gepubliceerd op 29 april 2009
Bijzonder decreet tot inrichting van de Vlaamse autonome hogeschool Hogere Zeevaartschool en tot overdracht van de inrichtende macht van het hoger zeevaartonderwijs van de Vlaamse Gemeenschap
20 FEBRUARI 2009. - Bijzonder decreet tot inrichting van de Vlaamse autonome hogeschool Hogere Zeevaartschool en tot overdracht van de inrichtende macht van het hoger zeevaartonderwijs van de Vlaamse Gemeenschap (1)
Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : Bijzonder decreet tot inrichting van de Vlaamse autonome hogeschool Hogere Zeevaartschool en tot overdracht van de inrichtende macht van het hoger zeevaartonderwijs van de Vlaamse Gemeenschap. HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Artikel 1.Dit bijzonder decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid.
Art. 2.Er wordt een openbare instelling met rechtspersoonlijkheid onder de benaming Vlaamse autonome hogeschool Hogere Zeevaartschool opgericht, waarvan het statuut bij of krachtens dit decreet wordt bepaald.
Art. 3.De Vlaamse autonome hogeschool Hogere Zeevaartschool heeft haar bestuurszetel in het administratief arrondissement Antwerpen.
Art. 4.§ 1. De inrichtende macht van het hoger zeevaartonderwijs van de Vlaamse Gemeenschap wordt overgedragen aan de Vlaamse autonome hogeschool Hogere Zeevaartschool, die als dusdanig de bevoegdheden bezit die rechtstreeks of onrechtstreeks noodzakelijk of nuttig zijn voor de uitoefening van haar opdracht. § 2. Bij de in § 1 bedoelde overdracht blijven de Nederlandstalige en de Franstalige afdeling behouden. De Vlaamse autonome hogeschool Hogere Zeevaartschool richt de opleidingen die voorheen ressorteerden onder het hoger zeevaartonderwijs van de Vlaamse Gemeenschap zowel in het Nederlands als in het Frans in. HOOFDSTUK II. - De bestuursorganen Afdeling I. - Algemene bepalingen
Art. 5.De bestuursorganen van de Vlaamse autonome hogeschool Hogere Zeevaartschool zijn : de raad van bestuur, het bestuurscollege en de algemeen directeur. Afdeling II. - De raad van bestuur
Art. 6.De raad van bestuur is als volgt samengesteld : 1 ° vier vertegenwoordigers van het personeel van de hogeschool van wie ten minste : a) een vertegenwoordiger van het onderwijzend personeel dat werkt in de professioneel gerichte bacheloropleiding in de scheepswerktuigkunde, verkozen door en onder de leden van dat personeel;b) een vertegenwoordiger van het onderwijzend personeel dat werkt in de academisch gerichte bachelor- of masteropleiding in de nautische wetenschappen, verkozen door en onder de leden van dat personeel;c) een vertegenwoordiger van het administratief en technisch personeel, verkozen door en onder de leden van dat personeel; 2° twee vertegenwoordigers van de studenten, aangewezen met inachtname van artikel II.61 van het decreet van 19 maart 2004 betreffende de rechtspositieregeling van de student, de medezeggenschap in het hoger onderwijs, de integratie van bepaalde afdelingen van het hoger onderwijs voor sociale promotie in de hogescholen en de begeleiding van de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen; 3° zes vertegenwoordigers van de maritieme sector, aangewezen op grond van hun deskundigheid in de beroepssectoren die aansluiten op de professioneel gerichte bacheloropleiding in de scheepswerktuigkunde en de academisch gerichte bachelor- en masteropleiding in de nautische wetenschappen. Onmiddellijk na hun verkiezing coöpteren de vertegenwoordigers van het personeel en van de studenten bij consensus de vertegenwoordigers van de maritieme sector.
Art. 7.De raad van bestuur : 1° bepaalt zijn organiek reglement, inclusief de procedure voor : a) de verkiezing van zijn leden en hun opvolgers, bedoeld in artikel 6, eerste lid, 1 ° en 2°;en b) de voordracht en de coöptatie van zijn leden en hun opvolgers, bedoeld in artikel 6, eerste lid, 3°;2° bepaalt het bestuursreglement, het onderwijs- en examenreglement en het tuchtreglement.In het bestuursreglement wordt vastgelegd op welke wijze het bestuurscollege en de algemeen directeur de leden van de raad van bestuur inlichten over hun beslissingen en daden; 3° legt de algemene richtlijnen vast voor de organisatie en coördinatie van de taken van de hogeschool;4° stelt de onderwijs- en examenprogramma's op na advies van de academische raad en ziet toe op de concretisering ervan;5° stelt de onderzoeksprogramma's vast na advies van de academische raad;6° legt de meerjarenbegroting vast en past ze eventueel aan;7° legt jaarlijks de begroting, de jaarrekening en het jaarverslag van de hogeschool vast;8° bepaalt de personeelsformatie;9° benoemt het onderwijzend personeel en het leidinggevend administratief en technisch personeel en kent de ambtswijzigingen en bevorderingen van dat personeel toe;10° stelt de criteria vast voor de toekenning van de premies, vermeld in artikelen 141 en 157 van het decreet van 13 juli 1994 betreffende de hogescholen van de Vlaamse Gemeenschap, en kent die premies toe op voorstel van het bestuurscollege : 11° oefent rechtsvorderingen uit als eiser of verweerder;12° kan leningen aangaan;13° oefent alle andere bij of krachtens een decreet toegekende bevoegdheden uit;14° beslist over het fuseren van de hogeschool met andere hogescholen en over het overhevelen van bepaalde onderdelen van de hogeschool naar andere hogescholen.Met andere hogescholen wordt bedoeld Vlaamse autonome hogescholen als vermeld in artikel 61bis van het bijzonder decreet van 13 juli 1994 betreffende de Vlaamse Autonome Hogescholen.
De fusieovereenkomst kan de vertegenwoordiging van de inrichtende macht(en), vermeld in artikel 61bis, § 2, 4°, van het voormelde decreet wijzigen; 15° laat de sociale voorzieningen beheren door een of meer verenigingen zonder winstoogmerk als vermeld in artikel 208 van het decreet van 13 juli 1994 betreffende de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap;16° beslist overeenkomstig de bepalingen van het bijzonder decreet van 4 april 2003 houdende de deelname van gemeenschapsinstellingen aan de associaties in het hoger onderwijs over de toetreding tot en de bevoegdheidsoverdracht aan een associatie.Die beslissingen worden genomen bij bijzondere meerderheid van twee derde van de geldig uitgebrachte stemmen.
Art. 8.Met uitzondering van de bevoegdheden vermeld onder artikel 7, 7°, 8° en 14°, kan de raad van bestuur de bevoegdheden bedoeld in artikel 7 delegeren aan het bestuurscollege. In voorkomend geval bepaalt de raad van bestuur bij de beslissing tot delegeren of deze bevoegdheden voor verdere delegatie vatbaar zijn en hoe er bij hem verslag wordt uitgebracht over het uitoefenen van deze gedelegeerde bevoegdheden.
Art. 9.De algemeen directeur neemt van ambtswege aan de vergaderingen van de raad van bestuur deel met raadgevende stem.
Art. 10.§ 1. De verkiezingen van de raad van bestuur worden georganiseerd door de Vlaamse autonome hogeschool Hogere Zeevaartschool. De algemeen directeur van de Vlaamse autonome hogeschool Hogere Zeevaartschool is voorzitter van het kiescollege. § 2. Voor de leden van de raad van bestuur, vermeld in artikel 6, eerste lid, 1° en 2°, wordt tezelfdertijd een opvolger verkozen.
Als een lid zijn mandaat voortijdig beëindigt of niet langer de hoedanigheid bezit op basis waarvan het mandaat is verleend, voltooit de opvolger het mandaat van de voorganger. Als de opvolger ook het mandaat niet kan voltooien, worden tussentijdse verkiezingen georganiseerd. § 3. Als een lid van de raad van bestuur als vermeld in artikel 6, eerste lid, 3°, zijn mandaat voortijdig beëindigt of niet langer de hoedanigheid bezit op basis waarvan het mandaat is verleend, wordt een opvolger aangewezen die het mandaat van de voorganger voltooit.
Art. 11.§ 1. De raad van bestuur kan alleen geldig beraadslagen en besluiten als ten minste de helft van de leden, vermeld in artikel 6, eerste lid, aanwezig is.
Als na een eerste samenroeping van een vergadering van de raad van bestuur het quorum, vermeld in het eerste lid, niet wordt bereikt, kan de raad van bestuur op zijn vroegst een en ten hoogste tien werkdagen later geldig vergaderen na een tweede samenroeping met dezelfde agenda, ongeacht het aantal aanwezige leden. § 2. In spoedeisende omstandigheden neemt de voorzitter de beslissingen die dringend genomen moeten worden. De beslissingen worden op de eerstvolgende vergadering van de raad van bestuur ter kennisgeving voorgelegd.
Art. 12.Artikelen 61quater, 61sexies en 61novies, van het bijzonder decreet van 13 juli 1994 betreffende de Vlaamse Autonome Hogescholen zijn van overeenkomstige toepassing.
In afwijking van artikel 61sexies van het decreet, vermeld in het eerste lid, wordt het eerste mandaat van de leden van de raad van bestuur verlengd met de periode tussen de aanvang van het mandaat en de start van het eerstvolgende academiejaar dat volgt op de aanvangsdatum van het eerste mandaat. Afdeling III. - Het bestuurscollege
Art. 13.§ 1. Het bestuurscollege is samengesteld uit : 1° de voorzitter van de raad van bestuur, die ambtshalve voorzitter is van het bestuurscollege : 2° de algemeen directeur : 3° twee leden, personeelsleden van de Vlaamse autonome hogeschool Hogere Zeevaartschool of leden van de raad van bestuur, voor een periode van vier academiejaren door de raad van bestuur aangesteld op voorstel van de voorzitter van de raad van bestuur en de algemeen directeur. § 2. In afwijking van de gangbare mandaatsperiode, vermeld in § 1, 3°, wordt het eerste mandaat verlengd met de periode tussen de aanvang van het mandaat en de start van het eerstvolgende academiejaar dat volgt op de aanvangsdatum van het eerste mandaat.
Art. 14.Met behoud van het bepaalde in artikel 5, is artikel 61ter decies van het bijzonder decreet van 13 juli 1994 betreffende de Vlaamse autonome hogescholen van overeenkomstige toepassing.
Artikelen 61quater decies, 61quinquies decies en 61sexies decies van het in het eerste lid vermelde decreet zijn van overeenkomstige toepassing, met uitzondering van de laatste zin van artikel 61quinquies decies van het voormelde decreet. Afdeling IV. - De algemeen directeur
Art. 15.Artikel 61septies decies van het bijzonder decreet van 13 juli 1994 betreffende de Vlaamse Autonome Hogescholen is van overeenkomstige toepassing.
In afwijking van het eerste lid wordt de directeur van de Hogere Zeevaartschool die benoemd was in dat ambt op 31 december 2008, ambtshalve aangesteld als eerste algemeen directeur.
Art. 16.De algemeen directeur is verantwoordelijk voor het goed functioneren van de hogeschool op administratief, technisch en financieel vlak. Hij coördineert de werking van de administratieve diensten en kan na de goedkeuring van liet bestuurscollege zijn bevoegdheden overdragen.
Met behoud van de toepassing van de bepalingen van artikel 7, 11 °, vertegenwoordigt hij de hogeschool in en buiten rechte. HOOFDSTUK III. - De medezeggenschap
Art. 17.Het hogeschoolbestuur richt een academische raad op. De werking en samenstelling van die academische raad verlopen volgens de bepalingen van titel V, hoofdstuk III, afdeling 2, onderafdeling 1, van het decreet van 13 juli 1994 betreffende de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap. HOOFDSTUK IV. - Overdrachtsbepalingen
Art. 18.Het personeel dat in de Hogere Zeevaartschool aangesteld of benoemd is, wordt overgedragen aan de Vlaamse autonome hogeschool Hogere Zeevaartschool met behoud van al zijn rechten en verplichtingen. De personeelsleden worden overgedragen in het ambt of de ambten, de graad of de graden en voor het respectieve volume waarin zij op 31 december 2008 zijn benoemd, aangesteld of tewerkgesteld met behoud van de statutaire toestand, de salarisschaal en de anciënniteit, opgebouwd volgens de vigerende regeling die op de voormelde dag voor hen geldt.
De contractuele personeelsleden die betaald worden via de dienst met afzonderlijk beheer, worden eveneens overgedragen aan de Vlaamse autonome hogeschool Hogere Zeevaartschool met behoud van al hun rechten en verplichtingen.
Art. 19.De Vlaamse autonome hogeschool Hogere Zeevaartschool treedt in de rechten en verplichtingen van de Vlaamse Gemeenschap die voorheen op grond van de hogeschoolactiviteiten zijn ontstaan. Hierin zijn ook begrepen hangende en toekomstige procedures die betrekking hebben op geschillen die ontstaan zijn uit feiten of beslissingen van voor de datum van inwerkingtreding van dit bijzonder decreet.
Art. 20.De onroerende en roerende goederen die de Hogere Zeevaartschool momenteel gebruikt, worden om niet en zonder kosten van welke aard ook overgedragen aan de Vlaamse autonome hogeschool Hogere Zeevaartschool in de staat waarin ze zich bevinden.
De inventaris van de overgedragen goederen wordt vastgesteld bij besluit van de Vlaamse Regering.
Art. 21.Het beschikbare saldo, de openstaande verbintenissen, de vastgestelde rechten en het reservefonds op 31 december 2008 van de dienst met afzonderlijk beheer van de Hogere Zeevaartschool worden overgedragen aan de Vlaamse autonome hogeschool Hogere Zeevaartschool. HOOFDSTUK V. - Wijzigingsbepalingen
Art. 22.In hoofdstuk VI, artikel 61vicies quinquies, § 1, van het bijzonder decreet van.13 juli 1994 betreffende de Vlaamse Autonome Hogescholen worden na de woorden "zoals bedoeld in artikel 61bis " de woorden "en in artikel 2 van het bijzonder decreet van 20 februari 2009 tot inrichting van de Vlaamse autonome hogeschool Hogere Zeevaartschool en tot overdracht van de inrichtende macht van het hoger zeevaartonderwijs van de Vlaamse Gemeenschap" toegevoegd. HOOFDSTUK VI. - Inwerkingtreding
Art. 23.Dit bijzonder decreet treedt in werking op 1 januari 2009.
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 20 februari 2009.
De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming, F. VANDENBROUCKE _______ Nota (1) Zitting 2008-2009 Stukken.- Ontwerp van bijzonder decreet : 2017, nr. 1. - Verslag : 2017, nr. 2. - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 2017, nr. 3.
Handelingen. - Bespreking en aanneming : Vergadering van 11 februari 2009.