gepubliceerd op 06 november 2001
Besluit van de Waalse Regering tot vaststelling van het bedrag van de toelagen die voor de periode van 1 april 2000 tot 31 maart 2001 moeten toegekend worden aan de ontvangers aangesteld bij het voormalige Ministerie van Openbare Werken voor de inning van de scheepvaartrechten
18 OKTOBER 2001. - Besluit van de Waalse Regering tot vaststelling van het bedrag van de toelagen die voor de periode van 1 april 2000 tot 31 maart 2001 moeten toegekend worden aan de ontvangers aangesteld bij het voormalige Ministerie van Openbare Werken voor de inning van de scheepvaartrechten
De Waalse Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, gewijzigd bij de bijzondere wet van 8 augustus 1988;
Gelet op de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten;
Gelet op het koninklijk besluit van 15 oktober 1935 houdende het reglement betreffende de politie en de scheepvaart op de bevaarbare waterwegen onder beheer van het Rijk;
Gelet op het koninklijk besluit van 27 november 1957 tot regeling van de toekenning van toelagen en beloningen voor het innen van scheepvaartrechten;
Op de voordracht van de Minister van Ruimtelijke Ordening, Uitrusting en Vervoer en van de Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken, Besluit :
Artikel 1.Wat betreft de periode van 1 april 2000 tot en met 31 maart 2001 is de waarde toegekend aan termen A en B van de in artikel 6, § 4, van het koninklijk besluit van 27 november 1957 vermelde formule, gelijk aan : A = 1.687 uur, nl. het jaarlijkse aantal diensturen gepresteerd door de ambtenaren der bevaarbare waterwegen;
B = het jaarlijkse aantal uren voor de bediening van kunstwerken, dat in volgende tabel opgenomen wordt : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 2.Wat betreft de in artikel 1 bedoelde periode wordt het bedrag van de jaarlijkse vergoeding te betalen aan de ontvangers alsook dat van de uurvergoeding te betalen aan de plaatsvervangers van de gewone ontvangkantoren, als volgt vastgesteld tegenover de benaming van elk ontvangkantoor : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 3.De Minister van Ambtenarenzaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 18 oktober 2001.
De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken, Ch. MICHEL