Etaamb.openjustice.be
Bijakte
gepubliceerd op 21 november 2013

Aanhangsel nr. 9 bij het protocolakkoord nr. 3 gesloten op 13 juni 2005 tussen de federale regering en de overheden bedoeld in de artikelen 128, 130, 135 en 138 van de Grondwet, over het te voeren ouderenzorgbeleid : reaffectatie van RVT-equivalent Gelet op de respectieve bevoegdheden van de federale Staat en van de overheden bedoeld in de artike(...)

bron
federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu
numac
2013024383
pub.
21/11/2013
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU


Aanhangsel nr. 9 bij het protocolakkoord nr. 3 gesloten op 13 juni 2005 tussen de federale regering en de overheden bedoeld in de artikelen 128, 130, 135 en 138 van de Grondwet, over het te voeren ouderenzorgbeleid : reaffectatie van RVT-equivalenten Gelet op de respectieve bevoegdheden van de federale Staat en van de overheden bedoeld in de artikelen 128, 130 en 135 van de Grondwet, hierna de Gemeenschappen/Gewesten genoemd, wat betreft het te voeren ouderenzorgbeleid;

Gelet op het protocol 3 van 13 juni 2005 gesloten tussen de federale regering en de overheden bedoeld in de artikelen 128, 130 en 135 van de Grondwet betreffende het te voeren ouderenzorgbeleid en de aanhangsels 1, 2, 3, 5, 6, 7 en 8 bij het bovengenoemde protocol;

Overwegende dat een passend antwoord op de vergrijzing van de bevolking en de toename van het aantal zorgbehoevende ouderen enkel in het kader van een beleid van samenwerking tussen de Federale Staat en de Gemeenschappen en Gewesten kan worden gegeven en dit beleid rekening moet houden met de gedifferentieerde demografische evoluties tussen de Gemeenschappen/Gewesten en de specifieke noden die daaruit voortvloeien;

Overwegende dat het aanhangsel nr 7 bij het protocol nr 3 het aantal van 126,25 RVT-equivalenten vastlegt dat wordt toegekend voor de tweede oproep voor nieuwe zorgvernieuwingsalternatieven (zie tabel 9 bij aanhangsel nr. 7);

Overwegende dat, in het kader van de toewijzing van de beschikbare RVT-equivalenten voor de periode 2007-2010, het Waalse Gewest heeft beslist om 370,26 RVT-equivalenten voor te behouden (zie aanhangsel nr. 7 - tabel 3) voor het creëren van bedden kortverblijf, overeenkomstig het totaal van 1270 bedden kortverblijf.

Overwegende dat er een vertraging werd vastgesteld bij het creëren van nieuwe bedden kortverblijf in het Waalse Gewest, daar slechts 639 bedden kortverblijf effectief werden geopend in het kader van het gebruik van RVT-equivalenten.

Wordt overeengekomen wat volgt : Het Waalse gewest de bedoeling heeft om een volume RVT-equivalenten te bewaren om het mogelijk te maken om nog 406 bedden kortverblijf te creëren tijdens de periode 2013-2014, hetzij 118,37 RVT-equivalenten.

Het overschot van de RVT-equivalenten die oorspronkelijk gereserveerd waren voor de creatie van bedden voor kortverblijf, wat overeenkomt met 225 bedden voor kortverblijf, zal benut worden voor de tweede oproep voor alternatieve zorgvernieuwingsprojecten.

Rekening houdend met de huidige verhouding tussen de gemiddelde kost van een bed voor kortverblijf (39,62 € per dag, met een gemiddelde bezetting van 74,96 %) en een RVT-bed (71,90 € per dag, met een gemiddelde bezetting van 98,08 %), de equivalentiesleutel tussen een RVT-equivalent en een bed voor kortverblijf momenteel als volgt wordt geactualiseerd : 1 RVT-equivalent = 2,37 bedden voor kortverblijf De 225 bedden voor kortverblijf, waar het Waalse Gewest afstand van doet, laten het toe om het aantal RVT-equivalenten voor de tweede oproep voor alternatieve zorgverlening met 94.94 eenheden te vermeerderen, waardoor het totaal op 221,20 RVT-equivalenten wordt gebracht dat wordt toegewezen aan deze tweede oproep.

Dit aanhangsel treedt in werking op 1 oktober 2013.

Aldus overeengekomen te Brussel op 30 september 2013.

Voor de Federale Regering : De Minister van Sociale zaken en Volksgezondheid, Mevr. L. ONKELINX Voor de Vlaamse Regering : De Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, J. VANDEURZEN Für die Regierung der Deutschsprachigen Gemeinschaft: Der Minister für Familie, Gesundheit und Soziales, H. MOLLERS Pour le Gouvernement wallon : La Ministre de la Santé, de l'Action sociale et de l'Egalité des Chances, Mme E. TILLIEUX Pour le Collège de la Commission communautaire française de la Région de Bruxelles-Capitale : Le Membre du Collège, compétent pour la Fonction publique, la Politique de la Santé et la Formation professionnelle des classes moyennes, Mme C. FREMAULT Pour le Collège réuni de la Commission communautaire commune de la Région de Bruxelles-Capitale : Le Membre du Collège réuni, compétent pour la Politique de la Santé et la Fonction publique, Mme C. FREMAULT Le Membre du Collège réuni, compétent pour la Politique de l'Aide aux personnes, les Finances, le Budget et les Relations internationales, Mme E. HUYTEBROECK Le Membre du Collège, compétent pour la Formation professionnelle, la Culture, le Transport scolaire, l'Action sociale, la Famille, les Sports et les Relations internationales, R. MADRANE Voor het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : Het Lid van het Verenigd College, bevoegd voor het Gezondheidsbeleid, Financiën, Begroting en Internationale Betrekkingen, G. VANHENGEL Het Lid van het Verenigd College, bevoegd voor het Beleid inzake Bijstand aan Personen en Openbaar Ambt, Mevr. Br. GROUWELS

^