25 FEBRUARI 1999. - Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 31 mei 1990 houdende uitvoering van het decreet van 27 oktober 1988 op de groeven

De Waalse Regering, Gelet op het decreet van 27 oktober 1988 op de groeven, inzonderheid op hoofdstuk II;

Gelet op het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 31 mei 1990 houdende uitvoering van het decreet van 27 oktober 1988 op de groeven, inzonderheid op de artikelen 39 en volgende;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 18 mei 1995 tot vaststelling van de regels voor de samenstelling en de werking van de "Conseil wallon de l'environnement pour le développement durable" (Waalse Milieuraad voor de duurzame ontwikkeling), inzonderheid op artikel 3;

Overwegende dat de Regionale Adviescommissie voor de ontginning van groeven in zijn plenaire vergadering van 11 februari 1998 met eenparigheid van de stemmen uitgebracht door de aanwezige leden voorgesteld heeft dat er een ambt van ondervoorzitter wordt ingesteld dat toegewezen wordt aan het Directoraat-generaal Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Patrimonium;

Overwegende dat het aantal ambten dat aan de ambtenaren van het Directoraat-generaal Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Patrimonium toegewezen wordt met één eenheid verminderd moet worden aangezien expliciet voorzien wordt in het ambt van ondervoorzitter dat toegewezen wordt aan bedoeld Directoraat-generaal en aangezien de pariteit tussen de commissieleden behouden moet blijven Overwegende dat de vzw « Pierres et Marbres de Wallonie » als van de FEDIEX onafhankelijk orgaan wenst te zetelen in de Regionale Adviescommissie voor de ontginning van groeven; dat bedoelde vzw ontegensprekelijk een exploitantenvereniging vormt die de technische en economische belangen van de sierrotsgroeven verdedigen; dat de belangen van de FEDIEX en van de vzw « Pierres et Marbres de Wallonie » niet noodzakelijk samenvallen;

Overwegende dat het nuttig is om bij de vertegenwoordigers van de overheid een ambtenaar van het Directoraat-generaal Landbouw toe te voegen; dat de Regionale Adviescommissie voor de ontginning van groeven bijgevolg zo moet worden ingesteld dat de overheid, de exploitantenverenigingen en de milieuverenigingen elk door acht leden worden vertegenwoordigd;

Op de voordracht van de Minister van Leefmilieu, Natuurlijke Hulpbronnen en Landbouw, Besluit :

Artikel 1.Artikel 40 van het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 31 mei 1990 houdende uitvoering van het decreet van 27 oktober 1988 op de groeven wordt opgeheven en vervangen door volgende bepaling : «

Art. 40.De acht ambtenaren zijn : 1° de directeur-generaal van het Directoraat-generaal Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu, voorzitter van de commissie of zijn gemachtigde;2° de directeur-generaal van het Directoraat-generaal Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Patrimonium, ondervoorzitter van de Commissie of zijn gemachtigde;3° zes leden aangewezen door de Waalse Regering, waarvan : a) twee vertegenwoordigers van het Directoraat-generaal Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu;b) één vertegenwoordiger van het Directoraat-generaal Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Patrimonium;c) één vertegenwoordiger van het Directoraat-generaal Economie en Tewerkstelling;d) één vertegenwoordiger van het Directoraat-generaal Plaatselijke Besturen;e) één vertegenwoordiger van het Directoraat-generaal Landbouw. Voor alle zes leden wordt door de Waalse Regering een plaatsvervangend lid aangewezen. »

Art. 2.Artikel 41, eerste lid, van het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 31 mei 1990 houdende uitvoering van het decreet van 27 oktober 1988 op de groeven wordt opgeheven en vervangen door volgende bepaling : « Op voordracht van de exploitantenverenigingen worden door de Executieve acht werkende leden en acht plaatsvervangende leden aangewezen die de verschillende technische, economische en geografische belangen van de groefexploitanten verdedigen. »

Art. 3.Artikel 41, tweede lid, van het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 31 mei 1990 houdende uitvoering van het decreet van 27 oktober 1988 op de groeven wordt opgeheven en vervangen door volgende bepaling : « Op voordracht van de milieuverenigingen worden door de Executieve vijf werkende en vijf plaatsvervangende leden aangewezen. »

Art. 4.De Minister van Leefmilieu, Natuurlijke Hulpbronnen en landbouw is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 25 februari 1999.

De Minister-President van de Waalse Regering, belast met Economie, Buitenlandse Handel, K.M.O.'s, Toerisme en Patrimonium, R. COLLIGNON De Minister van Leefmilieu, Natuurlijke Hulpbronnen en Landbouw, G. LUTGEN