28 JULI 2004. - Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 3 december 1998 tot uitvoering van het decreet van 5 juni 1997 betreffende de rustoorden, de serviceflats en de dagcentra voor bejaarden en houdende oprichting van de 'Conseil wallon du troisième âge' (Waalse raad voor de derde leeftijd)

De Waalse Regering, Gelet op het decreet van 5 juni 1997 betreffende de rustoorden, de serviceflats en de dagcentra voor bejaarden en houdende oprichting van de 'Conseil wallon du troisième âge', gewijzigd bij het decreet van 6 februari 2003;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 3 december 1998 tot uitvoering van het decreet van 5 juni 1997 betreffende de rustoorden, de serviceflats en de dagcentra voor bejaarden en houdende oprichting van de 'Conseil wallon du troisième âge', gewijzigd bij de besluiten van Waalse Regering van 6 mei 1999, 13 januari 2000, 18 juli 2000, 11 januari 2001, 22 maart 2001, 7 maart 2002, 4 juli 2002, 22 mei 2003 en 15 januari 2004;

Gelet op het advies van de 'Conseil wallon du troisième âge', gegeven op 13 mei 2004;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de normen betreffende het verzorgingspersoneel van de rustoorden gewijzigd werden bij artikel 35, punt 5, van het besluit van de Waalse Regering van 15 januari 2004 tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 3 december 1998 tot uitvoering van het decreet van 5 juni 1997 betreffende de rustoorden, de serviceflats en de dagcentra voor bejaarden en houdende oprichting van de 'Conseil wallon du troisième âge';

Overwegende evenwel dat de nieuwe normen betreffende de rustoorden met meer dan 26 bedden pas op 1 januari 2005 in werking zullen treden;

Overwegende dat alle vroegere normen betreffende het verzorgingspersoneel die van toepassing waren op de rustoorden met meer dan 26 bedden, niet meer van toepassing zijn tussen 26 maart 2004 en 31 december 2004;

Overwegende dat het gaat om een technisch effect dat de Regering niet gewenst heeft en dat dringend een rechtzetting moet worden doorgevoerd;

Op de voordracht van de Minister van Gezondheid, Sociale Actie en Gelijke Kansen;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Dit besluit regelt overeenkomstig artikel 138 van de Grondwet een materie bedoeld in artikel 128, § 1, van de Grondwet.

Art. 2.Punt 8.3.4. van bijlage 2 bij het besluit van de besluit van de Waalse Regering van 3 december 1998 tot uitvoering van het decreet van 5 juni 1997 betreffende de rustoorden, de serviceflats en de dagcentra voor bejaarden en houdende oprichting van de 'Conseil wallon du troisième âge' wordt vervangen als volgt : « 8.3.4. In de rustoorden met minder dan 26 bedden die in aanmerking komen voor een werkingsvergunning, worden de normen betreffende het verzorgingspersoneel vastgelegd als volgt : 1° tot 31 december 2004 mag het totaalaantal leden van het door het rustoord tewerkgestelde verzorgingspersoneel op grond van een driemaandelijks gemiddelde niet kleiner zijn dan 1,25 voltijds equivalent per aangesneden groep van 10 aanwezige bewoners.Minstens één lid van het verzorgingspersoneel is dag en nacht aanwezig per aangesneden tranche van 75 bedden. Het verzorgingspersoneel beschikt constant over de vereiste tijd om in te spelen op de verzoeken van de bewoners en om zijn rondes te doen; 2° vanaf 1 januari 2005 wordt 1,5 voltijds equivalent verzorgingspersoneel vereist per aangesneden tranche van 10 bedden. Minstens één lid van het verzorgingspersoneel is dag en nacht aanwezig per aangesneden tranche van 75 bedden. Het verzorgingspersoneel beschikt constant over de vereiste tijd om in te spelen op de verzoeken van de bewoners en om zijn rondes te doen. »

Art. 3.Dit besluit treedt in werking op 26 maart 2004.

Art. 4.De Minister van Minister van Sociale Actie en Gelijke Kansen is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 28 juli 2004.

De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Minister van Gezondheid, Sociale Actie en Gelijke Kansen, Ch. VIENNE