Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 25 januari 2007
gepubliceerd op 06 maart 2007

Besluit van de Waalse Regering tot erkenning van de "visserijscholen" en de opleiders, alsook tot toekenning van subsidies aan de erkende "visserijscholen"

bron
ministerie van het waalse gewest
numac
2007200679
pub.
06/03/2007
prom.
25/01/2007
ELI
eli/besluit/2007/01/25/2007200679/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

25 JANUARI 2007. - Besluit van de Waalse Regering tot erkenning van de "visserijscholen" en de opleiders, alsook tot toekenning van subsidies aan de erkende "visserijscholen"


De Waalse Regering, Gelet op de wet van 1 juli 1954 op de riviervisserij, inzonderheid op de artikelen 8, derde lid, en 36bis, ingevoegd bij het decreet van 6 mei 1999;

Gelet op de beraadslagingen van de provinciale Visserijcommissies van 16 februari en 9 juni 2004;

Gelet op het voorstel van het "Fonds piscicole de Wallonie" (Waals visserijfonds) van 23 juni 2004;

Gelet op de adviezen van de Inspectie van Financiën, gegeven op 15 september en 12 december 2005;

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 2 februari 2006;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 6 november 2006;

Op de voordracht van de Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, Besluit : HOOFDSTUK I. - Erkenningsprocedure Afdeling 1. - "Visserijscholen"

Artikel 1.De erkenning als "visserijschool" in de zin van artikel 36bis van de wet van 1 juli 1954 op de riviervisserij wordt door de Minister die voor riviervisserij bevoegd is, hierna de Minister genoemd, of zijn gemachtigde toegekend aan de instelling die de volgende voorwaarden vervult : 1° opgericht zijn als vereniging zonder winstgevend doel in de zin van de wet van 27 juni 1921 over de verenigingen zonder winstgevend oogmerk; 2° o.a. het uitvoeren van vormings- en bewustmakingsingsactiviteiten inzake de visserij en het aquatisch milieu als maatschappelijk doel hebben; 3° een bedrijfszetel in het Waalse Gewest hebben;4° onder haar leden minstens één opleider tellen die krachtens dit besluit erkend is;5° over infrastructuren beschikken die de organisatie van vormings- en bewustmakingsactiviteiten inzake de visserij en het aquatisch milieu mogelijk maken;6° in de loop van de twee jaren die voorafgaan aan de inontvangstneming van de erkenningsaanvraag, minstens twintig uren vormings- en bewustmakingsactiviteiten inzake visserij en aquatisch milieu gegeven hebben;7° jaarlijks minstens twintig uren vormings- en bewustmakingsactiviteiten inzake visserij en aquatisch milieu organiseren, per module van minstens vier opeenvolgende uren, met inachtneming van de voorwaarden die vastliggen in het bestek opgenomen in bijlage I;8° de aanwezigheid en de controle van de vertegenwoordigers van het centrale comité van het "Fonds piscicole de Wallonie" aanvaarden tijdens het verloop van de activiteiten bedoeld in 7°;9° jaarlijks voor 1 december een activiteitenverslag richten aan het secretariaat van het "Fonds piscicole", naar een model vastgelegd door het centrale comité van het "Fonds piscicole".

Art. 2.De erkenningsaanvraag wordt bij ter post aangetekend schrijven aan het Directoraat-generaal Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu gericht d.m.v. het document opgenomen in bijlage II. De Minister of zijn gemachtigde beslist over de aanvraag na advies van het centrale comité van het "Fonds piscicole de Wallonie" en geeft de aanvrager binnen zestig dagen na ontvangst van het volledige aanvraagdossier kennis van zijn beslissing bij ter post aangetekend schrijven.

Art. 3.§ 1. De erkenning wordt toegekend voor een periode van tien jaar die kan worden verlengd op grond van de procedure bedoeld in artikel 2.

In geval van hernieuwing van de erkenning dient de aanvrager zijn erkenningsaanvraag in binnen zes maanden vóór de vervaldatum van zijn erkenning. § 2. Na advies van het centrale comité van het "Fonds piscicole de Wallonie" kan de erkenning elk ogenblik door de Minister of zijn gemachtigde worden opgeschort als de "visserijschool" : 1° niet meer voldoet aan één van de erkenningsvoorwaarden bedoeld in artikel 1, 1° tot 9°;2° handelingen laat uitvoeren die tegenstrijdig zijn met een goed zedelijk gedrag of met de vigerende wetgeving in het kader van de activiteiten die zij organiseert. § 3. De Minister of zijn gemachtigde geeft kennis van de opschorting van de erkenning bij ter post aangetekend schrijven.

Art. 4.§ 1. Als de erkenning geweigerd of opgeschort wordt, kan een beroep worden ingediend binnen dertig dagen vanaf de schriftelijke kennisgeving van weigering of opschorting. Het beroep wordt bij de Regering ingediend als de weigering of de opschorting van de erkenning door de Minister zelf wordt meegedeeld. Als de kennisgeving uitgaat van de afgevaardigde van de Minister, wordt het beroep bij de Minister ingediend.

Het beroep is niet opschortend. § 2. De Regering of de Minister verzoekt het centrale comité van het "Fonds piscicole de Wallonie" om advies. § 3. Bij gebrek aan advies binnen twee maanden kan de Regering of de Minister rechtsgeldig beslissen.

Indien de Regering of de Minister geen beslissing neemt binnen een termijn van vier maanden, die ingaat op de datum van indiening van het beroep, wordt het beroep geacht te zijn ingewilligd.

Als het niet ingewilligd wordt, wordt pas over een nieuwe aanvraag beslist als nieuwe redenen ter staving ervan worden gegeven.

Art. 5.§ 1. De krachtens dit besluit erkende "visserijscholen" worden in het kader van hun vormings- en bewustmakingsactiviteiten gedekt door de verzekeringspolis inzake burgerlijke aansprakelijkheid en lichamelijke ongevallen afgesloten door het "Fonds piscicole de Wallonie" voorzover ze voldoen aan het bestek opgenomen in bijlage I. § 2. De deelnemers aan een vormings- en bewustmakingsactiviteit inzake visserij en aquatisch milieu die door een erkende "visserijschool" georganiseerd wordt, zijn vrijgesteld van de verplichting houder te zijn van een visvergunning als zij in het kader van die activiteiten vissen. Afdeling 2. - Opleiders

Art. 6.De erkenning als "opleider" in de zin van artikel 36bis van de wet van 1 juli 1954 op de riviervisserij wordt door de Minister of zijn gemachtigde toegekend aan de personen die de volgende voorwaarden vervullen : 1° met succes een door het centrale comité van het "Fonds piscicole" gegeven opleiding hebben gevolgd waarvan de inhoud en de modaliteiten voor de evaluatie van de te verwerven kennis door het comité bepaald worden;2° minstens achttien jaar oud zijn op de datum van indiening van de erkenningsaanvraag;3° in het bezit zijn van een visvergunning van het Waalse Gewest die geldig is voor het lopende kalenderjaar;4° binnen vijf jaar voorafgaand aan het indienen van de erkenningsaanvraag niet veroordeeld zijn bij een rechterlijke beslissing die in kracht van gewijsde is getreden wegens overtredingen van de wet van 1 juli 1954 op de riviervisserij, van de wet van 12 juli 1973 op het natuurbehoud en de jachtwet van 28 februari 1882;5° in het verleden niet veroordeeld zijn wegens zedenfeiten bij een rechterlijke beslissing die in kracht van gewijsde is getreden.

Art. 7.De erkenningsaanvraag wordt bij ter post aangetekend schrijven gericht aan het Directoraat-generaal Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu d.m.v. het document opgenomen in bijlage III. De Minister of zijn gemachtigde beslist over de aanvraag na advies van het centrale comité van het "Fonds piscicole de Wallonie" en geeft de aanvrager binnen zestig dagen na ontvangst van het volledige aanvraagdossier kennis van zijn beslissing bij ter post aangetekend schrijven.

Art. 8.§ 1. De erkenning wordt toegekend voor een periode van tien jaar, die verlengd kan worden op grond van de procedure bedoeld in artikel 7.

In geval van hernieuwing van de erkenning dient de aanvrager zijn erkenningsaanvraag in binnen zes maanden vóór de vervaldatum van zijn erkenning. § 2. Na advies van het centrale comité van het "Fonds piscicole de Wallonie" kan de erkenning elk ogenblik door de Minister of zijn gemachtigde worden opgeschort als ernstige aanwijzingen laten vermoeden dat het gedrag van de opleider tegenstrijdig is met een goed zedelijk gedrag of dat hij de bepalingen van de wetgevingen waarvan sprake in artikel 6, 4°, niet naleeft.

Art. 9.§ 1. Als de erkenning geweigerd of opgeschort wordt, kan een beroep worden ingediend binnen dertig dagen na de schriftelijke kennisgeving van weigering of opschorting. Het beroep wordt bij de Regering ingediend als de weigering of de opschorting van de erkenning door de Minister zelf wordt meegedeeld. Als de kennisgeving uitgaat van de afgevaardigde van de Minister, wordt het beroep bij de Minister ingediend.

Het beroep is niet opschortend. § 2. De Regering of de Minister verzoekt het centrale comité van het "Fonds piscicole de Wallonie" om advies. § 3. Bij gebrek aan advies binnen twee maanden kan de Regering of de Minister rechtsgeldig beslissen.

Indien de Regering of de Minister geen beslissing neemt binnen een termijn van vier maanden, die ingaat op de datum van indiening van het beroep, wordt het beroep geacht te zijn ingewilligd.

Als het niet ingewilligd wordt, wordt pas over een nieuwe aanvraag beslist als nieuwe redenen ter staving ervan worden gegeven. HOOFDSTUK II. - Toekenning van subsidies aan de erkende "visserijscholen"

Art. 10.Binnen de perken van de begrotingskredieten beschikbaar voor het "Fonds piscicole de Wallonie" en op het voorstel van het centrale comité kent de Minister of zijn gemachtigde een jaarlijkse subsidie toe aan de erkende "visserijscholen". Die subsidie dient om het eventuele tekort voortvloeiend uit de organisatie van de vormings- en bewustmakingsactiviteiten inzake visserij en aquatisch milieu gedeeltelijk of geheel te dekken.

Art. 11.De subsidie wordt toegekend als de volgende voorwaarden vervuld zijn : 1° de subsidieaanvraag wordt ingediend bij een vissersfederatie die zitting heeft in een provinciale visserijcommissie en wordt door haar voorgelegd aan het centrale comité van het "Fonds piscicole de Wallonie";2° de door de "visserijscholen" georganiseerde vormings- en bewustmakingsactiviteiten die voldoen aan het bestek opgenomen in bijlage I zijn toegankelijk voor de deelnemers mits betaling van inschrijvingsgeld, waarvan het minimumbedrag door het centrale comité van het "Fonds piscicole de Wallonie" wordt bepaald;3° de subsidieaanvraag gaat vergezeld van het jaarlijks programma van de door de "visserijschool" georganiseerde vormings- en bewustmakingsactiviteiten, alsook van een raming van de uitgaven en inkomsten teweeggebracht door de organisatie van deze activiteiten.

Art. 12.De subsidieaanvraag wordt bij de vissersfederatie ingediend vóór 30 juni van het jaar voorafgaand aan het jaar waarvoor de subsidie wordt aangevraagd.

Art. 13.De toekenning van de subsidie wordt aan de begunstigden meegedeeld vóór 31 januari van het jaar waarvoor de subsidie wordt aangevraagd.

Art. 14.Na goedkeuring door de Minister of zijn gemachtigde wordt de subsidie uitbetaald op volgende wijze : 1° een eerste schijf, met name 50 % van het subsidiebedrag, kan worden uitbetaald na kennisgeving ervan, na overlegging van een waar en oprecht verklaarde aangifte van schuldvordering;2° het saldo wordt uitbetaald na overlegging van een waar en oprecht verklaarde aangifte van schuldvordering, alsook van een staat van inkomsten en werkingsuitgaven in verband met de organisatie van vormings- en bewustmakingsactiviteiten, gestaafd door bewijsstukken. Onder werkingsuitgaven worden de volgende uitgaven verstaan, met uitsluiting van alle andere uitgaven : - de kosten voor de aankoop van materieel of voor de leveringen die noodzakelijk zijn voor het verloop van de activiteiten; - de huurkosten van de gebouwen waarin de activiteiten georganiseerd worden; - de verplaatsingskosten en de toegangsprijzen i.v.m. uitstappen georganiseerd in het kader van de activiteiten; - de kosten inzake huisvesting, voedsel en dranken in het kader van activiteiten die langer duren dan één dag; - de vergoedingen en verplaatsingskosten van de erkende opleiders en personen die hen bijstaan.

De toegekende subsidie mag geenszins hoger zijn dan het tekort teweeggebracht door de organisatie van vormings- en bewustmakingsactiviteiten door de "visserijschool". In voorkomend geval betaalt de "visserijschool" het teveel geïnde bedrag terug aan het "Fonds piscicole". HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen

Art. 15.De personen die vóór de inwerkingtreding van dit besluit een door de Minister afgegeven attest van "verantwoordelijke instructeur" hebben behaald vervullen de voorwaarde bedoeld in artikel 6, 1°.

De houders van dit attest mogen hun activiteit van opleider gedurende een periode van zestig dagen voortzetten vooraleer ze overeenkomstig artikel 6 erkend worden.

Art. 16.De Minister tot wiens bevoegdheden de riviervisserij behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 25 januari 2007.

De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, B. LUTGEN

BIJLAGE I Bestek van de erkende "visserijscholen" I. Maatregelen voor de organisatie van de activiteiten. 1. Beschikken over een lijst met noodtelefoonnummers (spoeddiensten, brandweer, arts, apotheker).Deze lijst moet steeds beschikbaar zijn tijdens de vormings- en bewustmakingsactiviteiten die door de "visserijschool" worden georganiseerd. Een telefoon of GSM moet steeds binnen bereik zijn tijdens buitenactiviteiten. 2. De tijdens de activiteiten bezochte plaatsen vooraf verkennen en voor elk van hen een fiche opmaken met : ? de naam van de plaats (adres en/of naam van de plaatsnaam); ? een analyse van de risico's en van de te overwegen preventiemaatregelen; ? de aanwijzingen op grond warvan de spoeddiensten de plaats kunnen bereiken; ? de melding of de plaats al dan niet door een GSM netwerk bediend wordt; ? de cartografische coördinaten van de plaats. 1. Bij de organisatie van een stage, met name een vormingsactiviteit van minstens 3 opeenvolgende dagen, per deelnemer voorzien in een fiche met de volgende gegevens : ? Naam, voornaam : ? Leeftijd : ? Adres : ? Relevante medische gegevens (pathologie, medicatie, enz.) : ? Personalia van een contactpersoon (adres, telefoonnummer) : 1. Elke opleider en elke persoon die de opleider in zijn taak bijstaat moet vóór het begin van elk activiteit : ? over de lijst met noodtelefoonnummers beschikken; ? over de lijst van de stagiairs beschikken en, in voorkomend geval, kennis genomen hebben van de individuele fiches; ? kennis genomen hebben van de fiches met de plaatsen die tijdens de activiteit worden bezocht.

I. Veiligheidsmaatregelen tijdens de activiteiten. 1. Elke activiteit moet minstens door twee personen, onder wie een erkende opleider, worden begeleid.De activiteiten moeten steeds door voldoende personeel worden begeleid om nauwkeurig en permanent toezicht te houden op de stagiairs. 2. Voor elke activiteit moet op zijn minst het volgende hulpverleningsmaterieel beschikbaar zijn : ? een voldoend aantal boeien naargelang van de risico's op de visplaats; ? een verbanddoos die aan de wettelijke normen voldoet en die o.a. het volgende bevat : een isothermisch deken; handschoenen; een ziekendragerschaar; drukverband; sluitende plastiek zakjes; koelzakjes voor eenmalig gebruik; driehoekig steriel weefsel; een splinterpincet; een teekpincet; een "Aspi-venin" uitzuigpompje; proper water en zeep; steriele kompressen; een ontsmettingsmiddel met brede uitwerking; een histaminewerende zalf; zonnecrème.

I. Inhoud van de opleiding. 1. De activiteiten van de erkende visserijschool beogen het onderrichten van een visserij die respect toont voor de natuur, de vis alsook voor de overige riviergebruikers.De ontdekking van het aquatisch milieu maakt noodzakelijk deel uit van dit onderricht. 2. Vóór de aanvang van de opleiding wordt een opleidingsprogramma opgesteld.Tijdens de opleiding kunnen de volgende punten worden besproken : ? kennis van de voornaamste vissoorten en biologie van het aquatisch milieu; ? vistechnieken en gebruik van het materieel; ? inleiding in de milieukunde (afval, rationeel watergebruik,...); ? inleiding in het hanteren van de vis (hanteren tijdens het loshaken, weer in het water werpen, belang van de vishaak zonder tong,...); ? vigerende wetgeving en organisatie van de visserij in het Waalse Gewest.

Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 25 december 2007 tot erkenning van de "visserijscholen" en de opleiders, alsook tot toekenning van subsidies aan de erkende "visserijscholen".

Namen, 25 januari 2007.

De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, B. LUTGEN

BIJLAGE II Aanvraag om erkenning/hernieuwing van de erkenning van een visserijschool Deze aanvraag om erkenning/hernieuwing van een erkenning als visserijschool gaat vergezeld van de volgende stukken : 1. Een afschrift van de statuten van de verzoekende vereniging zonder winstoogmerk, alsook een afschrift van de berichten die in het Belgisch Staatsblad worden bekendgemaakt.2. Een afschrift van de eventuele publicaties van de verzoekende vereniging zonder winstoogmerk, alsook elk ander stuk aan de hand waarvan de activiteiten van de vereniging inzake visserij beoordeeld kunnen worden.3. Een bewijs van goed zedelijk gedrag van de verantwoordelijke van de verzoekende vereniging zonder winstoogmerk dat minder dan drie maanden oud is op het ogenblik van de aanvraag. ERKENNINGSAANVRAAG I. Benaming van de school en/of van de verzoekende VZW : . . . . . . . . . . . . . . .

Adres : . . . . .

Telefoon : . . . . . Fax : . . . . . e-mail adres/Internetsite : . . . . .

II. Verantwoordelijke : Naam, voornaam : . . . . .

Adres : . . . . .

Telefoon : . . . . . Fax : . . . . . e-mail adres : . . . . . ? Beschikt deze persoon over een erkenning als opleider in de zin van het besluit van de Waalse Regering tot erkenning van de "visserijscholen" en de opleiders, alsook tot toekenning van subsidies aan bepaalde erkende "visserijscholen" JA/NEEN Zo ja, nr. van de erkenning. of datum van verzending van de erkenningsaanvraag : . . . . . ? Beschikt de visserijschool over (een) andere opleider(s) erkend krachtens bovengenoemde besluit ? JA/NEEN Zo ja, nr. van de erkenning(en) of van de erkenningsaanvraag/erkenningsaanvragen + naam/namen en voornaam/voornamen van de opleiders : . . . . .

I. Gegevens betreffende de activiteiten van de visserijschool (in geval van eerste erkenning) : ? Heeft de visserijschool reeds vormings- / bewustmakingsactiviteiten inzake visserij of visserijmilieu georganiseerd ? JA/NEEN Zo ja, beschrijf deze activiteiten zo nauwkeurig mogelijk (inhoud, frequentie, datums, aantal deelnemers per activiteit, duur, organisatiemodaliteiten, enz.) : . . . . . . . . . . . . . . . ? Welk publiek heeft de visserijschool meestal op het oog bij het organiseren van deze activiteiten ? . . . . . ? Moet er inschrijvingsgeld betaald worden om deel te nemen aan de activiteiten die de visserijschool organiseert ? Zo ja, hoeveel bedraagt dit inschrijvingsgeld ? . . . . . ? Hoeveel deelnemers kan de visserijschool opnemen in deze activiteiten ? . . . . . ? Welke zijn de onthaalinfrastructuur (lokalen, materieel voor de visserij, enz.) ? . . . . . . . . . . ? Welke zijn de visplaatsen die de visserijschool bezoekt ? Gaat het om privé of openbare plaatsen ? . . . . . . . . . . . . . . .

Ik verklaar op mijn erewoord dat alle informatie in dit document en de bijlagen juist en oprecht is.

Gedaan te . . . . . , op : . . . . .

Handtekening en hoedanigheid : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Waalse Regering van 25 januari 2007 tot erkenning van de "visserijscholen" en de opleiders, alsook tot toekenning van subsidies aan erkende "visserijscholen".

Namen, 25 januari 2007.

De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, B. LUTGEN

BIJLAGE III Aanvraag om erkenning/hernieuwing van de erkenning als opleider Deze aanvraag om erkenning/hernieuwing van een erkenning als opleider gaat vergezeld : 1. Een bewijs van goed zedelijk gedrag dat minder dan drie maanden oud is op het ogenblik van de erkenningsaanvraag.2. Een attest waaruit blijkt dat de kandidaat geslaagd is voor de theoretische en praktische examens van het opleidingsprogramma dat door het "Fonds piscicole de Wallonie" georganiseerd wordt.3. Een afschrift van de verzekeringspolis waarbij de burgerlijke aansprakelijkheid van de aanvrager in het kader van de animatie wordt gewaarborgd.4. Een afschrift van de identiteitskaart.5. 2 recente foto's, formaat identiteitskaart. ERKENNINGSAANVRAAG Personalia.

Naam, voorna(a)m(en) : . . . . .

Adres : . . . . .

Woonplaats : . . . . . Postcode . . . . .

Telefoon : . . . . . Fax : . . . . . e-mail adres : . . . . .

Geboortedatum : . . . . . Plaats : . . . . .

Beroep : . . . . .

Ik verklaar op mijn erewoord dat alle informatie in dit document en zijn bijlagen juist en oprecht is.

Gedaan te . . . . . , op : . . . . .

Handtekening : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Waalse Regering van 25 januari 2007 tot erkenning van de "visserijscholen" en de opleiders, alsook tot toekenning van subsidies aan erkende "visserijscholen".

Namen, 25 januari 2007.

De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, B. LUTGEN

^