Etaamb.openjustice.be
Decreet van 01 december 2003
gepubliceerd op 13 mei 2004

Decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van de Duitstalige Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2004

bron
ministerie van de duitstalige gemeenschap
numac
2004033017
pub.
13/05/2004
prom.
01/12/2003
ELI
eli/decreet/2003/12/01/2004033017/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

1 DECEMBER 2003. - Decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van de Duitstalige Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2004 (1)


De Raad van de Duitstalige Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Voor de uitgaven met betrekking tot het begrotingsjaar 2004 worden kredieten geopend ten bedrage van : (in duizenden euro's) Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Deze kredieten worden volgens de organisatieafdelingen, programma's en basisallocaties in de Bijlage I, tabellen a) en b) opgenomen.

Art. 2.De ontvangsten en uitgaven van de begrotingsfondsen en de saldi ervan worden als volgt geraamd op het begin en op het einde van het betrokken begrotingsjaar : (in duizenden euro's) Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld De gedetailleerde lijst met de begrotingsfondsen is in Bijlage I c) opgenomen.

Art. 3.In afwijking van artikel 34 van de op 17 juli 1991 gecoördineerde wetgeving op de Rijkscomptabiliteit worden slechts de beschikbare niet-gesplitste kredieten van het begrotingsjaar 2004 op het volgende begrotingsjaar overgedragen die op 31 december 2004 vastgelegd zijn.

De andere beschikbare niet-gesplitste kredieten worden dan op 31 december 2004 automatisch geannuleerd.

Art. 4.Het gedeelte van de overgedragen vastgelegde niet-gesplitste kredieten dat op het einde van het jaar vervalt, zal het volgende jaar het afschrijvingsfonds spijzen.

Art. 5.In afwijking van artikel 15 van de organieke wet van 29 oktober 1846 op het Rekenhof mogen geldvoorschotten worden verleend aan elk der buitengewone rekenplichtigen van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap tot een maximumbedrag van euro 1,9 miljoen en aan elk der buitengewone rekenplichtigen van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap tot een maximumbedrag van euro 2,9 miljoenen.

Met deze voorschotten mogen alle lopende uitgaven en kapitaaluitgaven van de Duitstalige Gemeenschap in alle organisatieafdelingen tot een maximumbedrag van euro 10.000 gedekt worden. Deze uitgaven zijn niet onderworpen aan het voorafgaand visum van de controleur van de vereffeningen.

Art. 6.De weddetoelagen voor personen die tewerkgesteld zijn in het kader van tewerkstellingsbevorderende maatregelen, de weddetoelagen aan de personeelsleden van de muziekacademie van de Duitstalige Gemeenschap, de salarissen van de onderwijskrachten en van het onderhoudspersoneel in de scholen, de uitgaven gedaan ter uitvoering van het decreet van 25 juni 1996 betreffende het loopbaaneinde en het bijzonder verlof wegens verminderde dienstprestaties in het onderwijs en in de psycho-medische centra alsmede tot wijziging van artikel 10 van het koninklijk besluit nr. 63 van 20 juli 1982 houdende wijziging van de bezoldigingsregels van toepassing op het onderwijzend en daarmee gelijkgesteld personeel van het onderwijs met volledig leerplan en van het onderwijs voor sociale promotie of met beperkt leerplan alsmede de salarissen van het personeel van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap kunnen in de vorm van vaste uitgaven uitbetaald worden.

Art. 7.De vergoedingen wegens begrafeniskosten, de geboortetoelagen en de premies kunnen op dezelfde wijze uitbetaald worden als de bezoldigingen der belanghebbenden.

Art. 8.In afwijking van artikel 76 van de op 17 juli 1991 gecoördineerde wetten op de Rijkscomptabiliteit wordt de oorsprong van de prestaties niet meer gespecifieerd in de rekening van uitvoering van de begroting.

Art. 9.De Regering is gerechtigd, het door de Duitstalige Gemeenschap aangekochte materieel tegen de door haar vastgelegde voorwaarden aan groeperingen, verenigingen en inrichtingen te verhuren.

Art. 10.Elk maand zendt de Regering de Raad een staat over de ontwikkeling van de uitgaven toe die over de basisallocaties van het programma 30 01 - Weddekosten in het onderwijs - uitbetaald worden.

Art. 11.In afwijking van artikel 15 van de op 17 juli 1991 gecoördineerde wetten op de Rijkscomptabiliteit mogen de ordonnanceringskredieten ook onder meerdere programma's en meerdere organisatieafdelingen worden herverdeeld.

Art. 12.De betaling van de nog niet vereffende vastleggingen die in de loop van de vorige begrotingsjaren vastgesteld werden ten laste van vastleggingskredieten van de basisallocaties, waarvan de nummering intussen is gewijzigd of die onder andere allocaties zijn opgenomen, kan bij de overeenkomstige programmakredieten en basisallocaties van het lopende begrotingsjaar geboekt worden.

Art. 13.Met toepassing van artikel 12, lid 3, van de wetgeving op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991, kunnen de volgende subsidies toegekend worden : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 14.Onverminderd de bepalingen van de artikelen 41 en 50 van het koninklijk besluit van 17 juli 1991 houdende coördinatie van de wetten op de Rijkscomptabiliteit mogen de ordonnanceringen tot betaling in de sector van de infrastructuren tot 90% van de vastgelegde som zonder voorafgaand visum van het Rekenhof uitgevoerd worden.

Deze regeling kan toegepast worden op alle projecten waarbij de totale tussenkomst van de Duitstalige Gemeenschap ten minste euro 150.000 bedraagt, en dit onder de als volgt gesplitste basisallocaties : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 15.De Regering is ertoe gemachtigd de begrotingskredieten ingeschreven onder de organisatieafdeling 60, programma 12, onder basisallocaties naargelang hun categorie (niet-gesplitste of gesplitste kredieten) te verdelen. Een lijst met de uitgevoerde verdeling wordt de Raad van de Duitstalige Gemeenschap ter informatie toegezonden.

Art. 16.In het kader van het infrastructuurplan is de Regering ertoe gemachtigd om volgende projecten door een alternatieve financieringswijze te subsidiëren of uit te voeren : - Intercommunale - Bejaardentehuis St. Vith : euro 1.378.000; - Centrum voor opleiding en voortgezette opleiding in de Middenstand en de KMO's - renovatie van de klaslokalen en van het secretariaat : euro 1.928.104; - Administratieve gebouwen St. Vith : euro 3.700.000; - Nieuwbouw school Raeren Driesch : euro 4.885.560; - OCMW Eupen - Bejaardentehuis St. Joseph : euro 3.900.000; - Stad Eupen - Aankoop en renovatie Capitol : euro 1.150.000.

Art. 17.De begrotingen van de diensten met autonoom beheer en van de diensten met afzonderlijk beheer zijn dit decreet als bijlage II bijgevoegd.

Art. 18.De Regering laat de diensten met autonoom beheer toe hun middelen op rente te beleggen bij financiële instellingen erkend door de Regering.

De rente wordt als ontvangst geboekt in de begroting van deze diensten met autonoom beheer.

Art. 19.Dit decreet treedt in werking op 1 januari 2004.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Wij kondigen dit decreet af en bevelen dat het door het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt wordt.

Gegeven te Eupen op 1 december 2003.

K.-H. LAMBERTZ Minister-President van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Minister van Werkgelegenheid, Gehandicaptenbeleid, Media en Sport B. GENTGES Minister van Onderwijs en Vorming, Cultuur en Toerisme H. NIESSEN Minister van Jeugd en Gezin, Monumentenzorg, Gezondheid en Sociale Aangelegenheden

^