Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 29 maart 2007
gepubliceerd op 05 april 2007

Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 29 februari 1996 tot uitvoering van artikelen 186bis , 188, 193, 194, 196 en 197 van Titel XIV van de wet van 19 december 1854 houdende het Boswetboek

bron
ministerie van het waalse gewest
numac
2007201049
pub.
05/04/2007
prom.
29/03/2007
ELI
eli/besluit/2007/03/29/2007201049/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

29 MAART 2007. - Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 29 februari 1996 tot uitvoering van artikelen 186bis , 188, 193, 194, 196 en 197 van Titel XIV van de wet van 19 december 1854 houdende het Boswetboek


De Waalse Regering, Gelet op de wet van 19 december 1854 houdende het Boswetboek;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 14 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat het arrest nr. 165.065 van de Raad van State d.d. 23 november 2006, een juridisch vacuüm met zich brengt door de vernietiging van de artikelen 12 tot en met 16 van het besluit van de Waalse Regering betreffende het verkeer in de bossen; dat in dat besluit te lezen staat dat de Waalse Regering wel gemachtigd is om machtigingsprocedures voor de bewegwijzering in te stellen op de delen van routes met een afwijkende waarde;

Overwegende dat aanvragen voor machtigingen tot de tijdelijke afwijkende bewegwijzering zijn ingediend en andere nakend zijn;

Op de voordracht van de Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Het opschrift van afdeling 2 van hoofdstuk III van het besluit van de Waalse Regering van 29 februari 1996 tot uitvoering van artikelen 186bis, 188, 193, 194, 196 en 197 van Titel XIV van de wet van 19 december 1854 houdende het Boswetboek wordt vervangen door volgend opschrift : « Afdeling 2. - Tijdelijke afwijkende bewegwijzering ».

Art. 2.De artikelen 14 tot en met 16 van hetzelfde besluit worden vervangen door volgende bepalingen : «

Art. 14.De bewegwijzering van een pad dat het verkeer mogelijk maakt van de gebruikers bedoeld in artikel 193 van het Boswetboek en de bewegwijzering van een weg of pad die het verkeer mogelijk maken van de gebruikers bedoeld in artikel 194, hierna tijdelijke afwijkende bewegwijzering genoemd, kan aangevraagd worden door iedere persoon in de bossen en wouden overeenkomstig de bepalingen van deze afdeling.

Art. 15.De aanvraag tot invoering van een tijdelijke afwijkende bewegwijzering bevat, op straffe van onontvankelijkheid, volgende gegevens : 1° de naam van de persoon en de hoedanigheid van de ondertekenaar van de aanvraag;2° een NGI-kaart op schaal 1/10 000e, 1/20 000e of 1/25 000e met vermelding van het vooropgestelde tracé;3° een document waaruit de instemming van de eigenaar van de betrokken wegen blijkt en waarbij de overwogen bewegwijzering toegelaten wordt;4° een document waaruit de instemming van de betrokken boseigenaars blijkt indien de markeringstekens aangebracht worden op aangrenzenden eigendommen;5° een document met omschrijving van de overwogen activiteit en het verwachte publiek.

Art. 16.§ 1. De aanvraag tot invoering van een tijdelijke afwijkende bewegwijzering door bosgroeperingen wordt in drie exemplaren ingediend bij de inspecteur-generaal.

Binnen de tien dagen na ontvangst van het dossier licht de inspecteur-generaal de aanvrager in over de noodzaak, op straffe van onontvankelijkheid, om zijn dossier te vervolledigen of verstuurt hij een bericht van ontvangst.

Hij beslist over de aanvraag binnen zestig dagen na ontvangst van het volledige dossier en bepaalt de wijze van bewegwijzering overeenkomstig artikel 18 van het besluit van de Waalse Regering van 29 februari 1996. § 2. De aanvraag tot invoering van een tijdelijke afwijkende bewegwijzering in een bosgroepering wordt in drie exemplaren ingediend bij de directeur van het centrum dat bevoegd is voor het grondgebied waarover het overwogen tracé getrokken wordt.

Binnen de tien dagen na ontvangst van het dossier licht de directeur van het centrum de aanvrager in over de noodzaak, op straffe van onontvankelijkheid, om zijn dossier te vervolledigen of verstuurt hij een bericht van ontvangst.

Hij beslist over de aanvraag binnen vijfenveertig dagen na ontvangst van het volledige dossier en bepaalt de wijze van bewegwijzering overeenkomstig artikel 18 van het besluit van de Waalse Regering van 29 februari 1996. § 3. De aanvraag tot invoering van een plaatselijke afwijkende bewegwijzering wordt in drie exemplaren ingediend bij de houtvester die bevoegd is voor het grondgebied waarover het overwogen tracé getrokken wordt.

Binnen de tien dagen na ontvangst van het dossier licht de houtvester de aanvrager in over de noodzaak, op straffe van onontvankelijkheid, om zijn dossier te vervolledigen of verstuurt hij een bericht van ontvangst.

Hij beslist over de aanvraag binnen dertig dagen na ontvangst van het volledige dossier en bepaalt de wijze van bewegwijzering overeenkomstig artikel 18 van het besluit van de Waalse Regering van 29 februari 1996. »

Art. 3.Dit besluit treedt in werking de dag van bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

Art. 4.De Minister bevoegd voor de Bossen, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 29 maart 2007.

De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, B. LUTGEN

^