gepubliceerd op 18 juni 1999
Besluit van de Waalse Regering tot vaststelling van een lijst van met producten gelijk te stellen stoffen
20 MEI 1999. - Besluit van de Waalse Regering tot vaststelling van een lijst van met producten gelijk te stellen stoffen
De Waalse Regering, Gelet op Richtlijn 98/34/EG van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften;
Gelet op het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen, inzonderheid op artikel 3;
Gelet op het uitvoerige advies en de opmerkingen van de Europese Gemeenschap van 22 december 1998 en het verslag van het Waalse Gewest van 10 maart 1999;
Gelet op het advies van de Raad van State;
Op de voordracht van de Minister van Leefmilieu, Natuurlijke Hulpbronnen en Landbouw;
Na erover te hebben beraadslaagd, Besluit :
Artikel 1.In de zin van dit besluit wordt verstaan onder : 1° decreet : het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen;2° Minister : de Minister van Leefmilieu;3° Dienst : de "Office wallon des déchets" (Waalse Dienst voor afvalstoffen);4° erkend laboratorium : overeenkomstig artikel 40 van het decreet erkend laboratorium;5° "CET" : centrum voor technische ingraving zoals bepaald in artikel 2, 19°, van het decreet;6° "CWATUP" : het "Code wallon de l'Aménagement du Territoire, de l'Urbanisme et du Patrimoine" (Waals Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium);7° industriezone : de industriezone zoals bepaald bij het "CWATUP".
Art. 2.Onverminderd de beperkingen bedoeld in de artikelen 16 tot en met 25 van het besluit van de Waalse Regering van 14 november 1991 betreffende de grondwaterwinningen, de waterwinningsgebieden, de voorkomingsgebieden en de toezichtsgebieden en de kunstmatige aanvulling van de grondwaterlagen en onverminderd de bepalingen van het CWATUP, kunnen de stoffen opgenomen in de tweede kolom van bijlage I slechts als stoffen gelijkgesteld met producten worden gebruikt voor zover : 1. ze beantwoorden aan de productiecontext, aan de kenmerken en de gebruikswijze zoals aangestipt in bijlage I;2. de verwerkers en verdelers van de stoffen die met een kruisje zijn aangegeven in kolom 3 over een voorraadboekhouding voor bedoelde stoffen beschikken; 3. de verwerkers en verdelers van de stoffen die met een kruisje zijn aangegeven in kolom 4 over een gebruikscertificaat m.b.t. deze stoffen beschikken, afgeleverd door de Minister.
Van de technische voorschriften en de bestekken vermeld in bijlage I wordt de Dienst kennis gegeven. De Dienst deelt aan de betrokken instanties mee welke eventuele aanpassingen vereist zijn om op strengere wijze rekening te houden met de mogelijke milieu-effecten.
De tests voorzien in de bijlagen II en III kunnen doorgevoerd worden in een andere Lidstaat van de Europese Unie of in een EFTA-lidstaat die partij is in het akkoord over de Europese economische ruimte volgens voorschriften waardoor een gelijkwaardig veiligheidsniveau bereikt kan worden en door een instelling die gelijkwaardige waarborgen biedt inzake professionalisme en onafhankelijkheid.
Art. 3.De voorraadboekhouding bedoeld in artikel 2, 2°, moet volgende informatie bevatten : 1. een samenvattende lijst van de gebruikte hoeveelheid per gebruiker;2. de hoeveelheid die per partij afgeleverd werd met vermelding van leverdatum en refertenummer van bedoelde partij;3. de identiteit van de gebruiker, gebruikstype en plaats. De voorraadboekhouding kan te allen tijde door de Dienst worden opgevraagd en moet minstens twintig jaar te rekenen vanaf de laatst doorgevoerde verkoop van de stof worden bewaard. Indien de bedrijvigheid wordt stopgezet, wordt de boekhouding van rechtswege aan de Dienst overgemaakt.
Art. 4.De aanvraag voor een gebruikscertificaat zoals bedoeld in artikel 2, 3°, wordt overeenkomstig het model in bijlage IV per aangetekend schrijven opgezonden of tegen ontvangstbewijs overhandigd aan de Dienst.
De aanvraag wordt opgestuurd samen met : 1. een conformiteitstest m.b.t. de gebruikte stof, die aan de parameters vastgesteld in bijlage II moet voldoen; 2. een test i.v.m. de kwaliteitswaarborg m.b.t. de productie van de stof die moet beantwoorden aan de parameters vastgesteld in bijlage III; 3. een gebruikshandleiding over de stof, bestemd om ter beschikking te worden gesteld van de gebruikers en waarin minstens de informatie wordt opgenomen m.b.t. de technische kenmerken en de gebruikswijze.
De Dienst licht de Minister in de dag waarop eerstgenoemde de aanvraag toegestuurd krijgt.
Art. 5.De aanvraag is onvolledig indien de inlichtingen bedoeld in artikel 4 niet verstrekt werden.
De aanvraag is onontvankelijk : 1. indien ze ingediend werd zonder naleving van artikel 4, eerste lid;2. indien ze tot twee maal toe onvolledig werd geacht.
Art. 6.§ 1. Indien de aanvraag volledig en ontvankelijk is, licht de Dienst de aanvrager daar per aangetekend schrijven over in binnen een termijn van vijftien dagen na de ontvangst van de aanvraag. § 2. Indien de aanvraag onvolledig is of indien de Dienst van mening is dat aanvullende inlichtingen nodig zijn, wordt de aanvrager daarvan op de hoogte gesteld onder dezelfde voorwaarden en binnen dezelfde termijnen, waarbij hem gemeld worden welke stukken of inlichtingen ontbreken.
Op straffe van onontvankelijkheid van de aanvraag worden de gevraagde stukken of inlichtingen uiterlijk dertig dagen na de ontvangst van het aangetekend schrijven bedoeld onder het eerste lid verstrekt overeenkomstig artikel 4, eerste lid.
Binnen vijftien dagen na de ontvangst van de aanvullende stukken/inlichtingen, licht de Dienst de aanvrager daarover in dat de aanvraag volledig en ontvankelijk is volgens de wijze voorzien onder § 1. § 3. Indien de aanvraag onontvankelijk is, licht de Dienst de aanvrager daarover in op de wijze voorzien onder § 1 of, in voorkomend geval, binnen de termijn voorzien onder § 2, derde lid, waarbij in de beslissing de redenen van onontvankelijkheid worden opgegeven. § 4. Tijdens de behandeling van de aanvraag kan de Dienst aanvullende inlichtingen opvragen over de stof waarvoor de aanvraag is ingediend.
De termijnen vastgesteld onder § 5 en bij artikel 7 worden verlengd met de termijn die de aanvrager nodig heeft om de vraag om aanvullende inlichtingen van de Dienst te beantwoorden, waarbij de termijn ter verlenging van de eerste termijn dertig dagen niet mag overschrijden. § 5. Binnen zeventig dagen te rekenen vanaf de dag waarop de aanvraag als volledig en ontvankelijk is beschouwd door de Dienst, wordt door laatstgenoemde aan de Minister advies uitgebracht, met voorstel tot beslissing.
Indien er in bovenbedoelde termijn geen advies wordt uitgebracht, wordt bedoeld advies geacht gunstig te zijn. § 6. Indien de Dienst geen enkele beslissing heeft opgestuurd binnen de termijnen bedoeld onder de §§ 1 en 2, derde lid, wordt de aanvraag als volledig en ontvankelijk beschouwd.
Art. 7.De Minister geeft de aanvrager per aangetekend schrijven kennis van de door hem getroffen beslissing binnen een termijn van negentig dagen te rekenen vanaf de kennisgeving van het feit dat de aanvraag volledig en ontvankelijk is.
Het gebruikscertificaat wordt voor een periode van vijf jaar afgeleverd.
De periodiciteit en de voorschriften i.v.m. de bemonstering voor de tests i.v.m. de kwaliteitswaarborg die de houder van het certificaat door moet voeren en aan de Dienst mede moet delen, worden door de Minister vastgelegd.
Art. 8.Het gebruikscertificaat kan door de Minister geschorst of ingetrokken worden op advies van de Dienst indien de verplichtingen die door het certificaat worden opgelegd of de voorwaarden die door dit besluit worden vastgesteld, niet worden nageleefd.
Art. 9.Het gebruikscertificaat kan worden verlengd. In dat geval wordt er in de aanvraag tot verlenging naast de inlichtingen bedoeld in artikel 4 een samenvattend verslag opgenomen m.b.t. de kwaliteitstests die werden doorgevoerd tijdens de laatste periode waarin het gebruikscertificaat geldig was.
Art. 10.De Dienst houdt een register bij waarin de afgeleverde gebruikscertificaten worden bewaard.
Art. 11.Artikel 5, eerste lid, 1°, van het besluit van de Waalse Regering van 30 november 1995 het beheer van stoffen die d.m.v. bagger- of ruimingswerken uit de bedding en de oevers van waterlopen en watervlakken verwijderd worden, wordt opgeheven.
Art. 12.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 13.De Minister van Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 20 mei 1999.
De Minister-President van de Waalse Regering, belast met Economie, Buitenlandse Handel, K.M.O.'s, Toerisme en Patrimonium, R. COLLIGNON De Minister van Leefmilieu, Natuurlijke Hulpbronnen en Landbouw, G. LUTGEN
Bijlage I : Lijst der stoffen die gelijkgesteld kunnen worden met producten Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Waalse Regering van 20 mei 1999 tot vaststelling van een lijst van met producten gelijk te stellen stoffen Namen, 20 mei 1999.
De Minister-President van de Waalse Regering, belast met Economie, Buitenlandse Handel, K.M.O.'s, Toerisme en Patrimonium, R. COLLIGNON De Minister van Leefmilieu, Natuurlijke Hulpbronnen en Landbouw, G. LUTGEN
Bijlage II : Kenmerken van stoffen gelijk te stellen met producten 1. Oriënteringslijst referentiekenmerken van niet vervuilde aarde (MA 01 001) Het volgende mag de stof niet bevatten : 1° zowel in massa als in volume : : - meer dan 1% niet-steenachtige stoffen zoals gips, rubber, isolatiemateriaal, dakbedekkingsmateriaal; - meer dan 5% organisch materiaal tels que hout, plantenresten; - meer dan 5% steenachtige stoffen, zoals natuursteen, afbraakpuin e.d.m. 2° hierna vermelde bestanddelen boven de aangegeven grens, voor standaardstoffen die een kleigehalte hebben van 10 % (op de minerale componenten) en een gehalte van organisch materiaal van 2% (op droge stoffen) : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Opmerkingen : (1) M.S. : Droge stof (2) Moet enkel worden doorgevoerd indien hun aanwezigheid bewezen is door chromatografische aftasting in gasfase gekoppeld aan een massaspectrometer (GC-MS).(3) Winbare gehalogeneerde waterstoffen.(4) De bepaling van bijzondere anorganische of organische bestanddelen of componenten kan opgevraagd worden bij de Dienst. Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Waalse Regering van 20 mei 1999 tot vaststelling van een lijst van met producten gelijk te stellen stoffen.
Namen, 20 mei 1999.
De Minister-President van de Waalse Regering, belast met Economie, Buitenlandse Handel, K.M.O.'s, Toerisme en Patrimonium, R. COLLIGNON De Minister van Leefmilieu, Natuurlijke Hulpbronnen en Landbouw, G. LUTGEN
Bijlage III : Kwaliteitstest van met producten gelijkstelbare stoffen waarvoor een gebruikscertificaat nodig is. 1. Behandelde slakken en afgeleiden daarvan vermengd met hydraulisch bindmiddel (MA 01 009) A.Lisciviatietest Test doorgevoerd volgens norm DIN 38414 S4 (lisciviatieduur : 24 uur) voor hiernavermelde parameters. Moet in een erkend laboratorium gebeuren : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Opmerkingen : (1) M.S. : droge stof. (2) Moet enkel worden doorgevoerd indien hun aanwezigheid bewezen is door chromatografische aftasting in gasfase gekoppeld aan een massaspectrometer (GC-MS).(3) Winbare gehalogeneerde waterstoffen.(4) De bepaling van bijzondere anorganische of organische bestanddelen of componenten kan opgevraagd worden bij de Dienst. Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Waalse Regering van 20 mei 1999 tot vaststelling van een lijst van met producten gelijk te stellen stoffen.
Namen, 20 mei 1999.
De Minister-President van de Waalse Regering, belast met Economie, Buitenlandse Handel, K.M.O.'s, Toerisme en Patrimonium, R. COLLIGNON De Minister van Leefmilieu, Natuurlijke Hulpbronnen en Landbouw, G. LUTGEN
Bijlage IV : Aanvraagformulier ter verkrijging van gebruikscertificaat Opsturen naar Office wallon des Déchets Avenue Prince de Liège, 15 5100 JAMBES Tel. : 081/33.65.58 Fax. : 081/33.65.33 Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Waalse Regering van 20 mei 1999 tot vaststelling van een lijst van met producten gelijk te stellen stoffen.
Namen, 20 mei 1999.
De Minister-President van de Waalse Regering, belast met Economie, Buitenlandse Handel, K.M.O.'s, Toerisme en Patrimonium, R. COLLIGNON De Minister van Leefmilieu, Natuurlijke Hulpbronnen en Landbouw, G. LUTGEN