20 DECEMBER 2000. - Besluit van de Waalse Regering houdende uitvoering van het samenwerkingsakkoord gesloten op 4 juli 2000 door de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest in verband met de programma's voor taalbadcursussen

De Waalse Regering, Gelet op het samenwerkingsakkoord gesloten op 22 juni 2000 door de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest voor de financiering van de samenwerking in het raam van het gekruist beleid, de Europese structuurfondsen en de uitbouw van de cultuurbedrijven, goedgekeurd bij de decreten van 18 en 20 juli 2000;

Gelet op het samenwerkingsakkoord gesloten op 4 juli 2000 door de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest in verband met de programma's voor taalbadcursussen, goedgekeurd bij het decreet van 14 december 2000, inzonderheid op artikel 6;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de inwerkingtreding van het samenwerkingsakkoord gesloten op 22 juni 2000 door de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest voor de financiering van de samenwerking in het raam van het gekruist beleid, de Europese structuurfondsen en de uitbouw van de cultuurbedrijven, vorzien is in 2000;

Overwegende dat het decreet van 14 december 2000 houdende goedkeuring van het samenwerkingsakkoord gesloten op 4 juli 2000 door de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest in verband met de programma's voor taalbadcursussen in werking treedt de dag waarop het bekendgemaakt wordt in het Belgisch Staatsblad;

Overwegende dat het Beheerscomité, ingesteld overeenkomstig artikel 5 van bovenbedoeld samenwerkingsakkoord van 4 juli 2000, dwingend moet worden samengesteld vóór 21 december 2000 en dat het vóór die datum moet bijeenkomen, in werking moet zijn en zijn begroting voor het boekjaar 2000 moet vastleggen;

Overwegende dat de werkingsregels van het Beheerscomité dringend vastgelegd moeten worden en dat zijn huishoudelijk reglement zo spoedig mogelijk goedgekeurd moet worden;

Op de voordracht van de Minister van Tewerkstelling en Vorming;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.De Regering keurt het bij dit besluit gevoegde huishoudelijk reglement van het Beheerscomité goed.

Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking vanaf 1 januari 2000.

Art. 3.De Minister van Tewerkstelling en Vorming is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 20 december 2000.

De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Tewerkstelling en Vorming, Mevr. M. ARENA

Huishoudelijk reglement van het Beheerscomité van het Fonds voor de organisatie van programma's voor taalbadcursussen bestemd voor studenten van het onderwijs van de Franse Gemeenschap

Artikel 1.Het Beheerscomité van het Fonds voor de organisatie van programma's voor taalbadcursussen bestemd voor studenten van het onderwijs van de Franse Gemeenschap, ingesteld krachtens artikel 5 van het samenwerkingsakkoord gesloten op 4 juli 2000 door de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest in verband met de programma's voor taalbadcursussen, hierna "Beheerscomité" genoemd, heeft zijn zetel bij het Ministerie van het Waalse Gewest waar al de hem bestemde post gezonden moet worden.

Adres van het Beheerscomité : Fonds d'organisation de programmes d'immersion linguistique à destination des étudiants de l'enseignement de la Communauté française Ministère de la Région wallonne Direction générale de l'Economie et de l'Emploi Division de l'Emploi et de la Formation professionnelle Place de la Wallonie 1 5100 Jambes.

Art. 2.Overeenkomstig artikel 5, tweede lid, van het samenwerkingsakkoord dat op 4 juli 2000 door de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest werd gesloten in verband met de programma's voor taalbadcursussen, hierna "samenwerkingsakkoord" genoemd, wordt het voorzitterschap van het Beheerscomité beurtelings om de zes maanden waargenomen, de eerste termijn van zes maanden door een vertegenwoordig(st)er van het lid van de Waalse Regering dat bevoegd is voor Tewerkstelling en Vorming en de tweede termijn van zes maanden door een vertegenwoordig(st)er van het lid van de Regering van de Franse Gemeenschap dat bevoegd is voor het secundair onderwijs.

Art. 3.Overeenkomstig artikel 5, eerste lid, 3°, van het samenwerkingsakkoord, wordt het secretariaat van het Beheerscomité beurtelings om de zes maanden waargenomen, de eerste termijn van zes maanden door een vertegenwoordig(st)er van de Afdeling Tewerkstelling en Beroepsvorming van het Directoraat-generaal Economie en Tewerkstelling van het Ministerie van het Waalse Gewest en de tweede termijn van zes maanden door een vertegenwoordig(st)er van het Directoraat-generaal Verplicht onderwijs van het Ministerie van de Franse Gemeenschap.

Bij beslissing van de Waalse Regering van 31 augustus 2000 wordt het Directoraat-generaal Economie en Tewerkstelling vertegenwoordigd door de heer Jean-Marie Aendekerk, directeur, die bereikbaar is op volgend adres : Ministère de la Région wallonne Direction générale de l'Economie et de l'Emploi Division de l'Emploi et de la Formation professionnelle Place de la Wallonie 1 5100 Jambes Tel. : 081/33 43 11 Fax : 081/33 43 22 e-mail : jm.aendekerk@mrw.wallonie.be Bij beslissing van de Regering van de Franse Gemeenschap van 20 juli 2000 wordt het Directoraat-generaal Verplicht onderwijs van het Ministerie van de Franse Gemeenschap vertegenwoordigd door Mevr.

Jeanine Haime, die bereikbaar is volgend adres : Ministère de la Communauté française Direction générale de l'enseignement obligatoire Boulevard Pacheco 19, boîte 0 1010 Bruxelles Tel. : 02/210 69 13 Fax : 02/210 58 30 e-mail : jeanine.haime@cfwb.be

Art. 4.De notulen worden door het secretariaat opgemaakt en samen met de oproep voor de volgende vergadering aan de leden gezonden.

Art. 5.De voorzitter roept het Beheerscomité ten minste drie keer per jaar bijeen en telkens als het nodig is voor de uitoefening van de opdrachten.

Art. 6.Het secretariaat maakt de agenda op in overleg met de voorzitter. Het Beheerscomité kan in de loop van een vergadering beslissen één of meer punten aan de agenda toe te voegen, dan wel de stemmingen en beraadslagingen over een agendapunt naar een volgende vergadering te verschuiven.

Art. 7.Elk lid van het Beheerscomité mag via een aan het secretariaat gericht schrijven een bepaald punt laten agenderen.

Dat punt wordt geplaatst op de agenda van de vergadering die onmiddellijk volgt op de datum van de aanvraag op voorwaarde dat deze uiterlijk twintig kalenderdagen vóór de datum van de vergadering ingediend wordt.

Art. 8.De oproepingsbrieven worden opgesteld door het secretariaat.

Ze vermelden de datum, het uur en de plaats van de vergadering, alsmede de verschillende agendapunten.

Ze gaan vergezeld van de stukken en documenten die de agenda betreffen.

De oproepingsbrief en de desbetreffende documenten worden ten minste acht werkdagen vóór de datum van de vergadering aan de leden gezonden.

In spoedgevallen, die door de voorzitter worden vastgesteld, kan de oproepingsbrief vroeger verzonden worden en kunnen vóór de opening van de vergadering bij wijze van uitzondering aanhangsels aan de leden worden uitgedeeld.

Art. 9.De voorzitter leidt de debatten en ziet toe op de inachtneming van de voorschriften van het samenwerkingsakkoord en van dit reglement.

Art. 10.Het lid dat de vergadering niet kan bijwonen, verwittigt het secretariaat in een uiterlijk de dag vóór de vergadering toegezonden brief, en wordt verontschuldigd. Het kan vervangen worden door een plaatsvervanger die in die brief wordt genoemd.

Art. 11.De vergaderingen worden geopend, geschorst en gesloten door de voorzitter. Aan het begin van de vergadering maakt het secretariaat een presentielijst op en geeft het kennis van de lijst van de verontschuldigde leden.

De voorzitter legt de notulen van de vorige vergadering ter goedkeuring voor aan het Beheerscomité.

Art. 12.Het Beheerscomité bepaalt de procedure voor de behandeling van de aanvragen die hem worden overgemaakt.

Art. 13.De voorzitter kan op eigen initiatief of op voorstel van een lid het advies of de aanwezigheid van deskundigen eisen.

De aanwezige deskundigen mogen de stemprocedure niet bijwonen.

Art. 14.Het mandaat van de leden van het Beheerscomité loopt één jaar en is verlengbaar.

Art. 15.De vergaderingen van het Beheerscomité zijn niet openbaar.

De personen die de vergaderingen in welke hoedanigheid ook bijwonen, zijn binnen de perken van hun hoedanigheid van mandataris, verplicht tot de geheimhouding van de vertrouwelijke of persoonlijke documenten en gegevens die hen verstrekt worden, alsook tot de geheimhouding van de beraadslagingen en stemmingen.

Art. 16.De persoon die deelneemt aan een debat van het Beheerscomité over een programma voor taalbadcursussen waarbij hij een rechtstreeks belang heeft, moet de vergadering verlaten tijdens de beraadslagingen.

Art. 17.Er wordt op geldige wijze beraadslaagd bij aanwezigheid van minstens twee derde van de vertegenwoordigers van de Regeringen bedoeld in artikel 5, eerste lid, 1° en 2°, van het samenwerkingsakkoord.

Als die voorwaarde niet vervuld is, stelt de voorzitter dat vast en schorst hij de vergadering.

Hij roept binnen vijf kalenderdagen een nieuwe vergadering bijeen, met dezelfde agendapunten.

Het Beheerscomité kan tijdens de nieuwe vergadering op geldige wijze beraadslagen, ongeacht het aantal aanwezige leden.

Art. 18.Overeenkomstig het samenwerkingsakkoord neemt het Beheerscomité zijn beslissingen bij consensus of bij twee derde meerderheid van de aanwezige leden en voor zover er een gewone meerderheid is binnen de groepen die uit de vertegenwoordigers van de Regeringen bestaan.

De stemming gebeurt bij handopsteken. De opmerkingen van de minderheid worden samen met de uitslag van de stemming in de notulen opgenomen.

Art. 19.Elke wijziging in het huishoudelijk reglement wordt onderworpen aan de goedkeuring van de Regeringen nadat ze bij stemming is aangenomen.

De stemming vindt plaats ten vroegste op de vergadering na die waarop de wijziging wordt aangevraagd en voor zover de oproepingsbrief het agenderen van dat punt vermeldt.

Art. 20.Onder voorbehoud van de verlenging van het samenwerkingsakkoord wordt het voorzitterschap gedurende de tweede termijn van elk nieuw jaar beurtelings waargenomen door een vertegenwoordiger van het lid van de Regering van de Franse Gemeenschap dat bevoegd is voor het secundair onderwijs en door een vertegenwoordiger van het lid van de Franse Gemeenschap dat bevoegd is voor het hoger onderwijs.

Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van 20 december 2000 tot uitvoering van het samenwerkingsakkoord gesloten op 4 juli 2000 door de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest in verband met de programma's voor taalbadcursussen Namen, 20 december 2000.

De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Tewerkstelling en Vorming, Mevr. M. ARENA