gepubliceerd op 03 maart 1998
Besluit van de Waalse Regering tot vaststelling van de procedure voor de aanwijzing van ambtenaren van het Waals Ministerie van Uitrusting en Vervoer als wegen- en autosnelwegendistrictschef
22 JANUARI 1998. Besluit van de Waalse Regering tot vaststelling van de procedure voor de aanwijzing van ambtenaren van het Waals Ministerie van Uitrusting en Vervoer als wegen- en autosnelwegendistrictschef
De Waalse Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, gewijzigd bij de bijzondere wet van 8 augustus 1988, inzonderheid op artikel 87, § 3;
Gelet op het koninklijk besluit van 26 september 1994 tot bepaling van de algemene principes van het administratief en geldelijk statuut van de rijksambtenaren die van toepassing zijn op het personeel van de diensten van de Gemeenschaps- en Gewestregeringen en van de Colleges van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en van de Franse Gemeenschapscommissie, alsook op de publiekrechtelijke rechtspersonen die ervan afhangen;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 17 november 1994 houdende het statuut van de ambtenaren van het Gewest, inzonderheid op de artikelen 110, 111, 112, 113, 114 en 115;
Gelet op het akkoord van de Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 20 november 1997;
Gelet op het protokol nr. 258 van 5 december 1997, waarin de conclusies van de onderhandelingen binnen het Sectorcomité nr. XVI zijn opgenomen;
Overwegende dat het geboden is zo spoedig mogelijk ambtenaren van het Waals Ministerie van Uitrusting en Vervoer als wegen- en autosnelwegendistrictschef aan te wijzen om de goede werking van de dienst te verzekeren en dat derhalve moet worden voorzien in de nodige regels voor de aanwijzingsprocedure;
Op de voordracht van de Minister van Ruimtelijke Ordening, Uitrusting en Vervoer en van de Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken, Besluit : HOOFDSTUK I. - Aanwijzingsprocedure voor de wegen- en autosnelwegendistrictschefs
Artikel 1.Elk wegen- en autosnelwegendistrict staat onder het toezicht van een ambtenaar die als districtschef aangewezen is overeenkomstig de in dit hoofdstuk vastgestelde voorschriften.
Art. 2.Als een wegen- of autosnelwegendistrict zijn titularis definitief verliest, brengt de betrokken territoriale Hoofdingenieur-Directeur de Directeur-generaal van Autosnelwegen en Wegen op de hoogte daarvan.
Binnen vijftien werkdagen na de kennisgeving bedoeld in § 1, richt de Directeur-generaal van Autosnelwegen en Wegen een oproep tot de kandidaten onder de ambtenaren van de Algemene Directie die titularis zijn van een graad van rang A6 en die een ambt van industrieel ingenieur of eerstaanwezend industrieel ingenieur bekleden. Hij neemt akte van de ingediende kandidaturen.
Dezelfde procedure als die bedoeld in het eerste en tweede lid hierboven kan toegepast worden vanaf de zesde maand voorafgaand aan de pensionering van een districtschef.
Art. 3.§ 1. Binnen tien werkdagen na de sluitingsdatum voor de indiening van de kandidaturen, gaat de Directeur-generaal van Autosnelwegen en Wegen na of ze ontvankelijk zijn; hij rangschikt de kandidaten volgens de op de anciënniteit gegronde voorrangsregels en deelt de Secretaris-generaal van het Waals Ministerie van Uitrusting en Vervoer de naam mee van de kandidaat die hij voordraagt.
De Secretaris-generaal wijst de districtschef aan binnen acht werkdagen na de datum van ontvangst van de voorgedragen kandidatuur. § 2. Als de naar de Secretaris-generaal verzonden voordracht afwijkt van de rangschikking die is opgemaakt volgens de op de anciënniteit gegronde voorrangsregels, wordt ze aan de kandidaten betekend en binnen acht dagen na ontvangst ervan onderworpen aan de Directieraad die over een termijn van twintig werkdagen beschikt om zich uit te spreken en om advies te geven aan de Minister tot wiens bevoegdheden de Openbare Werken behoren.
De kandidaten kunnen op eigen verzoek door de Directieraad gehoord worden. § 3. De Minister tot wiens bevoegdheden de Openbare Werken behoren, beschikt over een termijn van dertig werkdagen vanaf de datum waarop het advies van de Directieraad hem wordt meegedeeld, om de districtschef aan te wijzen.
Na afloop van die termijn wordt de door de Directieraad voorgedragen kandidaat aangewezen door de Secretaris-generaal.
Art. 4.§ 1. Als een district zijn titularis tijdelijk verliest of hem verliest tijdens het verloop van de in artikel 3 omschreven procedure, wijst de Directeur-generaal van Autosnelwegen en Wegen, op de voordracht van de Directeur van de Territoriale Directie, een ambtenaar aan om het interim waar te nemen gedurende een periode van maximum zes maanden die één keer hernieuwbaar is en die uiterlijk de dag afloopt waarop de titularis het ambt opnieuw bekleedt of de dag waarop een nieuwe titularis aangewezen wordt. § 2. De Directeur doet zijn voorstel in de volgende voorrangsvolgorde : 1° een industrieel ingenieur van rang A6;2° een ambtenaar met de volgende kwalificaties en capaciteiten : - eerste gegradueerde in de bouw; - eerstaanwezend gegradueerde in de bouw; - gegradueerde in de bouw; 3° een andere districtschef die gelijktijdig belast is met het beheer van zijn eigen district en van het vacante district.
Art. 5.Schriftelijke mededelingen moeten, overeenkomstig de voorschriften van dit hoofdstuk, bij individuele brief met bericht van ontvangst verzonden worden, met uitzondering van de sollicitaties die bij ter post aangetekende brief toe te sturen zijn. HOOFDSTUK II. - Overgangs- en slotbepalingen
Art. 6.Bij wijze van overgangsmaatregel worden de ambtenaren van het Waals Ministerie van Uitrusting en Vervoer die het ambt van wegen- en autosnelwegendistrictschef daadwerkelijk bekleden op de datum van inwerkingtreding van dit besluit, in hun bevoegdheden bevestigd.
Art. 7.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 8.De Minister tot wiens bevoegdheden de Openbare Werken behoren, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 22 januari 1998.
De Minister-President van de Waalse Regering, belast met Economie, Buitenlandse Handel, KMO's, Toerisme en Patrimonium, R. COLLIGNON De Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken, B. ANSELME De Minister van Ruimtelijke Ordening, Uitrusting en Vervoer, M. LEBRUN