gepubliceerd op 27 september 2022
Besluit van de Waalse Regering waarbij aan de vzw "Association Belge de Vapeur Vive - Le Petit Train de La Louvière" een afwijking wordt toegestaan voor het gebruik van pesticiden voor het spooronderhoud
19 JULI 2022. - Besluit van de Waalse Regering waarbij aan de vzw "Association Belge de Vapeur Vive - Le Petit Train de La Louvière" een afwijking wordt toegestaan voor het gebruik van pesticiden voor het spooronderhoud
De Waalse Regering, Gelet op het
decreet van 10 juli 2013Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
10/07/2013
pub.
05/09/2013
numac
2013204849
bron
waalse overheidsdienst
Decreet tot vaststelling van een kader ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van pesticiden en tot wijziging van Boek I van het Milieuwetboek, Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen en het decreet van 12 juli 2001 betreffende de beroepsopleiding in de landbouw
sluiten tot vaststelling van een kader ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van pesticiden en tot wijziging van Boek I van het Milieuwetboek, Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen en het decreet van 12 juli 2001 betreffende de beroepsopleiding in de landbouw, artikel 4/1;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 11 juli 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 11/07/2013 pub. 05/09/2013 numac 2013204850 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering betreffende een pesticidengebruik dat verenigbaar is met de duurzame ontwikkeling en tot wijziging van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt en het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 5 oktober 1987 betreffende het opmaken van een verslag over de toestand van het Waalse leefmilieu sluiten betreffende een pesticidengebruik dat verenigbaar is met de duurzame ontwikkeling en tot wijziging van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt en het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 5 november 1987 betreffende het opmaken van een verslag over de toestand van het Waalse leefmilieu, artikel 10, 8° ;
Gelet op het door Febelrail op 5 juli 2022 ingediende verzoek om afwijking van de vzw "Association Belge de Vapeur Vive - Le Petit Train de La Louvière", hierna "de beheerder" genoemd, om pesticiden te mogen gebruiken voor het spooronderhoud;
Overwegende dat het voor de beheerder noodzakelijk is zijn sporennet te kunnen saneren om het vervolgens te kunnen onderhouden met technieken waarbij geen pesticiden worden gebruikt;
Gelet op de dwingende reden om de veiligheid van zowel reizigers als personeel en de duurzaamheid van de exploitatie te waarborgen;
Overwegende dat beheerder een professioneel gebruiker is voor zover het gebruik van pesticiden gebeurt in het kader van het beheer van de sporen om het reizigersvervoer in alle veiligheid mogelijk te maken;
Op de voordracht van de Minister van Leefmilieu;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1° spoorwegen: de spoorwegen en hun onmiddellijke omgeving en in het bijzonder de met ballast uitgeruste beddingen, de ruimte tussen de baanvakken en de veiligheidswegen van hoofd- en bijsporen, uitgezonderd de sporen in de stations;2° kwetsbare gebieden: de ruimte gelegen binnen de omtrek van een winningsbeschermingsgebied, Natura 2000-gebieden, gebieden die grenzen aan netwerken voor de opvang van regenwater of die grenzen aan oppervlaktewateren.
Art. 2.De beheerder is gemachtigd om tot 30 juni 2023 pesticide producten te gebruiken die actieve stoffen bevatten die een risico vormen voor de bescherming van het leefmilieu, de menselijke gezondheid of de instandhouding van de natuur voor het onderhoud van ruimtes gelegen op minder dan één meter van een spoorlijn die niet verbonden is met een net voor de inzameling van hemelwater en die niet aangrenzend is aan oppervlaktewateren. In de nabijgelegen beschermingszones van de waterwinningen IIa is het gebruik van deze producten alleen toegestaan in het geballaste gedeelte van het spoor, buiten de dienstwegen.
De pesticiden bedoeld in lid 1 kunnen één of meerdere pictogrammen SGH02 (alleen voor producten op basis van triclopyr) en SGJ05 tot SGH09 vertonen voor zover er geen enkel alternatief zonder deze pictogrammen beschikbaar is en door in dat geval, onder de producten met een gelijksoortige doeltreffendheid, te kiezen voor de minst zorgwekkende voor de bescherming van het leefmilieu, de menselijke gezondheid of de instandhouding van de natuur. De beheerder stelt, voorafgaandelijk aan de toepassing op zijn sporen, een verantwoordingsnota inzake de keuze van de pesticiden ter beschikking van de milieuadministratie.
De gemachtigde producten worden met de kleinste doeltreffende dosis ingezet en met inachtneming van de voorwaarden, nader bepaald in de akten betreffende het machtigen van het op de markt brengen ervan. Er mag niet worden gesproeid indien het Koninklijk Meteorologisch Instituut (KMI) een gemiddelde windsnelheid van 20 km/u (5,6 m/s) of meer voorspelt.
De beheerder stelt alles in het werk om verwaaiende sproeinevel te beperken en de blootstelling van kwetsbare groepen te beperken.
Art. 3.De onkruidverdelging van de sporen wordt verricht via een beperkte en gelokaliseerde behandeling met een sproeier met lans of een rugsproeier. Afhankelijk van de technologische ontwikkelingen kan de onkruidverdelging ook worden uitgevoerd met behulp van een andere techniek die het personeel beter beschermt.
Art. 4.De onkruidverdelging van de niet met de sporen samenhangende oppervlaktes gebeurt middels alternatieve technieken.
Art. 5.De beheerder verbindt zich ertoe verder naar alternatieven te zoeken voor het gebruik van pesticiden bij het spooronderhoud en in dit verband samen te werken met Febelrail.
Art. 6.De beheerder licht zijn personeel (al dan niet vrijwillig) en onderaannemers in over de risico's verbonden aan het gebruik van de gebruikte producten op de menselijke gezondheid, het leefmilieu en de instandhouding van de natuur, met name hun indeling en hun "risicofases" overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels en overeenkomstig de specificaties vermeld op de officiële website "Fytoweb" van FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu. De beheerder richt hen alle nuttige aanbevelingen met het oog op het voorkomen van een ongepast gebruik.
Art. 7.De milieuadministratie kan van de beheerder verlangen dat hij monsters neemt en chemische analyses uitvoert om toe te zien op de milieugevolgen van het sproeien in bepaalde gebieden die als kwetsbaar worden beschouwd omdat zij van belang zijn voor de biodiversiteit of omdat het publiek er vaak komt.
Art. 8.Tegen uiterlijk 1 februari 2023 deelt de beheerder het volgende mee aan de Waalse Overheidsdienst Landbouw, Natuurrijkdommen en Leefmilieu: 1° de lijst van de problematische plantensoorten die op het spoornet aangetroffen worden, gerangschikt volgens zorgwekkend karakter tijdens het vorige onkruidverdelgingsseizoen;2° de lijst van de invasieve plantensoorten die aangetroffen zijn tijdens het vorige onkruidverdelgingsseizoen;3° het register van de toepassing van de krachtens deze machtiging toegestane pesticiden;4° de lijst van de verschillende niet-chemische technieken die in kwetsbare gebieden worden gebruikt;5° de lijst van de middelen en technieken gebruikt om verwaaiende sproeinevel te beperken en de blootstelling van kwetsbare groepen te beperken;6° de stand van zaken van de verschillende samenwerkingsverbanden die in de loop van het jaar zijn aangegaan met beroepsverenigingen, toezichthoudende instanties, onderzoekscentra en andere actoren in de spoorwegsector, alsmede de conclusies die uit elk van deze samenwerkingsverbanden zijn getrokken;7° de resultaten van door de beheerder zelf uitgevoerde tests van alternatieven;8° de resultaten van eventuele chemische analyses van monsters die zijn genomen in gebieden die gevoelig zijn inzake biodiversiteit of volksgezondheid.
Art. 9.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het ondertekend wordt.
Art. 10.De Minister bevoegd voor Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 19 juli 2022.
Voor de Regering : De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Leefmilieu, Natuur, Bossen, Landelijke Aangelegenheden en Dierenwelzijn, C. TELLIER
19 JULI 2022. - Besluit van de Waalse Regering waarbij aan de vzw "Chemin de fer de Sprimont" een afwijking wordt toegestaan voor het gebruik van pesticiden voor het spooronderhoud De Waalse Regering, Gelet op het decreet van 10 juli 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/07/2013 pub. 05/09/2013 numac 2013204849 bron waalse overheidsdienst Decreet tot vaststelling van een kader ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van pesticiden en tot wijziging van Boek I van het Milieuwetboek, Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen en het decreet van 12 juli 2001 betreffende de beroepsopleiding in de landbouw sluiten tot vaststelling van een kader ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van pesticiden en tot wijziging van Boek I van het Milieuwetboek, Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen en het decreet van 12 juli 2001 betreffende de beroepsopleiding in de landbouw, artikel 4/1;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 11 juli 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 11/07/2013 pub. 05/09/2013 numac 2013204850 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering betreffende een pesticidengebruik dat verenigbaar is met de duurzame ontwikkeling en tot wijziging van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt en het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 5 oktober 1987 betreffende het opmaken van een verslag over de toestand van het Waalse leefmilieu sluiten betreffende een pesticidengebruik dat verenigbaar is met de duurzame ontwikkeling en tot wijziging van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt en het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 5 november 1987 betreffende het opmaken van een verslag over de toestand van het Waalse leefmilieu, artikel 10, 8° ;
Gelet op het door Febelrail op 5 juli 2022 ingediende verzoek om afwijking van de vzw "Chemin de fer de Sprimont", hierna "de beheerder" genoemd, om pesticiden te mogen gebruiken voor het spooronderhoud;
Overwegende dat het voor de beheerder noodzakelijk is zijn sporennet te kunnen saneren om het vervolgens te kunnen onderhouden met technieken waarbij geen pesticiden worden gebruikt;
Gelet op de dwingende reden om de veiligheid van zowel reizigers als personeel en de duurzaamheid van de exploitatie te waarborgen;
Overwegende dat beheerder een professioneel gebruiker is voor zover het gebruik van pesticiden gebeurt in het kader van het beheer van de sporen om het reizigersvervoer in alle veiligheid mogelijk te maken;
Op de voordracht van de Minister van Leefmilieu;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1° spoorwegen: de spoorwegen en hun onmiddellijke omgeving en in het bijzonder de met ballast uitgeruste beddingen, de ruimte tussen de baanvakken en de veiligheidswegen van hoofd- en bijsporen, uitgezonderd de sporen in de stations;2° kwetsbare gebieden: de ruimte gelegen binnen de omtrek van een winningsbeschermingsgebied, Natura 2000-gebieden, gebieden die grenzen aan netwerken voor de opvang van regenwater of die grenzen aan oppervlaktewateren.
Art. 2.De beheerder is gemachtigd om tot 30 juni 2023 pesticide producten te gebruiken die actieve stoffen bevatten die een risico vormen voor de bescherming van het leefmilieu, de menselijke gezondheid of de instandhouding van de natuur voor het onderhoud van ruimtes gelegen op minder dan één meter van een spoorlijn die niet verbonden is met een net voor de inzameling van hemelwater en die niet aangrenzend is aan oppervlaktewateren. In de nabijgelegen beschermingszones van de waterwinningen IIa is het gebruik van deze producten alleen toegestaan in het geballaste gedeelte van het spoor, buiten de dienstwegen.
De pesticiden bedoeld in lid 1 kunnen één of meerdere pictogrammen SGH02 (alleen voor producten op basis van triclopyr) en SGJ05 tot SGH09 vertonen voor zover er geen enkel alternatief zonder deze pictogrammen beschikbaar is en door in dat geval, onder de producten met een gelijksoortige doeltreffendheid, te kiezen voor de minst zorgwekkende voor de bescherming van het leefmilieu, de menselijke gezondheid of de instandhouding van de natuur. De beheerder stelt, voorafgaandelijk aan de toepassing op zijn sporen, een verantwoordingsnota inzake de keuze van de pesticiden ter beschikking van de milieuadministratie.
De gemachtigde producten worden met de kleinste doeltreffende dosis ingezet en met inachtneming van de voorwaarden, nader bepaald in de akten betreffende het machtigen van het op de markt brengen ervan. Er mag niet worden gesproeid indien het Koninklijk Meteorologisch Instituut (KMI) een gemiddelde windsnelheid van 20 km/u (5,6 m/s) of meer voorspelt.
De beheerder stelt alles in het werk om verwaaiende sproeinevel te beperken en de blootstelling van kwetsbare groepen te beperken.
Art. 3.De onkruidverdelging van de sporen wordt verricht via een beperkte en gelokaliseerde behandeling met een sproeier met lans of een rugsproeier. Afhankelijk van de technologische ontwikkelingen kan de onkruidverdelging ook worden uitgevoerd met behulp van een andere techniek die het personeel beter beschermt.
Art. 4.De onkruidverdelging van de niet met de sporen samenhangende oppervlaktes gebeurt middels alternatieve technieken.
Art. 5.De beheerder verbindt zich ertoe verder naar alternatieven te zoeken voor het gebruik van pesticiden bij het spooronderhoud en in dit verband samen te werken met Febelrail.
Art. 6.De beheerder licht zijn personeel (al dan niet vrijwillig) en onderaannemers in over de risico's verbonden aan het gebruik van de gebruikte producten op de menselijke gezondheid, het leefmilieu en de instandhouding van de natuur, met name hun indeling en hun "risicofases" overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels en overeenkomstig de specificaties vermeld op de officiële website "Fytoweb" van FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu. De beheerder richt hen alle nuttige aanbevelingen met het oog op het voorkomen van een ongepast gebruik.
Art. 7.De milieuadministratie kan van de beheerder verlangen dat hij monsters neemt en chemische analyses uitvoert om toe te zien op de milieugevolgen van het sproeien in bepaalde gebieden die als kwetsbaar worden beschouwd omdat zij van belang zijn voor de biodiversiteit of omdat het publiek er vaak komt.
Art. 8.Tegen uiterlijk 1 februari 2023 deelt de beheerder het volgende mee aan de Waalse Overheidsdienst Landbouw, Natuurrijkdommen en Leefmilieu: 1° de lijst van de problematische plantensoorten die op het spoornet aangetroffen worden, gerangschikt volgens zorgwekkend karakter tijdens het vorige onkruidverdelgingsseizoen;2° de lijst van de invasieve plantensoorten die aangetroffen zijn tijdens het vorige onkruidverdelgingsseizoen;3° het register van de toepassing van de krachtens deze machtiging toegestane pesticiden;4° de lijst van de verschillende niet-chemische technieken die in kwetsbare gebieden worden gebruikt;5° de lijst van de middelen en technieken gebruikt om verwaaiende sproeinevel te beperken en de blootstelling van kwetsbare groepen te beperken;6° de stand van zaken van de verschillende samenwerkingsverbanden die in de loop van het jaar zijn aangegaan met beroepsverenigingen, toezichthoudende instanties, onderzoekscentra en andere actoren in de spoorwegsector, alsmede de conclusies die uit elk van deze samenwerkingsverbanden zijn getrokken;7° de resultaten van door de beheerder zelf uitgevoerde tests van alternatieven;8° de resultaten van eventuele chemische analyses van monsters die zijn genomen in gebieden die gevoelig zijn inzake biodiversiteit of volksgezondheid.
Art. 9.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het ondertekend wordt.
Art. 10.De Minister bevoegd voor Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 19 juli 2022.
Voor de Regering : De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Leefmilieu, Natuur, Bossen, Landelijke Aangelegenheden en Dierenwelzijn, C. TELLIER
19 JULI 2022. - Besluit van de Waalse Regering waarbij aan de vzw "Rail Rebecq Rognon" een afwijking wordt toegestaan voor het gebruik van pesticiden voor het spooronderhoud De Waalse Regering, Gelet op het decreet van 10 juli 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/07/2013 pub. 05/09/2013 numac 2013204849 bron waalse overheidsdienst Decreet tot vaststelling van een kader ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van pesticiden en tot wijziging van Boek I van het Milieuwetboek, Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen en het decreet van 12 juli 2001 betreffende de beroepsopleiding in de landbouw sluiten tot vaststelling van een kader ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van pesticiden en tot wijziging van Boek I van het Milieuwetboek, Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen en het decreet van 12 juli 2001 betreffende de beroepsopleiding in de landbouw, artikel 4/1;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 11 juli 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 11/07/2013 pub. 05/09/2013 numac 2013204850 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering betreffende een pesticidengebruik dat verenigbaar is met de duurzame ontwikkeling en tot wijziging van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt en het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 5 oktober 1987 betreffende het opmaken van een verslag over de toestand van het Waalse leefmilieu sluiten betreffende een pesticidengebruik dat verenigbaar is met de duurzame ontwikkeling en tot wijziging van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt en het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 5 november 1987 betreffende het opmaken van een verslag over de toestand van het Waalse leefmilieu, artikel 10, 8° ;
Gelet op het door Febelrail op 5 juli 2022 ingediende verzoek om afwijking van de vzw "Rail Rebecq Rognon", hierna "de beheerder" genoemd, om pesticiden te mogen gebruiken voor het spooronderhoud;
Overwegende dat het voor de beheerder noodzakelijk is zijn sporennet te kunnen saneren om het vervolgens te kunnen onderhouden met technieken waarbij geen pesticiden worden gebruikt;
Gelet op de dwingende reden om de veiligheid van zowel reizigers als personeel en de duurzaamheid van de exploitatie te waarborgen;
Overwegende dat beheerder een professioneel gebruiker is voor zover het gebruik van pesticiden gebeurt in het kader van het beheer van de sporen om het reizigersvervoer in alle veiligheid mogelijk te maken;
Op de voordracht van de Minister van Leefmilieu;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1° spoorwegen: de spoorwegen en hun onmiddellijke omgeving en in het bijzonder de met ballast uitgeruste beddingen, de ruimte tussen de baanvakken en de veiligheidswegen van hoofd- en bijsporen, uitgezonderd de sporen in de stations;2° kwetsbare gebieden: de ruimte gelegen binnen de omtrek van een winningsbeschermingsgebied, Natura 2000-gebieden, gebieden die grenzen aan netwerken voor de opvang van regenwater of die grenzen aan oppervlaktewateren.
Art. 2.De beheerder is gemachtigd om tot 30 juni 2023 pesticide producten te gebruiken die actieve stoffen bevatten die een risico vormen voor de bescherming van het leefmilieu, de menselijke gezondheid of de instandhouding van de natuur voor het onderhoud van ruimtes gelegen op minder dan één meter van een spoorlijn die niet verbonden is met een net voor de inzameling van hemelwater en die niet aangrenzend is aan oppervlaktewateren. In de nabijgelegen beschermingszones van de waterwinningen IIa is het gebruik van deze producten alleen toegestaan in het geballaste gedeelte van het spoor, buiten de dienstwegen.
De pesticiden bedoeld in lid 1 kunnen één of meerdere pictogrammen SGH02 (alleen voor producten op basis van triclopyr) en SGJ05 tot SGH09 vertonen voor zover er geen enkel alternatief zonder deze pictogrammen beschikbaar is en door in dat geval, onder de producten met een gelijksoortige doeltreffendheid, te kiezen voor de minst zorgwekkende voor de bescherming van het leefmilieu, de menselijke gezondheid of de instandhouding van de natuur. De beheerder stelt, voorafgaandelijk aan de toepassing op zijn sporen, een verantwoordingsnota inzake de keuze van de pesticiden ter beschikking van de milieuadministratie.
De gemachtigde producten worden met de kleinste doeltreffende dosis ingezet en met inachtneming van de voorwaarden, nader bepaald in de akten betreffende het machtigen van het op de markt brengen ervan. Er mag niet worden gesproeid indien het Koninklijk Meteorologisch Instituut (KMI) een gemiddelde windsnelheid van 20 km/u (5,6 m/s) of meer voorspelt.
De beheerder stelt alles in het werk om verwaaiende sproeinevel te beperken en de blootstelling van kwetsbare groepen te beperken.
Art. 3.De onkruidverdelging van de sporen wordt verricht via een beperkte en gelokaliseerde behandeling met een sproeier met lans of een rugsproeier. Afhankelijk van de technologische ontwikkelingen kan de onkruidverdelging ook worden uitgevoerd met behulp van een andere techniek die het personeel beter beschermt.
Art. 4.De onkruidverdelging van de niet met de sporen samenhangende oppervlaktes gebeurt middels alternatieve technieken.
Art. 5.De beheerder verbindt zich ertoe verder naar alternatieven te zoeken voor het gebruik van pesticiden bij het spooronderhoud en in dit verband samen te werken met Febelrail.
Art. 6.De beheerder licht zijn personeel (al dan niet vrijwillig) en onderaannemers in over de risico's verbonden aan het gebruik van de gebruikte producten op de menselijke gezondheid, het leefmilieu en de instandhouding van de natuur, met name hun indeling en hun "risicofases" overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels en overeenkomstig de specificaties vermeld op de officiële website "Fytoweb" van FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu. De beheerder richt hen alle nuttige aanbevelingen met het oog op het voorkomen van een ongepast gebruik.
Art. 7.De milieuadministratie kan van de beheerder verlangen dat hij monsters neemt en chemische analyses uitvoert om toe te zien op de milieugevolgen van het sproeien in bepaalde gebieden die als kwetsbaar worden beschouwd omdat zij van belang zijn voor de biodiversiteit of omdat het publiek er vaak komt.
Art. 8.Tegen uiterlijk 1 februari 2023 deelt de beheerder het volgende mee aan de Waalse Overheidsdienst Landbouw, Natuurrijkdommen en Leefmilieu: 1° de lijst van de problematische plantensoorten die op het spoornet aangetroffen worden, gerangschikt volgens zorgwekkend karakter tijdens het vorige onkruidverdelgingsseizoen;2° de lijst van de invasieve plantensoorten die aangetroffen zijn tijdens het vorige onkruidverdelgingsseizoen;3° het register van de toepassing van de krachtens deze machtiging toegestane pesticiden;4° de lijst van de verschillende niet-chemische technieken die in kwetsbare gebieden worden gebruikt;5° de lijst van de middelen en technieken gebruikt om verwaaiende sproeinevel te beperken en de blootstelling van kwetsbare groepen te beperken;6° de stand van zaken van de verschillende samenwerkingsverbanden die in de loop van het jaar zijn aangegaan met beroepsverenigingen, toezichthoudende instanties, onderzoekscentra en andere actoren in de spoorwegsector, alsmede de conclusies die uit elk van deze samenwerkingsverbanden zijn getrokken;7° de resultaten van door de beheerder zelf uitgevoerde tests van alternatieven;8° de resultaten van eventuele chemische analyses van monsters die zijn genomen in gebieden die gevoelig zijn inzake biodiversiteit of volksgezondheid.
Art. 9.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het ondertekend wordt.
Art. 10.De Minister bevoegd voor Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 19 juli 2022.
Voor de Regering : De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Leefmilieu, Natuur, Bossen, Landelijke Aangelegenheden en Dierenwelzijn, C. TELLIER
19 JULI 2022. - Besluit van de Waalse Regering waarbij aan Pairi Daiza een afwijking wordt toegestaan voor het gebruik van pesticiden voor het spooronderhoud De Waalse Regering, Gelet op het decreet van 10 juli 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/07/2013 pub. 05/09/2013 numac 2013204849 bron waalse overheidsdienst Decreet tot vaststelling van een kader ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van pesticiden en tot wijziging van Boek I van het Milieuwetboek, Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen en het decreet van 12 juli 2001 betreffende de beroepsopleiding in de landbouw sluiten tot vaststelling van een kader ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van pesticiden en tot wijziging van Boek I van het Milieuwetboek, Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen en het decreet van 12 juli 2001 betreffende de beroepsopleiding in de landbouw, artikel 4/1;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 11 juli 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 11/07/2013 pub. 05/09/2013 numac 2013204850 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering betreffende een pesticidengebruik dat verenigbaar is met de duurzame ontwikkeling en tot wijziging van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt en het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 5 oktober 1987 betreffende het opmaken van een verslag over de toestand van het Waalse leefmilieu sluiten betreffende een pesticidengebruik dat verenigbaar is met de duurzame ontwikkeling en tot wijziging van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt en het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 5 november 1987 betreffende het opmaken van een verslag over de toestand van het Waalse leefmilieu, artikel 10, 8° ;
Gelet op het door Febelrail op 5 juli 2022 ingediende verzoek om afwijking van Pairi Daiza, hierna "de beheerder" genoemd, om pesticiden te mogen gebruiken voor het spooronderhoud;
Overwegende dat het voor de beheerder noodzakelijk is zijn sporennet te kunnen saneren om het vervolgens te kunnen onderhouden met technieken waarbij geen pesticiden worden gebruikt;
Gelet op de dwingende reden om de veiligheid van zowel reizigers als personeel en de duurzaamheid van de exploitatie te waarborgen;
Overwegende dat beheerder een professioneel gebruiker is voor zover het gebruik van pesticiden gebeurt in het kader van het beheer van de sporen om het reizigersvervoer in alle veiligheid mogelijk te maken;
Op de voordracht van de Minister van Leefmilieu;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1° spoorwegen: de spoorwegen en hun onmiddellijke omgeving en in het bijzonder de met ballast uitgeruste beddingen, de ruimte tussen de baanvakken en de veiligheidswegen van hoofd- en bijsporen, uitgezonderd de sporen in de stations;2° kwetsbare gebieden: de ruimte gelegen binnen de omtrek van een winningsbeschermingsgebied, Natura 2000-gebieden, gebieden die grenzen aan netwerken voor de opvang van regenwater of die grenzen aan oppervlaktewateren.
Art. 2.De beheerder is gemachtigd om tot 30 juni 2023 pesticide producten te gebruiken die actieve stoffen bevatten die een risico vormen voor de bescherming van het leefmilieu, de menselijke gezondheid of de instandhouding van de natuur voor het onderhoud van ruimtes gelegen op minder dan één meter van een spoorlijn die niet verbonden is met een net voor de inzameling van hemelwater en die niet aangrenzend is aan oppervlaktewateren. In de nabijgelegen beschermingszones van de waterwinningen IIa is het gebruik van deze producten alleen toegestaan in het geballaste gedeelte van het spoor, buiten de dienstwegen.
De pesticiden bedoeld in lid 1 kunnen één of meerdere pictogrammen SGH02 (alleen voor producten op basis van triclopyr) en SGJ05 tot SGH09 vertonen voor zover er geen enkel alternatief zonder deze pictogrammen beschikbaar is en door in dat geval, onder de producten met een gelijksoortige doeltreffendheid, te kiezen voor de minst zorgwekkende voor de bescherming van het leefmilieu, de menselijke gezondheid of de instandhouding van de natuur. De beheerder stelt, voorafgaandelijk aan de toepassing op zijn sporen, een verantwoordingsnota inzake de keuze van de pesticiden ter beschikking van de milieuadministratie.
De gemachtigde producten worden met de kleinste doeltreffende dosis ingezet en met inachtneming van de voorwaarden, nader bepaald in de akten betreffende het machtigen van het op de markt brengen ervan. Er mag niet worden gesproeid indien het Koninklijk Meteorologisch Instituut (KMI) een gemiddelde windsnelheid van 20 km/u (5,6 m/s) of meer voorspelt.
De beheerder stelt alles in het werk om verwaaiende sproeinevel te beperken en de blootstelling van kwetsbare groepen te beperken.
Art. 3.De onkruidverdelging van de sporen wordt verricht via een beperkte en gelokaliseerde behandeling met een sproeier met lans of een rugsproeier. Afhankelijk van de technologische ontwikkelingen kan de onkruidverdelging ook worden uitgevoerd met behulp van een andere techniek die het personeel beter beschermt.
Art. 4.De onkruidverdelging van de niet met de sporen samenhangende oppervlaktes gebeurt middels alternatieve technieken.
Art. 5.De beheerder verbindt zich ertoe verder naar alternatieven te zoeken voor het gebruik van pesticiden bij het spooronderhoud en in dit verband samen te werken met Febelrail.
Art. 6.De beheerder licht zijn personeel (al dan niet vrijwillig) en onderaannemers in over de risico's verbonden aan het gebruik van de gebruikte producten op de menselijke gezondheid, het leefmilieu en de instandhouding van de natuur, met name hun indeling en hun "risicofases" overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels en overeenkomstig de specificaties vermeld op de officiële website "Fytoweb" van FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu. De beheerder richt hen alle nuttige aanbevelingen met het oog op het voorkomen van een ongepast gebruik.
Art. 7.De milieuadministratie kan van de beheerder verlangen dat hij monsters neemt en chemische analyses uitvoert om toe te zien op de milieugevolgen van het sproeien in bepaalde gebieden die als kwetsbaar worden beschouwd omdat zij van belang zijn voor de biodiversiteit of omdat het publiek er vaak komt.
Art. 8.Tegen uiterlijk 1 februari 2023 deelt de beheerder het volgende mee aan de Waalse Overheidsdienst Landbouw, Natuurrijkdommen en Leefmilieu: 1° de lijst van de problematische plantensoorten die op het spoornet aangetroffen worden, gerangschikt volgens zorgwekkend karakter tijdens het vorige onkruidverdelgingsseizoen;2° de lijst van de invasieve plantensoorten die aangetroffen zijn tijdens het vorige onkruidverdelgingsseizoen;3° het register van de toepassing van de krachtens deze machtiging toegestane pesticiden;4° de lijst van de verschillende niet-chemische technieken die in kwetsbare gebieden worden gebruikt;5° de lijst van de middelen en technieken gebruikt om verwaaiende sproeinevel te beperken en de blootstelling van kwetsbare groepen te beperken;6° de stand van zaken van de verschillende samenwerkingsverbanden die in de loop van het jaar zijn aangegaan met beroepsverenigingen, toezichthoudende instanties, onderzoekscentra en andere actoren in de spoorwegsector, alsmede de conclusies die uit elk van deze samenwerkingsverbanden zijn getrokken;7° de resultaten van door de beheerder zelf uitgevoerde tests van alternatieven;8° de resultaten van eventuele chemische analyses van monsters die zijn genomen in gebieden die gevoelig zijn inzake biodiversiteit of volksgezondheid.
Art. 9.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het ondertekend wordt.
Art. 10.De Minister bevoegd voor Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 19 juli 2022.
Voor de Regering : De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Leefmilieu, Natuur, Bossen, Landelijke Aangelegenheden en Dierenwelzijn, C. TELLIER
19 JULI 2022. - Besluit van de Waalse Regering waarbij aan de vzw "Association pour la Sauvegarde du Vicinal" een afwijking wordt toegestaan op het gebruik van pesticiden voor het onderhoud van de spoorwegen De Waalse Regering, Gelet op het decreet van 10 juli 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/07/2013 pub. 05/09/2013 numac 2013204849 bron waalse overheidsdienst Decreet tot vaststelling van een kader ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van pesticiden en tot wijziging van Boek I van het Milieuwetboek, Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen en het decreet van 12 juli 2001 betreffende de beroepsopleiding in de landbouw sluiten tot vaststelling van een kader ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van pesticiden en tot wijziging van Boek I van het Milieuwetboek, Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen en het decreet van 12 juli 2001 betreffende de beroepsopleiding in de landbouw, artikel 4/1;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 11 juli 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 11/07/2013 pub. 05/09/2013 numac 2013204850 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering betreffende een pesticidengebruik dat verenigbaar is met de duurzame ontwikkeling en tot wijziging van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt en het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 5 oktober 1987 betreffende het opmaken van een verslag over de toestand van het Waalse leefmilieu sluiten betreffende een pesticidengebruik dat verenigbaar is met de duurzame ontwikkeling en tot wijziging van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt en het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 5 november 1987 betreffende het opmaken van een verslag over de toestand van het Waalse leefmilieu, artikel 10, 8° ;
Gelet op het door Febelrail op 5 juli 2022 ingediende verzoek om afwijking van de vzw "Association pour la Sauvegarde du Vicinal", hierna "de beheerder" genoemd, om pesticiden te mogen gebruiken voor het spooronderhoud;
Overwegende dat het voor de beheerder noodzakelijk is zijn sporennet te kunnen saneren om het vervolgens te kunnen onderhouden met technieken waarbij geen pesticiden worden gebruikt;
Gelet op de dwingende reden om de veiligheid van zowel reizigers als personeel en de duurzaamheid van de exploitatie te waarborgen;
Overwegende dat beheerder een professioneel gebruiker is voor zover het gebruik van pesticiden gebeurt in het kader van het beheer van de sporen om het reizigersvervoer in alle veiligheid mogelijk te maken;
Op de voordracht van de Minister van Leefmilieu;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1° spoorwegen: de spoorwegen en hun onmiddellijke omgeving en in het bijzonder de met ballast uitgeruste beddingen, de ruimte tussen de baanvakken en de veiligheidswegen van hoofd- en bijsporen, uitgezonderd de sporen in de stations;2° kwetsbare gebieden: de ruimte gelegen binnen de omtrek van een winningsbeschermingsgebied, Natura 2000-gebieden, gebieden die grenzen aan netwerken voor de opvang van regenwater of die grenzen aan oppervlaktewateren.
Art. 2.De beheerder is gemachtigd om tot 30 juni 2023 pesticide producten te gebruiken die actieve stoffen bevatten die een risico vormen voor de bescherming van het leefmilieu, de menselijke gezondheid of de instandhouding van de natuur voor het onderhoud van ruimtes gelegen op minder dan één meter van een spoorlijn die niet verbonden is met een net voor de inzameling van hemelwater en die niet aangrenzend is aan oppervlaktewateren. In de nabijgelegen beschermingszones van de waterwinningen IIa is het gebruik van deze producten alleen toegestaan in het geballaste gedeelte van het spoor, buiten de dienstwegen.
De pesticiden bedoeld in lid 1 kunnen één of meerdere pictogrammen SGH02 (alleen voor producten op basis van triclopyr) en SGJ05 tot SGH09 vertonen voor zover er geen enkel alternatief zonder deze pictogrammen beschikbaar is en door in dat geval, onder de producten met een gelijksoortige doeltreffendheid, te kiezen voor de minst zorgwekkende voor de bescherming van het leefmilieu, de menselijke gezondheid of de instandhouding van de natuur. De beheerder stelt, voorafgaandelijk aan de toepassing op zijn sporen, een verantwoordingsnota inzake de keuze van de pesticiden ter beschikking van de milieuadministratie.
De gemachtigde producten worden met de kleinste doeltreffende dosis ingezet en met inachtneming van de voorwaarden, nader bepaald in de akten betreffende het machtigen van het op de markt brengen ervan. Er mag niet worden gesproeid indien het Koninklijk Meteorologisch Instituut (KMI) een gemiddelde windsnelheid van 20 km/u (5,6 m/s) of meer voorspelt.
De beheerder stelt alles in het werk om verwaaiende sproeinevel te beperken en de blootstelling van kwetsbare groepen te beperken.
Art. 3.De onkruidverdelging van de sporen wordt verricht via een beperkte en gelokaliseerde behandeling met een sproeier met lans of een rugsproeier. Afhankelijk van de technologische ontwikkelingen kan de onkruidverdelging ook worden uitgevoerd met behulp van een andere techniek die het personeel beter beschermt.
Art. 4.De onkruidverdelging van de niet met de sporen samenhangende oppervlaktes gebeurt middels alternatieve technieken.
Art. 5.De beheerder verbindt zich ertoe verder naar alternatieven te zoeken voor het gebruik van pesticiden bij het spooronderhoud en in dit verband samen te werken met Febelrail.
Art. 6.De beheerder licht zijn personeel (al dan niet vrijwillig) en onderaannemers in over de risico's verbonden aan het gebruik van de gebruikte producten op de menselijke gezondheid, het leefmilieu en de instandhouding van de natuur, met name hun indeling en hun "risicofases" overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels en overeenkomstig de specificaties vermeld op de officiële website "Fytoweb" van FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu. De beheerder richt hen alle nuttige aanbevelingen met het oog op het voorkomen van een ongepast gebruik.
Art. 7.De milieuadministratie kan van de beheerder verlangen dat hij monsters neemt en chemische analyses uitvoert om toe te zien op de milieugevolgen van het sproeien in bepaalde gebieden die als kwetsbaar worden beschouwd omdat zij van belang zijn voor de biodiversiteit of omdat het publiek er vaak komt.
Art. 8.Tegen uiterlijk 1 februari 2023 deelt de beheerder het volgende mee aan de Waalse Overheidsdienst Landbouw, Natuurrijkdommen en Leefmilieu: 1° de lijst van de problematische plantensoorten die op het spoornet aangetroffen worden, gerangschikt volgens zorgwekkend karakter tijdens het vorige onkruidverdelgingsseizoen;2° de lijst van de invasieve plantensoorten die aangetroffen zijn tijdens het vorige onkruidverdelgingsseizoen;3° het register van de toepassing van de krachtens deze machtiging toegestane pesticiden;4° de lijst van de verschillende niet-chemische technieken die in kwetsbare gebieden worden gebruikt;5° de lijst van de middelen en technieken gebruikt om verwaaiende sproeinevel te beperken en de blootstelling van kwetsbare groepen te beperken;6° de stand van zaken van de verschillende samenwerkingsverbanden die in de loop van het jaar zijn aangegaan met beroepsverenigingen, toezichthoudende instanties, onderzoekscentra en andere actoren in de spoorwegsector, alsmede de conclusies die uit elk van deze samenwerkingsverbanden zijn getrokken;7° de resultaten van door de beheerder zelf uitgevoerde tests van alternatieven;8° de resultaten van eventuele chemische analyses van monsters die zijn genomen in gebieden die gevoelig zijn inzake biodiversiteit of volksgezondheid.
Art. 9.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het ondertekend wordt.
Art. 10.De Minister bevoegd voor Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 19 juli 2022.
Voor de Regering : De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Leefmilieu, Natuur, Bossen, Landelijke Aangelegenheden en Dierenwelzijn, C. TELLIER
19 JULI 2022. - Besluit van de Waalse Regering waarbij aan het "Domaine des Grottes de Han" een afwijking wordt toegestaan voor het gebruik van pesticiden voor het spooronderhoud De Waalse Regering, Gelet op het decreet van 10 juli 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/07/2013 pub. 05/09/2013 numac 2013204849 bron waalse overheidsdienst Decreet tot vaststelling van een kader ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van pesticiden en tot wijziging van Boek I van het Milieuwetboek, Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen en het decreet van 12 juli 2001 betreffende de beroepsopleiding in de landbouw sluiten tot vaststelling van een kader ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van pesticiden en tot wijziging van Boek I van het Milieuwetboek, Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen en het decreet van 12 juli 2001 betreffende de beroepsopleiding in de landbouw, artikel 4/1;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 11 juli 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 11/07/2013 pub. 05/09/2013 numac 2013204850 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering betreffende een pesticidengebruik dat verenigbaar is met de duurzame ontwikkeling en tot wijziging van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt en het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 5 oktober 1987 betreffende het opmaken van een verslag over de toestand van het Waalse leefmilieu sluiten betreffende een pesticidengebruik dat verenigbaar is met de duurzame ontwikkeling en tot wijziging van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt en het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 5 november 1987 betreffende het opmaken van een verslag over de toestand van het Waalse leefmilieu, artikel 10, 8° ;
Gelet op het door Febelrail op 5 juli 2022 ingediende verzoek om afwijking van het "Domaine des Grottes de Han", hierna "de beheerder" genoemd, om pesticiden te mogen gebruiken voor het spooronderhoud;
Overwegende dat het voor de beheerder noodzakelijk is zijn sporennet te kunnen saneren om het vervolgens te kunnen onderhouden met technieken waarbij geen pesticiden worden gebruikt;
Gelet op de dwingende reden om de veiligheid van zowel reizigers als personeel en de duurzaamheid van de exploitatie te waarborgen;
Overwegende dat beheerder een professioneel gebruiker is voor zover het gebruik van pesticiden gebeurt in het kader van het beheer van de sporen om het reizigersvervoer in alle veiligheid mogelijk te maken;
Op de voordracht van de Minister van Leefmilieu;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1° spoorwegen: de spoorwegen en hun onmiddellijke omgeving en in het bijzonder de met ballast uitgeruste beddingen, de ruimte tussen de baanvakken en de veiligheidswegen van hoofd- en bijsporen, uitgezonderd de sporen in de stations;2° kwetsbare gebieden: de ruimte gelegen binnen de omtrek van een winningsbeschermingsgebied, Natura 2000-gebieden, gebieden die grenzen aan netwerken voor de opvang van regenwater of die grenzen aan oppervlaktewateren.
Art. 2.De beheerder is gemachtigd om tot 30 juni 2023 pesticide producten te gebruiken die actieve stoffen bevatten die een risico vormen voor de bescherming van het leefmilieu, de menselijke gezondheid of de instandhouding van de natuur voor het onderhoud van ruimtes gelegen op minder dan één meter van een spoorlijn die niet verbonden is met een net voor de inzameling van hemelwater en die niet aangrenzend is aan oppervlaktewateren. In de nabijgelegen beschermingszones van de waterwinningen IIa is het gebruik van deze producten alleen toegestaan in het geballaste gedeelte van het spoor, buiten de dienstwegen.
De pesticiden bedoeld in lid 1 kunnen één of meerdere pictogrammen SGH02 (alleen voor producten op basis van triclopyr) en SGJ05 tot SGH09 vertonen voor zover er geen enkel alternatief zonder deze pictogrammen beschikbaar is en door in dat geval, onder de producten met een gelijksoortige doeltreffendheid, te kiezen voor de minst zorgwekkende voor de bescherming van het leefmilieu, de menselijke gezondheid of de instandhouding van de natuur. De beheerder stelt, voorafgaandelijk aan de toepassing op zijn sporen, een verantwoordingsnota inzake de keuze van de pesticiden ter beschikking van de milieuadministratie.
De gemachtigde producten worden met de kleinste doeltreffende dosis ingezet en met inachtneming van de voorwaarden, nader bepaald in de akten betreffende het machtigen van het op de markt brengen ervan. Er mag niet worden gesproeid indien het Koninklijk Meteorologisch Instituut (KMI) een gemiddelde windsnelheid van 20 km/u (5,6 m/s) of meer voorspelt.
De beheerder stelt alles in het werk om verwaaiende sproeinevel te beperken en de blootstelling van kwetsbare groepen te beperken.
Art. 3.De onkruidverdelging van de sporen wordt verricht via een beperkte en gelokaliseerde behandeling met een sproeier met lans of een rugsproeier. Afhankelijk van de technologische ontwikkelingen kan de onkruidverdelging ook worden uitgevoerd met behulp van een andere techniek die het personeel beter beschermt.
Art. 4.De onkruidverdelging van de niet met de sporen samenhangende oppervlaktes gebeurt middels alternatieve technieken.
Art. 5.De beheerder verbindt zich ertoe verder naar alternatieven te zoeken voor het gebruik van pesticiden bij het spooronderhoud en in dit verband samen te werken met Febelrail.
Art. 6.De beheerder licht zijn personeel (al dan niet vrijwillig) en onderaannemers in over de risico's verbonden aan het gebruik van de gebruikte producten op de menselijke gezondheid, het leefmilieu en de instandhouding van de natuur, met name hun indeling en hun "risicofases" overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels en overeenkomstig de specificaties vermeld op de officiële website "Fytoweb" van FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu. De beheerder richt hen alle nuttige aanbevelingen met het oog op het voorkomen van een ongepast gebruik.
Art. 7.De milieuadministratie kan van de beheerder verlangen dat hij monsters neemt en chemische analyses uitvoert om toe te zien op de milieugevolgen van het sproeien in bepaalde gebieden die als kwetsbaar worden beschouwd omdat zij van belang zijn voor de biodiversiteit of omdat het publiek er vaak komt.
Art. 8.Tegen uiterlijk 1 februari 2023 deelt de beheerder het volgende mee aan de Waalse Overheidsdienst Landbouw, Natuurrijkdommen en Leefmilieu: 1° de lijst van de problematische plantensoorten die op het spoornet aangetroffen worden, gerangschikt volgens zorgwekkend karakter tijdens het vorige onkruidverdelgingsseizoen;2° de lijst van de invasieve plantensoorten die aangetroffen zijn tijdens het vorige onkruidverdelgingsseizoen;3° het register van de toepassing van de krachtens deze machtiging toegestane pesticiden;4° de lijst van de verschillende niet-chemische technieken die in kwetsbare gebieden worden gebruikt;5° de lijst van de middelen en technieken gebruikt om verwaaiende sproeinevel te beperken en de blootstelling van kwetsbare groepen te beperken;6° de stand van zaken van de verschillende samenwerkingsverbanden die in de loop van het jaar zijn aangegaan met beroepsverenigingen, toezichthoudende instanties, onderzoekscentra en andere actoren in de spoorwegsector, alsmede de conclusies die uit elk van deze samenwerkingsverbanden zijn getrokken;7° de resultaten van door de beheerder zelf uitgevoerde tests van alternatieven;8° de resultaten van eventuele chemische analyses van monsters die zijn genomen in gebieden die gevoelig zijn inzake biodiversiteit of volksgezondheid.
Art. 9.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het ondertekend wordt.
Art. 10.De Minister bevoegd voor Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 19 juli 2022.
Voor de Regering : De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Leefmilieu, Natuur, Bossen, Landelijke Aangelegenheden en Dierenwelzijn, C. TELLIER
19 JULI 2022. - Besluit van de Waalse Regering waarbij aan de vzw "Tramway touristique de l'Aisne" een afwijking wordt toegestaan voor het gebruik van pesticiden voor het spooronderhoud De Waalse Regering, Gelet op het decreet van 10 juli 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/07/2013 pub. 05/09/2013 numac 2013204849 bron waalse overheidsdienst Decreet tot vaststelling van een kader ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van pesticiden en tot wijziging van Boek I van het Milieuwetboek, Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen en het decreet van 12 juli 2001 betreffende de beroepsopleiding in de landbouw sluiten tot vaststelling van een kader ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van pesticiden en tot wijziging van Boek I van het Milieuwetboek, Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen en het decreet van 12 juli 2001 betreffende de beroepsopleiding in de landbouw, artikel 4/1;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 11 juli 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 11/07/2013 pub. 05/09/2013 numac 2013204850 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering betreffende een pesticidengebruik dat verenigbaar is met de duurzame ontwikkeling en tot wijziging van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt en het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 5 oktober 1987 betreffende het opmaken van een verslag over de toestand van het Waalse leefmilieu sluiten betreffende een pesticidengebruik dat verenigbaar is met de duurzame ontwikkeling en tot wijziging van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt en het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 5 november 1987 betreffende het opmaken van een verslag over de toestand van het Waalse leefmilieu, artikel 10, 8° ;
Gelet op het door Febelrail op 5 juli 2022 ingediende verzoek om afwijking van de vzw "Tramway touristique de l'Aisne", hierna "de beheerder" genoemd, om pesticiden te mogen gebruiken voor het spooronderhoud;
Overwegende dat het voor de beheerder noodzakelijk is zijn sporennet te kunnen saneren om het vervolgens te kunnen onderhouden met technieken waarbij geen pesticiden worden gebruikt;
Gelet op de dwingende reden om de veiligheid van zowel reizigers als personeel en de duurzaamheid van de exploitatie te waarborgen;
Overwegende dat beheerder een professioneel gebruiker is voor zover het gebruik van pesticiden gebeurt in het kader van het beheer van de sporen om het reizigersvervoer in alle veiligheid mogelijk te maken;
Op de voordracht van de Minister van Leefmilieu;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1° spoorwegen: de spoorwegen en hun onmiddellijke omgeving en in het bijzonder de met ballast uitgeruste beddingen, de ruimte tussen de baanvakken en de veiligheidswegen van hoofd- en bijsporen, uitgezonderd de sporen in de stations;2° kwetsbare gebieden: de ruimte gelegen binnen de omtrek van een winningsbeschermingsgebied, Natura 2000-gebieden, gebieden die grenzen aan netwerken voor de opvang van regenwater of die grenzen aan oppervlaktewateren.
Art. 2.De beheerder is gemachtigd om tot 30 juni 2023 pesticide producten te gebruiken die actieve stoffen bevatten die een risico vormen voor de bescherming van het leefmilieu, de menselijke gezondheid of de instandhouding van de natuur voor het onderhoud van ruimtes gelegen op minder dan één meter van een spoorlijn die niet verbonden is met een net voor de inzameling van hemelwater en die niet aangrenzend is aan oppervlaktewateren. In de nabijgelegen beschermingszones van de waterwinningen IIa is het gebruik van deze producten alleen toegestaan in het geballaste gedeelte van het spoor, buiten de dienstwegen.
De pesticiden bedoeld in lid 1 kunnen één of meerdere pictogrammen SGH02 (alleen voor producten op basis van triclopyr) en SGJ05 tot SGH09 vertonen voor zover er geen enkel alternatief zonder deze pictogrammen beschikbaar is en door in dat geval, onder de producten met een gelijksoortige doeltreffendheid, te kiezen voor de minst zorgwekkende voor de bescherming van het leefmilieu, de menselijke gezondheid of de instandhouding van de natuur. De beheerder stelt, voorafgaandelijk aan de toepassing op zijn sporen, een verantwoordingsnota inzake de keuze van de pesticiden ter beschikking van de milieuadministratie.
De gemachtigde producten worden met de kleinste doeltreffende dosis ingezet en met inachtneming van de voorwaarden, nader bepaald in de akten betreffende het machtigen van het op de markt brengen ervan. Er mag niet worden gesproeid indien het Koninklijk Meteorologisch Instituut (KMI) een gemiddelde windsnelheid van 20 km/u (5,6 m/s) of meer voorspelt.
De beheerder stelt alles in het werk om verwaaiende sproeinevel te beperken en de blootstelling van kwetsbare groepen te beperken.
Art. 3.De onkruidverdelging van de sporen wordt verricht via een beperkte en gelokaliseerde behandeling met een sproeier met lans of een rugsproeier. Afhankelijk van de technologische ontwikkelingen kan de onkruidverdelging ook worden uitgevoerd met behulp van een andere techniek die het personeel beter beschermt.
Art. 4.De onkruidverdelging van de niet met de sporen samenhangende oppervlaktes gebeurt middels alternatieve technieken.
Art. 5.De beheerder verbindt zich ertoe verder naar alternatieven te zoeken voor het gebruik van pesticiden bij het spooronderhoud en in dit verband samen te werken met Febelrail.
Art. 6.De beheerder licht zijn personeel (al dan niet vrijwillig) en onderaannemers in over de risico's verbonden aan het gebruik van de gebruikte producten op de menselijke gezondheid, het leefmilieu en de instandhouding van de natuur, met name hun indeling en hun "risicofases" overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels en overeenkomstig de specificaties vermeld op de officiële website "Fytoweb" van FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu. De beheerder richt hen alle nuttige aanbevelingen met het oog op het voorkomen van een ongepast gebruik.
Art. 7.De milieuadministratie kan van de beheerder verlangen dat hij monsters neemt en chemische analyses uitvoert om toe te zien op de milieugevolgen van het sproeien in bepaalde gebieden die als kwetsbaar worden beschouwd omdat zij van belang zijn voor de biodiversiteit of omdat het publiek er vaak komt.
Art. 8.Tegen uiterlijk 1 februari 2023 deelt de beheerder het volgende mee aan de Waalse Overheidsdienst Landbouw, Natuurrijkdommen en Leefmilieu: 1° de lijst van de problematische plantensoorten die op het spoornet aangetroffen worden, gerangschikt volgens zorgwekkend karakter tijdens het vorige onkruidverdelgingsseizoen;2° de lijst van de invasieve plantensoorten die aangetroffen zijn tijdens het vorige onkruidverdelgingsseizoen;3° het register van de toepassing van de krachtens deze machtiging toegestane pesticiden;4° de lijst van de verschillende niet-chemische technieken die in kwetsbare gebieden worden gebruikt;5° de lijst van de middelen en technieken gebruikt om verwaaiende sproeinevel te beperken en de blootstelling van kwetsbare groepen te beperken;6° de stand van zaken van de verschillende samenwerkingsverbanden die in de loop van het jaar zijn aangegaan met beroepsverenigingen, toezichthoudende instanties, onderzoekscentra en andere actoren in de spoorwegsector, alsmede de conclusies die uit elk van deze samenwerkingsverbanden zijn getrokken;7° de resultaten van door de beheerder zelf uitgevoerde tests van alternatieven;8° de resultaten van eventuele chemische analyses van monsters die zijn genomen in gebieden die gevoelig zijn inzake biodiversiteit of volksgezondheid.
Art. 9.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het ondertekend wordt.
Art. 10.De Minister bevoegd voor Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 19 juli 2022.
Voor de Regering : De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Leefmilieu, Natuur, Bossen, Landelijke Aangelegenheden en Dierenwelzijn, C. TELLIER
19 JULI 2022. - Besluit van de Waalse Regering waarbij aan de vzw "Chemin de fer à vapeur des 3 vallées" een afwijking wordt toegestaan voor het gebruik van pesticiden voor het spooronderhoud De Waalse Regering, Gelet op het decreet van 10 juli 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/07/2013 pub. 05/09/2013 numac 2013204849 bron waalse overheidsdienst Decreet tot vaststelling van een kader ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van pesticiden en tot wijziging van Boek I van het Milieuwetboek, Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen en het decreet van 12 juli 2001 betreffende de beroepsopleiding in de landbouw sluiten tot vaststelling van een kader ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van pesticiden en tot wijziging van Boek I van het Milieuwetboek, Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen en het decreet van 12 juli 2001 betreffende de beroepsopleiding in de landbouw, artikel 4/1;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 11 juli 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 11/07/2013 pub. 05/09/2013 numac 2013204850 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering betreffende een pesticidengebruik dat verenigbaar is met de duurzame ontwikkeling en tot wijziging van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt en het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 5 oktober 1987 betreffende het opmaken van een verslag over de toestand van het Waalse leefmilieu sluiten betreffende een pesticidengebruik dat verenigbaar is met de duurzame ontwikkeling en tot wijziging van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt en het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 5 november 1987 betreffende het opmaken van een verslag over de toestand van het Waalse leefmilieu, artikel 10, 8° ;
Gelet op het door Febelrail op 5 juli 2022 ingediende verzoek om afwijking van de vzw "Chemin de fer à vapeur des 3 vallées", hierna "de beheerder" genoemd, om pesticiden te mogen gebruiken voor het spooronderhoud;
Overwegende dat het voor de beheerder noodzakelijk is zijn sporennet te kunnen saneren om het vervolgens te kunnen onderhouden met technieken waarbij geen pesticiden worden gebruikt;
Gelet op de dwingende reden om de veiligheid van zowel reizigers als personeel en de duurzaamheid van de exploitatie te waarborgen;
Overwegende dat beheerder een professioneel gebruiker is voor zover het gebruik van pesticiden gebeurt in het kader van het beheer van de sporen om het reizigersvervoer in alle veiligheid mogelijk te maken;
Op de voordracht van de Minister van Leefmilieu;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1° spoorwegen: de spoorwegen en hun onmiddellijke omgeving en in het bijzonder de met ballast uitgeruste beddingen, de ruimte tussen de baanvakken en de veiligheidswegen van hoofd- en bijsporen, uitgezonderd de sporen in de stations;2° kwetsbare gebieden: de ruimte gelegen binnen de omtrek van een winningsbeschermingsgebied, Natura 2000-gebieden, gebieden die grenzen aan netwerken voor de opvang van regenwater of die grenzen aan oppervlaktewateren.
Art. 2.De beheerder is gemachtigd om tot 30 juni 2023 pesticide producten te gebruiken die actieve stoffen bevatten die een risico vormen voor de bescherming van het leefmilieu, de menselijke gezondheid of de instandhouding van de natuur voor het onderhoud van ruimtes gelegen op minder dan één meter van een spoorlijn die niet verbonden is met een net voor de inzameling van hemelwater en die niet aangrenzend is aan oppervlaktewateren. In de nabijgelegen beschermingszones van de waterwinningen IIa is het gebruik van deze producten alleen toegestaan in het geballaste gedeelte van het spoor, buiten de dienstwegen.
De pesticiden bedoeld in lid 1 kunnen één of meerdere pictogrammen SGH02 (alleen voor producten op basis van triclopyr) en SGJ05 tot SGH09 vertonen voor zover er geen enkel alternatief zonder deze pictogrammen beschikbaar is en door in dat geval, onder de producten met een gelijksoortige doeltreffendheid, te kiezen voor de minst zorgwekkende voor de bescherming van het leefmilieu, de menselijke gezondheid of de instandhouding van de natuur. De beheerder stelt, voorafgaandelijk aan de toepassing op zijn sporen, een verantwoordingsnota inzake de keuze van de pesticiden ter beschikking van de milieuadministratie.
De gemachtigde producten worden met de kleinste doeltreffende dosis ingezet en met inachtneming van de voorwaarden, nader bepaald in de akten betreffende het machtigen van het op de markt brengen ervan. Er mag niet worden gesproeid indien het Koninklijk Meteorologisch Instituut (KMI) een gemiddelde windsnelheid van 20 km/u (5,6 m/s) of meer voorspelt.
De beheerder stelt alles in het werk om verwaaiende sproeinevel te beperken en de blootstelling van kwetsbare groepen te beperken.
Art. 3.De onkruidverdelging van de sporen wordt verricht via een beperkte en gelokaliseerde behandeling met een sproeier met lans of een rugsproeier. Afhankelijk van de technologische ontwikkelingen kan de onkruidverdelging ook worden uitgevoerd met behulp van een andere techniek die het personeel beter beschermt.
Art. 4.De onkruidverdelging van de niet met de sporen samenhangende oppervlaktes gebeurt middels alternatieve technieken.
Art. 5.De beheerder verbindt zich ertoe verder naar alternatieven te zoeken voor het gebruik van pesticiden bij het spooronderhoud en in dit verband samen te werken met Febelrail.
Art. 6.De beheerder licht zijn personeel (al dan niet vrijwillig) en onderaannemers in over de risico's verbonden aan het gebruik van de gebruikte producten op de menselijke gezondheid, het leefmilieu en de instandhouding van de natuur, met name hun indeling en hun "risicofases" overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels en overeenkomstig de specificaties vermeld op de officiële website "Fytoweb" van FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu. De beheerder richt hen alle nuttige aanbevelingen met het oog op het voorkomen van een ongepast gebruik.
Art. 7.De milieuadministratie kan van de beheerder verlangen dat hij monsters neemt en chemische analyses uitvoert om toe te zien op de milieugevolgen van het sproeien in bepaalde gebieden die als kwetsbaar worden beschouwd omdat zij van belang zijn voor de biodiversiteit of omdat het publiek er vaak komt.
Art. 8.Tegen uiterlijk 1 februari 2023 deelt de beheerder het volgende mee aan de Waalse Overheidsdienst Landbouw, Natuurrijkdommen en Leefmilieu: 1° de lijst van de problematische plantensoorten die op het spoornet aangetroffen worden, gerangschikt volgens zorgwekkend karakter tijdens het vorige onkruidverdelgingsseizoen;2° de lijst van de invasieve plantensoorten die aangetroffen zijn tijdens het vorige onkruidverdelgingsseizoen;3° het register van de toepassing van de krachtens deze machtiging toegestane pesticiden;4° de lijst van de verschillende niet-chemische technieken die in kwetsbare gebieden worden gebruikt;5° de lijst van de middelen en technieken gebruikt om verwaaiende sproeinevel te beperken en de blootstelling van kwetsbare groepen te beperken;6° de stand van zaken van de verschillende samenwerkingsverbanden die in de loop van het jaar zijn aangegaan met beroepsverenigingen, toezichthoudende instanties, onderzoekscentra en andere actoren in de spoorwegsector, alsmede de conclusies die uit elk van deze samenwerkingsverbanden zijn getrokken;7° de resultaten van door de beheerder zelf uitgevoerde tests van alternatieven;8° de resultaten van eventuele chemische analyses van monsters die zijn genomen in gebieden die gevoelig zijn inzake biodiversiteit of volksgezondheid.
Art. 9.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het ondertekend wordt.
Art. 10.De Minister bevoegd voor Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 19 juli 2022.
Voor de Regering : De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Leefmilieu, Natuur, Bossen, Landelijke Aangelegenheden en Dierenwelzijn, C. TELLIER
19 JULI 2022. - Besluit van de Waalse Regering waarbij aan de vzw "Chemin de fer du Bocq" een afwijking wordt toegestaan voor het gebruik van pesticiden voor het spooronderhoud De Waalse Regering, Gelet op het decreet van 10 juli 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/07/2013 pub. 05/09/2013 numac 2013204849 bron waalse overheidsdienst Decreet tot vaststelling van een kader ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van pesticiden en tot wijziging van Boek I van het Milieuwetboek, Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen en het decreet van 12 juli 2001 betreffende de beroepsopleiding in de landbouw sluiten tot vaststelling van een kader ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van pesticiden en tot wijziging van Boek I van het Milieuwetboek, Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen en het decreet van 12 juli 2001 betreffende de beroepsopleiding in de landbouw, artikel 4/1;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 11 juli 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 11/07/2013 pub. 05/09/2013 numac 2013204850 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering betreffende een pesticidengebruik dat verenigbaar is met de duurzame ontwikkeling en tot wijziging van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt en het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 5 oktober 1987 betreffende het opmaken van een verslag over de toestand van het Waalse leefmilieu sluiten betreffende een pesticidengebruik dat verenigbaar is met de duurzame ontwikkeling en tot wijziging van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt en het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 5 november 1987 betreffende het opmaken van een verslag over de toestand van het Waalse leefmilieu, artikel 10, 8° ;
Gelet op het door Febelrail op 5 juli 2022 ingediende verzoek om afwijking van de vzw "Chemin de fer du Bocq", hierna "de beheerder" genoemd, om pesticiden te mogen gebruiken voor het spooronderhoud;
Overwegende dat het voor de beheerder noodzakelijk is zijn sporennet te kunnen saneren om het vervolgens te kunnen onderhouden met technieken waarbij geen pesticiden worden gebruikt;
Gelet op de dwingende reden om de veiligheid van zowel reizigers als personeel en de duurzaamheid van de exploitatie te waarborgen;
Overwegende dat beheerder een professioneel gebruiker is voor zover het gebruik van pesticiden gebeurt in het kader van het beheer van de sporen om het reizigersvervoer in alle veiligheid mogelijk te maken;
Op de voordracht van de Minister van Leefmilieu;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1° spoorwegen: de spoorwegen en hun onmiddellijke omgeving en in het bijzonder de met ballast uitgeruste beddingen, de ruimte tussen de baanvakken en de veiligheidswegen van hoofd- en bijsporen, uitgezonderd de sporen in de stations;2° kwetsbare gebieden: de ruimte gelegen binnen de omtrek van een winningsbeschermingsgebied, Natura 2000-gebieden, gebieden die grenzen aan netwerken voor de opvang van regenwater of die grenzen aan oppervlaktewateren.
Art. 2.De beheerder is gemachtigd om tot 30 juni 2023 pesticide producten te gebruiken die actieve stoffen bevatten die een risico vormen voor de bescherming van het leefmilieu, de menselijke gezondheid of de instandhouding van de natuur voor het onderhoud van ruimtes gelegen op minder dan één meter van een spoorlijn die niet verbonden is met een net voor de inzameling van hemelwater en die niet aangrenzend is aan oppervlaktewateren. In de nabijgelegen beschermingszones van de waterwinningen IIa is het gebruik van deze producten alleen toegestaan in het geballaste gedeelte van het spoor, buiten de dienstwegen.
De pesticiden bedoeld in lid 1 kunnen één of meerdere pictogrammen SGH02 (alleen voor producten op basis van triclopyr) en SGJ05 tot SGH09 vertonen voor zover er geen enkel alternatief zonder deze pictogrammen beschikbaar is en door in dat geval, onder de producten met een gelijksoortige doeltreffendheid, te kiezen voor de minst zorgwekkende voor de bescherming van het leefmilieu, de menselijke gezondheid of de instandhouding van de natuur. De beheerder stelt, voorafgaandelijk aan de toepassing op zijn sporen, een verantwoordingsnota inzake de keuze van de pesticiden ter beschikking van de milieuadministratie.
De gemachtigde producten worden met de kleinste doeltreffende dosis ingezet en met inachtneming van de voorwaarden, nader bepaald in de akten betreffende het machtigen van het op de markt brengen ervan. Er mag niet worden gesproeid indien het Koninklijk Meteorologisch Instituut (KMI) een gemiddelde windsnelheid van 20 km/u (5,6 m/s) of meer voorspelt.
De beheerder stelt alles in het werk om verwaaiende sproeinevel te beperken en de blootstelling van kwetsbare groepen te beperken.
Art. 3.De onkruidverdelging van de sporen wordt verricht via een beperkte en gelokaliseerde behandeling met een sproeier met lans of een rugsproeier. Afhankelijk van de technologische ontwikkelingen kan de onkruidverdelging ook worden uitgevoerd met behulp van een andere techniek die het personeel beter beschermt.
Art. 4.De onkruidverdelging van de niet met de sporen samenhangende oppervlaktes gebeurt middels alternatieve technieken.
Art. 5.De beheerder verbindt zich ertoe verder naar alternatieven te zoeken voor het gebruik van pesticiden bij het spooronderhoud en in dit verband samen te werken met Febelrail.
Art. 6.De beheerder licht zijn personeel (al dan niet vrijwillig) en onderaannemers in over de risico's verbonden aan het gebruik van de gebruikte producten op de menselijke gezondheid, het leefmilieu en de instandhouding van de natuur, met name hun indeling en hun "risicofases" overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels en overeenkomstig de specificaties vermeld op de officiële website "Fytoweb" van FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu. De beheerder richt hen alle nuttige aanbevelingen met het oog op het voorkomen van een ongepast gebruik.
Art. 7.De milieuadministratie kan van de beheerder verlangen dat hij monsters neemt en chemische analyses uitvoert om toe te zien op de milieugevolgen van het sproeien in bepaalde gebieden die als kwetsbaar worden beschouwd omdat zij van belang zijn voor de biodiversiteit of omdat het publiek er vaak komt.
Art. 8.Tegen uiterlijk 1 februari 2023 deelt de beheerder het volgende mee aan de Waalse Overheidsdienst Landbouw, Natuurrijkdommen en Leefmilieu: 1° de lijst van de problematische plantensoorten die op het spoornet aangetroffen worden, gerangschikt volgens zorgwekkend karakter tijdens het vorige onkruidverdelgingsseizoen;2° de lijst van de invasieve plantensoorten die aangetroffen zijn tijdens het vorige onkruidverdelgingsseizoen;3° het register van de toepassing van de krachtens deze machtiging toegestane pesticiden;4° de lijst van de verschillende niet-chemische technieken die in kwetsbare gebieden worden gebruikt;5° de lijst van de middelen en technieken gebruikt om verwaaiende sproeinevel te beperken en de blootstelling van kwetsbare groepen te beperken;6° de stand van zaken van de verschillende samenwerkingsverbanden die in de loop van het jaar zijn aangegaan met beroepsverenigingen, toezichthoudende instanties, onderzoekscentra en andere actoren in de spoorwegsector, alsmede de conclusies die uit elk van deze samenwerkingsverbanden zijn getrokken;7° de resultaten van door de beheerder zelf uitgevoerde tests van alternatieven;8° de resultaten van eventuele chemische analyses van monsters die zijn genomen in gebieden die gevoelig zijn inzake biodiversiteit of volksgezondheid.
Art. 9.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het ondertekend wordt.
Art. 10.De Minister bevoegd voor Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 19 juli 2022.
Voor de Regering : De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Leefmilieu, Natuur, Bossen, Landelijke Aangelegenheden en Dierenwelzijn, C. TELLIER
19 JULI 2022. - Besluit van de Waalse Regering waarbij aan de "Draisines de la Molignée" een afwijking wordt toegestaan voor het gebruik van pesticiden voor het spooronderhoud De Waalse Regering, Gelet op het decreet van 10 juli 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/07/2013 pub. 05/09/2013 numac 2013204849 bron waalse overheidsdienst Decreet tot vaststelling van een kader ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van pesticiden en tot wijziging van Boek I van het Milieuwetboek, Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen en het decreet van 12 juli 2001 betreffende de beroepsopleiding in de landbouw sluiten tot vaststelling van een kader ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van pesticiden en tot wijziging van Boek I van het Milieuwetboek, Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen en het decreet van 12 juli 2001 betreffende de beroepsopleiding in de landbouw, artikel 4/1;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 11 juli 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 11/07/2013 pub. 05/09/2013 numac 2013204850 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering betreffende een pesticidengebruik dat verenigbaar is met de duurzame ontwikkeling en tot wijziging van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt en het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 5 oktober 1987 betreffende het opmaken van een verslag over de toestand van het Waalse leefmilieu sluiten betreffende een pesticidengebruik dat verenigbaar is met de duurzame ontwikkeling en tot wijziging van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt en het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 5 november 1987 betreffende het opmaken van een verslag over de toestand van het Waalse leefmilieu, artikel 10, 8° ;
Gelet op het door Febelrail op 5 juli 2022 ingediende verzoek om afwijking van de "Draisines de la Molignée", hierna "de beheerder" genoemd, om pesticiden te mogen gebruiken voor het spooronderhoud;
Overwegende dat het voor de beheerder noodzakelijk is zijn sporennet te kunnen saneren om het vervolgens te kunnen onderhouden met technieken waarbij geen pesticiden worden gebruikt;
Gelet op de dwingende reden om de veiligheid van zowel reizigers als personeel en de duurzaamheid van de exploitatie te waarborgen;
Overwegende dat beheerder een professioneel gebruiker is voor zover het gebruik van pesticiden gebeurt in het kader van het beheer van de sporen om het reizigersvervoer in alle veiligheid mogelijk te maken;
Op de voordracht van de Minister van Leefmilieu;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1° spoorwegen: de spoorwegen en hun onmiddellijke omgeving en in het bijzonder de met ballast uitgeruste beddingen, de ruimte tussen de baanvakken en de veiligheidswegen van hoofd- en bijsporen, uitgezonderd de sporen in de stations;2° kwetsbare gebieden: de ruimte gelegen binnen de omtrek van een winningsbeschermingsgebied, Natura 2000-gebieden, gebieden die grenzen aan netwerken voor de opvang van regenwater of die grenzen aan oppervlaktewateren.
Art. 2.De beheerder is gemachtigd om tot 30 juni 2023 pesticide producten te gebruiken die actieve stoffen bevatten die een risico vormen voor de bescherming van het leefmilieu, de menselijke gezondheid of de instandhouding van de natuur voor het onderhoud van ruimtes gelegen op minder dan één meter van een spoorlijn die niet verbonden is met een net voor de inzameling van hemelwater en die niet aangrenzend is aan oppervlaktewateren. In de nabijgelegen beschermingszones van de waterwinningen IIa is het gebruik van deze producten alleen toegestaan in het geballaste gedeelte van het spoor, buiten de dienstwegen.
De pesticiden bedoeld in lid 1 kunnen één of meerdere pictogrammen SGH02 (alleen voor producten op basis van triclopyr) en SGJ05 tot SGH09 vertonen voor zover er geen enkel alternatief zonder deze pictogrammen beschikbaar is en door in dat geval, onder de producten met een gelijksoortige doeltreffendheid, te kiezen voor de minst zorgwekkende voor de bescherming van het leefmilieu, de menselijke gezondheid of de instandhouding van de natuur. De beheerder stelt, voorafgaandelijk aan de toepassing op zijn sporen, een verantwoordingsnota inzake de keuze van de pesticiden ter beschikking van de milieuadministratie.
De gemachtigde producten worden met de kleinste doeltreffende dosis ingezet en met inachtneming van de voorwaarden, nader bepaald in de akten betreffende het machtigen van het op de markt brengen ervan. Er mag niet worden gesproeid indien het Koninklijk Meteorologisch Instituut (KMI) een gemiddelde windsnelheid van 20 km/u (5,6 m/s) of meer voorspelt.
De beheerder stelt alles in het werk om verwaaiende sproeinevel te beperken en de blootstelling van kwetsbare groepen te beperken.
Art. 3.De onkruidverdelging van de sporen wordt verricht via een beperkte en gelokaliseerde behandeling met een sproeier met lans of een rugsproeier. Afhankelijk van de technologische ontwikkelingen kan de onkruidverdelging ook worden uitgevoerd met behulp van een andere techniek die het personeel beter beschermt.
Art. 4.De onkruidverdelging van de niet met de sporen samenhangende oppervlaktes gebeurt middels alternatieve technieken.
Art. 5.De beheerder verbindt zich ertoe verder naar alternatieven te zoeken voor het gebruik van pesticiden bij het spooronderhoud en in dit verband samen te werken met Febelrail.
Art. 6.De beheerder licht zijn personeel (al dan niet vrijwillig) en onderaannemers in over de risico's verbonden aan het gebruik van de gebruikte producten op de menselijke gezondheid, het leefmilieu en de instandhouding van de natuur, met name hun indeling en hun "risicofases" overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels en overeenkomstig de specificaties vermeld op de officiële website "Fytoweb" van FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu. De beheerder richt hen alle nuttige aanbevelingen met het oog op het voorkomen van een ongepast gebruik.
Art. 7.De milieuadministratie kan van de beheerder verlangen dat hij monsters neemt en chemische analyses uitvoert om toe te zien op de milieugevolgen van het sproeien in bepaalde gebieden die als kwetsbaar worden beschouwd omdat zij van belang zijn voor de biodiversiteit of omdat het publiek er vaak komt.
Art. 8.Tegen uiterlijk 1 februari 2023 deelt de beheerder het volgende mee aan de Waalse Overheidsdienst Landbouw, Natuurrijkdommen en Leefmilieu: 1° de lijst van de problematische plantensoorten die op het spoornet aangetroffen worden, gerangschikt volgens zorgwekkend karakter tijdens het vorige onkruidverdelgingsseizoen;2° de lijst van de invasieve plantensoorten die aangetroffen zijn tijdens het vorige onkruidverdelgingsseizoen;3° het register van de toepassing van de krachtens deze machtiging toegestane pesticiden;4° de lijst van de verschillende niet-chemische technieken die in kwetsbare gebieden worden gebruikt;5° de lijst van de middelen en technieken gebruikt om verwaaiende sproeinevel te beperken en de blootstelling van kwetsbare groepen te beperken;6° de stand van zaken van de verschillende samenwerkingsverbanden die in de loop van het jaar zijn aangegaan met beroepsverenigingen, toezichthoudende instanties, onderzoekscentra en andere actoren in de spoorwegsector, alsmede de conclusies die uit elk van deze samenwerkingsverbanden zijn getrokken;7° de resultaten van door de beheerder zelf uitgevoerde tests van alternatieven;8° de resultaten van eventuele chemische analyses van monsters die zijn genomen in gebieden die gevoelig zijn inzake biodiversiteit of volksgezondheid.
Art. 9.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het ondertekend wordt.
Art. 10.De Minister bevoegd voor Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 19 juli 2022.
Voor de Regering : De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Leefmilieu, Natuur, Bossen, Landelijke Aangelegenheden en Dierenwelzijn, C. TELLIER
19 JULI 2022. - Besluit van de Waalse Regering waarbij aan "Railbike des Hautes Fagnes" een afwijking wordt toegestaan voor het gebruik van pesticiden voor het spooronderhoud De Waalse Regering, Gelet op het decreet van 10 juli 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/07/2013 pub. 05/09/2013 numac 2013204849 bron waalse overheidsdienst Decreet tot vaststelling van een kader ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van pesticiden en tot wijziging van Boek I van het Milieuwetboek, Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen en het decreet van 12 juli 2001 betreffende de beroepsopleiding in de landbouw sluiten tot vaststelling van een kader ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van pesticiden en tot wijziging van Boek I van het Milieuwetboek, Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen en het decreet van 12 juli 2001 betreffende de beroepsopleiding in de landbouw, artikel 4/1;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 11 juli 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 11/07/2013 pub. 05/09/2013 numac 2013204850 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering betreffende een pesticidengebruik dat verenigbaar is met de duurzame ontwikkeling en tot wijziging van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt en het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 5 oktober 1987 betreffende het opmaken van een verslag over de toestand van het Waalse leefmilieu sluiten betreffende een pesticidengebruik dat verenigbaar is met de duurzame ontwikkeling en tot wijziging van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt en het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 5 november 1987 betreffende het opmaken van een verslag over de toestand van het Waalse leefmilieu, artikel 10, 8° ;
Gelet op het door Febelrail op 5 juli 2022 ingediende verzoek om afwijking van "Railbike des Hautes Fagnes", hierna "de beheerder" genoemd, om pesticiden te mogen gebruiken voor het spooronderhoud;
Overwegende dat het voor de beheerder noodzakelijk is zijn sporennet te kunnen saneren om het vervolgens te kunnen onderhouden met technieken waarbij geen pesticiden worden gebruikt;
Gelet op de dwingende reden om de veiligheid van zowel reizigers als personeel en de duurzaamheid van de exploitatie te waarborgen;
Overwegende dat beheerder een professioneel gebruiker is voor zover het gebruik van pesticiden gebeurt in het kader van het beheer van de sporen om het reizigersvervoer in alle veiligheid mogelijk te maken;
Op de voordracht van de Minister van Leefmilieu;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1° spoorwegen: de spoorwegen en hun onmiddellijke omgeving en in het bijzonder de met ballast uitgeruste beddingen, de ruimte tussen de baanvakken en de veiligheidswegen van hoofd- en bijsporen, uitgezonderd de sporen in de stations;2° kwetsbare gebieden: de ruimte gelegen binnen de omtrek van een winningsbeschermingsgebied, Natura 2000-gebieden, gebieden die grenzen aan netwerken voor de opvang van regenwater of die grenzen aan oppervlaktewateren.
Art. 2.De beheerder is gemachtigd om tot 30 juni 2023 pesticide producten te gebruiken die actieve stoffen bevatten die een risico vormen voor de bescherming van het leefmilieu, de menselijke gezondheid of de instandhouding van de natuur voor het onderhoud van ruimtes gelegen op minder dan één meter van een spoorlijn die niet verbonden is met een net voor de inzameling van hemelwater en die niet aangrenzend is aan oppervlaktewateren. In de nabijgelegen beschermingszones van de waterwinningen IIa is het gebruik van deze producten alleen toegestaan in het geballaste gedeelte van het spoor, buiten de dienstwegen.
De pesticiden bedoeld in lid 1 kunnen één of meerdere pictogrammen SGH02 (alleen voor producten op basis van triclopyr) en SGJ05 tot SGH09 vertonen voor zover er geen enkel alternatief zonder deze pictogrammen beschikbaar is en door in dat geval, onder de producten met een gelijksoortige doeltreffendheid, te kiezen voor de minst zorgwekkende voor de bescherming van het leefmilieu, de menselijke gezondheid of de instandhouding van de natuur. De beheerder stelt, voorafgaandelijk aan de toepassing op zijn sporen, een verantwoordingsnota inzake de keuze van de pesticiden ter beschikking van de milieuadministratie.
De gemachtigde producten worden met de kleinste doeltreffende dosis ingezet en met inachtneming van de voorwaarden, nader bepaald in de akten betreffende het machtigen van het op de markt brengen ervan. Er mag niet worden gesproeid indien het Koninklijk Meteorologisch Instituut (KMI) een gemiddelde windsnelheid van 20 km/u (5,6 m/s) of meer voorspelt.
De beheerder stelt alles in het werk om verwaaiende sproeinevel te beperken en de blootstelling van kwetsbare groepen te beperken.
Art. 3.De onkruidverdelging van de sporen wordt verricht via een beperkte en gelokaliseerde behandeling met een sproeier met lans of een rugsproeier. Afhankelijk van de technologische ontwikkelingen kan de onkruidverdelging ook worden uitgevoerd met behulp van een andere techniek die het personeel beter beschermt.
Art. 4.De onkruidverdelging van de niet met de sporen samenhangende oppervlaktes gebeurt middels alternatieve technieken.
Art. 5.De beheerder verbindt zich ertoe verder naar alternatieven te zoeken voor het gebruik van pesticiden bij het spooronderhoud en in dit verband samen te werken met Febelrail.
Art. 6.De beheerder licht zijn personeel (al dan niet vrijwillig) en onderaannemers in over de risico's verbonden aan het gebruik van de gebruikte producten op de menselijke gezondheid, het leefmilieu en de instandhouding van de natuur, met name hun indeling en hun "risicofases" overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels en overeenkomstig de specificaties vermeld op de officiële website "Fytoweb" van FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu. De beheerder richt hen alle nuttige aanbevelingen met het oog op het voorkomen van een ongepast gebruik.
Art. 7.De milieuadministratie kan van de beheerder verlangen dat hij monsters neemt en chemische analyses uitvoert om toe te zien op de milieugevolgen van het sproeien in bepaalde gebieden die als kwetsbaar worden beschouwd omdat zij van belang zijn voor de biodiversiteit of omdat het publiek er vaak komt.
Art. 8.Tegen uiterlijk 1 februari 2023 deelt de beheerder het volgende mee aan de Waalse Overheidsdienst Landbouw, Natuurrijkdommen en Leefmilieu: 1° de lijst van de problematische plantensoorten die op het spoornet aangetroffen worden, gerangschikt volgens zorgwekkend karakter tijdens het vorige onkruidverdelgingsseizoen;2° de lijst van de invasieve plantensoorten die aangetroffen zijn tijdens het vorige onkruidverdelgingsseizoen;3° het register van de toepassing van de krachtens deze machtiging toegestane pesticiden;4° de lijst van de verschillende niet-chemische technieken die in kwetsbare gebieden worden gebruikt;5° de lijst van de middelen en technieken gebruikt om verwaaiende sproeinevel te beperken en de blootstelling van kwetsbare groepen te beperken;6° de stand van zaken van de verschillende samenwerkingsverbanden die in de loop van het jaar zijn aangegaan met beroepsverenigingen, toezichthoudende instanties, onderzoekscentra en andere actoren in de spoorwegsector, alsmede de conclusies die uit elk van deze samenwerkingsverbanden zijn getrokken;7° de resultaten van door de beheerder zelf uitgevoerde tests van alternatieven;8° de resultaten van eventuele chemische analyses van monsters die zijn genomen in gebieden die gevoelig zijn inzake biodiversiteit of volksgezondheid.
Art. 9.. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het ondertekend wordt.
Art. 10.De Minister bevoegd voor Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 19 juli 2022.
Voor de Regering : De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Leefmilieu, Natuur, Bossen, Landelijke Aangelegenheden en Dierenwelzijn, C. TELLIER