Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 29 april 1999
gepubliceerd op 26 juni 1999

Besluit van de Waalse Regering tot invoering van een premie voor de installatie van een individueel zuiveringssysteem

bron
ministerie van het waalse gewest
numac
1999027494
pub.
26/06/1999
prom.
29/04/1999
ELI
eli/besluit/1999/04/29/1999027494/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

29 APRIL 1999. - Besluit van de Waalse Regering tot invoering van een premie voor de installatie van een individueel zuiveringssysteem


De Waalse Regering, Gelet op het decreet van 7 oktober 1985 inzake de bescherming van het oppervlaktewater tegen verontreiniging, inzonderheid op artikel 39, § 1, derde en vierde lid, vervangen door het decreet van 23 juni 1994;

Gelet op het advies van de "Conseil supérieur des Villes, Communes et Provinces de la Région wallonne" (Hoge Raad van Steden, Gemeenten en Provincies van het Waalse Gewest);

Gelet op het advies van de Adviescommissie voor de bescherming van het oppervlaktewater tegen verontreiniging, gegeven op 14 oktober 1997;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 21 november 1997;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting;

Gelet op de beraadslaging van de Waalse Regering van 3 december 1998 over het verzoek om adviesverlening door de Raad van State binnen een termijn van maximum één maand;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 8 maart 1999 overeenkomstig artikel 84, eerste lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister van Leefmilieu, Natuurlijke Hulpbronnen en Landbouw, Besluit :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° "Minister" : de Minister van de Waalse Regering tot wiens bevoegdheden het waterbeleid behoort, 2° "Bestuur" : de Afdeling Water van het Directoraat-generaal Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu van het Ministerie van het Waalse Gewest;3° "individueel zuiveringssysteem" : individuele zuiveringseenheid, individuele zuiveringsinstallatie of individueel zuiveringsstation voor de zuivering, onder de bij het besluit van 15 oktober 1998 houdende reglementering van de opvang van stedelijk afvalwater bepaalde voorwaarden, van het door één of verschillende naburige woningen geloosde stedelijk afvalwater;4° "huishoudelijk afvalwater" : huishoudelijk afvalwater zoals bepaald in artikel 2, 8°, van het decreet van 7 oktober 1985 inzake de bescherming van het oppervlaktewater tegen verontreiniging, behalve huishoudelijk afvalwater afkomstig van commerciële of industriële activiteiten of voortvloeiend uit de uitoefening van een vrij beroep;5° "dunbevolkt gebied" : gedeelte van het gemeentelijke grondgebied bestemd voor de individuele zuivering krachtens het algemeen gemeentelijk afwateringsplan;6° "woning" : in een dunbevolkt gebied, elk gebouw dat bij de inwerkingtreding van het algemeen gemeentelijk afwateringsplan bewoond is of was, of in een agglomeratie, elk gebouw dat bewoond is of was dat, in afwijking van de verplichting tot aansluiting op de riolering vóór de vervaldatum bepaald bij artikel 4, § 1, van het besluit van 15 oktober 1998 houdende reglementering van de opvang van stedelijk afvalwater kan worden uitgerust met een individueel zuiveringssysteem; 7° "inwonerequivalent of, afgekort, I.E. » : vuilvrachteenheid.

Art. 2.§ 1. Binnen de perken van de daartoe op de begroting van het Waalse Gewest uitgetrokken kredieten en onder de bij dit besluit bepaalde voorwaarden verleent de Minister een premie aan elke persoon die, op eigen kosten, een woning of een wooncomplex laat aansluiten op een individuele zuiveringseenheid voor de behandeling van huishoudelijk afvalwater.

De Minister mag slechts één premie per aangelegd individueel zuiveringssysteem verlenen. § 2. In afwijking van § 1 kan de gemeente zich, op zijn/hun verzoek of met zijn/hun toestemming, in de plaats stellen van de persoon/personen die ertoe verplicht of gemachtigd is/zijn één of meer woningen te laten aansluiten op een individueel zuiveringssysteem voor de behandeling van huishoudelijk afvalwater. § 3. De premieaanvraag wordt ingediend door de persoon of de personen die ertoe gemachtigd is/zijn een woning of verschillende naburige woningen te laten aansluiten op een individueel zuiveringssysteem, overeenkomstig artikel 9 van het besluit van de Waalse Regering van 15 oktober 1998 houdende reglementering van de opvang van stedelijk afvalwater, behalve als de gemeente zich in zijn/hun plaats stelt krachtens § 2. In dat geval wordt de premieaanvraag ingediend door de gemeente.

Art. 3.De aanvraag wordt bij aangetekend schrijven bij het Bestuur ingediend door middel van een door dit laatste opgemaakt formulier.

Het bevat volgende gegevens : 1° het adres van de woning(en) waarvoor een aanvraag wordt ingediend;2° het adres van de aanvrager(s);3° een attest van het college van burgemeester en schepenen waarbij bevestigd wordt dat : - de aanvrager(s) ertoe gemachtigd is/zijn de woning(en) met een individueel zuiveringssysteem uit te rusten; - de betrokken woning(en) op de datum van inwerkingtreding van het algemeen gemeentelijk afwateringsplan bewoond is (zijn) of was (waren), wanneer ze in een dunbevolkt gebied gelegen is (zijn); - de woning die in afwijking van de verplichting tot aansluiting op een riolering met een individueel zuiveringssysteem kan worden uitgerust, bewoond is of was vóór de datum waarop ze op de riolering moest worden aangesloten krachtens het besluit van de Waalse Regering van 15 oktober 1998 houdende reglementering van de opvang van stedelijk afvalwater, wanneer ze in een agglomeratie gelegen is; 4° de beschrijving van de activiteit(en) van de personen die doorgaans in de woning(en) verblijven; 5° de door de woning(en) waarvoor een premieaanvraag is ingediend voortgebrachte vuilvracht, d.w.z. huishoudelijk afvalwater, uitgedrukt in inwonerequivalenten en vastgesteld aan de hand van bijgaande tabel; 6° als de aanvraag door verschillende personen wordt ingediend, vermelden ze het deel van het premiebedrag waarop zij recht hebben.

Art. 4.De Minister beslist over de aanvraag binnen veertig dagen na ontvangst ervan door het Bestuur.

Art. 5.De premie bedraagt 60 000 BEF per individuele zuiveringseenheid die een vuilvracht van minder dan 6 inwonerequivalenten verwerkt.

Voor individuele zuiveringseenheden die een vuilvracht van 6 tot 20 i.e. verwerken, individuele zuiveringsinstallaties tussen 20 en 100 i.e. en individuele zuiveringsstations die een vuilvracht van 100 i.e. of meer verwerken, wordt een bedrag van 13 000 BEF per bijkomend i.e. toegekend.

Art. 6.De premie wordt onder de volgende voorwaarden uitbetaald : - als de begunstigde(n), binnen een termijn van 2 jaar na kennisgeving van de beslissing van de Minister, het Bestuur door middel van een door dit laatste opgemaakt formulier de volgende gegevens verstrekt : 1° het adres van de betrokken woning(en);2° het adres van de begunstigde(n);3° het door het Bestuur bepaalde dossiernummer alsmede de datum van kennisgeving van de door de Minister genomen beslissing;4° het controleattest bedoeld in artikel 10, derde of vierde lid, van het besluit van de Waalse Regering van 15 oktober 1998 houdende reglementering van de opvang van stedelijk afvalwater; - als, na controle door het bestuur binnen één maand na ontvangst van het formulier, de installatie voldoet aan de voorwaarden waaronder de premie wordt toegekend.

Art. 7.Het besluit van de Waalse Regering van 27 april 1995 tot invoering van een premie voor de bouw van een individuele zuiveringseenheid- of installatie wordt opgeheven, behalve wat betreft de premieaanvragen die vóór de inwerkingtreding van dit besluit worden ingediend en overeenkomstig dit besluit worden behandeld.

Art. 8.Dit besluit treedt in werking tien dagen nadat het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.

Art. 9.De Minister tot wiens bevoegdheden het waterbeleid behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 29 april 1999.

De Minister-President van de Waalse Regering, belast met Economie, Buitenlandse Handel, K.M.O's, Toerisme en Patrimonium, R. COLLIGNON De Minister van Leefmilieu, Natuurlijke Hulpbronnen en Landbouw, G. LUTGEN

Bijlage Aantal inwonerequivalenten De nuttige capaciteit van de zuiveringssystemen voor stedelijk afvalwater wordt bepaald op grond van het aantal inwonerequivalenten van de op een zuiveringssysteem aangesloten woning of wooncomplexen.

Zowel voor eengezinswoningen als voor wooncomplexen die gezamenlijk of afzonderlijk huishoudelijk afvalwater voortbrengen, wordt voor de berekening van de premie slechts rekening gehouden met de door de bewoners voortgebrachte vuilvracht huishoudelijk afvalwater, plus een bedrag dat forfaitair vastgelegd wordt op 15 % van het aantal gebruikers van het aangesloten gebouw of complex.

Voor de andere woningen die huishoudelijk afvalwater voortbrengen dat niet afkomstig is van commerciële of industriële activiteiten of van de uitoefening van een vrij beroep, wordt er voor de berekening van de premie vanuit gegaan dat de dagelijks voortgebrachte vuilvracht uitgedrukt wordt door een aantal inwonerequivalenten berekend als volgt : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de met een * aangeduide gebouwen of complexen moet het op grond van de tabel berekend aantal i.e. verhoogd worden met 1/2 i.e. per personeelslid dat in de instelling is tewerkgesteld.

Bij deze vuilvracht komt een forfaitair bedrag vastgelegd op 15 % van het aantal gebruikers van het aangesloten gebouw of complex.

Bij deze voor de berekening van de premie bepaalde capaciteiten komt de vuilvracht voortgebracht door de commerciële of industriële activiteiten of voorvloeiend uit de uitoefening van een vrij beroep die in de woning worden uitgeoefend om het te installeren individuele zuiveringssysteem nauwkeurig te dimensioneren.

Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 29 april 1999 tot invoering van een premie voor de installatie van een individueel zuiveringssysteem Namen, 29 april 1999.

De Minister-President van de Waalse Regering, belast met Economie, Buitenlandse Handel, K.M.O's, Toerisme en Patrimonium, R. COLLIGNON De Minister van Leefmilieu, Natuurlijke Hulpbronnen en Landbouw, G. LUTGEN

^