gepubliceerd op 26 maart 1998
Besluit van de Waalse Regering tot bepaling van de aanvragen om stedebouwkundige vergunningen, verkavelingsvergunningen en stedebouwkundige attesten die aan een openbaar onderzoek worden onderworpen en van de voorschriften voor het openbaar onderzoek
19 MAART 1998. Besluit van de Waalse Regering tot bepaling van de aanvragen om stedebouwkundige vergunningen, verkavelingsvergunningen en stedebouwkundige attesten die aan een openbaar onderzoek worden onderworpen en van de voorschriften voor het openbaar onderzoek
De Waalse Regering, Gelet op het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedebouw en Patrimonium, inzonderheid op de artikelen 4, 84, 89, 97, 110 à 114, 123, 126, 127 à 129, 133 en 150, vervangen bij het decreet van 27 november 1997;
Gelet op het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 6 december 1985 houdende de bijlagen bij het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedebouw en Patrimonium;
Gelet op het advies van de "Conseil supérieur des Villes, Communes et Provinces de la Région wallonne" (Hoge Raad voor Steden, Gemeenten en Provincies van het Waalse Gewest), gegeven op 17 februari 1998;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door het feit dat het decreet van 27 november 1997 tot wijziging van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedebouw en Patrimonium in werking treedt op 1 maart 1998, en dat dit besluit voor die datum moet worden goedgekeurd voor de toepassing van de bovenvermelde artikelen van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedebouw en Patrimonium, omdat sommige aanvragen voorheen niet werden onderworpen aan een openbaar onderzoek;
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 11 maart 1998 overeenkomstig artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van de Minister van Ruimtelijke Ordening, Uitrusting en Vervoer, Besluit :
Artikel 1.In Boek IV, Titel I, van het bij het besluit van 27 november 1997 gewijzigde Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedebouw en Patrimonium worden de hoofdstukken XI en XII, die de artikelen 330 à 380 bevatten, vervangen als volgt : « HOOFDSTUK XI. - Aanvragen om stedebouwkundige vergunningen, verkavelingsvergunningen en stedebouwkundige attesten die aan een openbaar onderzoek worden onderworpen en voorschriften voor het openbaar onderzoek Afdeling 1. - Aanvragen om stedebouwkundige vergunningen,
verkavelingsvergunningen en stedebouwkundige attesten die aan een openbaar onderzoek worden onderworpen
Art. 330.Een openbaar onderzoek, waarvan de vorm en de termijn bepaald zijn bij de artikelen 332 à 343, wordt opgelegd voor de hieronder vermelde aanvragen om verkavelingsvergunningen, de aanvragen om stedebouwkundige vergunningen betreffende de hierondervermelde handelingen en werken en de aanvragen om stedebouwkundige attesten met hetzelfde doel : 1° de bouw of herbouw van gebouwen waarvan de hoogte ten minste vier bouwlagen of de goothoogte ten minste twaalf meter bedraagt en ten minste drie meter hoger reikt dan de gemiddelde goothoogte van de gebouwen die in dezelfde straat gelegen zijn binnen een bereik van vijftig meter aan weerszijden van het geplande bouwwerk, alsmede de verbouwing van gebouwen met hetzelfde opzicht;2° de bouw of herbouw van gebouwen waarvan de diepte ten minste drie meter meer bedraagt dan die van de gebouwen die op de aangrenzende eigendommen gelegen zijn, alsmede de verbouwing van gebouwen met hetzelfde opzicht;3° de bouw of herbouw van een winkel, of de wijziging van de bestemming van een winkelgebouw met een nettoverkoopoppervlakte van meer dan 400 m2, alsmede de verbouwing van gebouwen met hetzelfde opzicht;4° de bouw of herbouw van kantoren, of de wijziging van de bestemming van een kantorengebouw met een vloeroppervlakte van meer dan 650 m2, alsmede de verbouwing van gebouwen met hetzelfde opzicht;5° de bouw of herbouw van een werkplaats, of de wijziging van de bestemming van een werkplaats, opslagplaats of -hal die niet voor agrarische doeleinden bestemd is en waarvan de vloeroppervlakte meer dan 400 m2 bedraagt, alsmede de verbouwing van gebouwen met hetzelfde opzicht;6° het gewone gebruik van een terrein voor de opslag van één of meer afgedankte voertuigen, schroot, materialen of afvalstoffen; 7° de aanvragen om een verkavelingsvergunning of een stedebouwkundige vergunning m.b.t. gegroepeerde bouwwerken bedoeld in artikel 126, met een oppervlakte van 2 ha of meer; 8° de aanvragen om een verkavelingsvergunning of een stedebouwkundige vergunning m.b.t. de in artikel 126 bedoelde gegroepeerde bouwwerken die kunnen bestaan uit één of meer gebouwen als bedoeld in 1°, 2°, 3°, 4° en 5°;9° de aanvragen om de verkavelingsvergunning of de stedebouwkundige vergunning bedoeld in artikel 128;10° de aanvragen om de verkavelingsvergunning bedoeld in artikel 97;11° de aanvragen om de verkavelingsvergunning of de stedebouwkundige vergunning die onder de toepassing van de artikelen 110 à 113 valt;12° de aanvragen om verkavelingsvergunningen en stedebouwkundige vergunningen betreffende de bouw, herbouw of verbouwing van een gebouw en betreffende onroerende goederen die op de beschermingslijst staan, die beschermd zijn en gelegen zijn in een in artikel 205 bedoeld beschermingsgebied of in een landschap dat voorkomt in de atlas waarvan sprake in artikel 215;13° de openbare wegen van het Gewest die krachtens het ministerieel besluit van 11 augustus 1994 bij het interstedelijke net (RESI) ingedeeld zijn.
Art. 331.De in artikel 330, 1° à 8°, bedoelde aanvragen worden onderworpen aan een openbaar onderzoek voor zover het goed gelegen is in een woongebied bedoeld in artikel 26 of in een woongebied met een landelijk karakter als bedoeld in artikel 27, en voor zover het grondgebied waarop het goed gelegen is niet het voorwerp is van een gemeentelijk plan van aanleg dat van kracht is, of van een niet vervallen verkavelingsvergunning. Afdeling 2. - Voorschriften voor het openbaar onderzoek
Art. 332.Het openbaar onderzoek duurt vijftien dagen en wordt opgeschort tussen 16 juli en 15 augustus.
Art. 333.Het in artikel 116, § 1, tweede lid, 1°, bedoelde ontvangbewijs vermeldt uitdrukkelijk dat de aanvrager moet voldoen aan de bepalingen van de artikelen 334 en 335.
Art. 334.De aanvrager moet, tussen de dag na die waarop hij het ontvangbewijs gekregen heeft en de sluitingsdatum van het openbaar onderzoek, een bord plaatsen op het terrein dat het voorwerp van de aanvraag is, en er de volgende gegevens op aanplakken : 1° één of meer berichten overeenkomstig het model in bijlage 25;2° in de gevallen bedoeld in artikel 330, 1° à 5° en 12°, of wanneer de afwijking de omvang van een gebouw betreft, een axonometrisch overzicht van het project en van de aangrenzende gebouwen;3° wanneer de aanvraag betrekking heeft op een verkaveling of op gegroepeerde bouwwerken als bedoeld in artikel 126, een perceelsgewijs plan, de bouwstroken of de geplande vestigingen, de te verleggen of aan te leggen wegen en de dichtstbij gelegen openbare wegen. De berichten moeten gedrukt zijn in zwarte letters op geel papier van minstens 35 dm2 en om de 50 meter aangeplakt worden op het terrein langs de openbare weg.
Als het terrein niet langs een berijdbare openbare weg gelegen is, moet het gemeentebestuur twee berichten per ha aanplakken langs de dichtstbij gelegen berijdbare openbare weg.
Art. 335.Wanneer de aanvraag betrekking heeft op een verkaveling of op gegroepeerde bouwwerken als bedoeld in artikel 126, moet de aanvrager, vanaf de dag na die waarop hij het ontvangbewijs heeft gekregen, het terrein om de vijftig meter afbakenen met een geel paaltje van 1,5 tot 2 meter hoog.
Art. 336.Tussen uiterlijk de dag van de verzending van het ontvangbewijs en de sluitingsdatum van het openbaar onderzoek plakt het gemeentebestuur op de gebruikelijke aanplakplaatsen een bericht aan dat overeenstemt met het model bedoeld in bijlage 26.
Art. 337.Binnen vijf dagen na de verzending van het ontvangbewijs maakt het gemeentebestuur het project schriftelijk bekend aan de bewoners van de gebouwen die gelegen zijn binnen een straal van vijftig meter, te rekenen vanaf de grens van het terrein waarop de aanvraag betrekking heeft. Deze bekendmaking bevat het in bijlage 26 bedoelde bericht.
De houders van de in de aanvraag vermelde rechten worden binnen dezelfde termijn door het gemeentebestuur schriftelijk op de hoogte gebracht van dit project als de aanvraag betrekking heeft op een verkavelingsvergunning die in strijd is met erfdienstbaarheden die het gevolg zijn van de daad van de mens of van verbintenissen uit overeenkomst betreffende het grondgebruik.
Art. 338.Tijdens de duur van het onderzoek kan het aanvraagdossier op werkdagen ingezien worden in het gemeentehuis.
Technische uitleg over het dossier wordt gegeven door een lid van het college van burgemeester en schepenen of door een daartoe gemachtigd personeelslid van het gemeentebestuur, op een werkdag tussen 16 en 20 uur of op een zaterdagochtend.
Art. 339.Schriftelijke bezwaren en opmerkingen zijn vóór de sluitingsdatum van het openbaar onderzoek aan het college van burgemeester en schepenen te richten. Ontvangst daarvan wordt binnen vijf dagen bericht.
Art. 340.Na afloop van de onderzoekstermijn houdt een lid van het college van burgemeester en schepenen of een daartoe gemachtigd personeelslid van het gemeentebestuur een zitting om iedereen te horen die het wenst.
De bezwaren en opmerkingen worden in een register opgetekend.
Art. 341.In de in artikel 330, 7° en 13°, bedoelde gevallen belegt het college van burgemeester en schepenen, binnen tien dagen na de sluitingsdatum van het onderzoek, een overlegvergadering, als meer dan 25 personen afzonderlijk of gezamenlijk bezwaren of opmerkingen hebben ingediend.
Deze vergadering wordt bijgewoond door : 1° het gemeentebestuur en de andere besturen die het uitnodigt;2° de vertegenwoordigers van de eisers;3° de aanvrager en zijn adviseurs. Deze drie groepen mogen elk door hoogstens vijf personen vertegenwoordigd worden.
Met het oog op de overlegvergadering verzoekt het gemeentebestuur elke afzonderlijke eiser maximum vijf vertegenwoordigers aan te wijzen.
Het gemeentebestuur bepaalt de dag en het uur van de vergadering en bezorgt de lijst van de eisers.
Een verslag van de overlegvergadering wordt door het gemeentebestuur opgemaakt en aan elke deelnemer verzonden.
Art. 342.In de gevallen bedoeld in de artikelen 123 en 127 belast de Regering of de gemachtigd ambtenaar de gemeente met het openbaar onderzoek.
Zodra het gemeentebestuur het dossier heeft ontvangen, deelt het de aanvrager bij ter post aangetekende brief mee dat hij verplicht is de bepalingen van de artikelen 334 en 335 in acht te nemen.
Wat de aanvrager betreft, begint de in de artikelen 333 en 334 bedoelde termijn te lopen vanaf de dag na die waarop hij de brief van de gemeente heeft ontvangen. Wat de gemeente betreft, begint de in de artikelen 336 en 337 bedoelde termijn te lopen vanaf de dag van de verzending van die brief.
Het gemeentebestuur bezorgt de gemachtigd ambtenaar of de Regering een afschrift van het in artikel 336 bedoelde bericht voordat het onderzoek aanvangt.
In het in artikel 127 bedoelde geval kan het advies van het college van burgemeester en schepenen niet gevraagd worden vóór de sluitingsdatum van het onderzoek.
Art. 343.Het gemeentebestuur betekent de beslissing aan de eisers binnen twintig dagen na de verlening of de weigering van de vergunning. »
Art. 2.In hetzelfde Wetboek worden opgeheven : 1° artikel 189, zoals niet hernummerd bij artikel 4, 3°, van het decreet van 27 november 1997;2° de artikelen 195/7 en 195/8, ingevoegd bij het besluit van 11 mei 1995, zoals niet hernummerd bij artikel 4, 3°, van het decreet van 27 november 1997;3° de artikelen 277 en 278, zoals hernummerd bij artikel 4, 3°, van het decreet van 27 november 1997.
Art. 3.De bijlagen 25 en 26 bij het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 6 december 1985 houdende de bijlagen bij het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedebouw en Patrimonium worden respectievelijk vervangen door de bijlagen 25 en 26 bij dit besluit.
Art. 4.De bijlagen 18, 19, 27, 28 en 29 van het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 6 december 1985 houdende de bijlagen bij het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedebouw en Patrimonium worden opgeheven.
Art. 5.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt, met uitzondering van artikel 2, 1° en 2°, dat uitwerking heeft met ingang van 1 maart 1998.
Art. 6.De Minister van Ruimtelijke Ordening is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 19 maart 1998.
De Minister-President van de Waalse Regering, belast met Economie, Buitenlandse Handel, KMO's, Toerisme en Patrimonium, R. COLLIGNON De Minister van Ruimtelijke Ordening, Uitrusting en Vervoer, M. LEBRUN
Bijlage 25 (Art. 333) Gemeente ................................................
BERICHT STEDEBOUW De heer . . . . . van wie de kantoren gevestigd zijn te - woonachtig te . . . . . deelt mee dat hij een aanvraag heeft ingediend om (1) : - een verkavelingsvergunning; - een wijziging van een verkavelingsvergunning; - een stedebouwkundige vergunning; - een stedebouwkundig attest m.b.t. een terrein gelegen te . . . . . kadastraal bekend .......................................................................
Het project bestaat in................................................... en heeft de volgende kenmerken (2) : . . . . .
Bezwaren en opmerkingen zijn schriftelijk te richten aan het college van burgemeester en schepenen, van . . . . . tot ..........................................................................
Ze kunnen eveneens mondeling geformuleerd worden op . . . . . tussen ................... en ................... uur.
Het dossier ligt ter inzage in (3) . . . . .
Technische uitleg kan verkregen worden op . . . . . tussen ..................................... en ................................. uur.
Opgemaakt te ......................................................., op . . . . .
Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 19 maart 1998 tot bepaling van de aanvragen om stedebouwkundige vergunningen, verkavelingsvergunningen en stedebouwkundige attesten die aan een openbaar onderzoek worden onderworpen en van de voorschriften voor het openbaar onderzoek Namen, 19 maart 1998.
De Minister-President van de Waalse Regering, belast met Economie, Buitenlandse Handel, KMO's, Toerisme en Patrimonium, R. COLLIGNON De Minister van Ruimtelijke Ordening, Uitrusting en Vervoer, M. LEBRUN
(1) Schrappen wat niet past.(2) Geef een korte beschrijving van het project en van de kenmerken die de verplichting tot openbaar onderzoek wettigen.(3) Vermeld het adres van het kantoor waar de bezwaren en opmerkingen mondeling kunnen worden meegedeeld, waar het dossier ter inzage ligt en technische uitleg kan worden verkregen. Bijlage 26 (Art. 335) Gemeente .............................................
BERICHT STEDEBOUW Het gemeentebestuur deelt mede dat de heer . . . . . van wie de kantoren gevestigd zijn te - woonachtig te - . . . . . een aanvraag heeft ingediend om (1) : - een verkavelingsvergunning; - een wijziging van een verkavelingsvergunning; - een stedebouwkundige vergunning; - een stedebouwkundig attest, m.b.t. een terrein gelegen te . . . . . kadastraal bekend ............................................................................
Het project bestaat in ................................................................ en heeft de volgende kenmerken (2) : . . . . .
Bezwaren en opmerkingen zijn schriftelijk te richten aan het college van burgemeester en schepenen, van . . . . . tot ..............................................................
Ze kunnen eveneens mondeling geformuleerd worden op . . . . . , tussen ................................... en ............................ uur.
Het dossier ligt ter inzage in (3) . . . . .
Technische uitleg kan verkregen worden op . . . . . tussen ...................... en ...................................... uur.
Opgemaakt te ........................................................, op . . . . .
Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 19 maart 1998 tot bepaling van de aanvragen om stedebouwkundige vergunningen, verkavelingsvergunningen en stedebouwkundige attesten die aan een openbaar onderzoek worden onderworpen en van de voorschriften voor het openbaar onderzoek Namen, 19 maart 1998.
De Minister-President van de Waalse Regering, belast met Economie, Buitenlandse Handel, KMO's, Toerisme en Patrimonium, R. COLLIGNON De Minister van Ruimtelijke Ordening, Uitrusting en Vervoer, M. LEBRUN
(1) Schrappen wat niet past.(2) Geef een korte beschrijving van het project en van de kenmerken die de verplichting tot openbaar onderzoek wettigen. (3) Vermeld het adres van het kantoor waar de bezwaren en opmerkingen mondeling kunnen worden meegedeeld, waar het dossier ter inzage ligt en technische uitleg kan worden verkregen.