Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 20 december 2023
gepubliceerd op 28 februari 2024

Besluit van de Waalse Regering betreffende de vernietiging van wilde zwijnen en tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 18 oktober 2002 waarbij de vernietiging van sommige soorten wild mogelijk gemaakt wordt

bron
waalse overheidsdienst
numac
2024001785
pub.
28/02/2024
prom.
20/12/2023
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

20 DECEMBER 2023. - Besluit van de Waalse Regering betreffende de vernietiging van wilde zwijnen en tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 18 oktober 2002Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 18/10/2002 pub. 27/11/2002 numac 2002028130 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering waarbij de vernietiging van sommige soorten wild mogelijk gemaakt wordt sluiten waarbij de vernietiging van sommige soorten wild mogelijk gemaakt wordt


De Regering, Gelet op de jachtwet van 28 februari 1882, artikel 7, § 1, zoals laatst gewijzigd door het decreet van 17 juli 2018 en artikel 9, zoals laatst gewijzigd door het decreet van 16 februari 2017;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 18 oktober 2002Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 18/10/2002 pub. 27/11/2002 numac 2002028130 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering waarbij de vernietiging van sommige soorten wild mogelijk gemaakt wordt sluiten waarbij de vernietiging van sommige soorten wild mogelijk gemaakt wordt;

Gelet op het rapport van 20 april 2023, opgemaakt overeenkomstig artikel 3, 2°, van het decreet van 11 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/04/2014 pub. 06/06/2014 numac 2014203532 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen sluiten houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen;

Gelet op het advies van de beleidsgroep "Landelijke aangelegenheden", afdeling "Jacht", gegeven op 1 augustus 2023;

Gelet op het verzoek om adviesverlening binnen een termijn van dertig dagen, gericht aan de Raad van State op 29 november 2023, overeenkomstig artikel 84, § 1, lid 1, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat het aantal populaties wilde zwijnen in Wallonië op veel plaatsen zeer hoog blijft, ondanks de mogelijkheid om het hele jaar door op wilde zwijnen te jagen door bers- of loerjacht;

Overwegende dat dit zeer hoge aantal de schade verergert die wilde zwijnen veroorzaken aan de landbouw en bosaanplantingen in jaren waarin de klimatologische omstandigheden hun voorkomen bevorderen;

Overwegende dat dit zeer hoge aantal ook het risico op een aanzienlijke verspreiding van wilde zwijnen verhoogt in dichtbevolkte gebieden waar het moeilijk te reguleren is;

Overwegende dat dit zeer hoge aantal een aanzienlijk gezondheidsrisico inhoudt wat de verspreiding van Afrikaanse varkenspest betreft;

Overwegende de resultaten die zijn behaald in de strijd tegen de verspreiding van Afrikaanse varkenspest in de Gaumestreek door het gebruik van vernietigingsmethoden zoals nachtelijk afschieten en vallen;

Overwegende dat nachtelijk afschieten op de vlaktes kan helpen om de aantallen wilde zwijnen te verminderen, ze weg te houden van de vlaktes en de schade daar te beperken, gezien de nachtelijke gewoonten van de soort;

Overwegende dat de vangst met behulp van vallen een doeltreffende oplossing kan zijn voor de regulering van wilde zwijnen, met name in gebieden waar het moeilijk is om goede resultaten te verkrijgen door de jacht;

Op voordracht van de Minister die verantwoordelijk is voor de jacht;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I - Algemeen

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1° de Minister: de Minister die verantwoordelijk is voor de jacht;2° de administratie: het Departement Natuur en Bos van de Waalse Overheidsdienst Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu;3° de directeur: de directeur van het Departement Natuur en Bos met territoriale bevoegdheid voor het grondgebied waar de vernietiging van wilde zwijnen wordt uitgevoerd;4° het hoofd van het kantonnement: het hoofd van het kantonnement van het Departement Natuur en Bos met territoriale bevoegdheid voor het grondgebied waar de vernietiging van wilde zwijnen wordt uitgevoerd;5° de bijzondere veldwachter: de bijzondere veldwachter bedoeld in artikel 61 van het Landbouwwetboek, belast met het toezicht op de jacht;6° nachtelijke loerjacht: de loerjacht tussen één uur na de officiële zonsondergang en één uur vóór de officiële zonsopgang.

Art. 2.Het is verboden wilde zwijnen te vernietigen zonder voorafgaande toestemming van de Minister of de directeur, behalve wanneer deze vernietiging verplicht is gesteld krachtens de bepalingen van hoofdstuk 7.

Art. 3.Elke persoon die de vernietiging van wilde zwijnen uitvoert, moet in het bezit zijn van een geldige jachtvergunning of een geldig jachtverlof.

Deze verplichting geldt niet voor: 1° bijzondere veldwachters;2° de agenten en boswachters van de administratie, die de hoedanigheid hebben van agent of officier van de gerechtelijke politie, handelend in het kader van hun functie.

Art. 4.De vergunningsaanvraag moet het volgende bevatten: 1° de reden voor de aanvraag tot vernietiging;2° de voorziene methoden voor de vernietiging;3° de identiteit van de personen die de vernietiging uitvoeren, de hoedanigheid waarin zij handelen en het nummer van hun jachtvergunning of jachtverlof, behalve in het geval van een bijzondere veldwachter; 4° een topografische kaart op een schaal van 1:10.000, 1:20.000 of 1:25.000 waarop de grenzen van het te beschermen terrein of het grondgebied waarop de vernietiging zal plaatsvinden en, in voorkomend geval, de plaats van de nachtelijke loerjacht en vallen zijn aangegeven.

Met betrekking tot punt 3 geldt dat wanneer de geplande methode voor het vernietigen van wilde zwijnen een drijfjacht is, alleen de identiteit van de organisator van de drijfjacht en het nummer van zijn jachtvergunning of jachtverlof in de vergunningsaanvraag worden vermeld.

Art. 5.De vergunning is persoonlijk en vermeldt minstens: 1° de identiteit van de persoon die de vernietiging uitvoert;2° de plaats van vernietiging;3° de gebruikte vernietigingsmethoden;4° de te volgen procedures om de autoriteiten de informatie bedoeld in de artikelen 10, 19 en 26 te verstrekken;5° de geldigheidsduur van de vergunning. Wat 1° betreft, staat in de vergunning voor de organisatie van een drijfjacht enkel de identiteit van de organisator vermeld.

De vernietigingsvergunning wordt verleend als er geen andere bevredigende oplossing bestaat.

De vernietigingsvergunning is maximaal zes maanden geldig.

De directeur kan een vernietigingsvergunning vroegtijdig beëindigen als de omstandigheden die deze rechtvaardigden niet langer bestaan of als de specifieke voorwaarden met betrekking tot de toegestane vernietigingsmethoden niet zijn vervuld.

Art. 6.Elke persoon met een vergunning om wilde zwijnen te vernietigen, moet de vergunning bij zich hebben en deze voorleggen bij elk verzoek van de agenten bedoeld in artikel 24 van de jachtwet van 28 februari 1882.

Art. 7.De aanvragen en vergunningen voor vernietiging van wilde zwijnen worden verzonden met elk middel dat toelaat de verzending met zekerheid te dateren.

Art. 8.Onverminderd artikelen 13 en 16 kunnen de volgende methoden toegelaten worden om wilde zwijnen te vernietigen: 1° de drijfjacht met of zonder honden, uitsluitend overdag, onder de bijzondere voorwaarden vermeld in hoofdstuk 4;2° loer- of bersjacht, tussen één uur voor de officiële zonsopgang en één uur na de officiële zonsondergang;3° nachtelijke loerjacht, onder de bijzondere voorwaarden vermeld in hoofdstuk 5;4° het vangen met netten, vallen, vangnetten, vangkooien en andere voorzieningen waarmee levende wilde zwijnen kunnen worden gevangen, overdag of 's nachts, onder de bijzondere voorwaarden vermeld in hoofdstuk 6;5° het schieten vanaf oogstmachines tijdens oogstwerkzaamheden.

Art. 9.§ 1. Wilde zwijnen en alle dieren van uitheemse soorten die per ongeluk gevangen worden, moeten met een vuurwapen gedood worden.

Voor het doden van wilde zwijnen mogen alleen vuurwapens en munitie worden gebruikt die zijn toegestaan voor de jacht op deze grote wildsoort. § 2. In afwijking van paragraaf 1 is het volgende toegestaan: 1° houders van een geldige jachtvergunning of een geldig jachtverlof, alsook de personen bedoeld in artikel 14, § 1, lid 2, van de jachtwet van 28 februari 1882, kunnen een mes gebruiken om een gewond wild zwijn af te maken; 1° houders van een geldige jachtvergunning of een geldig jachtverlof kunnen een geweer van kaliber .22 of 5,58 millimeter gebruiken om een gevangen wild zwijn te doden; 3° de geleider van een bloedhond kan een gepantserde jachtkogel gebruiken of laten gebruiken door zijn begeleider die houder is van een jachtvergunning of -verlof om een gewond wild zwijn af te maken.

Art. 10.Uiterlijk vijftien dagen na het verstrijken van de geldigheidsduur van een vernietigingsvergunning deelt de houder op de wijze vermeld in de vergunning aan de administratie mee hoeveel wilde zwijnen hij per leeftijdscategorie en geslacht in het kader van de vergunning heeft afgeschoten;

Gedurende de drie jaar volgend op de inwerkingtreding van dit besluit deelt de houder van een vergunning eveneens het volgende mee: 1° het aantal nachtelijke loerjachtsessies en het totale aantal wilde zwijnen, per leeftijdscategorie en geslacht, dat tijdens deze sessies is afgeschoten;2° het aantal operaties uitgevoerd vanuit een landbouwoogstmachine en het aantal wilde zwijnen, per leeftijdscategorie en geslacht, dat tijdens deze operaties is afgeschoten;3° voor elke val: a) het aantal wilde zwijnen, per leeftijdscategorie en geslacht, dat is gevangen en afgeschoten;b) het aantal dieren van uitheemse soorten dat is gevangen en afgeschoten;c) het aantal vrijgelaten dieren, per soort. HOOFDSTUK II - Vernietiging van wilde zwijnen op verzoek van de grondgebruiker

Art. 11.Op voorwaarde dat er geen andere bevredigende oplossing bestaat, kan de grondgebruiker van het te beschermen terrein de directeur een vergunning om wilde zwijnen te vernietigen vragen om de volgende redenen: 1° om ernstige schade aan gewassen te voorkomen;2° in het belang van de bescherming van flora en fauna.

Art. 12.Vernietiging kan het hele jaar door worden toegestaan, uitsluitend op te beschermen terreinen, inclusief tijdens het oogsten van gewassen.

Art. 13.Alle vernietigingsmethoden vermeld in artikel 8 mogen worden gebruikt in het kader van de vernietiging bedoeld in artikel 11. Het is echter verboden om vallen te zetten in te beschermen gewassen.

Art. 14.De vernietiging wordt uitgevoerd door de grondgebruiker van het te beschermen terrein.

Indien de grondgebruiker van het te beschermen terrein niet voldoet aan de voorwaarden van artikel 3 of de vernietiging niet zelf wenst uit te voeren, kan hij de volgende personen uitnodigen om de vernietiging voor zijn rekening uit te voeren: 1° de houder van het jachtrecht op de te beschermen terreinen, die dit recht daadwerkelijk uitoefent, en zijn bijzondere veldwachters;2° bij ontstentenis van eerstgenoemde, elke houder van een geldige jachtvergunning of een geldig jachtverlof. HOOFDSTUK III - Vernietiging van wilde zwijnen op verzoek van de houder van het jachtrecht

Art. 15.Op voorwaarde dat er geen andere bevredigende oplossing bestaat, kan de houder van het jachtrecht die dit recht daadwerkelijk uitoefent, een vergunning aanvragen om wilde zwijnen te vernietigen: 1° om ernstige schade aan gewassen te voorkomen;2° in het belang van de bescherming van klein wild;3° in geval van grote en aanzienlijke schade aan jonge bosaanplantingen van minder dan 3 jaar oud. In afwijking van lid 1 kan de eigenaar van een bos waarin de jacht niet wordt beoefend, een vergunning om wilde zwijnen te vernietigen aanvragen teneinde grote schade aan gewassen en jonge bosaanplantingen van minder dan 3 jaar te voorkomen, op voorwaarde dat het bos geen jachtgebied vormt of deel uitmaakt van een jachtgebied dat voldoet aan de voorwaarden van artikel 2bis van de jachtwet van 28 februari 1882.

Art. 16.De methoden vermeld in artikel 8, 1°, 2° en 4° mogen worden gebruikt in het kader van de vernietiging van wilde zwijnen bedoeld in artikel 15.

De methode vermeld in artikel 8, 4°, mag echter slechts in de volgende drie gevallen worden toegepast: 1° in bossen, als de vernietiging van wilde zwijnen in het belang is van de bescherming van klein wild;2° in de bossen bedoeld in artikel 15, lid 2, wanneer de vernietiging van wilde zwijnen gericht is op het voorkomen van aanzienlijke schade aan gewassen en jonge bosaanplantingen van minder dan drie jaar oud;3° in miscanthus, als de vernietiging van wilde zwijnen gericht is op het voorkomen van aanzienlijke schade aan gewassen.

Art. 17.De vernietiging van wilde zwijnen in het jachtgebied van de aanvrager kan het hele jaar door worden toegestaan.

Art. 18.De vernietiging wordt uitgevoerd door de houder van het jachtrecht, door elke andere houder van een geldige jachtvergunning of een geldig jachtverlof die door hem wordt uitgenodigd en door zijn bijzondere veldwachters. HOOFDSTUK IV - Bijzondere voorwaarden voor de drijfjacht voor de vernietiging van wilde zwijnen

Art. 19.De begunstigde van de vergunning moet het hoofd van het kantonnement vooraf op de hoogte brengen van het verloop van drijfjacht voor de vernietiging van wilde zwijnen volgens de bepalingen vermeld in de vergunning.

Art. 20.Wanneer de drijfjacht voor vernietiging van wilde zwijnen in het bos plaatsvindt, informeert de begunstigde van de vergunning het publiek over het verloop ervan door middel van affiches volgens het model in bijlage 1, die aan de hoofdingangen van het bos worden aangebracht. HOOFDSTUK V - Bijzondere voorwaarden voor de nachtelijke loerjacht op wilde zwijnen

Art. 21.De nachtelijke loerjacht op wilde zwijnen gebeurt alleen van 16 augustus tot en met 30 juni vanaf posten die aan de volgende voorwaarden voldoen: 1° de post is op de grond afgebakend en zo geplaatst dat het schot naar de vlakte wordt gericht en wordt vermeden om te schieten in de richting van een voor het openbaar verkeer toegankelijke weg;2° de post is verhoogd zodat de schutter zijn kogels kan begraven;3° de post is meer dan honderd meter verwijderd van de grens van een gebied waar de jacht door anderen wordt beoefend.4° er mag worden geschoten tot een afstand van maximaal honderd meter; deze afstand is op minimaal één punt op de grond aangegeven.

Afhankelijk van de omstandigheden van het te beschermen perceel kan de directeur strengere veiligheidsmaatregelen nemen met betrekking tot de maximale schietafstand en de minimale hoogte van de post vanaf waar wordt geschoten.

Art. 22.Het vuurwapen dat tijdens de nachtelijke loerjacht wordt gebruikt, moet zijn uitgerust met een vizier.

De volgende uitrusting is ook toegestaan tijdens de nachtelijke loerjacht: 1° een lichtbron, los van of direct gekoppeld aan het vuurwapen;2° een thermische kijker, los van het vuurwapen. De schutter mag op zijn post vergezeld worden door een ongewapende helper die verantwoordelijk is voor het hanteren van de lichtbron of de thermische kijker. Dit hanteren wordt niet beschouwd als een daad van vernietiging van wilde zwijnen en is niet onderworpen aan de voorwaarden van artikelen 2 en 3.

Art. 23.Elke verplaatsing van een persoon die de nachtelijke loerjacht mag beoefenen, moet gebeuren met het wapen ongeladen tussen één uur na de officiële zonsondergang en één uur voor de officiële zonsopgang.

Art. 24.Het zoeken of achtervolgen van een wild zwijn dat gewond raakte tijdens de nachtelijke loerjacht mag slechts gebeuren met behulp van een bloedhond vanaf het uur voorafgaand aan de officiële zonsopgang volgend op het schieten.

Art. 25.Het ophalen van een wild zwijn dat geschoten is tijdens de nachtelijke loerjacht, is toegelaten tussen één uur na de officiële zonsondergang en één uur voor de officiële zonsopgang, op voorwaarde dat de betrokkenen een licht dragen om hun aanwezigheid aan te geven.

Art. 26.Elke persoon met toestemming voor de nachtelijke loerjacht, moet de administratie vooraf op de hoogte brengen van zijn geplande loerjacht vanaf een bepaalde post. Deze kennisgeving dient te gebeuren volgens de bepalingen vermeld in de vernietigingsvergunning.

De directeur kan het plaatsen van affiches opleggen die het nachtelijke schieten aankondigen, afhankelijk van de specifieke kenmerken van de plaats van de vergunning. HOOFDSTUK VI - Bijzondere voorwaarden voor de jacht met vallen op wilde zwijnen

Art. 27.De jacht met vallen op wilde zwijnen is toegestaan onder de volgende voorwaarden: 1° de vallen worden uitgezet op meer dan honderd meter van de grens van een gebied waar de jacht door anderen wordt beoefend, en zijn niet zichtbaar vanaf een weg voor het openbaar verkeer;2° door het ontwerp van de vallen raken de gevangen dieren niet verwond;3° op de val is een informatiebord volgens het model in bijlage 2 aangebracht om te waarschuwen voor het gevaar om de val aan te raken of te betreden en om te wijzen op de verplichting om zo snel mogelijk weg te gaan als er dieren in worden aangetroffen;4° zodra de val geactiveerd is, wordt deze dagelijks minstens één keer tijdens de twee uur na zonsopgang ter plaatse of op afstand gecontroleerd, en worden de gevangen zwijnen zo snel mogelijk gedood in de val;5° als er per ongeluk dieren van een andere soort dan wilde zwijnen worden gevangen, worden ze onmiddellijk vrijgelaten, tenzij het een dier van een niet-inheemse soort betreft, dat moet worden gedood;6° het eventuele plaatsen van lokaas gebeurt onder de volgende voorwaarden: (a) het lokaas bestaat uitsluitend uit granen, waaronder maïs, en plantaardige teer;(b) het lokaas wordt verspreid binnen een afstand van honderd meter van de val en ook binnen de val, en meer dan honderd meter van de grenzen van elk grondgebied waar de jacht door anderen wordt beoefend;(c) de directeur kan strengere maatregelen nemen met betrekking tot het lokaas, in het bijzonder door de hoeveelheid lokaas te beperken afhankelijk van de omstandigheden van het te beschermen perceel.

Art. 28.In vallen gevangen wilde zwijnen mogen alleen worden gedood door personen die in het bezit zijn van een geldige jachtvergunning of een geldig jachtverlof en door bijzondere veldwachters.

Het onderhoud van vallen, met inbegrip van het plaatsen van lokaas voor wilde zwijnen, het toezicht op vallen, het activeren of deactiveren van vallen en het vrijlaten van dieren die niet het doelwit van de vangst zijn, worden niet als vernietiging beschouwd en mogen worden uitgevoerd door andere dan de in lid 1 genoemde personen.

De voorwaarden van de artikelen 2 en 3 zijn niet van toepassing voor deze personen. HOOFDSTUK VII - Verplichting tot vernietiging van wilde zwijnen

Art. 29.Indien voor het grondgebied van een jachtraad op 30 november ten minste vijftig procent van de vastgestelde schietdoelen ter voorkoming van belangrijke schade aan gewassen in het daaropvolgende jaar of in geval van een gezondheidsrisico voor de veestapel niet is bereikt, gelast de directeur, op bevel van de minister, alle houders van jachtrechten voor een oppervlakte van ten minste vijftig hectare bos om in het eerste kwartaal van het volgende jaar in hun grondgebied drijfjachten voor vernietiging te organiseren.

Om de effectiviteit ervan te verbeteren, coördineert de jachtraad de drijfjachten voor het vernietigen van wilde zwijnen die door zijn leden worden georganiseerd.

Artikel 20 is van toepassing op drijfjachten voor het vernietigen van wilde zwijnen bevolen door de directeur.

Art. 30.Teneinde de controle op de in artikel 29 bedoelde verplichting te verzekeren, delen de betrokken houders van jachtrechten binnen vijftien dagen na ontvangst van de kennisgeving van de directeur het volgende mee aan het hoofd van het kantonnement: 1° de datums van deze drijfjachten;2° de verzamelplaatsen.

Art. 31.Binnen achtenveertig uur na de laatste dag van de drijfjacht en voor elk van deze dagen, moet de houder van het jachtrecht het hoofd van het kantonnement op de hoogte brengen op de wijze vastgelegd door de administratie: 1° het aantal gewapende jagers en het aantal drijvers die per dag hebben deelgenomen;2° een indicatie van de gebieden die tijdens de dag zijn doorkruist;3° het aantal geziene wilde zwijnen en het aantal geschoten wilde zwijnen in elk gebied.

Art. 32.Indien uit de informatie bedoeld in artikel 31 of uit de waarnemingen ter plaatse door de ambtenaren van de administratie blijkt dat de door de directeur bevolen drijfjachten voor de vernietiging van wilde zwijnen slechts gedurende een deel van de dag zijn georganiseerd of dat het aantal jagers en drijvers aanzienlijk kleiner was dan bij de gebruikelijke drijfjachten, wordt de houder van het jachtrecht geacht het bevel van de directeur bedoeld in artikel 29 niet te hebben nageleefd. HOOFDSTUK VIII - Wijzigingen van het besluit van de Waalse regering van 18 oktober 2002Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 18/10/2002 pub. 27/11/2002 numac 2002028130 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering waarbij de vernietiging van sommige soorten wild mogelijk gemaakt wordt sluiten waarbij de vernietiging van sommige soorten wild mogelijk gemaakt wordt

Art. 33.Artikelen 6 tot en met 12 van het besluit van de Waalse Regering van 18 oktober 2002Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 18/10/2002 pub. 27/11/2002 numac 2002028130 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering waarbij de vernietiging van sommige soorten wild mogelijk gemaakt wordt sluiten waarbij de vernietiging van sommige soorten wild mogelijk gemaakt, worden opgeheven.

Art. 34.In hoofdstuk II van genoemd besluit wordt de titel van afdeling 5 vervangen door het volgende: "Afdeling 5. - Vernietiging van grof wild met uitzondering van wilde zwijnen".

Art. 35.In artikel 28, lid 1 van genoemd besluit worden de woorden "met uitzondering van wilde zwijnen," ingevoegd tussen de woorden "De vernietiging van grof wild" en de woorden "mag alleen plaatsvinden".

Art. 36.De Minister tot wiens bevoegdheden de Jacht behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 20 december 2023.

Voor de Regering: Minister-president, E. DI RUPO Minister van Economie, Buitenlandse Handel, Onderzoek en Innovatie, Digitalisering, Ruimtelijke Ordening, Landbouw, IFAPME en de Kenniscentra, W. BORSUS

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^