25 JANUARI 2024. - Besluit van de Waalse Regering houdende administratieve en geldelijke bepalingen van toepassing op de externe loopbaan van de wetenschappelijke en academische adviseurs van Wallonie-Bruxelles International

De Waalse Regering, Gelet op het samenwerkingsakkoord van 20 maart 2008 tussen de Franse Gemeenschap, het Waals Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest tot oprichting van een gemeenschappelijke entiteit voor de internationale betrekkingen van "Wallonie-Bruxelles", artikel 4;

Gelet op het decreet van 9 mei 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/05/2008 pub. 29/08/2008 numac 2008029367 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord tussen de Franse Gemeenschap, het Waals Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest tot oprichting van een gemeenschappelijke entiteit voor de internationale betrekkingen "Wallonie-Bruxelles" sluiten houdende instemming met het samenwerkingsakkoord tussen de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest tot oprichting van een gemeenschappelijke entiteit voor de internationale betrekkingen van "Wallonie-Bruxelles";

Gelet op de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 5 december 2008Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 05/12/2008 pub. 12/02/2009 numac 2009027018 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering betreffende de voorwaarden voor de indienstneming en de administratieve en geldelijke toestand van de contractuele personeelsleden van « Wallonie-Bruxelles international » sluiten betreffende de voorwaarden voor de indienstneming en de administratieve en geldelijke toestand van de contractuele personeelsleden van "Wallonie-Bruxelles international";

Gelet op het rapport van 13 juli 2023, opgemaakt overeenkomstig artikel 3, 2°, van het decreet van 11 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/04/2014 pub. 06/06/2014 numac 2014203532 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen sluiten houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen ;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 12 juli 2023 ;

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 20 juli 2023;

Gelet op het onderhandelingsprotocol nr. 848 van het Sectorcomité nr.

XVI, gesloten op 20 oktober 2023;

Gelet op het verzoek om adviesverlening binnen een termijn van dertig dagen, gericht aan de Raad van State, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat de adviesaanvraag is ingeschreven op 8 januari 2025 op de rol van de afdeling Wetgeving van de Raad van State onder het nummer 75.300/4;

Gelet op de beslissing van de afdeling Wetgeving van 9 januari 2024 om binnen de gevraagde termijn geen advies te verlenen, overeenkomstig artikel 84, § 5, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister-President en de Minister van Ambtenarenzaken;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Toepassingsgebied en definities

Artikel 1.§ 1. Voor een goede leesbaarheid van de tekst is het gebruik van mannelijke namen voor de verschillende graden en functies gemeenslachtig, niettegenstaande de bepalingen van het decreet van de Franse Gemeenschap van 21 juni 1993 betreffende de vervrouwelijking van de namen van beroep, ambt, graad of titel. § 2. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° "hoofdbestuur": alle kantoren van Wallonie-Bruxelles International gevestigd in België;2° "de Administrateur-Generaal": de Administrateur-Generaal van Wallonie-Bruxelles International;3° "externe loopbaan": de beroepsloopbaan van personeelsleden die voor onbepaalde duur worden tewerkgesteld op basis van een overeenkomst naar Belgisch recht, onder verwijzing naar de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten, en die permanent worden tewerkgesteld in een functie van wetenschappelijk en academisch adviseur bij Wallonie-Bruxelles International;4° "gezinssamenstelling": de wetenschappelijk en academisch adviseur, zijn/haar echtgeno(o)t(e) of wettelijk of feitelijk samenwonende partner en de kinderen die bij de wetenschappelijk en academisch adviseur in hoofdverblijf verblijven;5° "het Directiecomité": het Directiecomité van Wallonie-Bruxelles International;6° "overplaatsing": elke wijziging in de administratieve verblijfplaats van de wetenschappelijk en academisch adviseur;7° « WBI » : « Wallonie-Bruxelles International » ;8° "AWEX" : het Waals Agentschap voor Uitvoer en Buitenlandse Investeringen;9° FOD Buitenlandse Zaken: de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken. Betreffende lid 1, 4°, wordt er geen rekening meer gehouden met kinderen zodra er geen kinderbijslag meer voor hen wordt betaald.

Art. 2.Dit besluit is van toepassing op de personeelsleden die zijn opgenomen in de statuten van het WBI-personeel en zijn aangeworven als wetenschappelijk adviseur.

Art. 3.Wetenschappelijke en academische adviseurs worden toegewezen door de toezichthoudende ministers op voorstel van het Directiecomité.

De wetenschappelijke en academische adviseurs gebruiken een werkruimte binnen de Algemene Delegatie Wallonie-Bruxelles in de stad waar ze zijn aangesteld. Als er geen Algemene Delegatie Wallonië-Brussel aanwezig is, nemen de wetenschappelijke en academische adviseurs, in volgorde van voorrang, een werkruimte in bij het Economisch en Handelsbureau van het agentschap voor Export en Buitenlandse Investeringen van Wallonië, op de Belgische ambassade of op een andere locatie die geschikt is voor hun opdracht.

De wetenschappelijke en academische adviseurs zijn verantwoordelijk voor de internationale promotie van het hoger onderwijs, het onderzoek en de innovatiesystemen van het Waals Gewest en de Franse Gemeenschap in hun toewijzingsgebieden, in synergie met de diplomatieke en consulaire standplaatsen van de Belgische Staat en de internationale vertegenwoordigingen van het Waals Gewest en de Franse Gemeenschap.

Art. 4.Gelet op de beroepskwalificaties die vereist zijn voor de welomschreven activiteit van de wetenschappelijke en academische adviseurs, vormen de opdrachten die zij uitvoeren taken die specifieke vaardigheden vereisen in de zin van artikel 2, § 1, 4. en § 4, van het besluit van de Waalse Regering van 5 december 2008Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 05/12/2008 pub. 12/02/2009 numac 2009027018 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering betreffende de voorwaarden voor de indienstneming en de administratieve en geldelijke toestand van de contractuele personeelsleden van « Wallonie-Bruxelles international » sluiten betreffende de arbeidsvoorwaarden en de administratieve en financiële situatie van de contractuele personeelsleden van Wallonie-Bruxelles International.

Art. 5.De wetenschappelijke en academische adviseurs zijn belast met de volgende opdrachten: 1° ze zijn verantwoordelijk voor wetenschappelijke en academische diplomatie en internationale samenwerking in deze sectoren, door : a) bij te dragen tot de versterking van de aantrekkelijkheid en de zichtbaarheid van het hoger onderwijs en van onderzoek en innovatie in het Waals Gewest en in de Franse Gemeenschap ;b) het verzekeren van de internationale uitstraling van academische en wetenschappelijke actoren in het Waals Gewest en de Franse Gemeenschap;c) talent aan te trekken naar het Waals Gewest en de Franse Gemeenschap door de verschillende bestaande studiebeursprogramma's te promoten;d) het faciliteren van contacten en samenwerking met buitenlandse instanties op het gebied van onderzoek, innovatie en hoger onderwijs;e) het ondersteunen en voorbereiden, op vraag van academische, onderzoeks- en innovatieactoren, van de academische en wetenschappelijke componenten van internationale missies gecoördineerd door WBI en tijdens officiële Belgische missies;f) het zorgen voor referenties en netwerken van academische, onderzoeks- en innovatieactoren door projecten te promoten en deel te nemen aan handelsbeurzen en tentoonstellingen;g) het ondersteunen van de totstandkoming van bilaterale overeenkomsten en onderzoeksprojecten, op verzoek van de Regering, de Minister voor Internationale Betrekkingen, WBI of academische en wetenschappelijke actoren;h) het uitvoeren van gerichte academische en wetenschappelijke monitoring;i) het ondersteunen van de internationalisering van de instellingen voor hoger onderwijs van de Franse Gemeenschap, universiteiten, hogescholen en hogere kunstscholen, door bij te dragen tot de oprichting van nieuwe samenwerkingsverbanden en de versterking van bestaande partnerschappen, onder meer tussen en in het kader van de promotie van de Franse taal;2° zij versterken de wetenschappelijke en academische diplomatie om er een sleutelinstrument voor economische en commerciële ontwikkeling van te maken in partnerschap met AWEX en stimuleren het opzetten van Europese onderzoeks- en innovatieprojecten, door : a) het ondersteunen van de ontwikkeling van financieringsprogramma's in lijn met de prioriteiten van de intelligente specialisatiestrategie van het Waals Gewest en het promoten van bestaande financieringsbronnen;b) het ondersteunen van de internationalisering van competitiviteitsclusters in het Waals Gewest;c) het organiseren van gezamenlijke missies met AWEX met het oog op open innovatie in prioritaire sectoren voor de economische ontwikkeling van het Waals Gewest;d) bijdragen aan de Invest and Export-dossiers van AWEX via partnerschappen voor onderzoek en ontwikkeling voorafgaand aan de marketing- of investeringsfase om het innovatieve ecosysteem te identificeren dat het meest geschikt is voor het project;e) het versterken van de aanwezigheid en de zichtbaarheid van operatoren uit het Waals Gewest en de Franse Gemeenschap in Europese onderzoeks- en innovatieprogramma's en internationale onderzoeksnetwerken in partnerschap met alle betrokken actoren;f) ondersteuning van jonge ondernemers en de structuren die hen ondersteunen bij hun internationale ontwikkeling;3° elke wetenschappelijke en academische adviseur stuurt eveneens, zodra de situatie het vereist, en minstens eenmaal per kwartaal, naar zijn algemene directie, naar de toezichthoudende Ministers van Wallonie-Bruxelles International, naar de Minister bevoegd voor hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in de Federatie Wallonie-Bruxelles en naar de Minister bevoegd voor economie en onderzoek en innovatie in Wallonië, een wetenschappelijk en academisch monitoringrapport op basis van de gevoerde acties en de geïdentificeerde opportuniteiten;4° zij beheren de begroting en de rekeningen waarvoor zij verantwoordelijk zijn, met inachtneming van de boekhoudkundige en budgettaire normen en de administratieve instructies ;5° een wetenschappelijk en academisch adviseur gevestigd op een derde locatie, andere dan een algemene delegatie, een economisch en handelsbureau of een ambassade, beheert de hem ter beschikking gestelde personele middelen en de roerende en onroerende middelen zo goed mogelijk, met inachtneming van de geldende wetgeving. HOOFDSTUK 2. - Selectieproces Afdeling 1. - Selectievoorwaarden en selectieproeven

Art. 6.Kandidaten die aan de volgende voorwaarden voldoen, worden toegelaten tot de selectieproeven voor wetenschappelijke en academische adviseurs: 1° burger zijn van de Europese Unie 2° een gedrag hebben dat overeenstemt met de vereisten van het ambt;3° de burgerlijke en politieke rechten genieten;4° ten minste zes jaar beroepservaring hebben met betrekking tot de opdrachten vermeld in artikel 5;5° houder zijn van een diploma of een studiegetuigschrift dat toegang verleent tot niveau A. Aan de in lid 1 genoemde voorwaarden moet zijn voldaan op de uiterste datum voor inschrijving voor het selectieproces.

De voorwaarden bedoeld in artikel 4 van het besluit van de Waalse Regering van 5 december 2008Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 05/12/2008 pub. 12/02/2009 numac 2009027018 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering betreffende de voorwaarden voor de indienstneming en de administratieve en geldelijke toestand van de contractuele personeelsleden van « Wallonie-Bruxelles international » sluiten betreffende de voorwaarden voor de indienstneming en de administratieve en geldelijke toestand van de contractuele personeelsleden van "Wallonie-Bruxelles international" moeten vervuld zijn op de dag vastgelegd voor het sluiten van de inschrijvingen voor het vergelijkend examen.

Art. 7.§ 1. De selectie voor de voorlopig aangewezen wetenschappelijke en academische adviseurs wordt georganiseerd in overeenstemming met artikel 55 en uitgevoerd door een jury onder voorzitterschap van de Administrateur-Generaal en bestaande uit een lid van het Directiecomité van WBI en drie externe specialisten in de betreffende onderwerpen.

De drie in lid 1 bedoelde externe personen moeten beschikken over ten minste acht jaar ervaring die relevant is voor de vaardigheden die voor de functie vereist zijn, van wie één acht jaar ervaring moet hebben op het gebied van onderzoek, één acht jaar ervaring moet hebben op het gebied van innovatie en één acht jaar ervaring moet hebben in de academische sector.

Met het oog op de inachtneming van gendergemengdheid mag de samenstelling van de jury niet voor meer dan twee derde uit leden van hetzelfde geslacht bestaan.

Bij afwezigheid van de juryvoorzitter wordt het voorzitterschap waargenomen door de ambtenaar van genoemd comité, die hij aanwijst.

Bij afwezigheid van het lid van het directiecomité van WBI wordt laatstgenoemde vervangen door de ambtenaar van genoemd comité. Als een van de drie andere juryleden afwezig is, wordt hij of zij vervangen door iemand met het vereiste profiel.

De beslissing van de jury is een collegiale beslissing, waarbij elk jurylid alle vaardigheden beoordeelt die in het functieprofiel vermeld zijn. § 2. De interne oproep tot kandidaatstelling, de functiebeschrijving en de selectieprocedure, met inbegrip van de samenstelling van de jury, worden gevalideerd door de toezichthoudende Ministers. § 3. De jury organiseert een of meer selectieproeven om het volgende te bepalen : 1° de vaardigheden van de kandidaten inzake beheer;2° de vaardigheden van de kandidaten inzake organisatie;3° de technische vaardigheden van de kandidaten;4° de personaliteit van de kandidaten;5° de motivatie van de kandidaten. Het bovengenoemde selectieproces kan eventueel bestaan uit verschillende proevendie duidelijk worden aangegeven in de oproep tot het indienen van kandidaturen en de selectieprocedure. § 4. Op basis van de selectietest(s) stelt de jury een schriftelijk en gemotiveerd verslag op voor het Uitvoerend Comité, waarin wordt ingegaan op de vaardigheden van elke kandidaat en waarbij ze in twee categorieën worden ingedeeld: "geschikt" en "ongeschikt". Dit verslag wordt overgemaakt aan de toezichthoudende Ministers, die de rangschikking van de kandidaten bevestigen. § 5. Op aanbeveling van het Comité van Beheer bevestigen de toezichthoudende Ministers de laureaat uit de door de jury geschikt bevonden kandidaten in de reeds voorlopig vervulde betrekking.

Art. 8.§ 1. De selectie voor de wetenschappelijke en academische adviseurs wordt georganiseerd en uitgevoerd door een jury onder voorzitterschap van de Administrateur-Generaal en bestaande uit een lid van het Directiecomité naast drie externe specialisten in de betreffende onderwerpen en twee leden van de kabinetten van de toezichthoudende Ministers.

De drie in lid 1 bedoelde externe personen moeten beschikken over ten minste acht jaar ervaring die relevant is voor de vaardigheden die voor de functie vereist zijn, van wie één acht jaar ervaring moet hebben op het gebied van onderzoek, één acht jaar ervaring moet hebben op het gebied van innovatie en één acht jaar ervaring moet hebben in de academische sector.

Met het oog op de inachtneming van gendergemengdheid mag de samenstelling van de jury niet voor meer dan twee derde uit leden van hetzelfde geslacht bestaan.

Bij afwezigheid van de juryvoorzitter wordt het voorzitterschap waargenomen door de ambtenaar van genoemd comité, die hij aanwijst.

Bij afwezigheid van het lid van het directiecomité van WBI wordt laatstgenoemde vervangen door de ambtenaar van genoemd comité. Als een van de drie andere juryleden afwezig is, wordt hij of zij vervangen door iemand met het vereiste profiel.

De beslissing van de jury is een collegiale beslissing, waarbij elk jurylid alle vaardigheden beoordeelt die in het functieprofiel vermeld zijn. § 2. De interne en externe oproep tot kandidaatstelling, de functiebeschrijving, de standplaats en de selectieprocedure, met inbegrip van de samenstelling van de jury, worden gevalideerd door de toezichthoudende Ministers. § 3. De jury organiseert de selectieproef (-proeven) om het volgende te bepalen : 1° de vaardigheden van de kandidaten inzake beheer;2° de vaardigheden van de kandidaten inzake organisatie;3° de technische vaardigheden van de kandidaten;4° de personaliteit van de kandidaten;5° de motivatie van de kandidaten. De bovengenoemde selectie kan in voorkomend geval bestaan uit meerdere tests die duidelijk worden aangegeven in de oproep tot het indienen van kandidaturen en de selectieprocedure, waarbij rekening wordt gehouden met de standplaats(en) waarvoor de functies vacant zijn. § 4. Op basis van de selectieproef (-proeven) rangschikt de jury de kandidaten volgens het aantal behaalde punten en stelt zij het uitvoerend comité in kennis van de lijst van de laureaten die de reservelijst van de selectieprocedure vormen. § 5. Op voorstel van het Directiecomité wijzen de toezichthoudende Ministers de laureaat aan, op basis van de rangschikking opgemaakt in paragraaf 4, in de toe te kennen betrekking. Deze aanwijzing bevat ook de standplaats. § 6. De laureaten die niet worden aangesteld, worden in de reserve opgenomen voor een toekomstige aanstelling overeenkomstig punt 2 van dit besluit. Afdeling 2. - De indienstnemingsreserve

Art. 9.De laureaten van de selectieproeven worden in een indienstnemingsreserve geplaatst. Ze behouden het voordeel van hun welslagen tot drie jaar te rekenen van de datum van het definitieve proces-verbaal bevatttende de uitslagen van de proeven.

Vóór het einde van de in lid 1 genoemde termijn kan het Directiecomité van WBI op voorstel van de administrateur-generaal de geldigheidsduur van de indienstnemingsreserve ten hoogste tweemaal met een jaar verlengen.

Art. 10.Tot doeleinden van indienstneming onder een arbeidsovereenkomst kan een beroep worden gedaan op de laureaten uit de indienstnemingsreserve in het kader van de overplaatsingsprocedure bedoeld in de artikelen 17 tot 23 betreffende de toewijzing op vacante betrekkingen met inachtneming van de volgorde in de rangschikking van de laureaten. Kandidaten die al in dienst zijn worden bij voorrang geraadpleegd.

In afwijking van lid 1 kan de toezichthoudende Minister op voorstel van het Directiecomité bij een met redenen omklede beslissing afwijken van de volgorde van de rangschikking van de laureaten op basis van de kennis van een taal die de laureaten tijdens de selectieproeven hebben gekozen en die overeenstemt met de landstaal van het land van de in te vullen functie van wetenschappelijk en academisch adviseur.

Voorafgaand aan de indiensttreding wordt opnieuw nagegaan of de voorwaarden bedoeld in artikel 6, eerste lid, 1° tot en met 3°, vervuld zijn.

Art. 11.De laureaat kan eenmaal een positie als wetenschappelijk en academisch adviseur weigeren. Bij de tweede weigering wordt de laureaat uit de indienstnemingsreserve uitgesloten. Afdeling 3. - Vorming en evaluatie na de indienstneming

Art. 12.De laureaten van een vergelijkend examen voor wetenschappelijk en academisch adviseur volgen een vormingsperiode van minimaal zes maanden bij het hoofdbestuur. Het einde van de vormingsluit aan op het begin van het academische jaar in de standplaats. Aan het einde van hun vorming worden de wetenschappelijke en academische adviseurs geëvalueerd. Als de evaluatie gunstig is, wordt de functie toegewezen. Wetenschappelijke en academische adviseurs die reeds een functie in het buitenland bekleden, volgen niet de vorming op het hoofdbestuur. Tijdens zijn vormingsperiode organiseert de wetenschappelijke en academische adviseur ten minste één onderzoeksmissie naar het land waar ze zijn aangesteld.

Art. 13.De wetenschappelijke en academische adviseur wordt geëvalueerd op basis van de bepalingen van het besluit van de Waalse Regering van 5 december 2008Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 05/12/2008 pub. 12/02/2009 numac 2009027018 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering betreffende de voorwaarden voor de indienstneming en de administratieve en geldelijke toestand van de contractuele personeelsleden van « Wallonie-Bruxelles international » sluiten tot vaststelling van het administratief en geldelijk statuut van het personeel van Wallonie-Bruxelles International en het besluit van 5 december 2008 betreffende de aanstellingsvoorwaarden en de administratieve en geldelijke situatie van het contractueel personeel van Wallonie-Bruxelles International. HOOFDSTUK 3. - Administratieve bepalingen Afdeling 1. - Administratieve verblijfplaats en overplaatsingen

Onderafdeling 1. - Plaats en duur van de opdracht

Art. 14.§ 1. Op voorstel van het Directiecomité wijzen de toezichthoudende Ministers de wetenschappelijke en academische adviseurs aan voor de vacant verklaarde standplaatsen.

De standplaats bepaalt de administratieve verblijfplaats voor de uitoefening van de in artikel 5 genoemde opdrachten in het buitenland.

De door de Administrateur-generaal vacant verklaarde ambten van wetenschappelijk en academisch adviseur worden in de onderstaande volgorde van prioriteit ingevuld: 1° door de wetenschappelijke en academische adviseurs in het hoofdbestuur;2° door wetenschappelijke en academische adviseurs werkzaam in een ander academisch en wetenschappelijk verbindingsbureau indien zij door het Directiecomité zijn geselecteerd voor interne mobiliteit;3° door geslaagden in de selectieprocedure die deel uitmaken van een wervingsreserve als bedoeld in artikel 9, voor zover zij belangstelling hebben voor de voorgestelde opdracht. § 2. Het Directiecomité brengt een met redenen omkleed advies uit over de kandidaten op basis van objectieve criteria die zijn opgesteld in overleg met de toezichthoudende Ministers. Alle kandidaten worden in kennis gesteld van het met redenen omklede advies.

Art. 15.Het Directiecomité kan, op gemotiveerd voorstel van de Administrateur-generaal, de administratieve verblijfplaats van de wetenschappelijk en academisch adviseur wijzigen in het kader van de uitoefening van de externe loopbaan in geval van : 1° overmacht ;2° veiligheidsredenen;3° behoefte aan herplaatsing ;4° voor opdrachten in het buitenland die een specifieke internationale expertise vereisen en die geheel of gedeeltelijk binnen het kader van de opdrachten bedoeld in artikel 5 vallen.

Art. 16.§ 1. De aanstelling van een wetenschappelijk en academisch adviseur in een functie wordt vastgesteld voor een periode van vier jaar, eenmaal verlengbaar, in overeenstemming met de voorwaarden in paragraaf 2, met instemming van de toezichthoudende Ministers, in overleg met de wetenschappelijk en academisch adviseur, en op voorstel van het Directiecomité van het WBI in overeenstemming met de procedures in artikel 22. § 2. De maximale aanstellingsperiode van vier jaar in een functie kan in de volgende gevallen worden verlengd : 1° de wetenschappelijk en academisch adviseur bereikt de wettelijke pensioenleeftijd binnen twee jaar na de datum waarop hij de maximale duur van toewijzing in een functie bereikt ;2° het Directiecomité aanvaardt de gemotiveerde aanvraag van een wetenschappelijk en academisch adviseur die een tweede termijn van vier jaar wenst te bekleden, op voorwaarde dat geen enkele andere wetenschappelijk en academisch adviseur zich kandidaat stelt. Onderafdeling 2. - Mutaties

Art. 17.Opeenvolgende overplaatsingen zijn een integraal onderdeel van de externe carrière van een wetenschappelijk en academisch adviseur.

Art. 18.Aan het einde van de maximale toewijzingsduur voor de functie van wetenschappelijk en academisch adviseur, en met uitzondering van het geval bedoeld in artikel 16, § 2, 1°, wordt de functie van rechtswege vacant verklaard en opengesteld voor overplaatsing.

De maximale periode van toewijzing in een functie is bereikt wanneer de periode tussen de officiële datum van indiensttreding van de wetenschappelijk en academisch adviseur en de datum waarop hij/zij een te vervullen functie moet aanvaarden, gelijk is aan of groter is dan de maximale periode van tewerkstelling die is vastgesteld voor de functie van wetenschappelijk en academisch adviseur die de wetenschappelijk en academisch adviseur momenteel bekleedt.

Art. 19.De overplaatsingsprocedure wordt opgestart met een schrijven van de Administrateur-generaal aan alle wetenschappelijke en academische adviseurs. Om de vier jaar roept de algemeen directeur van WBI de wetenschappelijke en academische adviseurs op voor interne mobiliteit binnen de academische, wetenschappelijke en technologische verbindingsbureaus of om terug te keren naar het hoofdbestuur.

In afwijking van lid 1 kan een officiële aanstelling van een wetenschappelijk en academisch adviseur binnen een functie van wetenschappelijk en academisch adviseur te allen tijde plaatsvinden op basis van een besluit van de toezichthoudende Ministers op voorstel van het directiecomité in de volgende gevallen : 1° opruststelling van een wetenschappelijk en academisch adviseur ;2° langdurige ongeschiktheid van de wetenschappelijk en academisch adviseur in de functie ;3° ontslag, afzetting of elke andere vorm van beëindiging van de arbeidsovereenkomst van de huidige wetenschappelijk en academisch adviseur ;4° de beslissing om de diensten van Wallonie-Bruxelles International in België of in het buitenland te reorganiseren.

Art. 20.In de overige gevallen beschikken de wetenschappelijke en academische adviseurs over een termijn van ten minste vijftien dagen, te rekenen vanaf de datum van het schrijven bedoeld in artikel 18, § 1, 1°, om hun aanvraag tot overplaatsing in te dienen.

Art. 21.Op straffe van onontvankelijkheid van zijn kandidatuur voor een overplaatsing moeten wetenschappelijke en academische adviseurs aan alle onderstaande voorwaarden voldoen: 1° de voorziene duur van vier jaar toewijzing hebben vervuld om een kandidatuur voor een overplaatsing in te dienen;2° op het ogenblik van de kandidatuur een gunstige evaluatiehebben gekregen overeenkomstig artikel 13;3° een volledig ingevulde kandidatuurstelling indienen binnen de termijnen bedoeld in artikel 20 ;4° volgende documenten bij zijn kandidatuur voegen: a) een geactualiseerd curriculum vitae, waaraan de wetenschappelijke en academische adviseur in voorkomend geval een of meer taalcertificaten toevoegt;b) een gedetailleerde motivatiebrief met betrekking tot de functie(s) van wetenschappelijk en academisch adviseur waarnaar hij/zij solliciteert. Met betrekking tot lid 1, 4°, b), ontwikkelt de wetenschappelijk en academisch adviseur in deze motivatiebrief zijn visie op de betrokken functie(s).

Art. 22.Op voorstel van de coördinatiedienst van de zetel beslist het directiecomité over kandidaturen voor overplaatsingsen op basis van de volgende criteria: 1° de internationale vereisten van de functie ;2° de ervaring van de kandidaat;3° de laatste effectieve evaluatie van de kandidaat;4° in voorkomend geval, kennis van de talen die nuttig zijn in het land van toewijzing of een verbintenis om deze kennis te verbeteren;5° de motivatie van de kandidaat;6° de overeenstemming tussen het profiel van de kandidaat en de specifieke vereisten van de functie. Het besluit van de toezichthoudende Ministers, op voorstel van het directiecomité, betreffende de aanstelling in een functie vormt een wijziging van de administratieve verblijfplaats van de wetenschappelijk en academisch adviseur, met inbegrip van een wijziging van zijn geldelijke toestand.

Indien er aan het einde van de overplaatsingsprocedure vacatures overblijven, kan het uitvoerend comité een beroep doen op geslaagde kandidaten uit de in artikel 9 bedoelde reserve.

Art. 23.Met uitzondering van de gevallen bedoeld in artikel 16, § 2, 1° en 2°, en bij gebreke van een overplaatsingsaanvraag, wordt de wetenschappelijk en academisch adviseur wiens functie vacant is verklaard, tijdelijk aan het hoofdbestuur toegewezen onder de voorwaarden bepaald in de artikelen 24 tot en met 26. Onderafdeling 3. - Tijdelijke toewijzing aan het hoofdbestuur

Art. 24.§ 1. De administrateur-generaal kan in de volgende gevallen besluiten een wetenschappelijk en academisch adviseur van het hoofdbestuur terug te roepen en tijdelijk aan te stellen in een functie die overeenstemt met zijn/haar vaardigheden: 1° overmacht ;2° veiligheidsproblemen, ziekten of gezondheidscrises die het werk van de wetenschappelijke en academische adviseur beïnvloeden;3° beslissing tot sluiting van een standplaats van wetenschappelijk en academisch adviseur ;4° de in artikel 19 bedoelde vacantverklaring van een standplaats;5° elke andere dwingende reden of in het belang van Wallonie-Bruxelles International. De administrateur-generaal houdt rekening met eventuele specifieke beperkingen in verband met de situatie van de wetenschappelijk en acadadviseur.

De wetenschappelijk en academisch adviseur ontvangt een officiële kennisgeving. § 2. De tijdelijk in België toegewezen wetenschappelijk en academisch adviseur wordt bij voorrang geraadpleegd voor alle vacante functies.

Art. 25.De wetenschappelijk en academisch adviseur die tijdelijk in België wordt aangesteld, ontvangt een repatriëringstoelage voor maximaal een jaar.

Wanneer deze termijn verstreken is, valt de geldelijke toestand van de wetenschappelijk en academisch adviseur onder het besluit van de Waalse Regering van 5 december 2008Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 05/12/2008 pub. 12/02/2009 numac 2009027018 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering betreffende de voorwaarden voor de indienstneming en de administratieve en geldelijke toestand van de contractuele personeelsleden van « Wallonie-Bruxelles international » sluiten betreffende de voorwaarden voor de indienstneming en de administratieve en geldelijke toestand van de contractuele personeelsleden van Wallonie-Bruxelles international. Hij geniet dezelfde salarisvoorwaarden als de personeelsleden van hetzelfde niveau die in België werken en geen deel uitmaken van de externe loopbaan.

Hij geniet van een tegemoetkoming van Wallonie-Bruxelles International voor de crèche- en schoolkosten van zijn kinderen in België of in het buitenland, onder de voorwaarden en binnen de grenzen bedoeld in de artikelen 36 tot 41 voor een maximumperiode van twee jaar vanaf de datum van terugkeer. In het geval van onderwijs in België wordt de bijdrage van Wallonie-Bruxelles International toegekend binnen de perken bedoeld in artikel 36 dat van toepassing is op België.

In het jaar van zijn terugkeer geniet hij van een bijdrage in de installatiekosten zoals bepaald in de voorwaarden van artikel 43. Afdeling 2. - Evaluatie

Art. 26.Bij elke aanstelling voor een standplaats stelt de administrateur-generaal, met de samenwerking van de wetenschappelijk en academisch adviseur, uiterlijk binnen drie maanden na de aanstelling, een opdrachtbrief met de te bereiken algemene en operationele doelstellingen op. De toezichthoudende Ministers keuren de opdrachtbrief goed.

Art. 27.§ 1. De evaluatie van de wetenschappelijk en academisch adviseurs wordt verricht volgens de periodiciteit, de toekenningsregels voor de evaluatie en de beroepsregels vallend onder het besluit van de Waalse Regering van 5 december 2008Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 05/12/2008 pub. 12/02/2009 numac 2009027018 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering betreffende de voorwaarden voor de indienstneming en de administratieve en geldelijke toestand van de contractuele personeelsleden van « Wallonie-Bruxelles international » sluiten betreffende de voorwaarden voor de indienstneming en de administratieve en geldelijke toestand van de contractuele personeelsleden van Wallonie-Bruxelles International. De evaluatie van de wetenschappelijke en academische adviseurs is gebaseerd op doelstellingen die zijn vastgelegd in hun opdrachtbrief, maar ook op algemene criteria die zijn gedefinieerd voor het hele netwerk van wetenschappelijke en academische adviseurs, zoals : 1° kwaliteit van het werk;2° creativiteit ;3° initiatieven;4° dynamisme;5° sociale vaardigheid;6° teamspirit;7° beheer van de functie. Het Evaluatiecomité vergadert om de twee jaar. Elk jaar worden er tussentijdse vergaderingen gepland om de doelstellingen op te volgen. § 2. De evaluatiecommissie bestaat uit de inspecteur-generaal van het Departement Sectorbeleid en de Directeur Human Resources van WBI. Het Evaluatiecomité kan worden bijgestaan door het personeelslid van rang A4 of hoger met wetenschappelijke, academische en onderzoeks- en innovatie-expertise in zijn bevoegdheden. § 3. Na afloop van de vergadering van het Evaluatiecomité wordt een voorlopig evaluatierapport opgesteld en opgestuurd naar de wetenschappelijke en academische adviseur tijdens het evaluatiegesprek. Vervolgens wordt gezamenlijk een eindrapport opgesteld en ter goedkeuring voorgelegd aan deadministrateur-generaal van WBI. § 4. In geval van een ongunstige evaluatie kan de wetenschappelijk en academisch adviseur de zaak in eerste instantie voorleggen aan het Directiecomité van WBI binnen dertig dagen na ontvangst van het definitieve evaluatierapport. In tweede instantie blijft de kamer van beroep bevoegd. Als over de activiteit van een wetenschappelijk en academisch adviseur twee ongunstige evaluatierapporten worden uitgebracht, kan een ontslagprocedure worden gestart. HOOFDSTUK 4. - Geldelijke bepalingen Afdeling 1. - Geldelijke evolutie

Art. 28.§ 1. De wetenschappelijk en academisch adviseur wordt in dienst genomen in rang A5 en valt onder weddeschaal A5/1 van het besluit van de Waalse Regering van 18 december 2003Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 18/12/2003 pub. 31/12/2003 numac 2003027783 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering houdende de Waalse Ambtenarencode sluiten houdende de Waalse Ambtenarencode, in de hoedanigheid van deskundige. § 2. Na twaalf jaren anciënniteit die in deze hoedanigheid te gelde kunnen worden gemakat en behoudens een ongunstige evaluatie, komt de wetenschappelijk en academisch adviseur in aanmerking voor weddeschaal A4/1 van het besluit van de Waalse Regering van 18 december 2003Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 18/12/2003 pub. 31/12/2003 numac 2003027783 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering houdende de Waalse Ambtenarencode sluiten houdende de Waalse Ambtenarencode.

In het geval van een ongunstige beoordeling blijft de wetenschappelijk en academisch adviseur in de weddeschaal A5/1 van het besluit van de Waalse Regering van 18 december 2003Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 18/12/2003 pub. 31/12/2003 numac 2003027783 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering houdende de Waalse Ambtenarencode sluiten houdende de Waalse Ambtenarencode totdat een gunstige evaluatie wordt verkregen. Afdeling 2. - Standplaatsvergoeding

Art. 29.Vanaf het moment dat hij zijn standplaats in het buitenland opneemt, ontvangt de wetenschappelijk en academisch adviseur een standplaatstoelage ter vergoeding van de kosten die hij maakt voor de uitoefening van zijn functie.

De standplaatsvergoeding bestaat uit de volgende elementen: 1° een basisvergoeding;2° een afstandsvergoeding;3° een vergoeding zware arbeid. De vergoeding wordt aangepast op de eerste dag van de maand volgend op een wijziging in de gezinssamenstelling van de wetenschappelijk en academisch adviseur.

Art. 30.§ 1. De basisvergoeding is een forfaitaire vergoeding ter dekking van de kosten voortvloeiend uit: 1° veranderingen in de toewijzing van een wetenschappelijk en academisch adviseur ;2° de verplichting om zich in het buitenland te vestigen ;3° de uitoefening van een functie passieve vertegenwoordiging. § 2. Het basisbedrag van het element mobiliteit wordt vastgelegd volgens de normen die bij de FOD Buitenlandse Zaken van kracht zijn.

Het basisbedrag van het element aanstelling wordt vastgelegd volgens de normen die bij de FOD Buitenlandse Zaken van kracht zijn.

Het basisbedrag van het element passieve vertegenwoordiging wordt vastgelegd op basis van de schaal van diplomatieke medewerker van kracht bij de FOD Buitenlandse Zaken.

Die bedragen worden jaarlijks bijgestuurd door de FOD Buitenlandse Zaken.

Het basisbedrag voor de berekening van de basisvergoeding is gelijk aan de som van de basisbedragen van de elementen mobiliteit, aanstelling en passieve representatie. De basistoelage is gelijk aan het totale basisbedrag, vermenigvuldigd met de coëfficiënt voor kosten van levensonderhoud die aan de desbetreffende functie is toegekend, in voorkomend geval verhoogd met de aanvullende ambtstoelage van vijfentwintig procent wanneer de echtgenoot (-genote) de wetenschappelijk of academisch adviseur vergezelt en op voorwaarde dat de wetenschappelijk of academisch adviseur geen soortgelijke toelage van zijn werkgever ontvangt.

Art. 31.§ 1. De wetenschappelijk en academisch adviseur ontvangt een afstandsvergoeding afhankelijk van de rang waaronder hij, met betrekking tot de geografische afstand tot België, valt.

De afstandsvergoeding dekt de verwijderingskosten die niet of niet helemaal door de basisvergoeding gedekt worden, naar gelang van de graad van verwijdering van de standplaats t.o.v. België.

De basisbedragen van de afstandsvergoeding worden jaarlijks bijgewerkt door de FOD Buitenlandse Zaken. § 2. Het bedrag van de afstandsvergoeding, bedoeld in lid 1, wordt verhoogd met : 1° honderd procent als de echtgeno(o)t(e) of wettelijk of feitelijk samenwonende hoofdzakelijk met de wetenschappelijke en academische adviseur op standplaats samenwoont en op voorwaarde dat laatstgenoemde geen gelijkaardige vergoeding van zijn/haar werkgever ontvangt;2° vijftig procent als er kinderen zijn voor wie de wetenschappelijk en academisch adviseur recht heeft op gezinsbijslagen.

Art. 32.§ 1. De standplaatsen worden ingedeeld in 6 rangen hardship, waarbij rang 1 de rang is met de laagste hardship en rang 6 de rang met de hoogste hardship.

De indeling van de standplaatsen per rang van zware arbeid geschiedt op basis van de volgende criteria: 1° de klimaatomstandigheden;2° het sociaal isolement;3° de veiligheid;4° de toestand op sanitair vlak en inzake het leefmilieu, voor zover dit nadelige gevolgen voor de gezondheid kan hebben;5° de aanwezigheid, toegankelijkheid en kwaliteit van de medische zorgen;6° de aanwezigheid, toegankelijkheid en kwaliteit van de materiële uitrustingen, zoals de huisvesting en de bevoorrading van de meest noodzakelijke goederen. De indeling van de standplaatsen per rang van zware arbeid wordt jaarlijks in december opnieuw geëvalueerd door de FOD Buitenlandse Zaken. De nieuwe indeling, die na de jaarlijkse evaluatie opgemaakt wordt, wordt vanaf de eerstkomende maand februari toegepast. § 2. Het bedrag van de vergoeding voor zware arbeid, bedoeld in lid 1, wordt verhoogd met : 1° vijftig procent als de echtgeno(o)t(e) of wettelijk of feitelijk samenwonende hoofdzakelijk met de wetenschappelijke en academische adviseur op standplaats samenwoont en op voorwaarde dat laatstgenoemde geen gelijkaardige vergoeding van zijn/haar werkgever ontvangt;2° vijfentwintig procent als er kinderen zijn voor wie de wetenschappelijk en academisch adviseur recht heeft op gezinsbijslagen.

Art. 33.Indien de wetenschappelijke en academische adviseurs een of meer gemeenschappelijke kinderen ten laste hebben en beiden in functie zijn, wordt de in de artikelen 31, § 2, tweede lid, en 32, § 2, tweede lid, bedoelde verhoging voor kinderen ten laste slechts aan een van hen toegekend. Afdeling 3. - Tijdelijke repatriëringstoelage

Art. 34.De wetenschappelijk en academisch adviseur die tijdelijk in België wordt aangesteld, ontvangt in de gevallen bedoeld in artikel 25 een repatriëringstoelage voor maximaal een jaar.

Die toelage wordt berekend op basis van het geïndexeerde maandsalaris en is gelijk aan : 1° één tiende van dat bedrag voor wetenschappelijke en academische adviseurs die vrijgezel, weduwe of gescheiden zonder minderjarig kind ten laste zijn;2° een zesde van dit bedrag voor : a) de wetenschappelijke en academische adviseurs die gehuwd zijn of wettelijk of feitelijk samenwonen, die geen kinderen hebben of die een minderjarig kind ten laste hebben ;b) de wetenschappelijke en academische adviseurs die vrijgezel, weduwe of gescheiden zonder minderjarig kind ten laste zijn;3° een vijfde van dit bedrag voor : a) de wetenschappelijke en academische adviseurs die gehuwd zijn of wettelijk of feitelijk samenwonen en die minstens twee minderjarige kinderen ten laste hebben ;b) de wetenschappelijke en academische adviseurs die vrijgezel, weduwe of gescheiden zijn en die minstens twee minderjarige kinderen ten laste hebben. Afdeling 4. - Aanvullende gezinstoelage

Art. 35.De wetenschappelijk en academisch adviseur die zijn functie gedurende ten minste zes opeenvolgende maanden buiten België uitoefent, ontvangt een aanvullende maandelijkse toelage die gelijk is aan het dubbele van het basisbedrag van de gezinsbijslagen en de volgende verhogingen: 1° een maandelijkse leeftijdstoeslag ;2° een jaarlijkse leeftijdstoeslag ;3° een terug-naar-schooltoelage ;4° toeslagen voor een gehandicapt kind. De aanvullende toelage bedoeld in lid 1 blijft toegekend aan wetenschappelijke en academische adviseurs die naar België zijn teruggekeerd in de gevallen bedoeld in artikel 25 alleen voor kinderen jonger dan eenentwintig jaar die buiten België verderstuderen. Afdeling 5. - Bijdrage aan kinderopvang- en schoolkosten

Art. 36.De wetenschappelijk en academisch adviseur geniet bij de uitoefening van zijn prestaties in het buitenland van een tegemoetkoming van Wallonie-Bruxelles International in de kinderopvangkosten die hoger liggen dan de opvangkosten van een door het Office de la naissance et de l'enfance in België erkende kinderopvangplaats. Het door Wallonie-Bruxelles International overgenomen bedrag kan echter niet hoger zijn dan het dubbele van deze kosten.

Art. 37.De wetenschappelijk en academisch adviseur geniet in het kader van zijn prestaties in het buitenland van een tegemoetkoming van Wallonie-Bruxelles International in de schoolkosten in het buitenland van het kind dat wettelijk te zijnen laste is, dat deel uitmaakt van zijn gezin en dat tussen drie en achttien jaar oud is, op voorwaarde dat hij niet reeds een volledige of gedeeltelijke tegemoetkoming in deze kosten geniet van een derde en binnen de grenzen bepaald in deze afdeling.

Wallonie-Bruxelles International komt niet tussenbeide voor het schoolgeld dat in België wordt betaald.

De schoolkosten die door Wallonie-Bruxelles International worden gedekt, zijn de kosten die verband houden met de schoolopleiding van de kinderen als gevolg van hun expatriëring en die hen in staat stellen om onderwijs te genieten dat gelijkwaardig is aan het onderwijs in België.

Bij wijze van uitzondering op lid 1 komt Wallonie-Bruxelles International tussenbeide voor het schoolgeld: 1° vanaf het begin van het lokale schooljaar waarin het kind de leeftijd van drie jaar bereikt ;2° tot aan het einde van het lokale schooljaar waarin het kind de leeftijd van achttienjaar bereikt ;3° een kind ouder dan achttien jaar om het laatste jaar secundair onderwijs af te maken.

Art. 38.Enkel voltijdse studies in een door de Belgische overheid en het gastland erkend kader kunnen aanleiding geven tot een tegemoetkoming.

Subsidiabel schoolgeld heeft betrekking op cursusinschrijving, examens, inhaallessen en integratiecursussen. Ze sluiten alle kosten uit met betrekking tot schoolboeken en -benodigdheden, uniformen, vervoer van en naar school, excursies en alle buitenschoolse en randschoolse activiteiten.

Verplichte en niet-terugvorderbare bijdragen worden ook beschouwd als subsidiabele schoolkosten, op voorwaarde dat de agent kan bewijzen dat ze verplicht en niet-terugvorderbaar zijn.

Art. 39.De terugbetaling van subsidiabel schoolgeld kan niet hoger zijn dan het bedrag dat zou zijn betaald als het kind was ingeschreven in de traditionele stroom van het Franse lyceum of in een school die onderricht verstrekt in een van de andere officiële talen van België in de stad van de standplaats.

Als er meerdere Franse lycea zijn in de stad waar het kind naar school gaat, worden de kosten vergoed op het niveau van de goedkoopste instelling.

Als er geen Frans lyceum is in de stad van de standplaats waar het kind naar school gaat, wordt de maximale bijdrage in het schoolgeld vastgesteld door de administrateur-generaal op basis van een vergelijking van de verschillende aanwezige instellingen.

Art. 40.De maximumbedragen bedoeld in artikel 39 kunnen om volgende redenen worden uitgebreid: 1° het betrokken kind vergezelt de wetenschappelijk en academisch adviseur op standplaats en gaat naar school in dezelfde stad of agglomeratie;2° de school voldoet aan één van de volgende kenmerken: a) de gekozen school is de goedkoopste referentieschool in de stad of agglomeratie van de standplaats;b) de gekozen school is de goedkoopste referentieschool, rekening houdend met de veiligheidscontext en de afstand tot de woning;c) de gekozen school staat het kind toe om zijn/haar onderwijs in hetzelfde onderwijssysteem voort te zetten tot het einde van de huidige schoolcyclus, tenzij dit onderwijssysteem vrijwillig is gekozen door de ouders van het betrokken kind. De in lid 1 bedoelde referentieschool is het Franse lyceum of een school waar Frans of een andere officiële taal van België de onderwijstaal is of, bij gebrek daaraan, een Engelstalige school.

Art. 41.De verblijfskosten van het kind van de wetenschappelijke en academische adviseur dat omwille van zijn/haar opleiding alleen in België verblijft, worden door Wallonie-Bruxelles International ten laste genomen tot een door de administrateur-generaal vastgesteld bedrag.

Bij wijze van uitzondering op lid 1 heeft een kind dat alleen in België verblijft en daar in het kader van de leerplicht in een internaat onderwijs volgt, recht op vergoeding van zijn verblijfkosten tot ten hoogste het in artikel 39, lid 3, vermelde maximumbedrag. Afdeling 6. - Bijdrage aan verhuis- en installatiekosten

Art. 42.In de volgende gevallen worden de kosten van verhuizing van de persoonlijke huisvesting van de wetenschappelijke en academische adviseur gedekt: 1° toewijzing aan een nieuwe functie ;2° definitieve terugkeer naar België en in de gevallen bedoeld in artikel 25 ;3° het einde van een huurovereenkomst buiten de wil van de wetenschappelijk en academisch adviseur of in geval van wijziging van de gezinssamenstelling van de wetenschappelijk en academisch adviseur tijdens de periode van tewerkstelling in een functie die de verhuizing rechtvaardigt. In geval van verhuizing na indiensttreding betaalt Wallonie-Bruxelles International de reiskosten van het personeelslid en zijn gezin volgens de geldende regels. Bovendien neemt Wallonie-Bruxelles International de verhuiskosten van de persoonlijke bezittingen voor haar rekening tot een maximum van vijfenveertig kubieke meter per personeelslid, plus vier kubieke meter per begeleidend kind.

Het personeelslid moet contact opnemen met de verhuisbedrijven en minstens drie bedrijven met elkaar laten concurreren. Een verhuisverzekering is bij de prijs inbegrepen. Het personeelslid ondertekent in onderling overleg de in aanmerking genomen offerte met de logistieke steun van Wallonie-Bruxelles International en er wordt een voorschot ten bedrage van de offerte betaald aan de wetenschappelijke en academische adviseur.

Art. 43.In geval van verhuizing die noodzakelijk is geworden door een nieuwe opdracht, kan een zgn. installatievergoeding worden toegekend aan de wetenschappelijk en academisch adviseur die overeenkomstig artikel 25 wordt aangesteld in een functie in het buitenland of in België.

De wetenschappelijke en academische adviseur stelt zijn/haar aanvraag op in de vorm van een schuldvordering op basis van de werkelijke kosten, vergezeld van bewijsstukken voor gedane uitgaven. De wetenschappelijk en academisch adviseur zendt deze vordering binnen zes maanden na de datum van ingebruikneming van de woning toe aan de administrateur-generaal.

Alleen niet-terugvorderbare uitgaven, d.w.z. uitgaven die niet kunnen worden teruggevorderd wanneer de wetenschappelijk en academisch adviseur de woning definitief verlaat, worden in aanmerking genomen.

De installatievergoeding mag niet meer bedragen dan 25 % van de geïndexeerde jaarlijkse bruto graadwedde. Deze limiet wordt verhoogd naar twaalf en een half procent als het personeelslid toegewezen wordt in een functie bij de administratie. Afdeling 7. - Tegemoetkoming in de huisvestingskosten

Art. 44.§ 1. Wallonie-Bruxelles International betaalt de huur voor de persoonlijke huisvesting van de wetenschappelijke en academische adviseur in zijn/haar standplaats in het buitenland, met toepassing van het maximale referentiehuurplafond, en het persoonlijke aandeel dat ten laste blijft van de wetenschappelijke en academische adviseur. § 2. Wallonie-Bruxelles International informeert de wetenschappelijke en academische adviseur over de maximale referentiehuur voor de functie in het buitenland. Dit bedrag wordt bepaald op basis van de gezinssamenstelling van de wetenschappelijk en academisch adviseur en referentiehuren in het buitenland. De brongegevens komen uit de residentiële vastgoedprijsdatabase die wordt geleverd door de gespecialiseerde dienstverlener wiens referentiesysteem wordt gebruikt door de FOD Buitenlandse Zaken.

Elke overschrijding van de door Wallonie-Bruxelles International meegedeelde maximale referentiehuur is volledig ten laste van de wetenschappelijke en academische adviseur. § 3. Een "referentiehuur in het buitenland" wordt bepaald in functie van de gezinssamenstelling van elke wetenschappelijke en academische adviseur. Het type huisvesting die als referentie wordt gebruikt hangt af van de samenstelling van het gezin, met een slaapkamer voor de wetenschappelijk en academisch adviseur en zijn of haar echtgenoot indien van toepassing, een slaapkamer per kind en een bijkomende slaapkamer.

Wat betreft gezinssamenstelling houdt WBI rekening met de personen die permanent met de wetenschappelijke en academische adviseur samenwonen.

Het bedrag van de huisvestingstoelage komt overeen met een gemiddelde van de kosten van de referentiehuur in het buitenland.

Het betreft een vaste vergoeding die jaarlijks wordt herzien.

Wetenschappelijke en academische adviseurs zijn volledig verantwoordelijk voor het overschrijden van het bedrag van hun huur.

Deze nieuwe bepaling treedt in werking zodra er sprake is van een overdracht, een nieuwe huurovereenkomst, een verhuizing of een verhoging van het huurbedrag exclusief indexering.

De referentievaluta voor de berekening van de huisvestingstoelage is de euro.

Art. 45.Wallonie-Bruxelles International neemt enkel de gemeenschappelijke kosten ten laste die voortvloeien uit de huur van de persoonlijke woning van de wetenschappelijke en academische adviseur in een gebouw of complex met meerdere woningen.

Art. 46.Wallonie-Bruxelles International betaalt de huur van een parkeerplaats of garage voor de persoonlijke woning van de wetenschappelijke en academische adviseur.

Art. 47.Wallonie-Bruxelles International betaalt de makelaarscommissie voor het zoeken naar een persoonlijke woning in het buitenland, op voorwaarde dat deze makelaarscommissie, behoudens uitzonderlijke omstandigheden, niet meer bedraagt dan het equivalent van één maand huur en dat de verhuizing het gevolg is van een verandering van functie of het einde van een huurovereenkomst buiten de wil van de wetenschappelijke en academische adviseur.

Art. 48.Wallonie-Bruxelles International draagt bij in de kosten voor de bewaking en beveiliging van de persoonlijke huisvesting van de wetenschappelijke en academische adviseur in het buitenland, afhankelijk van de veiligheidscontext van de stad waar hij zich bevindt, onder de voorwaarden en met toepassing van een maximumbedrag vastgesteld door de Administrateur-generaal. Afdeling 8. - Tegemoetkoming voor reis- en verplaatsingskosten

Art. 49.Enkel de kosten van terugkeer naar België met verlof voor de wetenschappelijk en academisch adviseur, zijn echtgeno(o)t(e) of wettelijk of feitelijk samenwonende partner en hun kinderen worden terugbetaald door Wallonie-Bruxelles International na een minimumperiode van twaalf maanden ononderbroken verblijf in functie en binnen de limiet van economy class-tickets. De terugkeerfrequentie varieert van twaalf tot zesendertig maanden, afhankelijk van de betreffende functie. De maanden juli en augustus worden niet in aanmerking genomen voor de berekening van de verloven.

Het Directiecomité stelt, op voorstel van de administrateur-generaal, de duur van het ononderbroken verblijf en de frequentie van de in lid 1 bedoelde terugkeer per functie vast.

Art. 50.Om familiecontacten aan te moedigen, betaalt Wallonie-Bruxelles International de kosten van één reis per jaar, met een maximum van één ticket economy class, naar het land van toewijzing van de wetenschappelijke en academische adviseur, voor elk van zijn/haar kinderen die buiten het land van toewijzing naar school gaan.

De wetenschappelijk en academisch adviseur of de andere ouder van het kind kan de bovengenoemde reis zelf maken namens het kind naar het land waar het kind naar school gaat. Deze uitwisselingsoptie kan maar één keer per jaar en per gezin worden gebruikt. Het uitwisselen van het recht op terugkeer tussen kinderen is niet toegestaan.

Art. 51.De wetenschappelijk en academisch adviseur die zijnprivévoertuig gebruikt voor professionele verplaatsingen, heeft recht op een vergoeding voor het gebruik van hetvoertuig. Deze vergoeding, die specifiek is voor elk land, wordt berekend op basis van het aantal werkelijk afgelegde kilometers vermenigvuldigd met de kilometervergoeding die per afgelegde kilometer wordt bepaald en door Wallonie-Bruxelles International wordt verstrekt.

Art. 52.Wallonie-Bruxelles International neemt financieel de kosten op zich van de omniumverzekering voor het persoonlijk voertuig van de wetenschappelijke en academische adviseur, op voorwaarde dat deze verzekering gebruikt wordt voor professionele verplaatsingen en mits toepassing van een door Wallonie-Bruxelles International vastgelegd plafond. Afdeling 9. - Vergoeding voor laatste ziekte- en begrafeniskosten

Art. 53.Bij overlijden van een personeelslid van het externe loopbaanpersoneel wordt een vergoeding gelijk aan één maand vergoeding van de overledene, namelijk de nettowedde en de toeslag van vijfentwintig procent, betaald aan de persoon of personen die de kosten van overlijden, laatste ziekte en begrafenis hebben gedragen. HOOFDSTUK 6. - Verloven

Art. 54.Het aantal dagen verlof waarop de in het buitenland verblijvende wetenschappelijk en academisch adviseur recht heeft, wordt bepaald door de rang zware arbeid die aan elk van de in artikel 32, § 1 bedoelde personen is toegekend.

De wetenschappelijk en academisch adviseur heeft recht op het volgende jaarlijkse verlof: 1° eenendertig werkdagen verlof voor functies ingedeeld als zwaar 1 en 2 ;2° achtendertig werkdagen verlof voor functies ingedeeld als zwaar 3 en 4 ;3° vijfenveertig werkdagen verlof voor functies ingedeeld als zwaar 5, 6 en 7. De wetenschappelijk en academisch adviseur kan maximaal negentig dagen verlof naar het volgende jaar overdragen, tenzij de Administrateur-generaal een afwijking toestaat.

De wetenschappelijk en academisch adviseurs toegwezen aan de administratie in de gevallen bedoeld in artikel 23 genieten de quota jaarlijks verlof bepaald in het besluit van de Waalse Regering van 5 december 2008Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 05/12/2008 pub. 12/02/2009 numac 2009027018 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering betreffende de voorwaarden voor de indienstneming en de administratieve en geldelijke toestand van de contractuele personeelsleden van « Wallonie-Bruxelles international » sluiten betreffende de voorwaarden voor de indienstneming en de administratieve en geldelijke toestand van de contractuele personeelsleden van Wallonie-Bruxelles International. HOOFDSTUK 7. - Overgangs- en slotbepalingen

Art. 55.De in artikel 7 bedoelde aanwijzingsprocedure wordt binnen een maand na de inwerkingtreding van dit besluit ten uitvoer gelegd.

Het betreft een eenmalige procedure.

Art. 56.Voor de wetenschappelijke verbindingsfunctionaris die in functie is wanneer dit besluit van kracht wordt, is het rechtstreeks van toepassing.

Art. 57.De wetenschappelijke verbindingsfunctionaris die op de datum van inwerkingtreding van dit besluit in actieve dienst is, behoudt ten minste de basiswedde die hij in zijn vroegere geldelijke loopbaan ontving.

Art. 58.Bij de eerste oproep tot kandidaatstelling op basis van artikel 8 van dit besluit wordt een lijst opgesteld van geslaagde kandidaten van Wallonie-Bruxelles International en een lijst van geslaagde kandidaten die niet van Wallonie-Bruxelles International zijn. De lijst van geslaagde kandidaten van het personeel van Wallonie-Bruxelles International heeft voorrang bij de toewijzing van standplaatsen.

Art. 59.De Minister van Internationale Betrekkingen en de Minister van Ambtenarenzaken zijn belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 25 januari 2024.

Voor de Regering: De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Ambtenarenzaken, Informatica, Administratieve Vereenvoudiging, belast met Kinderbijslag, Toerisme, Erfgoed en Verkeersveiligheid, V. DE BUE