25 SEPTEMBER 2008. - Besluit van de Waalse Regering tot steunverlening (subsidies) aan de landbouwers voor de bouw van een landbouwkundige biomethaanvormingseenheid

De Waalse Regering, Gelet op het decreet van 9 december 1993 betreffende de hulp en de tegemoetkomingen van het Waalse Gewest voor de bevordering van rationeel energiegebruik, energiebesparingen en hernieuwbare energieën, inzonderheid op artikel 9;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 23 juni 2008;

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 25 september 2008;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 11 augustus 2008, overeenkomstig artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister van Huisvesting, Vervoer en Ruimtelijke Ontwikkeling en van de Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1. Minister : de Minister van Landbouw;2. Minister van Energie : de Minister bevoegd voor het Energiebeleid;3. administratie : het Operationeel Directoraat-generaal Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu van de Waalse Overheidsdienst;4. landbouwer : de natuurlijke of rechtspersoon of de groepering van natuurlijke of van rechtspersonen die een landbouwactiviteit al dan niet als hoofdberoep uitoefent in een bedrijf dat zelfstandig, voor eigen baat en voor eigen rekening beheerd wordt.Een landbouwer wordt aan de hand van zijn "producentnummer" geïdentificeerd; 5. productie-eenheid : het geheel van de functioneel samenhangende productiemiddelen die uitsluitend door de landbouwer zelf worden gebruikt, met inbegrip van de gebouwen, de opslaginfrastructuren, de gekweekte dieren, de gronden en de voedervoorraden die nodig zijn om één of meerdere landbouwspeculaties uit te voeren;6. dierlijke mest of mest : organische meststof uit de landbouw, namelijk dierlijke uitwerpselen of mengsels, ongeacht de verhoudingen, van dierlijke uitwerpselen en andere samenstellende delen zoals stalstro;7. biomethanisatie : afbraak van organische stoffen bij gebrek aan zuurstof (anaërobe vertering) en beschutting tegen het licht door de gecombineerde actie van verschillende groepen micro-organismen met productie van een gasmengsel, biogas genoemd, dat als brandstof kan dienen en van een digestat die als meststof wordt gerecycleerd;8. landbouwkundige biomethaanvormingseenheid : biomethanisatie-installatie waarvan een landbouwer eigenaar of mede-eigenaar is en die hoofdzakelijk door dierlijke mest bevoorraad wordt;9. aanvrager : landbouwer die mede-eigenaar en beheerder is van een toekomstige biomethaanvormingseenheid.Indien de aanvrager een rechtspersoon is, moet de meerderheid van de leden die de rechtspersoon vormen over een "producentnummer" beschikken; 10. gistingstank of fermentatievat : gesloten kuip waarin de organische stoffen voor de biomethanisatie worden geïnjecteerd en waarin hun verwerking met productie van biogas en digestat plaatsvindt;11. digestat : stof die voortvloeit uit de anaërobe fermentatie; 12. B.L.O. : bruikbare landbouwoppervlakte : grondgebied dat, wat het geheel van zijn bestanddelen betreft, voor landbouwproductie bestemd is. Het omvat in dalende volgorde de vaste weiden, de graanteelt, de voedergewassen en nijverheidsgewassen, de tijdelijke weiden en het braakland; 13. contract tot bevoorrading van de gistingstank met dierlijke mest : contract gesloten tussen een landbouwer eigenaar of mede-eigenaar van een biomethaanvormingseenheid en derde landbouwers.Dat contract bepaalt het aantal en de groep dieren die de landbouwkundige biomethaanvormingseenheid met dierlijke mest bevoorraden; 14. berekeningsblad van de LS (grondgebondenheidscijfers) : jaarlijks document gestuurd naar de landbouwers waarop o.a. de organische stikstof vermeld staat die tijdens één jaar door de verschillende categorieën dieren van het landbouwbedrijf voortgebracht wordt.

Art. 2.Binnen de perken van de begrotingskredieten kan de Minister een installatiesubsidie toekennen voor elke landbouwkundige biomethaanvormingseenheid. Deze subsidie is niet cumuleerbaar met andere soorten steun of subsidies.

De subsidie wordt aan de aanvrager toegekend.

Indien landbouwers in een coöperatieve vereniging aandeelhouder zijn van een grotere structuur en deelnemen aan het medebeheer van de landbouwkundige biomethaanvormingseenheid, wordt de steun aan de coöperatieve vereniging toegekend.

Art. 3.§ 1. De volgende gegevens worden in aanmerking genomen voor de berekening van de installatiesubsidie : a) de hoeveelheid dierlijke organische stikstof van elke productie-eenheid waarmee de landbouwkundige biomethaanvormingseenheid wordt bevoorraad;deze hoeveelheid wordt bepaald op basis van de gegevens vermeld op het berekeningsblad LS van de productie-eenheden van het jaar van de subsidieaanvraag; b) de ratio toegekend aan elke hoeveelheid organische stikstof die per diercategorie wordt voortgebracht en waarbij de waarde van de geproduceerde mest wordt uitgedrukt in verhouding tot de methanogene waarde van de mest van één rund. § 2. Het subsidiebedrag wordt berekend aan de hand van onderstaande formule : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 3. De subsidie wordt beperkt tot 150.000 euro per landbouwkundige biomethaanvormingseenheid.

Art. 4.De productie-eenheden die in aanmerking worden genomen voor de berekening van de subsidie aan de landbouwkundige biomethaanvormingseenheid bevinden zich binnen een straal van 15 km van deze eenheid en beschikken over een bevoorradingscontract dat beide partijen met elkaar verbindt.

Art. 5.De ratio toegekend aan elke hoeveelheid organische stikstof die per diercategorie wordt voortgebracht is de volgende : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 6.Om een installatiesubsidie te kunnen genieten dient de aanvrager bij de administratie een in bijlage 1 opgenomen subsidieaanvraag in met de volgende gegevens : - de personalia van de aanvrager; - in voorkomend geval, een afschrift van de bevoorradingscontracten van de gistingstank met dierlijke mest van de andere landbouwers; - een afschrift van het berekeningsblad LS van elke productie-eenheid waarmee de landbouwkundige biomethaanvormingseenheid wordt bevoorraad; - een afschrift van de aanvraag tot globale vergunning voor de landbouwkundige biomethaanvormingseenheid. - een verklaring betreffende de grondstoffen die in de gistingstank worden gestopt en de bijhorende bewijsstukken.

Art. 7.Binnen de maand na ontvangst van de subsidieaanvraag stuurt de administratie een bericht van ontvangst naar de aanvrager waarbij ze aangeeft of het dossier al dan niet volledig is.

Indien het dossier onvolledig wordt verklaard, beschikt de aanvrager over een termijn van twee maanden, te rekenen van de datum van ontvangst van het door de administratie overgemaakte bericht van ontvangst, om de ontbrekende gegevens te verstrekken.

Indien de aanvrager na verloop van deze termijn de gevraagde gegevens aan de administratie heeft overgemaakt, wordt een tweede bericht van ontvangst gestuurd om de aanvrager kennis te geven van het feit dat het dossier volledig is.

Zo niet wordt de aanvraag geacht nooit ingediend te zijn.

Art. 8.De beslissing tot weigering of de belofte tot toekenning van de subsidie wordt door de Minister meegedeeld binnen drie maanden na het versturen van het bewijs van ontvangst dat het dossier volledig is. De belofte tot toekenning van de subsidie bepaalt het bedrag van de installatiesubsidie en de formulieren voor de betaling van de subsidie.

Art. 9.De subsidie wordt betaald in drie fasen : - een eerste voorschot gelijk aan 40 % van het subsidiebedrag na overlegging van het afschrift van de afgegeven eenmalige vergunning; - een tweede voorschot gelijk aan 40 % van het subsidiebedrag na overlegging van het proces-verbaal van oplevering van de werken en na verificatie door de administratie van de werkelijkheid van de investering; - het saldo van de subsidie, namelijk 20 % van het bedrag, na overlegging van de formulieren voor de berekening van door de "CWAPE" toegekende groene certificaten met een uitvoerig overzicht van de groene elektriciteitsproductie over een heel jaar en het dossier inzake registratieaanvraag en gebruikscertificaat ingediend door de "Office wallon des déchets" (Waalse dienst voor afvalstoffen) met het oog op de valorisatie in de landbouw van de digestat overeenkomstig artikel 13 van het besluit van de Waalse Regering van 14 juni 2001.

Art. 10.§ 1. De eerste aanvraag tot uitbetaling van de installatiesubsidie voor de landbouwkundige biomethaanvormingseenheid wordt in drievoud bij de administratie ingediend binnen een termijn van maximum drie jaar na de belofte van toekenning van de subsidie door de Minister. § 2. De tweede en de derde aanvraag tot uitbetaling worden binnen een maximumtermijn van respectievelijk twee jaar en vier jaar ingediend na de datum van indiening van de eerste aanvraag tot uitbetaling. § 3. Bij niet naleving van deze termijnen wordt het dossier afgesloten en vervalt de beslissing tot toekenning. § 4. Binnen de maand na ontvangst van de aanvraag tot uitbetaling van een deel van de subsidie stuurt de administratie een bericht van ontvangst naar de aanvrager waarbij ze aangeeft of het dossier al dan niet volledig is.

Indien het dossier onvolledig is, beschikt de aanvrager over een termijn van twee maanden, te rekenen van de datum van ontvangst van het bericht van ontvangst om de administratie de ontbrekende gegevens te verstrekken.

Indien de aanvrager na verloop van die termijn de gevraagde gegevens aan de administratie heeft overgemaakt, wordt een tweede bericht van ontvangst gestuurd om de aanvrager kennis te geven van het feit dat het dossier volledig is.

Als de aanvrager na verloop van die termijn de gevraagde gegevens niet heeft overgemaakt, wordt de aanvraag tot uitbetaling geacht nooit ingediend te zijn. § 5. De subsidie wordt binnen een maximumtermijn van 12 maanden uitbetaald na het versturen van het bericht van ontvangst dat het dossier volledig is.

Art. 11.§ 1. Er wordt een Begeleidingscomité opgericht dat met de opvolging van dit besluit belast wordt. Het vergadert minstens één keer per jaar. § 2. Het Begeleidingscomité is samengesteld uit : - een vertegenwoordiger van de Minister; - een vertegenwoordiger van de Minister van Energie; - twee vertegenwoordigers van de administratie, van wie één het secretariaat waarneemt; - twee vertegenwoordigers van de landbouwsector; - de facilitator van het Waalse Gewest voor de biomethanisatie; - een vertegenwoordiger van de "CWAPE". § 3. Het Begeleidingscomité heeft als taak : - de opvolging van de landbouwkundige biomethaanvormingseenheden die een installatiesubsidie gekregen hebben en het opstellen van een jaarverslag over de landbouwkundige biomethaanvormingseenheden; - het formuleren van elk voorstel dat kan bijdragen tot de verbetering van de landbouwkundige biomethanisatieketen.

Art. 12.De Minister van Landbouw is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 25 september 2008.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Huisvesting, Vervoer en Ruimtelijke Ontwikkeling, A. ANTOINE De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, B. LUTGEN