17 MEI 2001. - Besluit van de Waalse Regering tot oprichting van een voorlopige administratieve cel bij het secretariaat-generaal van het Ministerie van het Waalse Gewest

De Waalse Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 87, § 1;

Gelet op de beraadslagingen van de Ministerraad van de federale Regering van 5 april en 31 mei 2000 over de regionalisering van de federale bevoegdheden inzake landbouw;

Overwegende dat het Gewest dan ook een cel moet oprichten, die met name bestaat uit federale ambtenaren die deze aangelegenheden beheersen om zo spoedig mogelijk deze overdracht van bevoegdheden voor te bereiden;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 11 januari 2001;

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 1 februari 2001;

Gelet op de instemming van de Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 26 januari 2001;

Gelet op het protocol nr. 326 van het sectorcomité nr. XVI van 12 januari 2001;

Gelet op de beraadslaging van de Waalse Regering over het verzoek om adviesverlening door de Raad van State binnen uiterlijk één maand;

Gelet op het advies 31.306/2 van de Raad van State, gegeven op 26 maart 2001 overeenkomstig artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken en van de Minister van Landbouw en Landelijke Aangelegenheden;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Er wordt een voorlopige administratieve cel, hierna de cel genoemd, bij het secretariaat-generaal van het Ministerie van het Waalse Gewest ingesteld, die belast is met de oprichting van de gewestelijke structuren die nodig zijn voor de uitoefening door het Waalse Gewest van bevoegdheden inzake het landbouwbeleid die tegenwoordig door de federale Staat worden uitgeoefend.

Art. 2.De cel wordt ermee belast de problemen voortvloeiend uit de regionalisering van de federale bevoegdheden inzake het landbouwbeleid en in het bijzonder het beheer van deze regionalisering te onderzoeken. In dat opzicht zal de cel er met name voor zorgen : 1° de behoeften aan personeel te bepalen;2° de behoeften aan uitrusting te bepalen;3° voorstellen betreffende de begrotingskwesties voor te leggen.

Art. 3.De cel bestaat uit maximum 20 personeelsleden die als volgt verdeeld zijn : 1° personeelsleden van niveau 1 die beschikken over technische en administratieve bevoegdheden in het beheer van de overgedragen aangelegenheden : 10 tot en met 12 personeelsleden waarvan een jurist en een specialist die zich bezighoudt met de begrotingskwesties;2° niveau 2+ : 1 tot en met 2 personeelsleden;3° niveau 2 : 5 tot en met 7 personeelsleden;4° niveau 3 : 1 tot en met 2 personeelsleden.

Art. 4.Personeelsleden van de ministeries en van de openbare instellingen die van het Waalse Gewest afhangen of personeelsleden van het federale Ministerie van Landbouw mogen de in artikel 3 bedoelde betrekkingen bekleden.

Art. 5.De cel maakt maandelijks een activiteitenverslag aan de Regering over.

Art. 6.De Minister van Ambtenarenzaken en de Minister van Landbouw zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 17 mei 2001.

De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken, Ch. MICHEL De Minister van Landbouw en Landelijke Aangelegenheden, J. HAPPART .