19 JULI 2001. - Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 30 juni 1994 tot regeling van het verkeer van vaartuigen en duikers op en in de waterlopen

De Waalse Regering, Gelet op de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen, inzonderheid op artikel 21;

Gelet op de wet van 12 juli 1973 op het natuurbehoud, inzonderheid op de artikelen 58ter en 58quater, ingevoegd bij het decreet van 21 april 1994;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 30 juni 1994 tot regeling van het verkeer van vaartuigen en duikers op en in de waterlopen, gewijzigd bij het besluit van 20 juni 1996, bij het besluit van 26 oktober 2000 en bij het arrest van de Raad van State nr. 92.211 van 15 januari 2001;

Gelet op de beraadslaging van de Regering betreffende de aanvraag om adviesverlening door de Raad van State binnen uiterlijk een maand;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 11 juli 2001, overeenkomstig artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister van Begroting, Huisvesting, Uitrusting en Openbare Werken en van de Minister van Landbouw en Landelijke Aangelegenheden;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Artikel 1, 2°, van het besluit van de Waalse Regering van 30 juni 1994 tot regeling van het verkeer van vaartuigen en duikers op en in de waterlopen, gewijzigd bij het besluit van 20 juni 1996, wordt gewijzigd als volgt : "2° Bevaarbare waterlopen : de bevaarbare gedeelten van de Amblève, de Eau d'Heure, de Lesse, de Ourthe en de Semois".

Art. 2.Het eerste lid van artikel 3 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : « Onverminderd artikel 6, tweede lid, is het verboden vaartuigen te water te laten en te laten varen, of te duiken. »

Art. 3.Artikel 4 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : «

Art. 4.Het is verboden vaartuigen te water te laten en te laten varen op onbevaarbare waterlopen, met uitzondering van die bedoeld in artikel 2, 1°, of te duiken : 1° op de openingsdag van de forelvangst en op de algemene openingsdag van het visseizoen;2° tussen zonsondergang en -opgang, van 1 oktober tot en met 15 maart;3° tussen 17 uur en 10 uur, van 16 maart tot en met 14 juni;4° tussen 18 uur en 9 u.30 m., van 15 juni tot en met 30 september.

Tussen zonsondergang en -opgang is het verboden de in artikel 2, 1°, bedoelde vaartuigen te water te laten en te laten varen op onbevaarbare waterlopen".

Art. 4.In artikel 5 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van 20 juni 1996, worden het eerste en het tweede lid vervangen als volgt : « Wat de bevaarbare waterlopen betreft, worden de watervlakken aangewezen door de Minister die bevoegd is voor de bevaarbare waterlopen, na advies van het college van burgemeester en schepenen van de betrokken gemeenten en van de Minister die bevoegd is voor het Natuurbehoud.

In afwijking van de voorschriften van dit besluit zijn de artikelen 2, 3, 4, 6, eerste en tweede lid, en 7 niet van toepassing op de aldus bepaalde watervlakken. »

Art. 5.In artikel 6 van hetzelfde besluit wordt na het eerste lid het volgende lid ingevoegd : « Op de waterlopen vermeld in bijlage III is het verkeer van vaartuigen en duikers toegelaten op voorwaarde dat de in dezelfde bijlage bedoelde voorwaarden en minimumdebieten aanwezig zijn. »

Art. 6.In artikel 7, eerst en tweede lid, van hetzelfde besluit wordt punt "2, 1° en 2°" vervangen door punt "2, 2°".

Art. 7.De bijlagen I, II en III bij het besluit van de Waalse Regering van 30 juni 1994 tot regeling van het verkeer van vaartuigen en duikers op en in de waterlopen, worden vervangen als volgt : « Bijlage I : Onbevaarbare waterlopen van eerste categorie waarop het verkeer het hele jaar door is toegelaten. 1. Scheldebekken de Dijle, stroomafwaarts van de vroegere papierfabrieken van Gastuche.2. Lessebekken de Lesse, vanaf de plaatsnaam "Al Mainprez" (maximum 100 meter stroomopwaarts van de brug van de Lesse te Houyet).3. Ourthebekken de Amblève, stroomafwaarts van haar samenvloeiing met de Warche, behalve tussen de brug van Cheneux en het dichtstbijzijnde stroomopwaarts liggende deel van de laadsteiger van Sougné-Remouchamps (of 200 meter stroomopwaarts van de nieuwe brug).4. Semoisbekken de Semois, stroomafwaarts van het lozingspunt van de hydro-elektrische centrale van de stuwdam van Vierre te Chiny.5. Viroinbekken de Viroin. Bijlage II : Onbevaarbare waterlopen van eerste categorie waarop het verkeer is toegelaten van 1 oktober tot en met 15 maart. 1. Scheldebekken de Grande Honnelle.2. Lessebekken de Lesse, stroomafwaarts van Maissin (Brug-weg naar Villance) tot Chanly; de Lesse, vanaf de stuwdam van het watervlak van Han-sur-Lesse tot stroomopwaarts van de brug van Houyet; de Lhomme, stroomafwaarts van Mirwart. 3. Ourthebekken de Aisne, stroomafwaarts van haar samenvloeiing met de Estinée te Fanzel (Erezée); de Amblève, tussen de brug van Cheneux en de brug van Lorcé-Naze; de westelijke Ourthe, stroomafwaarts van de brug van Prelle; de oostelijke Ourthe, stroomopwaarts van de brug van de "rue Porte à l'Eau" te Houffalize; de Salm, stroomafwaarts van de stuwdam van Vielsalm; de Warche, stroomafwaarts van de stuwdam van Robertville. 4. Semoisbekken de Semois, stroomafwaarts van de brug op de weg Tintigny-Marbehan te Tintigny, tot aan het lozingspunt van de hydro-elektrische centrale van de stuwdam van de Vierre te Chiny; de Vierre, stroomafwaarts van de weg Straimont-Martilly te Martilly, tot aan de hydro-elektrische stuwdam van Suxy (Chiny). 5. Sûrebekken de Our (provincie Luik), stroomafwaarts van Schönberg; de Sûre, stroomafwaarts van de toegangsweg naar de rivier, stroomopwaarts van de brug van Bodange (Fauvillers). 6. Viroinbekken de Eau Blanche, stroomopwaarts van de brug van Aublain (weg Aublain-Frasnes).7. De Eau d'Heure stroomafwaarts van de brug van Berzée (Walcourt).8. De Hantes stroomafwaarts van de "Pont Romain" te Montignies-Saint-Christophe.9. De Houille stroomafwaarts van Patignies. Bijlage II treedt in werking op 1 oktober 2001.

Bijlage III : Voorwaarden en minimumdebieten voor bepaalde waterlopen.

De hiernavermelde gemiddelde debieten worden gemeten gedurende de voorafgaande 72 uren. 1. Lessebekken 2 m3/s, gemeten op de limnimeter van Gendron, voor het stuk van de Lesse 100 meter stroomopwaarts van de brug van de Lesse te Houyet tot 100 meter stroomopwaarts van de brug, weg Gendron-Celles te Gendron; 1,5 m3/s, gemeten op de limnimeter van Gendron, voor het onbevaarbare stuk van de Lesse 100 m stroomopwaarts van de brug-weg Gendron-Celles, te Gendron en Pont-à-Lesse; 2. Ourthebekken 3 m3/s, gemeten op de limnimeter stroomafwaarts van de brug van Nisramont, voor de bevaarbare Ourthe, van Nisramont tot de brug van Maboge; 2,5 m3/s, gemeten op de limnimeter van Tabreux, voor de bevaarbare Ourthe, stroomafwaarts van de brug van Maboge; een hoogte van 9 cm gemeten op de limnimeter van Trois-Ponts op de Amblève, voor de Amblève tussen haar samenvloeiing met de Warche en de brug van Cheneux, tijdens de in artikel 4 vermelde openingstijden voor het verkeer; 2,5 m3/s, gemeten op de limnimeter van Martinrive, voor de Amblève, stroomafwaarts van de stuwdam van Lorcé. 3. Semoisbekken 1,5 m3/s, gemeten op de limnimeter van Chiny, wanneer de hydro-elektrische centrale van de Vierre geen water loost van Chiny tot en met Martué;het verkeer is echter toegelaten wanneer aan de volgende voorwaarden wordt voldaan : debiet van de Semois hoger dan 1 m3/s en aanzetten van de turbines tegen minimum 0,5 m3/s; 1,5 m3/s, gemeten op de limnimeter van Chiny, tussen Martué en de brug van Chassepierre; 2,2 m3/s, gemeten op de limnimeter van Membre, voor de Semois, stroomafwaarts van de brug van Chassepierre. 4. Viroinbekken 1,6 m3/s, gemeten op de limnimeter van Treignes, voor de Viroin.»

Art. 8.De besluiten van de Waalse Regering van 20 juni 1996 en van 26 oktober 2000 tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 30 juni 1994 tot regeling van het verkeer van vaartuigen en duikers op en in de waterlopen, worden opgeheven.

Art. 9.Artikel 10 van het besluit van de Waalse Regering van 30 juni 1994 wordt opgeheven.

Art. 10.De Minister(s) tot wiens bevoegdheden de bevaarbare en onbevaarbare waterlopen alsook het natuurbehoud behoren, zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 19 juli 2001.

De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Begroting, Huisvesting, Uitrusting en Openbare Werken, M. DAERDEN De Minister van Landbouw en Landelijke Aangelegenheden, J. HAPPART