Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 19 juli 2001
gepubliceerd op 15 augustus 2001

Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Franse Gemeenschapsexecutieve van 16 december 1988 tot regeling van de erkenning van de diensten voor gezins- en bejaardenhulp en van de toekenning van toelagen aan deze diensten

bron
ministerie van het waalse gewest
numac
2001027457
pub.
15/08/2001
prom.
19/07/2001
ELI
eli/besluit/2001/07/19/2001027457/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

19 JULI 2001. - Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Franse Gemeenschapsexecutieve van 16 december 1988 tot regeling van de erkenning van de diensten voor gezins- en bejaardenhulp en van de toekenning van toelagen aan deze diensten


De Waalse Regering, Gelet op het decreet van 8 december 2000 houdende de eerste aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2000;

Gelet op het decreet van 14 december 2000 houdende de algemene ontvangstenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2001, organisatieafdeling 17, programma 04, basisallocaties 33.65.04 en 43.65.04;

Gelet op het besluit van de Franse Gemeenschapsexecutieve van 16 december 1988 tot regeling van de erkenning van de diensten voor gezins- en bejaardenhulp en van de toekenning van toelagen aan deze diensten;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 13 juli 2001;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 19 juli 2001;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de kaderovereenkomst voor de Waalse non-profitsector van 16 mei 2000 betreffende de harmonisering van de weddeschalen met de P.C. 305.01 en de subsidiëring van de carensdag;

Overwegende dat de begroting vanaf het boekjaar 2001 voorziet in een enveloppe van 50 miljoen BEF voor de subsidiëring van de carensdag (waardoor het forfaitaire basisuurpercentage verhoogd wordt met 9,27 BEF);

Gelet op de beslissing van de Waalse Regering van 15 december 2000 waarbij de definitieve enveloppe betreffende de harmonisering van de weddeschalen wordt vastgelegd op 800 miljoen BEF voor de paritaire commissie 318;

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 maart 2001, gewijzigd bij de collectieve overeenkomst van 11 juni 2001, gesloten binnen de paritaire subcommissie voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Franse Gemeenschap, van het Waalse Gewest en van de Duitstalige Gemeenschap, waarbij de loon- en arbeidsvoorwaarden van de personeelsleden van de door het Waalse Gewest gesubsidieerde diensten voor gezins- en bejaardenhulp worden vastgelegd;

Overwegende dat die overeenkomst de nieuwe weddeschalen vastlegt die van toepassing zijn op de door het Waalse Gewest gesubsidieerde diensten voor gezins- en bejaardenhulp;

Overwegende dat dit besluit alleen de voorschriften regelt die de aan de diensten toegekende subsidies betreffen;

Overwegende dat de subsidies moeten worden vermeerderd om een loonsverhoging in de privé-sector mogelijk te maken;

Overwegende dat de openbare diensten en de privé-diensten dezelfde subsidiepercentages genieten;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid en op de noodzaak het financiële evenwicht van de diensten te waarborgen;

Op de voordracht van de Minister van Sociale Aangelegenheden en Gezondheid;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Dit besluit regelt, overeenkomstig artikel 138 van de Grondwet, een aangelegenheid bedoeld in artikel 128, § 1, daarvan.

Art. 2.Artikel 10 van het besluit van de Franse Gemeenschapsexecutieve van 16 december 1988 tot regeling van de erkenning van de diensten voor gezins- en bejaardenhulp en van de toekenning van toelagen aan deze diensten, wordt gewijzigd als volgt : «

Art. 10.De subsidie omvat : - voor de periode tussen 1 januari 2000 en 30 september 2000 : 1° een forfaitair bedrag van 512,38 BEF per gepresteerd uur, als tegemoetkoming in de loonkosten van de hulpverleners;dat bedrag wordt vermeerderd met 18,66 BEF voor de uren gepresteerd door hulpverleners van wie de bezoldiging wordt berekend op grond van een anciënniteit van minstens acht jaar en van minder dan veertien jaar, en met 37,32 BEF voor de uren gepresteerd door hulpverleners van wie de bezoldiging wordt berekend op grond van een anciënniteit van minstens veertien jaar; 2° een bijkomend forfaitair bedrag van 67,72 BEF per dienstverstrekking, als tegemoetkoming in de administratieve kosten;3° een bijkomend forfaitair bedrag van 25,80 BEF, als tegemoetkoming in de loonkosten van maatschappelijk assistenten of gegradueerde maatschappelijk verplegers, per uur gepresteerd door de gezins- of bejaardenhelp(st)ers;4° een bijkomend forfaitair bedrag van 219,43 BEF per uur gepresteerd op zaterdagen, op zondagen of tussen 20 uur en 6 uur; - voor de periode tussen 1 januari 2001 en 30 september 2001 : 1° een forfaitair bedrag van 558,91 BEF per uur gepresteerd (met inbegrip van een toeslag van 9,27 BEF voor de subsidiëring van de carensdag), als tegemoetkoming in de loonkosten van de hulpverleners; dat bedrag wordt vermeerderd met 18,55 BEF voor de uren gepresteerd door hulpverleners van wie de bezoldiging wordt berekend op grond van een anciënniteit van minstens acht jaar en van minder dan veertien jaar en met 38,99 BEF voor de uren gepresteerd door hulpverleners van wie de bezoldiging wordt berekend op grond van een anciënniteit van minstens veertien jaar; 2° een bijkomend forfaitair bedrag van 70,65 BEF per dienstverstrekking, als tegemoetkoming in de administratieve kosten;3° een bijkomend forfaitair bedrag van 26,83 BEF, als tegemoetkoming in de loonkosten van maatschappelijk assistenten of gegradueerde maatschappelijk verplegers, per uur gepresteerd door de gezins- of bejaardenhelp(st)ers;4° een bijkomend forfaitair bedrag van 222,33 BEF per uur gepresteerd op zaterdagen, op zondagen of tussen 20 uur en 6 uur; - voor de periode tussen 1 oktober 2001 en 30 september 2002 : 1° een forfaitair bedrag van 587,08 BEF (14,5533 euro) per gepresteerd uur (waarbij een toeslag van 9,27 BEF voor de subsidiëring van de carensdag wordt ingerekend), als tegemoetkoming in de loonkosten van de hulpverleners;dat bedrag wordt vermeerderd met 18,11 BEF voor de uren gepresteerd door hulpverleners van wie de bezoldiging wordt berekend op grond van een anciënniteit van minstens acht jaar en van minder dan veertien jaar en met 40 BEF (0,9916 euro) voor de uren gepresteerd door hulpverleners van wie de bezoldiging berekend wordt op grond van een anciënniteit van minstens veertien jaar; 2° een bijkomend forfaitair bedrag van 72,37 BEF (1,7940 euro) per dienstverstrekking, als tegemoetkoming in de administratieve kosten;3° een bijkomend forfaitair bedrag van 27,40 BEF (0,6792 euro), als tegemoetkoming in de loonkosten van maatschappelijk assistenten of gegradueerde maatschappelijk verplegers, per uur gepresteerd door de gezins- of bejaardenhelp(st)ers;4° een bijkomend forfaitair bedrag van 222,33 BEF (5,5114 euro) per uur gepresteerd op zaterdagen, op zondagen of tussen 20 uur en 6 uur; - voor de periode tussen 1 oktober 2002 en 30 september 2003 : 1° een forfaitair bedrag van 15,2516 euro per gepresteerd uur, als tegemoetkoming in de loonkosten van de hulpverleners;dat bedrag wordt vermeerderd met 0,4380 euro voor uren gepresteerd door hulpverleners van wie de bezoldiging wordt berekend op grond van een anciënniteit van minstens acht jaar en van minder dan veertien jaar en met 1,0166 euro voor uren gepresteerd door hulpverleners van wie de bezoldiging wordt berekend op grond van een anciënniteit van minstens veertien jaar; 2° een bijkomend forfaitair bedrag van 1,8366 euro per prestatie, als tegemoetkoming in de administratieve kosten;3° een bijkomend forfaitair bedrag van 0,6934 euro, als tegemoetkoming in de loonkosten van maatschappelijk assistenten of gegradueerde maatschappelijk verplegers, per uur gepresteerd door de gezins- of bejaardenhelpers;4° een bijkomend forfaitair bedrag van 5,5114 euro per uur gepresteerd op zaterdagen, op zondagen of tussen 20 uur en 6 uur; - voor de periode tussen 1 oktober 2003 en 30 september 2004 : 1° een forfaitair bedrag van 15,9500 euro per gepresteerd uur, als tegemoetkoming in de loonkosten van de hulpverleners;dat bedrag wordt vermeerderd met 0,4269 euro voor uren gepresteerd door hulpverleners van wie de bezoldiging wordt berekend op grond van een anciënniteit van minstens acht jaar en van minder dan veertien jaar en met 1,0419 euro voor uren gepresteerd door hulpverleners van wie de bezoldiging berekend wordt op grond van een anciënniteit van minstens veertien jaar; 2° een bijkomend forfaitair bedrag van 1,8793 euro per dienstverstrekking, als tegemoetkoming in de administratieve kosten;3° een bijkomend forfaitair bedrag van 0,7075 euro, als tegemoetkoming in de loonkosten van maatschappelijk assistenten of gegradueerde maatschappelijk verplegers, per uur gepresteerd door de gezins- of bejaardenhelpers;4° een bijkomend forfaitair bedrag van 5,5114 euro per uur gepresteerd op zaterdagen, op zondagen of tussen 20 uur en 6 uur; - vanaf 1 oktober 2004 : 1° een forfaitair bedrag van 16,6483 euro per gepresteerd uur, als tegemoetkoming in de loonkosten van de hulpverleners;dat bedrag wordt vermeerderd met 0,4157 euro voor uren gepresteerd door hulpverleners van wie de bezoldiging wordt berekend op grond van een anciënniteit van minstens acht jaar en van minder dan veertien jaar en met 1,0672 euro voor uren gepresteerd door hulpverleners van wie de bezoldiging wordt berekend op grond van een anciënniteit van minstens veertien jaar; 2° een bijkomend forfaitair bedrag van 1,9224 euro per dienstverstrekking, als tegemoetkoming in de administratieve kosten;3° een bijkomend forfaitair bedrag van 0,7216 euro, als tegemoetkoming in de loonkosten van de maatschappelijk assistenten of de gegradueerde maatschappelijk verplegers, per uur gepresteerd door de gezins- of bejaardenhelpers;4° een bijkomend forfaitair bedrag van 5,5114 euro per uur gepresteerd op zaterdagen, op zondagen of tussen 20 uur en 6 uur; De bedragen voorzien voor de periode tussen 1 januari 2000 en 31 december 2000 zijn definitief.

De bedragen voorzien vanaf 1 januari 2001 worden jaarlijks aangepast op grond van de loonindexeringen in het openbaar ambt die in de loop van het jaar worden toegepast.

Ze worden gekoppeld aan de spilindex 105,21 van 1 juli 2000.

Voor de periode tussen 1 januari 2001 en 31 december 2004 worden die bedragen, met uitzondering van het bedrag bedoeld in 4°, echter aangepast over de eerste drie kwartalen wanneer een indexering tijdens die periode wordt toegepast, of over het vierde kwartaal wanneer een indexering tijdens dat kwartaal wordt toegepast.

De Minister van Sociale Aangelegenheden stelt de verschillende erkende diensten jaarlijks in kennis van de bedragen van de forfaitaire subsidies die in de loop van het jaar van kracht zijn.

Het aantal gepresteerde uren dat in aanmerking moet worden genomen voor de berekening van de subsidies bedoeld in 1° en 3° van dit besluit, mag per hulpverlener en per jaar niet hoger zijn dan het aantal uren dat overeenstemt met een voltijdse baan, rekening houdende met de wekelijkse arbeidsduur overeengekomen in de paritaire commissie van de gezins- en bejaardenhelpers en dwingend gemaakt bij koninklijk besluit van 6 januari 1984, en met de wetsbepalingen betreffende het betaald verlof en de feestdagen.

Het aantal dienstverstrekkingen bedoeld in 2° van dit artikel wordt, in voorkomend geval, verminderd naar verhouding van het in het vorige lid bedoelde aantal uren. »

Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2000.

Art. 4.De Minister van Sociale Aangelegenheden is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 19 juli 2001.

De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Sociale Aangelegenheden en Gezondheid, Th. DETIENNE

^