gepubliceerd op 30 oktober 2018
Besluit van de Waalse Regering tot vaststelling van de voorwaarden voor de toekenning van de toelagen betreffende de doorgangsgebouwen gebruikt voor landbouwdoeleinden en tot bepaling van de modaliteiten van hun terbeschikkingstelling
30 AUGUSTUS 2018. - Besluit van de Waalse Regering tot vaststelling van de voorwaarden voor de toekenning van de toelagen betreffende de doorgangsgebouwen gebruikt voor landbouwdoeleinden en tot bepaling van de modaliteiten van hun terbeschikkingstelling
De Waalse Regering, Gelet op Verordening (EG) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de minimis-steun ;
Gelet op het Waalse Landbouwwetboek, artikelen D.11, D.13, D.14, D.17, D.127, D.242, D.243, D.246 en D.247 ;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 12 mei 2011Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 12/05/2011 pub. 24/05/2011 numac 2011202467 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering tot vaststelling van de voorwaarden voor de toekenning van de toelagen betreffende de doorgangsgebouwen gebruikt voor landbouwdoeleinden en tot bepaling van de modaliteiten van hun terbeschikkingstelling sluiten tot vaststelling van de voorwaarden voor de toekenning van de toelagen betreffende de doorgangsgebouwen gebruikt voor landbouwdoeleinden en tot bepaling van de modaliteiten van hun terbeschikkingstelling ;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 22 mei 2017;
Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 24 mei 2018 ;
Gelet op het overleg tussen de Gewestregeringen en de federale overheid gepleegd op 24 mei 2018;
Gelet op het rapport van 21 juni 2018 opgesteld overeenkomstig artikel 3, 2°, van het decreet van 11 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/04/2014 pub. 06/06/2014 numac 2014203532 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen sluiten houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen;
Gelet op het advies 63.792/2/V van de Raad van State, gegeven op 1 augustus 2018, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Landbouw;
Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Toekenning en modaliteiten voor de berekening van de toelagen en steun betreffende de doorgangsgebouwen gebruikt voor landbouwdoeleinden
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° de Administratie : de Directie Kwaliteit van het Departement Ontwikkeling van de Administratie in de zin van artikel D.3, 3°, van het Waalse Landbouwwetboek ; 2° de adviseur : de persoon of het adviesorgaan in het bezit van de vaardigheden en de minimumervaring die de inschrijver heeft gekozen om hem te adviseren bij de voorbereiding en indiening van het enige kandidatuurdossier of bij de uitvoering van het project ;3° de CVAV : de coöperatieve verwerkings- en afzetvennootschap, coöperatieve vennootschap in de zin van het Wetboek van vennootschappen, en die aan de volgende voorwaarden voldoet : a) het doel van de vennootschap is voornamelijk gericht op landbouw, tuinbouw of veeteelt en op de verbetering en rationalisatie van de behandeling, de verwerking of de afzet van landbouwproducten;b) in de statuten wordt bepaald dat elke vennoot over minstens één stem beschikt op de algemene vergaderingen;4° het doorgangsgebouw gebruikt voor landbouwdoeleinden : gebouw bestemd voor activiteiten met betrekking tot de opslag, verwerking, verpakking of afzet van landbouwproducten, verricht door landbouwers of CVAV, alsmede de roerende of technische uitrusting van die gebouwen bestemd voor de ontwikkeling van "korte circuits" voor de valorisatie van landbouwproducten ;5° de investering : verrichtingen die gericht zijn op de aankoop, de bouw of de vernieuwing van onroerende goederen of op de aankoop van roerende goederen ;6° de overheid : een gemeente, een vereniging van gemeenten of een provincie ; 7° de promotor : een overheid of een rechtspersoon waarvan het maatschappelijk doel de valorisatie van landbouwproducten omvat en waarvan de activiteiten bijdragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen vermeld in artikel D.1, § 3, van het Waalse Landbouwwetboek, waaraan een investeringstoelage toegekend wordt voor de bouw en ingebruikstelling van een doorgangsgebouw gebruikt voor landbouwdoeleinden ; 8° de minimis-regel : de regel van toepassing op staatssteun toegekend overeenkomstig Verordening (EG) nr.1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de minimis-steun ; 9° de inschrijver : een overheid of een rechtspersoon waarvan het maatschappelijk doel de valorisatie van landbouwproducten omvat en waarvan de activiteiten bijdragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen vermeld in artikel D.1, § 3, van het Waalse Landbouwwetboek, die bij de administratie een enig kandidatuurdossier voor een project van doorgangsgebouw gebruikt voor landbouwdoeleinden indient, in voorkomend geval in afwachting van de oprichting in de vorm van een rechtspersoon van de promotor van bovengenoemd project van doorgangsgebouw gebruikt voor landbouwdoeleinden ; 10° de gebruikers : de landbouwers of CVAV die een beroep doen op de diensten van het doorgangsgebouw gebruikt voor landbouwdoeleinden ;11° het Wetboek : het Waalse Landbouwwetboek ;12° de Minister : de Minister van Landbouw.
Art. 2.§ 1. Een door een promotor gesteund project van doorgangsgebouw gebruikt voor landbouwdoeleinden kan, krachtens de bepalingen van dit besluit, voor een investeringstoelage van maximaal 200.000 euro in aanmerking komen. § 2. Onverminderd artikel D.219 van het Wetboek komen minstens volgende kosten niet in aanmerking voor de investeringstoelage : 1° de BTW, tenzij deze niet terugvorderbaar is ;2° de aankoop van de grond voor de bouw van het doorgangsgebouw gebruikt voor landbouwdoeleinden ;3° de aankoop, leasing of huur van rollend materieel ;4° de huurkosten van een gebouw ;5° de kosten van verbruiksgoederen ;6° de personeelskosten ;7° de notaris- of architectkosten ;8° de aanbestedingskosten ;9° de kosten voor bewaking ;10° de aankoop van tweedehandse roerende goederen ;11° de herbruikbare verpakkingen ;12° de softwares en ontwikkelingen van computerapplicaties ;13° promotiemateriaal. Projecten die enkel betrekking hebben op roerend materiaal komen niet in aanmerking.
Elke uitrusting of elk materiaal dat onlosmakelijk deel uitmaakt van het gebouw waarin het geïnstalleerd is, wordt als een investering in onroerend goed beschouwd. § 3. De investeringstoelage wordt verleend in de vorm van een kapitaalsubsidie overeenstemmend met zestig procent van het totale bedrag van de subsidiabele investeringen.
Het subsidiepercentage wordt met maximaal twee bonussen van vijftien procent verhoogd wanneer het project van doorgangsgebouw gebruikt voor landbouwdoeleinden : 1° gelegen is in één van de vrije zones bedoeld in artikel 38 van het programmadecreet van 23 februari 2006Relevante gevonden documenten type programmadecreet prom. 23/02/2006 pub. 07/03/2006 numac 2006200752 bron ministerie van het waalse gewest Programmadecreet betreffende de prioritaire acties voor de toekomst van Wallonië sluiten betreffende de prioritaire acties voor de toekomst van Wallonië of in een gebied met natuurlijke beperkingen omschreven in het ministerieel besluit van 24 september 2015 tot aanwijzing van de gebieden met natuurlijke beperkingen overeenkomstig artikel 3 van het besluit van de Waalse Regering van 24 september 2015 betreffende de toekenning van de tegemoetkomingen voor gebieden met natuurlijke beperkingen.2° door een inschrijver ingediend wordt, voor een promotor die voor veertig procent uit landbouwers jonger dan veertig jaar bestaat ;3° door een inschrijver ingediend wordt die een schriftelijke verbintenis van ten minste vijf landbouwers kan voorleggen voor het gebruik van de diensten van het doorgangsgebouw gebruikt voor landbouwdoeleinden ;4° het mogelijk maakt om ten minste twee voltijdse equivalenten in dienst te nemen gedurende de eerste drie jaar van de exploitatie van het doorgangsgebouw gebruikt voor landbouwdoeleinden ;5° gedurende de eerste drie jaar van de exploitatie van het doorgangsgebouw gebruikt voor landbouwdoeleinden onder de controle van een certificerende instelling staat, erkend in het kader van het gewestelijk stelsel inzake gedifferentieerde kwaliteit of in het kader van een Europees kwaliteitssysteem. De bonussen vermeld in lid 2, 1° en 2°, worden op basis van de situatie op het ogenblik van de indiening van het enige kandidatuurdossier verworven.
De bonussen vermeld in lid 2, 3°, 4° en 5°, worden definitief verworven op basis van de jaarlijkse activiteitenverslagen en bewijsstukken ingediend gedurende de eerste drie jaar na de ingebruikstelling van het doorgangsgebouw gebruikt voor landbouwdoeleinden. § 4. In afwijking van paragraaf 3 komt de in paragraaf 1 bedoelde toelage voor promotoren afkomstig van overheidsinstanties overeen met tachtig procent van het totale bedrag van de subsidiabele investeringen.
Het percentage bedoeld in lid 1 wordt met een bonus van tien percent verhoogd wanneer over het project van doorgangsgebouw gebruikt voor landbouwdoeleinden is beslist door het gemeentecollege van ten minste twee gemeenten.
Art. 3.De inschrijver van een project van doorgangsgebouw gebruikt voor landbouwdoeleinden kan een steun voor consultancydiensten van maximaal 10.000 euro ontvangen, onverminderd de inachtneming van artikel 5, § 4.
De inschrijver kan een beroep doen op één of meerdere adviseurs .
Wanneer één of meerdere adviseurs aan het opstellen van een enig kandidatuurdossier bijdragen, worden hun namen en specifieke bijdragen in het enig kandidatuurdossier vermeld.
Art. 4.De inschrijver van een project van doorgangsgebouw gebruikt voor landbouwdoeleinden waarvan de promotor geen overheidsinstantie is, kan een exploitatiesteun van maximaal 20.000 euro ontvangen om gedurende de eerste drie jaar de exploitatiekosten van het doorgangsgebouw gebruikt voor landbouwdoeleinden te dekken, onverminderd de inachtneming van artikel 5, § 6.
Art. 5.§ 1. Het gecumuleerde bedrag van de investeringstoelage, de consultancysteun en de exploitatiesteun mag niet hoger zijn dan 200.000 euro, onverminderd de inachtneming van de de minimis-regel. § 2. Kunnen alleen in aanmerking komen voor consultancysteun, de projecten waarvoor een aanvraag voor consultancysteun in het enige kandidatuurdossier vermeld is, dat overeenkomstig de modaliteiten van artikel 7 ontvankelijk is, ongeacht de eindbeslissing met betrekking tot de selectie van het project. § 3. Projecten die overeenkomstig de modaliteiten van artikel 7 in aanmerking komen, die niet door de Regering geselecteerd zijn en die consultancysteun in hun enige kandidatuurdossier aangevraagd hebben, rechtvaardigen bij de Administratie de subsidiabele kosten met betrekking tot consultancy voor een maximumbedrag van 3.000 euro op basis van een schuldvorderingsverklaring met betalingsbewijzen in verband met erelonen aan adviseurs en bijkomende kosten in rechtstreeks verband met de voorbereiding van het project. Deze verklaring wordt binnen twaalf maanden na de kennisgeving van de niet-selectie van het project van doorgangsgebouw gebruikt voor landbouwdoeleinden bij de Administratie ingediend. § 4. De inschrijvers van de door de Regering geselecteerde projecten die consultancysteun in hun enige kandidatuurdossier aangevraagd hebben, ontvangen deze steun integraal in de vorm van een voorschot van 10.000 euro, vanaf de kennisgeving door de Administratie van de selectie van het project van doorgangsgebouw gebruikt voor landbouwdoeleinden. Binnen drie jaar na de datum van die kennisgeving wordt het voorschot van 10.000 euro gerechtvaardigd bij de Administratie door middel van schuldvorderingsverklaringen met betalingsbewijzen van erelonen aan adviseurs en bijkomende kosten in rechtstreeks verband met de voorbereiding of verwezenlijking van het project van doorgangsgebouw gebruikt voor landbouwdoeleinden.
Wanneer het in het eerste lid bedoelde plafond na drie jaar niet bereikt wordt, moet de inschrijver het saldo van het voorschot aan de Administratie terugbetalen. § 5. Het bedrag van de investeringstoelage wordt op een bankrekening op naam van de promotor uitbetaald, overeenkomstig artikel 6 en de de minimis-regel, in de vorm van : 1° een voorschot overeenstemmend met veertig procent van het toegekende bedrag vanaf de kennisgeving door de Administratie van het ministerieel besluit tot toekenning van de toelage aan de promotor ;2° een saldo dat per opeenvolgende jaarlijkse schijven uitbetaald wordt op basis van schuldvorderingsverklaringen met bewijsstukken en een jaarlijks activiteitenverslag. Met betrekking tot lid 1, 2°, is het aantal jaarlijkse schijven toegekend voor een investering niet hoger dan drie.
Het voorschot en het saldo van de toelage worden gerechtvaardigd binnen drie jaar na de datum van kennisgeving door de Administratie van het besluit tot toekenning van de toelage aan de promotor.
De bewijsstukken worden in aanmerking genomen als ze de duidelijke identificatie van de uitgaven voor de verwezenlijking van de investering mogelijk maken. Facturen worden enkel in aanmerking genomen indien ze met betalingsbewijzen ingediend worden.
Als de bewijsstukken ontoereikend zijn of geen bewijswaarde hebben, worden ze geacht niet in aanmerking te komen.
Geen enkel bewijsstuk daterende van vóór de datum van kennisgeving van het besluit tot toekenning van de investeringstoelage mag in aanmerking komen. § 6. Projecten geselecteerd door de Regering die in hun enige kandidatuurdossier exploitatiesteun aangevraagd hebben, ontvangen deze steun in de vorm van een voorschot van 20.000 euro vanaf de effectieve ingebruikstelling van het doorgangsgebouw gebruikt voor landbouwdoeleinden.
Het in lid 1 bedoelde voorschot wordt bij de Administratie gerechtvaardigd door middel van bewijsstukken en een jaarlijks activiteitenverslag binnen de eerste drie jaar na de ingebruikstelling van het doorgangsgebouw gebruikt voor landbouwdoeleinden.
Art. 6.De investeringstoelage, de consultancysteun en exploitatiesteun worden op basis van een procedure van projectenoproep toegekend.
Voor elke projectenoproep bepaalt de Minister wat volgt : de maximale begrotingsenveloppe, de prioriteiten, de selectiecriteria, de precieze termijnen en de praktische modaliteiten ervan.
Voor elke projectenoproep dient een inschrijver een enig kandidatuurdossier bij de Administratie in met betrekking tot een aanvraag voor een investeringstoelage, met eventueel een aanvraag voor consultancysteun of voor exploitatiesteun.
Het enige kandidatuurdossier wordt aan de Administratie gericht door elk middel dat vaste datum verleent aan de zending overeenkomstig artikel D.15 van het Wetboek.
Binnen tien werkdagen na ontvangst van het enige kandidatuurdossier bevestigt de Administratie de ontvangst ervan aan de inschrijver.
Art. 7.Het model van het enige kandidatuurdossier wordt door de Administratie op het Waalse landbouwportaal ter beschikking gesteld.
Dat dossier bevat minstens : 1° de identificatie van de inschrijver van het project, met inbegrip van diens juridische aard ;2° indien de inschrijver van het project de promotor van het project niet is, de identificatie van de promotor in oprichting, met vermelding van diens overwogen juridische aard ;3° het bewijs dat ten minste twee landbouwers bij het project betrokken zijn, die bij de juridische structuur van de promotor betrokken zijn, indien deze een rechtspersoon is ;4° het aantal landbouwers die promotoren zijn of mogelijke gebruikers en hun inschrijvingsnummer bij de Kruispuntbank der Ondernemingen, of hun landbouwernummer in de zin van het besluit van de Waalse Regering van 17 december 2015Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 17/12/2015 pub. 21/01/2016 numac 2016200160 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering betreffende de identificatie bij het geïntegreerd beheers- en controlesysteem, de toekenning van een landbouwernummer, tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 12 februari 2015 tot uitvoering van het systeem van de rechtstreekse betalingen ten gunste van de landbouwers en tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 7 mei 2015 tot toekenning van een gekoppelde steun aan de landbouwers voor vrouwelijke vleesrunderen, gemengde koeien, melkkoeien en schapen sluiten betreffende de identificatie bij het geïntegreerd beheers- en controlesysteem, de toekenning van een landbouwernummer, tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 12 februari 2015 tot uitvoering van het systeem van de rechtstreekse betalingen ten gunste van de landbouwers en tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 7 mei 2015 tot toekenning van een gekoppelde steun aan de landbouwers voor vrouwelijke vleesrunderen, gemengde koeien, melkkoeien en schapen ;5° een precieze omschrijving van het project, namelijk : a) een plaatselijke sociaaleconomische analyse : (1) mogelijkheden in termen van te valoriseren landbouwproductie, potentiële markt, bestaande of te ontwikkelen synergieën ;(2) behoeften van plaatselijke landbouwers, verwerkers, distributeurs en consumenten ;b) de precieze doelstellingen nagestreefd door de verwezenlijking van het doorgangsgebouw gebruikt voor landbouwdoeleinden en de verwachte winsten op korte en lange termijn ;c) de vestiging, geïdentificeerd of te bepalen, en de fysieke en technische kenmerken van het geplande doorgangsgebouw gebruikt voor landbouwdoeleinden ;d) de modaliteiten van het technische beheer van het doorgangsgebouw gebruikt voor landbouwdoeleinden ;e) een ontwerp van het businessplan om de levensvatbaarheid van het project te kunnen beoordelen ;f) de vooruitzichten in termen van creatie van rechtstreekse werkgelegenheid en van landbouwers betrokken als promotoren of gebruikers ;g) een identificatie en beoordeling van de risico's die de verwezenlijking van het project in gevaar kunnen brengen of kunnen verhinderen ;6° de verdeling in werkpakketten en de verwachte planning van de verschillende fasen van de verwezenlijking en ingebruikstelling van het project ;7° de globale financiële raming van de verwezenlijking van het project ;8° het volledige financieringsplan, rekening houdend met het percentage van de gevraagde toelage, het voorschot van veertig procent en het resterende te financieren saldo via krediet, uit eigen vermogen of via andere middelen ;9° een voorstel van huishoudelijk reglement van toepassing op het geplande doorgangsgebouw gebruikt voor landbouwdoeleinden dat in artikel 15 vermeld wordt, met inbegrip van de mechanismen die de periodieke evaluatie en de doorzichtigheid van de door de beheersorganen genomen beslissingen kunnen waarborgen ;10° voor de promotor, in voorkomend geval, een verklaring op erewoord waaruit blijkt dat hij zijn verplichtingen zoals ze voortvloeien uit de reglementaire wetgevingen en bepalingen op fiscaal, sociaal of milieuvlak heeft vervuld;11° in voorkomend geval, een verklaring op erewoord, waarvan het model in bijlage 1 opgenomen is, waaruit blijkt dat de promotor de de minimis-regels naleeft.
Art. 8.§ 1. Binnen twintig werkdagen na de afsluitingsdatum van de projectenoproep geeft de Administratie per schrijven, in de zin van artikel D.15 van het Wetboek, de inschrijver kennis van, hetzij : 1° de ontvankelijkheid van het enige kandidatuurdossier indien dit volledig en conform bevonden wordt ;2° de onontvankelijkheid van het enige kandidatuurdossier indien dit onvolledig en niet-conform bevonden wordt ; In het geval bedoeld in lid 1, 2°, vermeldt de Administratie in haar schrijven welke elementen in het dossier ontbreken om volledig en conform bevonden te worden en bepaalt de termijn waarin de ontbrekende elementen haar meegedeeld moeten worden. Deze termijn mag niet langer dan tien werkdagen zijn vanaf de datum van verzending van de informatie.
Binnen tien werkdagen na ontvangst van de ontbrekende elementen deelt de Administratie de inschrijver mee of het enige kandidatuurdossier al dan niet ontvankelijk is. § 2. Een enig kandidatuurdossier is ontvankelijk indien : 1° de inschrijver aan de in artikel 1 bedoelde omschrijving beantwoordt ;2° de inschrijver over een correspondentieadres in het Waalse Gewest beschikt ;3° het enige kandidatuurdossier binnen de termijnen bepaald door de projectenoproep ingediend wordt en door de Administratie volledig bevonden wordt zoals bedoeld in artikel 7 ;4° het project van doorgangsgebouw gebruikt voor landbouwdoeleinden zich op het grondgebied van het Waalse Gewest bevindt en de gebieden waar landbouwproducten ingezameld of afgezet worden, zich ten minste hoofdzakelijk op het grondgebied van het Waalse Gewest bevinden. § 3. De Administratie bestudeert de ontvankelijke enige kandidatuurdossiers. Wanner de Administratie het nodig acht om deze analyse te kunnen maken, kan zij bijkomende documenten of informatie bij de inschrijvers opvragen.
De Administratie stelt een verslag op in verband met een objectieve en gekwantificeerde beoordeling van de door de Minister bepaalde selectiecriteria in het kader van de projectenoproep.
Het verslag wordt aan het in artikel 9 bedoelde adviescomité overgemaakt binnen een termijn van negentig dagen na afsluiting van de in artikel 6 bedoelde projectenoproep.
De Minister kan de behandelings- en beoordelingstermijn van de ontvankelijke enige kandidatuurdossiers bepalen of verlengen. § 4. De beoordeling van de projecten wordt op grond van de volgende selectiecriteria uitgevoerd : 1° de mogelijkheid om het project ten opzichte van de plaatselijke context en behoeften te verwezenlijken ;2° de kwaliteit van het enige kandidatuurdossier ;3° de haalbaarheid van het project ;4° de innovatieve aard van het project ;5° de synergie of complementariteit van het project met andere doorgangsgebouwen gebruikt voor landbouwdoeleinden of andere bestaande structuren voor de ontwikkeling van « korte circuits » ;6° de levensvatbaarheid van het project en de economische vooruitzichten gebaseerd op informatie uit het enige kandidatuurdossier ;7° het behoud of creatie van werkgelegenheid ;8° de relevantie van het financieel plan ;9° de controle van een certificerende instelling die erkend is in het kader van het gewestelijke stelsel inzake gedifferentieerde kwaliteit of in het kader van een Europees kwaliteitssysteem.10° de betrokkenheid van landbouwers.
Art. 9.§ 1. Er wordt een adviescomité opgericht, dat bestaat uit : 1° een vertegenwoordiger van de Minister ;2° een vertegenwoordiger van de Administratie ;3° een door de Minister aangewezen deskundige wiens deskundigheid in het beoordelen van financiële plannen erkend is ;4° een door de Minister aangewezen deskundige wiens deskundigheid in het beoordelen van landelijke economische projecten erkend is, met name inzake ontwikkeling van « korte circuits » ;5° een door de Minister aangestelde professionele vertegenwoordiger van de landbouwsector die de verschillende productie- en valorisatieketens beheerst, met name inzake landbouwdiversificatie en ontwikkeling van « korte circuits ». § 2. Binnen een termijn van vijftien dagen na ontvangst van het in artikel 8, § 3, bedoelde verslag van de Administratie stelt het adviescomité een advies op over elk project dat voor het recht op investeringstoelage in aanmerking komt en bepaalt het hun rangschikking.
De rangschikking wordt in dalende volgorde verricht, op basis van de selectiecriteria die in de projectenoproep bepaald zijn.
Het adviescomité deelt de rangschikking aan de Regering mee.
Art. 10.Op grond van de in artikel 9, § 2, bedoelde rangschikking wijst de Regering de projecten van doorgangsgebouwen gebruikt voor landbouwdoeleinden aan, die geselecteerd zijn om de procedure voor de toekenning van de investeringstoelage voort te zetten.
De Administratie geeft alle promotoren of inschrijvers die een ontvankelijk enig kandidatuurdossier ingediend hebben, kennis van de door de Regering genomen beslissing.
Art. 11.§ 1. De projecten die na een projectenoproep geselecteerd en aangemeld zijn, komen in aanmerking voor de investeringstoelage onder de volgende voorwaarden : 1° vóór de aanbesteding van de werken is de promotor in het bezit van een principiële toezegging van financiële tegemoetkoming van het Waalse Gewest ;2° de wetgeving inzake overheidsopdrachten wordt nageleefd ;3° het aanbestedingsdossier wordt door de Administratie goedgekeurd voordat de opdracht tot aanvang van de werkzaamheden gegeven wordt ;4° elke toeslag vereist door aannemers als gevolg van een te late kennisgeving wordt van het voordeel van de investeringstoelage uitgesloten ;5° de opdrachtgever eist dat er een dagboek der werken bijgehouden wordt, conform het model gebruikt voor werken in het Waalse Gewest ;6° de Administratie wordt in kennis gesteld van de aanvangsdatum van de werken ;7° de Administratie wordt ten minste tien dagen vóór de datum bepaald voor de oplevering van de werken in kennis gesteld ;8° alle contracten of contractwijzigingen met betrekking tot gesubsidieerde werken worden enkel in aanmerking genomen voor de toekenning van de investeringstoelage na goedkeuring door de Administratie ;9° indien een eventuele fasering van de werken noodzakelijk blijkt, wordt een aanvraag met een beschrijving van deze fasering ter goedkeuring aan de Administratie voorgelegd, samen met het dossier voor de toekenning van een principiële toezegging. § 2. Vanaf de datum van verzending van de kennisgeving dat het project van doorgangsgebouw gebruikt voor landbouwdoeleinden geselecteerd is, beschikt de promotor over een periode van zesendertig maanden om een aanvraag voor principiële toezegging in te dienen.
De principiële toezegging wordt na goedkeuring van een volledig en conform dossier door de Minister toegekend. De Administratie deelt de principiële toezegging aan de promotor mee.
Voor de toepassing van lid 2 wordt een dossier volledig en conform beschouwd wanneer het uit de volgende stukken bestaat : 1° de beslissing van de opdrachtgever om het onderzoek aan een projectontwerper toe te vertrouwen ;2° de eigendomstitel van het goed of de grond of de erfpacht of het opstalrecht ;3° de volledige plannen die voor de uitvoering van de werken nodig zijn ;4° het bijzonder bestek betreffende de werken die overwogen zijn, met inbegrip van : a) de algemene administratieve voorwaarden ;b) het model van inschrijving ;c) de technische omschrijving van de werken ;d) de omstandige opmetingsstaat van de werken ;5° de kostenraming, post per post, van de overwogen werken ;6° de nodige vergunningen en machtigingen ;7° het vermoedelijke tijdschema voor de stappen van de uitvoering van het project ;8° het bewijs dat landbouwers in het project betrokken zijn en dat ze het doorgangsgebouw gebruikt voor landbouwdoeleinden zullen gebruiken ;9° een attest dat bewijst dat de opdrachtgever aan de financiering van de werken kan bijdragen ;10° een attest waaruit blijkt dat de werken nog niet besteld zijn. § 3. Vanaf de datum waarop de kennisgeving van een principiële toezegging verzonden is, beschikt de promotor over honderdtwintig dagen om de inschrijvingen of offertes open te maken. Indien de promotor van mening is dat deze termijn niet nageleefd kan worden, kan hij de Minister bij gemotiveerd verzoekschrift een verlenging van ten hoogste negentig dagen vragen. De beslissing van de Minister wordt door de Administratie aan de aanvrager meegedeeld.
De sanctie wegens niet-naleving van de in lid 1 bedoelde termijn, die eventueel verlengd kan worden, maakt de principiële toezegging en de toekenning van de investeringstoelage nietig. § 4. De vaste toezegging die een definitieve toezegging inhoudt, wordt toegekend na goedkeuring door de Administratie van een aanbestedingsdossier, met inbegrip van : a) het productdossier waarop de aanbesteding gebaseerd is ;b) het proces-verbaal van de opening van de inschrijvingen ;c) het verslag van de auteur van het project omtrent de aanbesteding ;d) de ingediende inschrijvingen en hun bijlagen ;e) de gemotiveerde beraadslaging waarbij de opdrachtgever de aannemer van de werken aanstelt ;f) het voorstel van huishoudelijk reglement van toepassing op het geplande doorgangsgebouw gebruikt voor landbouwdoeleinden bedoeld in artikelen 7 en 15, dat de mechanismen omschrijft die de periodieke evaluatie en de doorzichtigheid van de door de beheersorganen genomen beslissingen kunnen waarborgen. De vaste toezegging wordt in de vorm van een besluit tot toekenning door de Minister van de investeringstoelage aan de promotor meegedeeld. § 5. Het huishoudelijk reglement dat van toepassing is op het doorgangsgebouw gebruikt voor landbouwdoeleinden bedoeld in artikelen 7 en 15, wordt bij het ministerieel besluit tot toekenning van de investeringstoelage gevoegd.
Elke wijziging in het huishoudelijk reglement van het doorgangsgebouw gebruikt voor landbouwdoeleinden wordt ook bij het ministerieel besluit tot toekenning van de investeringstoelage gevoegd.
Elke clausule van het huishoudelijk reglement die van tevoren niet goedgekeurd is door de Minister of door diens afgevaardigde wordt geacht niet geschreven te zijn.
Art. 12.Het project van doorgangsgebouw gebruikt voor landbouwdoeleinden dat krachtens dit besluit voor een investeringstoelage in aanmerking komt, wordt binnen een termijn van hoogstens zesendertig maanden in werking gesteld na de kennisgeving door de Administratie van het ministerieel besluit tot toekenning van de investeringstoelage aan de promotor, met inachtneming van de voorwaarden bedoeld in artikel 15.
Overeenkomstig artikel D.15 van het Wetboek moet de promotor de Administratie per schrijven op de hoogte brengen van de officiële datum van ingebruikstelling van het doorgangsgebouw gebruikt voor landbouwdoeleinden.
Bij gebreke daarvan wordt de investeringstoelage geacht verloren te zijn.
De Minister kan die termijn met maximum twaalf maanden verlengen. HOOFDSTUK II. - Controle van de steun en toelagen
Art. 13.Het door de Administratie gemachtigd personeelslid heeft voortdurend vrije toegang tot : 1° de boekhouding en de rekeningenboeken van het doorgangsgebouw gebruikt voor landbouwdoeleinden alsmede de documenten bedoeld in artikel 15 ;2° de technische installaties en lokalen van het doorgangsgebouw gebruikt voor landbouwdoeleinden om na te gaan of de voorwaarden voor de toekenning van de investeringstoelage nageleefd worden.
Art. 14.§ 1. De verandering van bestemming van het doorgangsgebouw gebruikt voor landbouwdoeleinden maakt van rechtswege een einde aan de toekenning van de investeringstoelage.
Als de verandering van bestemming van het doorgangsgebouw gebruikt voor landbouwdoeleinden binnen een periode van vijftien jaar te rekenen vanaf de in artikel 12 bedoelde ingebruikstelling plaatsvindt, wordt de investeringstoelage door de promotor aan de Administratie terugbetaald.
Mits voorafgaande ingebrekestelling gaat de Administratie bij alle wettelijke middelen over tot de terugvordering van de door de promotor verschuldigde sommen.
De terugbetaling van de in leden 2 en 3 bedoelde investeringstoelage staat in verhouding tot het aantal jaren waarin een verandering van bestemming van het doorgangsgebouw gebruikt voor landbouwdoeleinden effectief is. § 2. De schending van de voorwaarden voor de toekenning van de in artikel 2 bedoelde investeringstoelage maakt van rechtswege een einde aan de toekenning ervan. § 3. Wanneer dit artikel toegepast wordt, gaat de Administratie over tot de evenredige invordering van de toegekende bedragen rekening houdend met de ernst, het permanente karakter en de omvang van de vastgestelde tekortkoming of van de niet nageleefde voorwaarde. HOOFDSTUK III. - Voorwaarden voor de terbeschikkingstelling van de doorgangsgebouwen gebruikt voor landbouwdoeleinden
Art. 15.De terbeschikkingstellings- of de toegangsvoorwaarden van de doorgangsgebouwen gebruikt voor landbouwdoeleinden worden in het huishoudelijk reglement bepaald en omvatten minstens : 1° de toegankelijkheid voor elke gebruiker die zijn hoedanigheid van landbouwer kan bewijzen ;2° de omtrek van de roerende en onroerende infrastructuren die met het bedoelde doorgangsgebouw gebruikt voor landbouwdoeleinden overeenkomen ;3° de doelstellingen van het doorgangsgebouw gebruikt voor landbouwdoeleinden ;4° het bestuursmodel ;5° de betrokkenheid van de landbouwers in dat bestuur ;6° de financiële voorwaarden en toegangsvoorwaarden voor het gebruik of de bevoorrading door landbouwers van het doorgangsgebouw gebruikt voor landbouwdoeleinden ;7° de omschrijving van de verantwoordelijkheden van alle betrokken partijen en de vereiste verbintenissen inzake verzekeringen. HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen
Art. 16.Het besluit van de Waalse Regering van 12 mei 2011Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 12/05/2011 pub. 24/05/2011 numac 2011202467 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering tot vaststelling van de voorwaarden voor de toekenning van de toelagen betreffende de doorgangsgebouwen gebruikt voor landbouwdoeleinden en tot bepaling van de modaliteiten van hun terbeschikkingstelling sluiten tot vaststelling van de voorwaarden voor de toekenning van de toelagen betreffende de doorgangsgebouwen gebruikt voor landbouwdoeleinden en tot bepaling van de modaliteiten van hun terbeschikkingstelling, gewijzigd bij de besluiten van de Waalse Regering van 8 mei 2014 en 29 oktober, wordt opgeheven.
Art. 17.De steunaanvragen ingediend overeenkomstig het besluit van de Waalse Regering van 12 mei 2011Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 12/05/2011 pub. 24/05/2011 numac 2011202467 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering tot vaststelling van de voorwaarden voor de toekenning van de toelagen betreffende de doorgangsgebouwen gebruikt voor landbouwdoeleinden en tot bepaling van de modaliteiten van hun terbeschikkingstelling sluiten tot vaststelling van de voorwaarden voor de toekenning van de toelagen betreffende de doorgangsgebouwen gebruikt voor landbouwdoeleinden en tot bepaling van de modaliteiten van hun terbeschikkingstelling blijven aan de bepalingen van dit besluit onderworpen.
Art. 18.De Minister van Landbouw is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 30 augustus 2018.
Voor de Regering : De Minister-President, W. BORSUS De Minister van Landbouw, Natuur, Bossen, Landelijke Aangelegenheden, Toerisme, Erfgoed en afgevaardigd bij de Grote Regio, R. COLLIN
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld