie. 22. Tabaksindustrie 23.Textielindustrie 24. Vervaardiging van schoenen en kledingsartikelen en vervaardiging van diverse werken in stof.25. Hout- en kurkindustrie, met uitzondering van de meubelindustrie 26.Meubelindustrie 27. Papierindustrie en vervaardiging van papieren artikelen 28.Drukkerij, uitgeverij en verwante industrieën 29. Industrie van het leder, pelsen en artikelen in leder en pels, met uitzondering van de schoenen en andere kledingsartikelen 30.Rubberindustrie 31. Chemische industrie 32.Industrie van de derivaten van aardolie en steenkool 33. Industrieën van niet-metaalhoudende minerale producten met uitzondering van de derivaten van aardolie en steenkool 34.Basis metaalindustrie 35. Vervaardiging van producten uit metaal, met uitzondering van machines en transportmaterieel 36.Vervaardiging van machines, met uitzondering van elektrische machines 37. Vervaardiging van machines, apparaten en elektrische benodigdheden 38.Vervaardiging van transportmaterieel 39. Diverse verwerkende industrieën Tak 4.- Bouw en openbare werken 40. Bouw en openbare werken. Tak 5. - Elektriciteit, gas en sanitaire diensten 51. Elektriciteit, gas en stoom 52.Water- en sanitaire diensten Tak 6. - Handel, banken, verzekeringen, immobiliën 61. Groot- en kleinhandel 62.Banken en andere financiële instellingen 63. Verzekeringen.64. Immobiliën Tak 7.- Transport, opslag en communicatie 71. Transport 72.Opslag en magazijnen 73. Communicatie Tak 8.- Diensten 81. Overheidsdiensten.82. Diensten aan de gemeenschap 83.Diensten aan de ondernemingen 84. Recreatieve diensten 85.Persoonlijke diensten Tak 9. - Niet adequaat gedefinieerde diensten 90. Niet adequaat gedefinieerde diensten De tekst die voorafgaat is de authentieke tekst van de overeenkomst, naar behoren aangenomen door de Algemene Conferentie van de Internationale Arbeidsorganisatie in haar eenenvijftigste zitting die werd gehouden te Genève en voor gesloten verklaard op 29 juni 1967. Ten blijke waarvan hebben ondertekend op deze 30ste juni 1967 : De Voorzitter van de Conferentie, G. TESEMMA De Directeur-Generaal van het Internationaal Arbeidsbureau, DAVID A. MORSE Brussel, 20 maart 2015 De Voorzitter, De Secretaris De Griffier Voor de Franse Gemeenschapscommissie : Brussel, 2 april 2015 Mevr. F. LAANAN Minister-President van het College.

R. VERVOORT, Lid van het College Mevr. C. JODOGNE, Lid van het College D. GOSUIN, Lid van het College Mevr. C. FREMAULT, Lid van het College

^