gepubliceerd op 17 oktober 2016
Besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van het decreet van 26 mei 2016 betreffende het herstel van sommige schade veroorzaakt door algemene natuurrampen
21 JULI 2016. - Besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van het decreet van 26 mei 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 26/05/2016 pub. 17/10/2016 numac 2016205146 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende het herstel van sommige schade veroorzaakt door algemene natuurrampen sluiten betreffende het herstel van sommige schade veroorzaakt door algemene natuurrampen
De Waalse Regering, Gelet op het
decreet van 26 mei 2016Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
26/05/2016
pub.
17/10/2016
numac
2016205146
bron
waalse overheidsdienst
Decreet betreffende het herstel van sommige schade veroorzaakt door algemene natuurrampen
sluiten betreffende het herstel van sommige schade veroorzaakt door algemene natuurrampen, inzonderheid op de artikelen 3, § 1, 8, lid 1, 3°, 10, § 3, 13, lid 2, 16, § 2, 14 en 18;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 11 april 2016;
Gelet op het rapport opgesteld overeenkomstig artikel 3, 2°, van het decreet van 11 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/04/2014 pub. 06/06/2014 numac 2014203532 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen sluiten houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen waaruit blijkt dat het ontwerp niet rechtstreeks of onrechtstreeks op significante wijze effecten sorteert op één of meerdere groepen van personen in functie van de samenstelling van de groep op basis van de geslachten van de personen;
Gelet op advies 59.488/4 van de Raad van State, gegeven van 22 juni 2016, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister-President;
Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Begripsomschrijvingen
Artikel 1.In de zin van dit besluit wordt verstaan onder : 1° "Minister" : de Minister bevoegd voor de financiële tegemoetkomingen die worden uitbetaald ten gevolge van schade ontstaan door toedoen van algemene natuurrampen;2° "decreet" : het decreet van 26 mei 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 26/05/2016 pub. 17/10/2016 numac 2016205146 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende het herstel van sommige schade veroorzaakt door algemene natuurrampen sluiten betreffende het herstel van sommige schade veroorzaakt door algemene natuurrampen;3° "administratie" : de Directie die bij de Waalse Overheidsdienst de tegemoetkomingsaanvragen behandelt voor herstel ten gevolge van erkende algemene rampen. HOOFDSTUK II. - Erkenningsprocedure en -criteria
Art. 2.§ 1. Er wordt door de Regering een erkenningsprocedure opgestart op vraag van de burgemeester van een stad of een gemeente die naar diens mening getroffen is door een uitzonderlijk natuurverschijnsel.
De aanvraag wordt via het voorgedrukt formulier van de administratie bij laatstgenoemde ingediend en vermeldt verplicht volgende inhoudelijke informatie : 1° de datum (de data) van het voorval;2° de aard van het verschijnsel (de verschijnselen);3° het getroffen geografisch gebied in de gemeente;4° de raming van het aantal slachtoffers;5° het type geleden schade;6° de foto's of videobeelden van de belangrijkste schade en de lokalisering ervan;7° de lijst van de voornaamste schade vastgesteld op het openbaar domein. § 2. Op straffe van onontvankelijkheid van de aanvraag beschikken de steden en gemeenten over een termijn van vijftien dagen te rekenen van daags nadat het natuurverschijnsel zich voordeed om bovenvermeld dossier in te dienen. § 3. Wanneer verschillende verschijnselen van dezelfde aard plaatsvinden in de loop van zeven opeenvolgende dagen nadat het eerste verschijnsel zich voordeed, wordt er bij de administratie één enkele aanvraag ingediend die bedoelde verschijnselen omstandig omschrijft.
Art. 3.De administratie onderzoekt het natuurverschijnsel waarvan ze in kennis is gesteld, ten opzichte van de erkenningscriteria die in de bijlage bij dit besluit zijn opgenomen.
Om dat onderzoek uit te voeren, belast de administratie het gewestelijk crisiscentrum ermee, haar een omstandig technisch verslag voor te leggen waarin eveneens conclusies getrokken worden uit de omschrijving van het onderzocht natuurverschijnsel als algemene ramp.
Daartoe kan het gewestelijk crisiscentrum meer bepaald het advies inwinnen van het Koninklijk Meteorologisch Instituut, de Koninklijke Sterrenwacht van België en de bevoegde gewestelijke diensten.
De administratie overlegt met het gewestelijk crisiscentrum om de conclusies van bovenvermeld technisch verslag voor te bereiden.
Ze maakt het verslag van het gewestelijk crisiscentrum samen met een gemotiveerd voorstel tot beslissing aan de Minister over.
Op de voordracht van de Minister kan de Regering het natuurverschijnsel als algemene ramp erkennen.
De Minister kan de administratie ermee belasten de (niet-)erkenning ter kennis te brengen van de steden en gemeenten die een aanvraag hebben ingediend.
Art. 4.De criteria voor de erkenning van een algemene ramp worden ingedeeld in types van voorkomende natuurverschijnselen. De bijlage gevoegd bij dit besluit somt de types van natuurverschijnselen op.
Indien er geen specifieke criteria voorhanden zijn, kan een natuurverschijnsel uitzonderlijk geacht worden wanneer de statistische terugkeerperiode minstens vijfentwintig jaar bedraagt.
In het geval waarvan sprake in artikel 2, § 3, kan de Regering de gezamenlijke verschijnselen als een algemene ramp erkennen wanneer minstens één ervan aan de erkenningscriteria voldoet. HOOFDSTUK III. - Procedures voor de aanvraag tot tegemoetkoming voor herstel
Art. 5.§ 1. De aanvraag tot tegemoetkoming voor herstel, bedoeld in artikel 10 van het decreet, wordt via de daartoe voorgedrukte formulieren van de administratie ingediend.
Bovenbedoelde tegemoetkomingsaanvraag wordt ingediend na bekendmaking, in het Belgisch Staatsblad, van het besluit van de Waalse Regering tot erkenning van een algemene natuurramp.
De Minister belast de administratie ermee, de dossiers te behandelen en hem ontwerp-beslissingen voor te leggen, met inbegrip van de eventuele berekening van het bedrag van de hersteltegemoetkoming. § 2. Samen met die aanvraag worden alle verantwoordingsstukken ingediend waaruit enerzijds de hoedanigheid van de aanvrager en anderzijds het bestaan en de omvang van de schade opgemaakt kunnen worden.
Volgende elementen kunnen daartoe dienstig zijn : de eigendomsbewijzen voor het onroerend goed, de gezinssamenstelling, het afschrift van het verzekeringscontract, het attest waaruit blijkt dat verzekeringsmaatschappij al dan niet tussenbeide komt, de processen-verbaal van vaststelling en raming van de schade, het inschrijvingsbewijs en de groene kaart voor de voertuigen, de bestekken of omstandige facturen voor herstel of vervanging van betrokken goederen, het deskundigenverslag dat de herstel- of vervangingskosten omstandig omschrijft. § 3. De natuurlijke personen bedoeld in artikel 9, 4°, lid 2, van het decreet verstrekken eveneens een attest opgemaakt door het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn. § 4. De aanvrager verstrekt de administratie of houdt ter beschikking van de door de administratie gemandateerde deskundige elk stuk, elk bewijs of elk attest waar uitdrukkelijk om gevraagd wordt. § 5. Wanneer de beschadigde goederen door een verzekeringscontract gedekt zijn, vraagt de aanvrager, voordat hij zijn aanvraag voor een tegemoetkoming voor herstel indient, dat zijn verzekeraar tussenbeide komt en levert daar het bewijs van.
In de gevallen waarin de administratie bij onderzoek van de verzekeringspolis vaststelt dat de verzekeringsmaatschappij duidelijk in gebreke blijft om haar contractuele verbintenissen ten aanzien van de aanvrager na te komen, kan zij de Minister voorstellen om het attest van bedoelde verzekeraar waaruit blijkt dat hij niet tussenbeide komt te weigeren en het dossier van de aanvrager ongegrond te verklaren. HOOFDSTUK IV. - Raming van de schade
Art. 6.Een schadegeval wordt in navermelde gevallen als volledig beschouwd : 1° wat betreft de gebouwde onroerende goederen, wanneer minstens twee derde van het bouwwerk vernield is;2° wat betreft alle andere goederen, zodra de vermoedelijke kostprijs van het herstel, het herstel in oorspronkelijke staat of de vervanging van die goederen hoger is dan de verkoopwaarde onmiddellijk voordat de schade zich voordeed.
Art. 7.Het bedrag van een schade wordt als volgt geraamd : 1° voor de onroerende goederen : a) bij volledige schade : in heropbouwwaarde volgens een omstandig bestek of, bij ontstentenis, per bebouwde vierkante of kubieke meter;b) bij gedeeltelijke schade : op grond van de gemiddelde eenheidsprijzen, belastingen inbegrepen, opgenomen in het, op het ogenblik van de ramp geldende, borderel van de eenheidsprijzen, uitgegeven door de Associatie van Belgische Experten;2° voor de verplaatsbare lokalen die als woning bestemd zijn : a) bij volledige schade : in vervangingswaarde op grond van een omstandig vervangingsbestek;b) bij gedeeltelijke schade : in kostprijs van de herstelling op grond van een omstandig herstellingsbestek;3° voor de roerende goederen voor dagelijks of huiselijk gebruik, daarin inbegrepen de vervoersmiddelen voor dagelijks of huiselijk gebruik;a) bij volledige schade aan roerende goederen : op grond van de kostprijs voor de vervanging van de goederen;b) bij volledige schade aan de vervoersmiddelen : op grond van de verkoopwaarde;c) bij gedeeltelijke schade : in kostprijs van de herstelling op grond van een omstandige bestekken of facturen;4° voor de overige lichamelijke goederen vernoemd in artikel 8, 4°, van het decreet wordt het bedrag van de schade vastgesteld op grond van de kostprijs onder uitsluiting van de winst, na aftrek van de kosten;5° voor de land- en tuinbouwgoederen vernoemd in artikel 8, 5°, van het decreet wordt het bedrag van de schade vastgesteld op grond van de meest recente standaard brutogoederen, vastgelegd door de Waalse Overheidsdienst, of, bij ontstentenis, op grond van kostprijs onder uitsluiting van de winst, na aftrek van de niet-gemaakte kosten;6° voor de bosaanplantingen : a) op grond van de kostprijs;b) indien ze het rijpheidsstadium hadden bereikt, op grond van de handelswaarde. Wat betreft 3°, a), mag het in aanmerking genomen bedrag voor de raming van de schade de maximumbedragen vermeld in artikel 8 niet overschrijden.
Wat betreft 3°, b), mag het in aanmerking genomen bedrag voor de raming van de schade de maximumbedragen vermeld in artikel 9 niet overschrijden.
De Waalse Overheidsdienst, Operationeel Directoraat-generaal Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu, Departement Natuur en Bossen wordt ermee belast de methodologie en de informatie, nodig voor de raming van de schade bedoeld in 6°, te verstrekken.
Art. 8.§ 1. Enkel met volgende categorieën roerende goederen voor huiselijk of familiaal gebruik wordt rekening gehouden bij de raming van het bedrag van de schade :
Categorieën roerende goederen voor huiselijk of familiaal gebruik
Maximumbedrag in overweging genomen bij de raming van de totale schade (btw inbegrepen)
Per gezin
Per persoon
Per element
1. Keukenmeubilair
1.500,00 euro;
2. Keukengereedschap en vaatwerk
500,00 euro;
3. Elektrohuishoudtoestellen (wasgoed en schoonmaak)
900,00 euro;
4. Elektrotoestellen (keuken)
1.800,00 euro;
5. Meubilair salon/eetkamer/hall
1.450,00 euro;
6. Materieel salon/eetkamer/hall
100,00 euro;
7. Kantoormeubilair
500,00 euro;
8. Kantoormaterieel
100,00 euro;
9. Multimediamaterieel
1.000,00 euro;
10. Slaapkamermeubilair
700,00 euro;
11. Slaapkamermaterieel en beddenlinnen
150,00 euro;
12. Raambeslagen (per venster)
50,00 euro; 13. Verlichting (per stuk)
100,00 euro; 14. Badkamermeubilair
250,00 euro;
15. Badkamermaterieel
250,00 euro;
16. Persoonlijke goederen
1.000,00 euro;
17. Meubilair washok/garage/tuinhuisje
200,00 euro;
18. Tuinmeubilair
500,00 euro;
19. Gereedschappen
500,00 euro;
20. Verwarmingselementen
2.000,00 euro;
21. Verwarmingsbrandstoffen
75,00 euro;
§ 2. De Minister wordt ermee belast jaarlijks de maximumbedragen, opgenomen in paragraaf 1, aan te passen en bekend te maken na raadpleging van het "Institut wallon de l'évaluation, de la prospective et de la statistique" (Waals Instituut voor Evaluatie, Prospectie en Statistiek).
Art. 9.§ 1. Enkel met volgende categorieën vervoersmiddelen voor huiselijk of familiaal gebruik wordt rekening gehouden bij de raming van het bedrag van de schade :
Categorieën vervoersmiddelen voor huiselijk of familiaal gebruik
Maximumbedrag in overweging genomen bij de raming van de totale schade (btw inbegrepen)
1. Autovoertuig van 0 tot en met 66 kW
8.125,00 euro
2. Autovoertuig van 67 tot en met 100 kW
10.000,00 euro
3. Autovoertuig van meer dan 100 kW
12.500,00 euro
4. Motorfiets tot 500 cc
3.125,00 euro
5. Motorfiets vanaf 500 cc
5.000,00 euro
6. Bromfiets (max.40 km/h)
1.500,00 euro
7. Elektrische fiets
1.000,00 euro
8. Fiets
250,00 euro
§ 2.De Minister wordt ermee belast jaarlijks de maximumbedragen, opgenomen in paragraaf 1, aan te passen en bekend te maken na raadpleging van het "Institut wallon de l'évaluation, de la prospective et de la statistique" (Waals Instituut voor Evaluatie, Prospectie en Statistiek). § 3. Het aantal vervoersmiddelen waarmee rekening wordt gehouden voor de raming van het bedrag van de schade wordt beperkt tot het aantal personen die het gezin samenstellen op de datum van de schade indien ze drager zijn van een rijbewijs dat geldig is voor de categorie beschadigde vervoersmiddelen. § 4. Wanneer meerdere autovoertuigen aanleiding geven tot de tegemoetkoming voor herstelling in éénzelfde gezin, wordt het reële in kilowatt uitgedrukte vermogen voor het eerste autovoertuig in rekening genomen.
De andere autovoertuigen worden geacht tot categorie 1 van de tabel van paragraaf 1 te behoren. § 5. Wanneer meerdere motorfietsen aanleiding geven tot de tegemoetkoming voor herstelling in éénzelfde gezin, wordt het reële in kubieke centimeter uitgedrukte vermogen voor de eerste motorfiets in rekening genomen. De andere motorfietsen worden geacht tot categorie 4 van de tabel van paragraaf 1 te behoren. HOOFDSTUK V. - Berekening van de hersteltegemoetkoming
Art. 10.Het bedrag van de hersteltegemoetkoming bedoeld in artikel 14 van het decreet wordt berekend op grond van het geraamde totaalbedrag van de schade.
Art. 11.§ 1. Voor elke aanvraag wordt de hersteltegemoetkoming verminderd met de inhouding van een eigenrisicobedrag van 249,99 euro.
Wanneer de echtgenoten en samenwonenden beslissen meerdere aanvragen in te dienen voor hun gezamenlijke goederen, wordt elke ingediende aanvraag dienovereenkomstig verminderd.
In de andere gevallen van onverdeeldheid waarvoor één enkele aanvraag is ingediend, geldt het eigenrisicobedrag naar verhouding van het aandeel van elke medeëigenaar. § 2. In afwijking van paragraaf 1 worden de aanvragen, ingediend door de natuurlijke personen bedoeld in artikel 9, 4°, lid 2, van het decreet niet verminderd.
Art. 12.Voor de berekening van de hersteltegemoetkoming wordt het geraamde totaalbedrag van de schade opgesplitst in schijven waarop de tegemoetkoming procentueel berekend wordt.
Elke schijf stemt volgens hiernavolgende tabel met een coëfficiënt overeen :
Opeenvolgende schijven van het totaalbedrag van de schade (in euro)
Tegemoetkomings- percentage
Samengeteld bedrag van de vorige schijven
0,01 euro tot en met 249,99 euro (verminderd bedrag)
0 %
-
250,00 euro tot en met 9.999,99 euro
100 %
0 euro
10.000,00 euro tot en met 19.999,99 euro
80 %
9.749.99 euro
20.000,00 euro tot en met 29.999,99 euro
60 %
17.749,98 euro
30.000,00 euro tot en met 249.999,99 euro
40 %
23.749,98 euro
Vanaf 250.000,00 euro
0 %
111.749,97 euro
111.749,97 euro
Art. 13.De hersteltegemoetkoming, berekend overeenkomstig artikel 11, wordt verhoogd met de aangetoonde kostprijs van de voorlopige instandhoudingsmaatregelen en -werken die op kosten van de aanvrager worden uitgevoerd en als nuttig erkend worden voor de beperking van de schade, tegen zeventig percent van de totale kostprijs van die kosten.
Art. 14.De hersteltegemoetkoming, berekend overeenkomstig artikel 11, wordt verminderd met alle schenkingen, sommen, leveringen of prestaties van werken verkregen van of verschuldigd door derden om de aanvrager geheel of gedeeltelijk schadeloos te stellen. HOOFDSTUK VI. - Betaling en wederbelegging van de hersteltegemoetkoming
Art. 15.De administratie betaalt de eerste schijf van de hersteltegemoetkoming aan de begunstigde van de gemotiveerde beslissing bedoeld in artikel 15 van het decreet zodra daar kennis van gegeven is.
De eerste schijf stemt overeen met zeventig percent van de hersteltegemoetkoming, berekend overeenkomstig artikel 11. Ze wordt geacht, wederbelegd te zijn.
Wanneer die wederbelegging aangetoond wordt door overlegging van de dienovereenkomstige facturen of van de herstellingsbewijzen, wordt het saldo vereffend.
Wanneer het bedrag van de tegemoetkoming lager is dan of gelijk is aan 250,00 euro, wordt ze in afwijking van vorige leden integraal vereffend en geacht, wederbelegd te zijn.
Art. 16.§ 1. De Minister kan op verzoek van de begunstigde inzake die wederbelegging overeenkomstig artikel 16, § 2, van het decreet een afwijking toestaan die binnen de grenzen van het gewestelijk grondgebied overeen kan stemmen met : 1° de machtiging om herop te bouwen of te bouwen op een andere funderingsgrondslag dan die van het vernietigde goed wanneer dit in een gebied met overstromingsgevaar gelegen is;2° de machtiging om een ander goed, eigendom van de begunstigde, in te richten;3° de machtiging om een nieuw goed op te bouwen, met een bestemming die verschillend is van de bestemming van het beschadigde goed;4° de machtiging om een vervangend onroerend goed aan te kopen;5° de gevallen waarin de wederbelegging onmogelijk is. § 2. Overeenkomstig artikel 16, § 2, van het decreet kan de Minister eisen dat de hersteltegemoetkoming aangewend wordt voor de herstelling, de bouw of de heropbouw van een onroerend goed of de herinstallatie van een verplaatsbaar lokaal buiten de geteisterde zone wanneer die goederen gelegen zijn in een gebied met groot overstromingsgevaar.
Art. 17.Wanneer uitzonderlijke omstandigheden dit verantwoorden, kan de Minister de termijn van drie jaar, die de begunstigde opgelegd wordt bij artikel 16, § 1, van het decreet, verlengen voor de wederbelegging van de hersteltegemoetkoming.
Die omstandigheden kunnen met name verband houden met het verkrijgen van een bouwvergunning, de natuurlijke regeneratie van het woud of de uitvoering van een overheidsopdracht. HOOFDSTUK VII. - Schade toegebracht aan het openbaar domein
Art. 18.§ 1. De aanvraag tot tegemoetkoming voor herstel, bedoeld in artikel 18 van het decreet, wordt via de daartoe voorgedrukte formulieren van de administratie ingediend.
Bovenbedoelde tegemoetkomingsaanvraag wordt ingediend na bekendmaking, in het Belgisch Staatsblad, van het besluit van de Waalse Regering tot erkenning van een algemene natuurramp. § 2. Samen met de aanvraag worden alle verantwoordingsstukken ingediend waaruit enerzijds de hoedanigheid van de aanvrager en anderzijds het bestaan en de omvang van de schade opgemaakt kunnen worden.
Volgende elementen kunnen daartoe dienstig zijn : de eigendomsbewijzen voor het onroerend goed, het attest waaruit blijkt dat verzekeringsmaatschappij al dan niet tussenbeide komt, de processen-verbaal van vaststelling en raming van de schade, het inschrijvingsbewijs en de groene kaart voor de voertuigen, de bestekken of omstandige facturen voor herstel of vervanging van betrokken goederen, het deskundigenverslag dat de herstel- of vervangingskosten omstandig omschrijft.
De aanvrager verstrekt de administratie of houdt ter beschikking van de door de administratie gemandateerde deskundige elk stuk, elk bewijs of elk attest waar uitdrukkelijk om gevraagd zou worden.
Art. 19.Het bedrag van de hersteltegemoetkoming bedoeld in artikel 14 van het decreet wordt berekend op grond van het geraamde totaalbedrag van de schade aan de goederen van het openbaar domein van een rechtspersoon bedoeld in artikel 18 van het decreet. Dat bedrag wordt opgedeeld per categorie goederen.
Art. 20.Er wordt voor elke aanvraag een eigenrisicobedrag van 12.499,99 euro ingehouden op het bedrag van de hersteltegemoetkoming.
Art. 21.Voor de berekening van de hersteltegemoetkoming wordt er een tegemoetkomingspercentage van zeventig percent toegepast op het geraamde totale tegemoetkomingsbedrag van de schade. Het bedrag van de tegemoetkoming is niet hoger dan 615.000,00 euro.
Art. 22.De hersteltegemoetkoming, berekend overeenkomstig artikel 21, wordt verhoogd met de aangetoonde kostprijs van de voorlopige instandhoudingsmaatregelen en -werken die op kosten van de aanvrager worden uitgevoerd en als nuttig erkend worden voor de beperking van de schade, tegen zeventig percent van de totale kostprijs van die kosten.
Art. 23.De hersteltegemoetkoming, berekend overeenkomstig artikel 21, wordt verminderd met alle sommen verkregen van of verschuldigd door derden, met uitzondering van de overheid, als dekking of herstel van de schade bedoeld bij dit besluit.
Art. 24.De administratie betaalt de eerste schijf van de hersteltegemoetkoming bedoeld in artikel 18 van het decreet zodra kennis is gegeven van de gemotiveerde beslissing bedoeld in artikel 15 van het decreet.
De betaling van de eerste schijf stemt overeen met vijfendertig percent van de hersteltegemoetkoming, berekend overeenkomstig artikel 21. De eerste schijf van de tegemoetkoming wordt geacht, wederbelegd te zijn. Wanneer die wederbelegging aangetoond wordt door overlegging van de dienovereenkomstige facturen of van de herstellingsbewijzen, worden de volgende schijven vereffend in functie van de vordering van de werken en na controle van de wederbelegging ervan. HOOFDSTUK VIII. - Overmaking van de stukken en dossiers met betrekking tot de aanvragen voor hersteltegemoetkomingen en dienovereenkomstige beslissingen
Art. 25.De aanvragers die om de toekenning van een hersteltegemoetkoming verzoeken kunnen hun stukken en dossiers indienen via postzending of via het elektronisch loket, te vinden op de Waalse portaalsite voor de plaatselijke besturen.
Art. 26.De aanvragers identificeren zich via hun elektronische identiteitskaart.
Er wordt per elektronische zending een technisch bericht van ontvangst van de indiening verzonden naar het elektronisch adres dat op het indieningsformulier is ingevuld.
Art. 27.Elke kennisgeving van de beslissing wordt per elektronische zending verzonden naar het elektronisch adres dat op het indieningsformulier is ingevuld. Er wordt eveneens een postzending verricht. HOOFDSTUK IX. - Slotbepalingen
Art. 28.Dit besluit treedt in werking op dezelfde dag als het decreet.
Art. 29.De Minister is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 21 juli 2016.
De Minister-President, P. MAGNETTE
BIJLAGE Fysieke criteria voor de erkenning van algemene natuurramp Hierna worden de natuurverschijnselen opgelijst die potentiële schade kunnen veroorzaken.
Om de intensiteit van elk natuurverschijnsel te bepalen, worden specifieke criteria onderzocht. Natuurverschijnselen krijgen het label "uitzonderlijk" indien bepaalde drempelwaarden in verband met voornoemde criteria overschreden worden.
Onderhavige lijst is beperkt tot de natuurverschijnselen die het vaakst in Wallonië worden vastgesteld. Elk type verschijnsel wordt eerst bondig omschreven; dan volgen het fysieke criterium (de fysieke criteria), waarmee de intensiteit ervan wordt gemeten, en de minimumwaarden om ze het label "uitzonderlijk" te verlenen; ten slotte wordt dieper ingegaan op de gegevens om het gewestelijk crisiscentrum van Wallonië (hierna CRC-W) toe te laten bedoelde waarden te bepalen en het volledig rapport op te stellen, met vermelding van de instelling die bedoelde gegevens moet verstrekken.
Indien een verschijnsel niet opgelijst is en er geen specifieke criteria voorhanden zijn voor de drempelwaardenberekening, kan een natuurverschijnsel het label "uitzonderlijk" krijgen wanneer de statistieke terugkeerperiode minstens vijfentwintig jaar bedraagt en de natuurlijke oorsprong ervan aangetoond wordt. 1. Overstroming door hemelwater 1.1. Omschrijving Van overstromingen door hemelwater is sprake, wanneer de neerslag de vorm aanneemt van zeer hevige regens, eventueel gepaard gaand met hevige onweders, en wanneer de wateropnamecapaciteit van de bodems onvoldoende is.
Een verminderde wateropname kan zich in volgende gevallen voordoen : - na een langere vochtige periode, waardoor de bodems bijna verzadigd zijn; - wanneer de bodems bevroren zijn; - wanneer de bodems verzadigd zijn door opwellend dieptewater; - na een periode van droogte met de vorming van een ondoorlaatbare korst op bouwland; - bij bebouwing van een significante oppervlakte van een stroomgebied.
Zulke overstromingen zijn over het algemeen van korte duur en vertonen een lokaal karakter.
Meestal gaan ze gepaard met modderstromen. 1.2. Intensiteitscriteria en drempel om het label "uitzonderlijk" te krijgen Atmosferische neerslag in de vorm van regen die op één uur tijd 35 mm overschrijdt, of 70 mm in 24 uur. Dit stemt overeen met de mediaanwaarden van een terugkeerperiode van 25 jaar voor het grondgebied van Wallonië. In voorkomend geval wordt onder laatstgenoemde waarde het waterequivalent verstaan van het snelle smelten van opgehoopte sneeuw die bij het begin van de gebeurtenis nog aanwezig was. 1.3. Bepalingsmethode 1.3.1. Algemene meteorologische toestand, met inbegrip van de temperaturen vastgesteld door het Koninklijk Meteorologisch Instituut (KMI). 1.3.2. Waarnemingen in de dichtst bij de plaats van overstroming gelegen stations van het pluviometernetwerk van het KMI en van de Waalse Overheidsdienst (na validering door het KMI). 1.3.3. Radarbeelden van het KMI : de radar kan worden gebruikt om het van plaats tot plaats relatieve belang van de (in 1 u. of in 24 u.) gevallen neerslag te kennen. Vervolgens kunnen, door de metingen van de regenhoeveelheden, meegedeeld door de radar, te vergelijken met de metingen van de pluviometers op de grond, de gebieden benoemd worden waarin de overschrijding van de neerslagdrempels het hoogwaarschijnlijk is. 1.3.4. Bells-netwerk van het KMI (BElgian Lightning and Localisation System) : ter aanvulling van de radargegevens wordt dankzij dit systeem nuttige informatie verkregen over de intensiteit van de elektrische activiteit van eventuele onweerscellen en de verplaatsing ervan. 1.3.5. Terreinwaarnemingen (foto's, videobeelden...), informatie van de bevoegde ambtenaren, lijst van de interventies van de hulpdiensten, waarschuwingsberichten, doorlopende registers van de interveniërende partijen, persartikelen... ingezameld en gevalideerd door CRC-W. 2. Overstroming door het buiten de oevers treden van rivieren 2.1. Omschrijving Tijdelijke uitzonderlijke overstroming van een landoppervlakte als gevolg van aanhoudende atmosferische neerslag, eventueel gepaard gaand met het snelle smelten van sneeuw of een natuurlijke dijkbreuk die een stijging van het waterpeil bewerkstelligde in een onderdeel van het stroomgebied (waterloop, kanaal, meer, vijver). Als één enkele overstroming worden beschouwd, de initiële overstroming en elke overstroming die zich voordoet binnen de 168 uur na de daling van het waterpeil. 2.2. Intensiteitscriteria en drempel om het label "uitzonderlijk" te krijgen a) voor de overstromingen door het buiten de oevers treden van waterlopen : - uurdebiet van het waargenomen of berekende hoogwaterpunt, dat het debiet van de terugkeerperiode van 25 jaar overschrijdt op de plaats van de overstroming; - zoniet, de waargenomen atmosferische neerslag in de vorm van regen, in het stroomgebied stroomopwaarts van de plaats van de overstroming, op één uur tijd 35 mm overschrijdt, of 75 mm in 24 uur. Dit stemt overeen met de mediaanwaarden van een terugkeerperiode van 25 jaar voor het grondgebied van Wallonië. In voorkomend geval wordt onder laatstgenoemde waarde het waterequivalent verstaan van het snelle smelten van nog aanwezige opgehoopte sneeuw; b) in geval van een natuurlijke dijkbreuk vormt de overstroming die eruit voortvloeit op zichzelf een uitzonderlijke gebeurtenis;c) in de andere gevallen of wanneer de reeksen van beschikbare gegevens de berekening van een statistieke terugkeerperiode niet mogelijk maken : - vergelijking met een gelijkaardig naburig station waarvoor wel gegevens beschikbaar zijn; - zoniet, als de overstroming zich op die plaats minder dan twee keer in de loop van de laatste tien jaar voorgedaan heeft. 2.3. Bepalingsmethode 2.3.1. Op basis van de gevalideerde waarnemingen inzake uurdebieten, geregistreerd door de hydrologische netten "infocrue" en "aqualim" (beheerd door respectievelijk DGO2 en DGO3 van de Waalse Overheidsdienst), worden de statistische berekeningen uitgevoerd door diezelfde diensten overeenkomstig de methode gevalideerd door de Overkoepelende Groep Overstromingen om de statistische terugkeerperiode van de gebeurtenis te evalueren. 2.3.2. Waarnemingen geregistreerd in de stations van het pluviometernetwerk van het KMI of van de Waalse Overheidsdienst (na validering door het KMI), gelegen in het stroomgebied stroomopwaarts van de plaats van overstroming of in de nabijheid ervan. 2.3.3. Algemene meteorologische toestand, met inbegrip van de temperaturen, vastgesteld door het KMI. 2.3.4. Radarbeelden van het KMI : de radar kan worden gebruikt om het van plaats tot plaats relatieve belang van de (in 1 u. of in 24 u.) gevallen neerslag te kennen. Vervolgens kunnen, door de metingen van de regenhoeveelheden, meegedeeld door de radar, te vergelijken met de metingen van de pluviometers op de grond, de gebieden benoemd worden waarin de overschrijding van de neerslagdrempels hoogstwaarschijnlijk is. 2.3.5. Bells-netwerk van het KMI (BElgian Lightning and Localisation System) : ter aanvulling van de radargegevens wordt dankzij dit systeem nuttige informatie verkregen over de intensiteit van de elektrische activiteit van eventuele onweerscellen en de verplaatsing ervan. 2.3.6. Waarnemingen van het grondwaterpeil, geregistreerd en gevalideerd door DGO3 van de Waalse Overheidsdienst. 2.3.7. Terreinwaarnemingen (foto's, videobeelden...), informatie van de bevoegde ambtenaren, lijst van de interventies van de hulpdiensten, waarschuwingsberichten, weer-en waterpeilvoorspellingen, doorlopende registers van de interveniërende partijen, persartikelen... ingezameld en gevalideerd door CRC-W. 3. Grootschalige storm 3.1. Omschrijving Een grootschalige storm is een atmosferische storing die gekenmerkt wordt door hevige wind en eventueel gepaard gaat met overvloedige neerslag en onweders. 3.2. Intensiteitscriteria en drempel om het label "uitzonderlijk" te krijgen De waargenomen wind overschrijdt een piekwaarde van 130 km per uur in het windmeetstation van het meest nabije Belgische grootschalig meetnet. 3.3. Bepalingsmethode 3.3.1. Windwaarnemingen, geregistreerd door het Belgisch grootschalig meetnet, gevalideerd door het KMI. 3.3.2. Algemene meteorologische toestand, vastgesteld door het KMI. 3.3.2. Terreinwaarnemingen (foto's, videobeelden...), informatie van interventies van de hulpdiensten, waarschuwingsberichten, doorlopende registers van de interveniërende partijen, persartikelen... ingezameld en gevalideerd door CRC-W. 4. Tornado's en downbursts 4.1. Omschrijving Een tornado is een wervelwind met een zeer hoge snelheid, die uit een onweerswolk (cumulonimbus) ontstaat wanneer de voorwaarden voor een windschering in de lage atmosfeer gunstig zijn. Op de oppervlakte kan de zeer hevige wind voor aanzienlijke schade zorgen. Over het algemeen zijn tornado's zeer plaatselijk beperkt in tijd en ruimte, maar er wordt soms vastgesteld dat de wervelende luchtkolom de oppervlakte raakt, vervolgens terug naar de wolk klimt en de oppervlakte opnieuw raakt in een andere streek, op een andere plaats van het traject dat gevolgd wordt door de onweerscellen. Plaatselijk wordt de schade over het algemeen waargenomen in een relatief smalle corridor.
Een downburst is een intense vallende atmosferische luchtstroming in een onweer, die door de hevigheid waarmee ze de oppervlakte raakt een hevige wervelwind in uiteenlopende richtingen veroorzaakt. De downburst ontstaat uit het vallen van neerslag en koudere en drogere lucht die in de cumulonimbus binnendringt, wat aanleiding geeft tot koude druppels die zich in waaiervorm onder de wolk uitbreiden bij het bereiken van de grond. Downbursts kunnen zich bij geïsoleerde onweders voordoen of tegelijk aan meerdere onweerscellen verbonden zijn in een zich verplaatsende onweerslijn. De schade zal dus waargenomen worden binnenin min of meer brede corridors. 4.2. Intensiteitscriteria en drempel om het label "uitzonderlijk" te krijgen Rekening houdend met het plaatselijke karakter van die verschijnselen en de daaruit voortvloeiende moeilijkheid om de windsnelheid met zekerheid te meten, wordt het uitzonderlijk karakter aan de opgemeten schade bepaald, met als basis de Enhanced Fujita Scale ("verbeterde schaal van Fujita").
Het bereiken van minstens categorie EF2 op de verbeterde schaal van Fujita : "Aanzienlijke schade. Daken worden van goed gebouwde huizen afgerukt, huizen met een licht gebinte worden van hun fundering verplaatst, woonwagens en schuren worden vernietigd, de meeste bomen worden ontworteld of zijn afgeknakt." 4.3. Bepalingsmethode 4.3.1. Verbeterde Schaal van Fujita. Met die schaal, ingedeeld in 28 schade-indicatoren, wordt, uitgaande van de ernst van de vastgestelde schade, de kracht van de tornado die zich voorgedaan heeft, ingeschat. 4.3.2. Terreinwaarnemingen (foto's, videobeelden...), informatie van de bevoegde ambtenaren, lijst van de interventies van de hulpdiensten, waarschuwingsberichten, doorlopende registers van de interveniërende partijen, persartikelen... ingezameld en gevalideerd door CRC-W. 4.3.3. Het Koninklijk Meteorologisch Instituut verstrekt in voorkomend geval de meteorologische informatie waarover het in verband met dat verschijnsel beschikt. 5. Hagel 5.1. Omschrijving Neerslag van specifieke ijsdeeltjes die ofwel afzonderlijk ofwel gebundeld in onregelmatige blokken voorkomen; deze deeltjes, de hagelstenen, hebben vaak een min of meer sferische vorm (soms conisch), en hun diameter varieert bij ons over het algemeen van 5 mm tot 5 cm. 5.2. Intensiteitscriteria en drempel om het label "uitzonderlijk" te krijgen De grootte van de waargenomen hagelstenen moet een diameter van minstens 4 cm bereiken.
Bij ontstentenis wordt de TORRO-schaal gebruikt en de graad H5 moet minstens worden bereikt : "sommige leien daken en sommige dakpannen vertonen breuken; talrijke vensters zijn gebroken; glazen dakpanelen en vensters uit gewapend glas zijn gebroken; het koetswerk van de meeste wagens blootgesteld aan de hagel vertoont zichtbare deuken; de romp van lichte vliegtuigen is ingedeukt; voor kleine dieren bestaat het risico op ernstige of zelfs dodelijke verwondingen; stukken schors worden van bomen gerukt; houtwerk vertoont deuken en barsten; grote takken van bomen zijn afgerukt." 5.3. Bepalingsmethode 5.3.1. Terreinwaarnemingen (foto's, videobeelden...), informatie van de bevoegde ambtenaren, lijst van de interventies van de hulpdiensten, waarschuwingsberichten, doorlopende registers van de interveniërende partijen, persartikelen... ingezameld en gevalideerd door CRC-W. 5.3.2. TORRO-schaal. De bereikte graad op deze schaal kan worden afgeleid van de ernst van de vastgestelde schade. 5.3.3. Radargegevens van het KMI : door deze gegevens te onderzoeken, kunnen regio's aangewezen worden waar de waarschijnlijkheid dat er zich hagelbuien voordoen, zeer groot is. 5.3.4. Het Koninklijk Meteorologisch Instituut verstrekt in voorkomend geval de meteorologische informatie waarover het in verband met dat verschijnsel beschikt. 6. Sneeuwophopingen 6.1. Omschrijving Sneeuw is een neerslagvorm bestaande uit, lucht bevattende en tot vlokken samengeklonterde, vertakte ijskristallen met een zeer variabele structuur en aspect. Ophopingen van meerdere dagen kunnen door de afwisseling van vorst en dooi het gewicht van de sneeuw aanzienlijk verzwaren hoewel zonnestraling dit verschijnsel kan temperen door sneeuwsublimatie te veroorzaken.
Het doorwegen van een sneeuwlaag hangt van de dikte en de dichtheid ervan af. 6.2. Intensiteitscriteria en drempel om het label "uitzonderlijk" te krijgen De opgehoopte sneeuwdikte moet op een horizontaal vlak een belasting teweegbrengen die hoger is dan de sneeuwbelasting bepaald in norm NBN ENV 1991-1-3 in de hypothese van een plat dak met veiligheidscoëfficiënt 1,5.
De hoogte wordt gelijkgesteld met het hoogste punt boven de zeespiegel in de betrokken gemeente.
Als er geen sneeuwdichtheid ter plaatse wordt berekend, wordt overeenkomstig bovenvernoemde norm een dichtheid van 1,5 kS/m2 als systeemnorm gebruikt. 6.3. Bepalingsmethode 6.3.1. Terreinwaarnemingen (foto's, videobeelden...), informatie van de bevoegde ambtenaren, lijst van de interventies van de hulpdiensten, waarschuwingsberichten, doorlopende registers van de interveniërende partijen, persartikelen... ingezameld en gevalideerd door CRC-W. 6.3.2. Waarnemingen van de sneeuwlaag in het Belgisch klimatologisch meetnet, gevalideerd door het KMI. 6.3.3. Algemene meteorologische toestand, met inbegrip van de temperaturen, vastgesteld door het KMI. 6.3.4. Berekening door het CRC-W overeenkomstig voornoemde norm. 7. Aardbevingen 7.1. Omschrijving Een aardbeving stemt overeen met een relatief bruuske beweging van twee delen van de aardkorst langs een dikwijls reeds bestaande breuklijn. Deze breuk gaat gepaard met een plotse vrijgave van een grote hoeveelheid elastische energie, waarbij meerdere types van seismische golven voortgebracht worden die gaan uitwaaieren en die zich aan de oppervlakte zullen voordoen als grondtrillingen.
Als één enkele beving worden beschouwd, de initiële aardbeving en de naschokken die zich in de 168 uur voordoen en de daaruit voortvloeiende natuurverschijnselen. 7.2. Intensiteitscriteria en drempel om het label "uitzonderlijk" te krijgen Lokale magnitude ML op de schaal van Richter, berekend door de Koninklijke Sterrenwacht van België EN Intensiteitsgraad VII op de Europese Macroseismische Schaal met betrekking tot de schade geleden in België : a) de meeste mensen hebben schrik en trachten naar buiten te snellen. Veel personen hebben moeite om rechtop te blijven staan, voornamelijk op de hogere verdiepingen; b) meubels worden verplaatst en de meubles met hooggelegen zwaartepunt kunnen omvallen.Talrijke voorwerpen vallen van de rekken.
Waterbakken, reservoirs en zwembaden lopen over; c) veel gebouwen van kwetsbaarheidsklasse A lijden schade van de derde graad, sommige van de vierde graad.Veel gebouwen van kwetsbaarheidsklasse B lijden schade van de tweede graad, sommige van de derde graad. Sommige gebouwen van kwetsbaarheidsklasse C lijden schade van de tweede graad. Sommige gebouwen van kwetsbaarheidsklasse D lijden schade van de eerste graad. 7.3. Bepalingsmethode 7.3.1. Intensiteitsschaal EMS98. De Sterrenwacht voert een officiële enquête uit bij de gemeentebesturen en bij particulieren (via internet) om zodiende een zogenaamd macroseismische kaart op te maken, die de intensiteit (EMS-98) op elke plaats weergeeft. 7.3.2. Seismometernetwerk en accelerometer van de Koninklijke Sterrenwacht van België (Schaal van Richter). 7.3.3. Terreinwaarnemingen (foto's, videobeelden...), informatie van de bevoegde ambtenaren, lijst van de interventies van de hulpdiensten, waarschuwingsberichten, doorlopende registers van de interveniërende partijen, persartikelen... ingezameld en gevalideerd door CRC-W. 8. Aardverzakkingen en -verschuivingen 8.1. Omschrijving Een aardverschuiving of -verzakking is een plotse beweging te wijten aan een natuurlijk fenomeen, met uitzondering van de aardbeving, van een belangrijke massa van de bodemlaag die goederen vernielt of beschadigt, vaak op een zeer lokale schaal.
Een aardverschuiving wordt gekenmerkt : in het stroomopwaarts gelegen gedeelte, door breuklijnen of door scheuren, in de hoofdrichtingen en zijdelings, met een plotse hellingbreuk (concave helling); in het stroomafwaarts gelegen gedeelte : door rug- of walvorming (of frontaal) met convexe helling. De druk uitgeoefend op deze wal uit zich dikwijls in een abnormaal tracé van afwaartse waterlopen, door een gedeukt topografisch oppervlak (golvingen, verspreide blokken van grote omvang...).
Verschuivingen van kunstmatige terrils of steenbergen worden niet als natuurverschijnselen beschouwd.
Grondverschuivingen in Wallonië vinden vaak hun oorsprong in een natuurlijke ondergrondse instorting die het gevolg is van de wateractiviteit in karstisch gebied.
Grondverschuivingen toe te schrijven aan ondergrondse instortingen door mijnexploitatie of bemalingen worden niet als natuurverschijnselen beschouwd. Dit geldt ook voor grondverschuivingen ten gevolge van de exploitatie van steengroeven.
Verschijnselen zoals het scheuren van gebouwen, omgevallen of scheefhangende bomen, vervorming van het wegennet ter plaatse van de aardverschuiving zijn ook identificatiecriteria van actieve bewegingen. 8.2. Intensiteitscriteria en drempel om het label "uitzonderlijk" te krijgen - de natuurlijke oorsprong van het verschijnsel is aangetoond; - de schade aan de gebouwen is minstens vergelijkbaar met de schade omschreven voor intensiteit VII in de Europese Macroseismische Schaal : veel gebouwen van kwetsbaarheidsklasse A lijden schade van de derde graad, sommige van de vierde graad. Veel gebouwen van kwetsbaarheidsklasse B lijden schade van de tweede graad, sommige van de derde graad. Sommige gebouwen van kwetsbaarheidsklasse C lijden schade van de tweede graad. Sommige gebouwen van kwetsbaarheidsklasse D lijden schade van de eerste graad; - plotse leidingbreuken; veralgemeende inzakking van straten, wegen en terrassen. 8.3. Bepalingsmethode 8.3.1. Karakterisering van de natuurlijke oorsprong van het verschijnsel door CACEff ("Cellule d'Avis et de Conseils Effondrements") van de Waalse Overheidsdienst. 8.3.2. Lokale enquête en toepassing van schaal EMS98 door het crisiscentrum van Wallonië met ondersteuning door CACEff. 8.3.3. Terreinwaarnemingen (foto's, videobeelden...), informatie van de bevoegde ambtenaren, lijst van de interventies van de hulpdiensten, waarschuwingsberichten, doorlopende registers van de interveniërende partijen, persartikelen... ingezameld en gevalideerd door CRC-W. 9. Rotslawine 9.1. Omschrijving Rotslawines doen zich voor, wanneer een natuurlijke structuur van samenhangende rots plots en bruusk loskomt met neervallende rotsstukken. Als gevolg van deze gebeurtenis wordt op de bodem een ophoping van aarde en rotspuin vastgesteld.
De fysieke verwering van het rotsgesteente is toe te schrijven aan afwisselende vorst en dooi; intense neerslag in de vorm van regen en waterinfiltratie in het rotsmassief kunnen veroorzakende factoren zijn. 9.2. Intensiteitscriteria en drempel om het label "uitzonderlijk" te krijgen - de natuurlijke oorsprong van het verschijnsel is aangetoond; - ten gevolge van de inzakking wordt meer dan 10 m3 opgehoopte puin gemeten. 9.3. Bepalingsmethode 9.3.1. Karakterisering van de natuurlijke oorsprong van het verschijnsel door CACEff ("Cellule d'Avis et de Conseils Effondrements") van de Waalse Overheidsdienst. 9.3.2. Lokale enquête door het crisiscentrum van Wallonië met ondersteuning door CACEff. 9.3.3. Het Koninklijk Meteorologisch Instituut verstrekt in voorkomend geval meteorlogische informatie over neerslag en temperatuur voor een periode van tien dagen voorafgaand aan de gebeurtenis. 9.3.4. Terreinwaarnemingen (foto's, videobeelden...), informatie van de bevoegde ambtenaren, lijst van de interventies van de hulpdiensten, waarschuwingsberichten, doorlopende registers van de interveniërende partijen, persartikelen... ingezameld en gevalideerd door CRC-W. Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van het decreet van 26 mei 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 26/05/2016 pub. 17/10/2016 numac 2016205146 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende het herstel van sommige schade veroorzaakt door algemene natuurrampen sluiten betreffende het herstel van sommige schade veroorzaakt door algemene natuurrampen.
Namen, 21 juli 2016.
De Minister-President, P. MAGNETTE