gepubliceerd op 07 juli 2014
Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 18 september 2008 betreffende de steun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie in Wallonië
15 MEI 2014. - Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 18 september 2008Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 18/09/2008 pub. 21/10/2008 numac 2008203738 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering betreffende de steun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie in Wallonië sluiten betreffende de steun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie in Wallonië
De Waalse Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op de artikelen 20 en 87, § 1;
Gelet op het decreet van 3 juli 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/07/2008 pub. 29/07/2008 numac 2008202676 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de steun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie in Wallonië sluiten betreffende de steun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie in Wallonië;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 18 september 2008Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 18/09/2008 pub. 21/10/2008 numac 2008203738 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering betreffende de steun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie in Wallonië sluiten betreffende de steun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie in Wallonië;
Gelet op het advies van de "Conseil de la Politique scientifique" (Raad voor Wetenschapsbeleid), gegeven op 24 maart 2014 en dezelfde dag goedgekeurd door de "Conseil économique et social de la Région wallonne" (Sociaal-economische Raad van het Waalse Gewest);
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 12 maart 2014;
Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 13 maart 2014;
Gelet op de aanvraag om advies binnen een termijn van 30 dagen, gericht aan de Raad van State op 4 april 2014, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Gelet op het gebrek aan mededeling van het advies binnen deze termijn;
Gelet op artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Onderzoek en van de Minister van Economie, Besluit :
Art. 1.Artikel 1, 5°, van het besluit van de Waalse Regering van 18 september 2008Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 18/09/2008 pub. 21/10/2008 numac 2008203738 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering betreffende de steun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie in Wallonië sluiten betreffende de steun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie in Wallonië wordt opgeheven.
Art. 2.Artikel 2 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : "
Art. 2.In de zin van dit besluit worden de woorden "Regering", "industrieel onderzoek", "toegepast onderzoek", "experimentele ontwikkeling", "procédé-innovatie", "organisatie-innovatie", "verantwoordelijke innovatie", "technologische voorlichting", "technologische bewaking", "duurzame ontwikkeling", "buitengewone uitrusting", "principieel bewijs", "kleine onderneming", "middelgrote onderneming", "grote onderneming", "niet-autonome onderneming van beperkte omvang", "onderneming", "onderzoeksinstelling", "universitaire afdeling", "afdeling van een hogeschool", "innoverende starter", "onderzoekscentrum", "erkend onderzoeksinstituut" en "samenwerkingsverband" verstaan zoals ze in het decreet worden omschreven.".
Art. 3.In hetzelfde besluit wordt het opschrift van Titel II vervangen als volgt : "Erkenning van de Onderzoeksinstituten".
Art. 4.In artikel 3, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt het woord "onderzoekscentrum" vervangen door het woord "Onderzoeksinstituut".
Art. 5.Artikel 3 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met twee leden, luidend als volgt : "Als de onderzoekscentra die lid zijn van een Onderzoeksinstituut, bedoeld instituut het geheel van hun vermogen ten gevolge van een ontbinding zonder vereffening hebben overgedragen, wordt de naleving van de erkenningsvoorwaarden op het niveau van het Instituut beoordeeld.
Als de onderzoekscentra die lid zijn van een Onderzoeksinstituut, bedoeld instituut niet het geheel van hun vermogen hebben overgedragen, wordt de naleving van de erkenningsvoorwaarden op het niveau van de onderzoekscentra beoordeeld.".
Art. 6.In hetzelfde besluit wordt een artikel 3/1 ingevoegd, luidend als volgt : "
Art. 3/1.Het erkende Onderzoeksinstituut bestaat minstens uit één onderzoekscentrum.
De onderzoekscentra, erkend krachtens het decreet van 5 juli 1990 betreffende de bijstand en de tussenkomsten van het Waalse Gewest voor het onderzoek en de technologieën, kunnen lid zijn van de erkende Onderzoeksinstituten.
Een onderzoekscentrum dat niet erkend is krachtens het decreet van 5 juli 1990 betreffende de bijstand en de tussenkomsten van het Waalse Gewest voor het onderzoek en de technologieën, moet de in de artikelen 4 tot en met 11 bedoelde voorwaarden voor de verkrijging van de erkenning vervullen om lid te zijn van een erkend Onderzoeksinstituut en in aanmerking te komen voor de erkenning. De naleving van de in de artikelen 4 tot en met 11 bedoelde voorwaarden wordt door de erkenningscommissie nagegaan en door de Regering bekrachtigd.
De natuurlijke of de rechtspersonen die niet voldoen aan de begripsomschrijving van onderzoekscentrum in de zin van artikel 10, § 1, van het decreet, kunnen deel uitmaken van een erkend Onderzoeksinstituut. Ze komen nochtans niet in aanmerking voor zijn erkenning en genieten noch rechtstreeks, noch onrechtstreeks de toelagen die eraan zijn verbonden.
Het totaal aantaal Instituten die in aanmerking komen voor de erkenning, mag niet hoger zijn dan tien. Dat aantal wordt op 22 gebracht tot de toekenning van een nieuwe erkenning aan de Onderzoeksinstituten, die uiterlijk op 3 april 2015 aangevraagd moet worden. De onderzoekscentra, erkend krachtens het decreet van 5 juli 1990 betreffende de bijstand en de tussenkomsten van het Waalse Gewest voor het onderzoek en de technologieën, worden gelijkgesteld met Onderzoeksinstituten in afwachting van de toekenning van een nieuwe erkenning en blijven in aanmerking komen voor de in het decreet bedoelde tegemoetkomingen.".
Art. 7.Artikel 4 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : "
Art. 4.Het onderzoeksinstituut en, in het in artikel 3, derde lid, bedoelde geval, elk van de centra die van bedoeld Instituut lid zijn, beschikt over een eigen rechtspersoonlijkheid, waarbij het Instituut de vorm aanneemt van een vereniging zonder winstoogmerk overeenkomstig de wet van 27 juni 1991 zoals gewijzigd bij de wet van 2 mei 2002. Die verenigingen zonder winstoogmerk worden uiterlijk op 1 januari 2015 opgericht.".
Art. 8.In hetzelfde besluit wordt het opschrift van afdeling 3 van Hoofdstuk I van Titel II vervangen als volgt: "Verwezenlijking van onderzoeksactiviteiten met een toegepast of industrieel doel".
Art. 9.Artikel 5 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : "
Art. 5.Het onderzoeksinstituut of, in het in artikel 3, derde lid, bedoelde geval, elk van de centra die van bedoeld Instituut lid zijn, heeft een maatschappelijk doel dat ertoe strekt onderzoeksactiviteiten, activiteiten voor de innovatiebevordering en diensten met een toegepast of industrieel doel te verwezenlijken die tegelijk : 1° hoofdzakelijk onder het toegepast of het industrieel onderzoek of de experimentele ontwikkeling vallen;2° de belangstelling zouden kunnen wekken van ondernemingen die geconfronteerd worden met de behoeften van een sector of een vakgebied;3° op significante wijze deel uitmaken van samenwerkingsverbanden of partnerschappen met de ondernemingen en de universiteiten of de hogescholen;4° bij voorrang gericht zijn op de ondernemingen waaraan het Instituut of, in het in artikel 3, derde lid, bedoelde geval, de onderzoekscentra die van bedoeld Instituut lid zijn, een toegevoegde waarde kan verlenen;5° de ontwikkeling of de instandhouding van haar know-how of haar vaardigheden als gevolg hebben;6° de opvolging van de wetenschappelijke en technologische vooruitgang betreffen door zich permanent op de hoogte te houden van de wetenschappelijke en technische vooruitgang die in België en in het buitenland wordt geboekt op gebieden waarvoor ze de vaardigheden bezitten en die gekenmerkt zijn door een hoog potentieel aan industriële innovaties;7° op significante wijze deel uitmaken van deelnames aan de Europese kaderprogramma's of andere internationale programma's. Voor de in het eerste lid, 6°, bedoelde activiteiten neemt de onderzoekscentra regelmatig contact op met de ondernemingen om hun haar diensten terzake aan te bieden".
Art. 10.In hetzelfde besluit wordt het opschrift van afdeling 4 van Hoofdstuk I van Titel II vervangen als volgt : "Activiteiten inzake technologische voorlichting, transfers en audits".
Art. 11.Artikel 6 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt: "
Art. 6.Het Onderzoeksinstituut of, in het in artikel 3, derde lid, bedoelde geval, elk van de onderzoekscentra die van bedoeld Instituut lid zijn, verwezenlijkt voor de ondernemingen die om zijn wetenschappelijke of technische expertise vragen in de gebieden waarvoor het de vaardigheden bezit, met zijn eigen menselijke en materiële middelen, activiteiten inzake technologische voorlichting of overdracht van kennis in de vorm van dienstverlenende prestaties die bestaan uit technologische audits verbonden aan procédés of producten of in de vorm van adviezen voor de oriëntering van de ondernemingen naar technologische vaardigheden, met inbegrip van die welke de andere Instituten, de universitaire of de hogeschoolafdelingen aanbieden.".
Art. 12.In hetzelfde besluit wordt het opschrift van afdeling 5 van Hoofdstuk I van Titel II vervangen als volgt : "Samenstelling van een raad van bestuur".
Art. 13.Artikel 7 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : "
Art. 7.De raad van bestuur van het Onderzoeksinstituut bestaat uit minstens 50 percent vertegenwoordigers van de ondernemingen met een evenwichtige verspreiding, afhankelijk van de sector, tussen kleine en middelgrote ondernemingen enerzijds, en grote ondernemingen, anderzijds. De vertegenwoordigers van de ondernemingen zijn: 1° personen die onderzoeks- of leidinggevende functies uitoefenen in ondernemingen van een sector of een technologisch domein beoogd door het Instituut;2° personen die samen zijn voorgedragen door de leden van de raad van bestuur bedoeld in 1°, onder wie minstens een vertegenwoordiger van de betrokken sectoriële federaties. De raad van bestuur bestaat uit meer personen waarvan sprake in lid 1, 1°, dan uit personen waarvan sprake in lid 1, 2°.
De raad van bestuur bestaat minstens uit een vertegenwoordiger van elk van de onderzoekscentra die lid zijn van het Instituut.
Het voorzitterschap van de raad van bestuur komt een vertegenwoordiger van de ondernemingen toe of wordt ingesteld volgens het roteringsbeginsel tussen de vertegenwoordiger van de onderneming en de andere leden.
De raad van bestuur kan in eigen kring een technisch comité oprichten dat belast is met de bekrachtiging en de mededeling van de te verwezenlijken activiteiten inzake onderzoek, technologische bewaking en technologische voorlichting. Bij de mededeling wordt, inzake vertrouwelijkheid; het belang geëerbiedigd van het Onderzoeksinstituut of van de onderneming die zijn partners of klanten zijn.
De raad van bestuur bestaat ook uit een waarnemer van het Bestuur.".
Art. 14.In hetzelfde besluit wordt een artikel 7/1 ingevoegd, luidend als volgt : "
Art. 7/1.In het bij de Erkenningscommissie behoorlijk gerechtvaardigde geval waarin de in artikel 7 bedoelde voorwaarden voor de samenstelling van de raad van bestuur niet vervuld kunnen worden : 1° bestaat de raad van bestuur van het Onderzoeksinstituut minstens uit een vertegenwoordiger van elk van de onderzoekscentra die lid zijn van bedoeld Instituut; 2° vervult de raad van bestuur of het vast comité van elk van de onderzoekscentra die lid zijn van het Onderzoeksinstituut de in artikel, lid 1, 2, 4, 5 en 6 bedoelde voorwaarden.".
Art. 15.In hetzelfde besluit wordt het opschrift van afdeling 6 van Hoofdstuk I van Titel II vervangen als volgt: "Het voeren van een algemene en analytische boekhouding".
Art. 16.In artikel 8 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in het eerste lid wordt de zin "Het onderzoekscentrum voert een analytische boekhouding van zijn activiteiten." vervangen door de zin "Het Onderzoeksinstituut of, in het in artikel 3, derde lid, bedoelde geval, elk van de centra die van bedoeld Instituut lid zijn, houdt een algemene en analytische boekhouding van zijn activiteiten."; b) punt 2° van het tweede lid wordt vervangen als volgt : "2° maakt het onder meer mogelijk de aanwending van de steun en de overheidstegemoetkomingen voor het Onderzoeksinstituut of, in het in artikel 3, derde lid, bedoelde geval, elk van de centra die van bedoeld Instituut lid zijn, na te gaan, evenals het feit dat de prijs van de dienstverlening aan de ondernemingen de regels van de markt in acht neemt.".
Art. 17.In hetzelfde besluit wordt het opschrift van afdeling 7 van Hoofdstuk I van Titel II vervangen als volgt : "Maatschappelijke zetel en bedrijfszetel in het Waalse Gewest".
Art. 18.Artikel 9 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : "
Art. 9.In het in artikel 3, tweede lid, bedoelde geval heeft het Onderzoeksinstituut zijn maatschappelijke zetel en één of meerdere bedrijfszetels op het grondgebied van het Waalse Gewest. In het in artikel 3, tweede lid, bedoelde geval heeft het Instituut zijn maatschappelijke zetel op het grondgebied van het Waalse Gewest en beschikt elk van de onderzoekscentra die lid zijn van bedoeld Instituut, over minstens één bedrijfszetel op het grondgebied van het Waalse Gewest, behalve indien het valt onder de besluitwet van 30 januari 1947 tot vaststelling van het statuut van oprichting en werking van de centra belast met de bevordering en de coördinatie van de technische vooruitgang van de verschillende takken van 's lands bedrijfsleven, door het wetenschappelijk onderzoek."
Art. 19.Artikel 10 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : "
Art. 10.Het Onderzoeksinstituut of, in het in artikel 3, derde lid, bedoelde geval, elk van de onderzoekscentra die van bedoeld Instituut lid zijn, beschikt over een voldoende financiële draagkracht en financiële gezondheid om de financiële tegenprestaties in verband met zijn dienstverlenings- of onderzoeksactiviteiten te dekken en om bij te dragen tot het onderhoud en de hernieuwing van de uitrustingen en het materieel nodig voor zijn activiteiten.
De inkomsten van het Onderzoeksinstituut of, in het in artikel 3, derde lid, bedoelde geval, van elk van de onderzoekscentra die van bedoeld Instituut lid zijn, in verband met de toegepaste of industriële activiteit, de onderzoeksactiviteit, de openbare expertises en de bijdragen, de financiering van het Waalse Gewest niet meegerekend, moeten 50 percent hoger zijn dan de globale bestaansmiddelen: Die doelstelling wordt bereikt binnen de twee jaar als de coëfficiënt R, omschreven in de bijlage bij dit besluit, hoger is dan 30 percent, waarbij die termijnen ingaan op 1 juli 2014.
De coëfficiënt R vormt een indicatief merkteken voor de Erkenningscommissie. Ze evalueert dit criterium door het in te passen in het algemeen kader van de financiële toestand van het Instituut of, in het in artikel 3, derde lid, bedoelde geval, van de onderzoekscentra die van bedoeld Instituut lid zijn. Er zal met name rekening worden gehouden met de financiering door de Regering van gebouwen of buitengewone uitrustingen en met de aanwezigheid als financieringsbron van een bijdragestelsel. Dat criterium mag de actieve deelname van de Instituten aan de gewestelijke programma's, met inbegrip van de programma's voor de Europese medefinanciering, niet belemmeren.".
Art. 20.Artikel 11 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : "
Art. 11.Ter staving van de erkenningsaanvraag maakt het Onderzoeksinstituut een plan over waarin de gemeenschappelijke strategische visie en de acties die het voornemens is te ondernemen in de 36 komende maanden, om deel te nemen aan de economische, sociale en leefmilieuontwikkeling van het Waalse Gewest omschreven worden.
Dat plan houdt eveneens de verbintenis van het Onderzoeksinstituut in om de instandhoudingsvoorwaarden waarvan sprake in de artikelen 13 tot 17 van dit besluit na te leven, evenals de omschrijving van de middelen die daarvoor aangewend worden.
Het door de raad van bestuur van het Onderzoeksinstituut goedgekeurde plan wordt jaarlijks bijgewerkt en aan het Bestuur overgemaakt.".
Art. 21.Artikel 12 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : 1° de woorden "het onderzoekscentrum" worden vervangen door de woorden "het erkende Onderzoeksinstituut";2° het woord "vijf" wordt vervangen door het woord "vier".
Art. 22.Artikel 13 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt: 1° de woorden "Het onderzoekscentrum" worden vervangen door de woorden "Het erkende Onderzoeksinstituut"; 2° de woorden "en die van de onderzoekscentra die van bedoeld Instituut lid zijn," worden ingevoegd tussen de woorden "verschillende activiteitensoorten" en de woorden "uiteengezet worden." 3° de woorden "of van het vast comité" worden opgeheven.
Art. 23.In artikel 14 van hetzelfde besluit worden de woorden "het onderzoekscentrum" vervangen door de woorden "het erkende Onderzoeksinstituut of, in het in artikel 3, derde lid, bedoelde geval, elk van de onderzoekscentra die van bedoeld Instituut lid zijn".
Art. 24.Artikel 15 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : "
Art. 15.Het erkende Onderzoeksinstituut of, in het in artikel 3, derde lid, bedoelde geval, elk van de onderzoekscentra die van bedoeld Instituut lid zijn, organiseert zijn activiteiten in functie van de behoeften en de typologie van de ondernemingen en voornamelijk van de kleine en middelgrote ondernemingen.
Daartoe ontwikkelt het de geschikte instrumenten, meer bepaald in overleg met het "Agence pour l'Entreprise et l'Innovation" (Agentschap Ondernemen en Innoveren) en met het Bestuur.".
Art. 25.In Titel II, Hoofdstuk II van hetzelfde besluit wordt de afdeling 5 die artikel 16 omvat, opgeheven.
Art. 26.Artikel 17 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : 1° de woorden "Het onderzoekscentrum" wordt vervangen door de woorden "Het erkende Onderzoeksinstituut of, in het in artikel 3, derde lid, bedoelde geval, elk van de onderzoekscentra die van bedoeld Instituut lid zijn,";2° het woord "onderzoekscentra" wordt vervangen door het woord "onderzoeksinstituten";3° de woorden "de vooruitgang waarvan sprake in artikel 6" worden opgeheven.
Art. 27.In artikel 22 van hetzelfde besluit, wordt het woord "twee" vervangen door het woord "een".
Art. 28.Artikel 25 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : 1° in het eerste lid, worden de woorden "Het onderzoekscentrum" vervangen door de woorden "Het Onderzoeksinstituut";1° in het tweede lid wordt het woord "dagen" vervangen door het woord "werkdagen";3° in het derde lid, worden de woorden "bij het onderzoekscentrum" vervangen door de woorden "bij het Onderzoeksinstituut";4° in het derde lid, worden de woorden "het onderzoekscentrum" vervangen door de woorden "het Onderzoeksinstituut";5° in het derde lid worden de woorden "binnen de twintig dagen na" telkens vervangen door de woorden "binnen de maand na".
Art. 29.Artikel 26 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : "
Art. 26.Binnen twee maanden na de ontvangst van de volledige erkenningsaanvraag richt het Bestuur een verslag aan de Erkenningscommissie waarin een afschrift van de erkenningsaanvraag en een samenvatting begrepen zijn.
Bij haar eerste of tweede vergadering na de ontvangst van het verslag van het Bestuur, werkt de Erkenningscommissie het voorstel uit waarvan sprake in artikel 76 van het decreet.
Binnen de vijf werkdagen na de vergadering waarin zij haar voorstel heeft uitgewerkt, richt de Erkenningscommissie dat voorstel aan het Onderzoeksinstituut. Binnen de maand na de ontvangst van het voorstel kan het Onderzoeksinstituut een schriftelijke uiteenzetting aan de Erkenningscommissie richten met de redenen waarom het meent niet te kunnen instemmen met de inhoud ervan.
Binnen de vijf werkdagen na ofwel de ontvangst van de uiteenzetting waarvan sprake in lid 3, ofwel het verstrijken van de termijn van één maand waarvan sprake in hetzelfde lid richt de Erkenningscommissie haar voorstel aan de Minister samen met de eventuele uiteenzetting van het Onderzoeksinstituut. Die termijn van vijf werkdagen wordt op één maand gebracht als de Erkenningscommissie een in functie van die uiteenzetting significant gewijzigd voorstel aan de Minister richt.".
Art. 30.Artikel 27 van hetzelfde artikel wordt vervangen als volgt : "
Art. 27.Op de voordracht van de Minister beslist de Regering over de erkenningsaanvraag.
Wanneer de Regering de erkenningsaanvraag inwilligt, neemt de Minister een erkenningsbesluit aan.
Wanneer de Regering de erkenningsaanvraag niet inwilligt, brengt de Minister of het Bestuur het Onderzoeksinstituut daar bij ter post aangetekend schrijven of op enige andere wijze waarbij een vaststaande datum aan de zending wordt verleend, van op de hoogte.".
Art. 31.In artikel 28 van hetzelfde besluit worden de woorden "van het onderzoekscentrum" vervangen door de woorden "van het Onderzoeksinstituut".
Art. 32.In artikel 29 van hetzelfde besluit worden de woorden "twee erkende onderzoekscentra" vervangen door de woorden "meerdere onderzoekscentra, erkend krachtens het decreet van 5 juli 1990 betreffende de bijstand en de tussenkomsten van het Waalse Gewest voor het onderzoek en de technologieën".
Art. 33.Artikel 30 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : 1° de woorden "Het erkende onderzoekscentrum wordt" worden vervangen door de woorden "Het erkende Onderzoeksinstituut of, in het in artikel 3, derde lid, bedoelde geval, elk van de onderzoekscentra die van bedoeld Instituut lid zijn, wordt";2° de zin "Die audits worden uitgevoerd door onafhankelijke deskundigen" wordt opgeheven.
Art. 34.Artikel 31 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : 1° de woorden "van het onderzoekscentrum" worden vervangen door de woorden "van het erkende Onderzoeksinstituut";2° in de Franse versie wordt het woord "précédant" vervangen door het woord "précédent".
Art. 35.Artikel 32 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : "
Art. 32.De erkenning van het Onderzoeksinstituut kan geheel of gedeeltelijk worden ingetrokken: 1° als uit een audit waarvan sprake in de artikelen 29, 30 en 31 blijkt dat het erkende Onderzoeksinstituut of, in het in artikel 3, derde lid, bedoelde geval, één van de onderzoekscentra die van bedoeld Instituut lid zijn, niet meer voldoet aan de voorwaarden voor de verkrijging van de erkenning waarvan sprake in de artikelen 4 tot 11; 2° als het erkende Onderzoeksinstituut of, in het in artikel 3, derde lid, bedoelde geval, één van de onderzoekscentra die van bedoeld Instituut lid zijn, in strijd blijft met één of meerdere voorwaarden voor het behoud van de erkenning waarvan sprake in de artikelen 13 tot 17.".
Art. 36.Artikel 33 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : 1° in het eerste lid, worden de woorden "zestig dagen" vervangen door de woorden "twee maanden";2° het derde en het vierde lid worden vervangen als volgt: "Binnen de vijf werkdagen na de vergadering waarin zij haar voorstel heeft uitgewerkt, richt de Erkenningscommissie dat voorstel aan het erkende Onderzoeksinstituut.Binnen de maand na de ontvangst van het voorstel kan het erkende Onderzoeksinstituut een schriftelijke uiteenzetting aan de Erkenningscommissie richten met de redenen waarom het meent niet te kunnen instemmen met de inhoud ervan.
Binnen de vijf werkdagen na ofwel de ontvangst van de uiteenzetting waarvan sprake in lid 3, ofwel het verstrijken van de termijn van één maand waarvan sprake in hetzelfde lid richt de Erkenningscommissie haar voorstel aan de Minister samen met de eventuele uiteenzetting van het erkende Onderzoeksinstituut. Die termijn van vijf werkdagen wordt op één maand gebracht als de Erkenningscommissie een in functie van die uiteenzetting significant gewijzigd voorstel aan de Minister richt. ».
Art. 37.Artikel 34 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : "
Art. 34.Op de voordracht van de Minister beslist de Regering over de gehele of gedeeltelijke intrekking van de erkenning van een erkend Onderzoeksinstituut.
In het geval waarvan sprake in artikel 32, 2°, kan de Regering de erkenning pas intrekken als de niet-naleving van één of meerdere voorwaarden voor het behoud van de erkenning voortduurt bij verstrijken van de drie maanden na een ingebrekestelling die het Bestuur aan het erkende Onderzoeksinstituut heeft gericht bij ter post aangetekend schrijven of op enige andere wijze waarbij een vaststaande datum aan de zending wordt verleend.
De gehele of gedeeltelijke intrekking van de erkenning van een erkend Onderzoeksinstituut kan pas uitgesproken worden na afloop van een tegensprekelijk debat.".
Art. 38.Artikel 35 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : 1° het woord "onderzoekscentrum" wordt vervangen door het woord "Onderzoeksinstituut";2° de woorden "of, in het in artikel 3, derde lid, bedoelde geval, de onderzoekscentra die van bedoeld Instituut lid zijn," worden ingevoegd tussen de woorden "erkend Onderzoeksinstituut" en de woorden "en stelt";3° de woorden "onderzoekscentra" worden vervangen door de woorden "erkende Onderzoeksinstituten".
Art. 39.Artikel 36 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : "
Art. 36.Jaarlijks analyseert de Commissie op grond van het in artikel 11 bedoelde strategisch actieplan en van een overzicht van de bestaansmiddelen van de Instituten of, in het in artikel 3, derde lid, bedoelde geval, van elk van de onderzoekscentra die van bedoelde Instituten lid zijn, dat het Bestuur heeft uitgevoerd in samenwerking met de erkende Onderzoeksinstituten, de bestaansmiddelen van laatstgenoemden om na te gaan welke hun in artikel 10 bedoelde financiële draagkracht is. In dat kader maken de erkende Onderzoeksinstituten haar elk stuk over dat zij voor haar analyse nuttig acht binnen de perken van de vertrouwelijkheid van de ondernemingen die klanten zijn van de erkende Onderzoeksinstituten. De analyse wordt aan de Minister medegedeeld.".
Art. 40.In hetzelfde besluit wordt een artikel 36/1 ingevoegd, luidend als volgt : "
Art. 36/1.De Erkenningscommissie is ermee belast de in artikel 10 en in de bijlage bedoelde coëfficiënten te herzien om de financiële draagkracht en de financiële gezondheid van de Instituten of, in het in artikel 3, derde lid, bedoelde geval, van de onderzoekscentra die van bedoelde Instituten lid zijn, te controleren. Er zal met name rekening worden gehouden met de financiering door de Regering van gebouwen of buitengewone uitrustingen en met de aanwezigheid als financieringsbron van een bijdragestelsel. De voorgestelde coëfficiënten mogen de actieve deelname van de Instituten aan de gewestelijke programma's, met inbegrip van de programma's voor de Europese medefinanciering, niet belemmeren.
De Erkenningscommissie begint met die herziening uiterlijk op 1 oktober 2014. Ze stelt de in het vorige lid bedoelde nieuwe coëfficiënten aan de Regering voor, die ze bekrachtigt. De aan het einde van de procedure herziene coëfficiënten worden gebruikt voor de toekenning van de nieuwe erkenningen aan de Onderzoekscentra.".
Art. 41.In hetzelfde besluit wordt een Titel II/1, die artikel 36/2 bevat, ingevoegd, luidend als volgt : "Titel II/1. Toekenningscriteria voor de onderzoeksinstellingen.
Art. 36/2.De eerste keer dat een onderzoeksinstelling in aanmerking wil komen voor een toelage, dient ze een formele aanvraag bij de Minister in.
Om voor de in het decreet bedoelde steun in aanmerking te komen, moet de onderzoeksinstelling de drie volgende criteria vervullen : 1° minstens 3 wetenschappelijke publicaties gepubliceerd hebben in een wetenschappelijk tijdschrift met een leescomité tijdens de laatste 5 jaar;2° zich op de hoogte houden van de wetenschappelijke vooruitgang die in België en in het buitenland wordt geboekt op gebieden waarvoor het de vaardigheden bezit: 3° een maatschappelijk doel hebben dat ertoe strekt onderzoeksactiviteiten te verwezenlijken. De overeenstemming met de criteria wordt door het Bestuur, dat een advies uitbrengt aan de Minister, gecontroleerd.
De Minister verzoekt om het eensluidend advies van de Raad voor Wetenschapsbeleid. Hij stelt die adviezen voor aan de Waalse Regering die beslist of de onderzoeksinstelling in aanmerking komt voor de toelagen m.b.t. haar activiteiten van toegepast of industrieel onderzoek.".
Art. 42.Artikel 37 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : 2° in het tweede lid wordt het woord "technologische" telkens opgeheven;2° in het tweede lid, 1°, worden de woorden "economische ontwikkeling" vervangen door de woorden "economische, sociale en leefmilieuontwikkeling".
Art. 43.In hetzelfde besluit wordt het opschrift van afdeling 2 van Hoofdstuk I van Titel IV vervangen als volgt : "Kwaliteit, haalbaarheid en relevantie van het project".
Art. 44.In artikel 39 van hetzelfde besluit wordt het eerste lid vervangen als volgt : "De kwaliteit, de haalbaarheid en de relevantie van het project worden beoordeeld ten opzichte van de technisch-economische noden van het Waalse Gewest.".
Art. 45.Artikel 40 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : 1° de woorden "toegepast of" worden ingevoegd tussen de woorden "op activiteiten van" en de woorden "industrieel onderzoek";2° de woorden "en sociale" worden ingevoegd tussen de woorden "betrekking op de economische" en de woorden "effecten, de capaciteit van de promotor";3° de woorden "of van een in te vullen maatschappijbehoefte" worden ingevoegd tussen de woorden "een winstgevende markt" en de woorden ", de perspectieven van de exploitatie".
Art. 46.In hetzelfde besluit wordt het opschrift van afdeling 4 van Hoofdstuk I van Titel IV vervangen als volgt : "Bijdrage tot de duurzame ontwikkeling".
Art. 47.Artikel 41 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt: "
Art. 41.De bijdrage van elk project tot de duurzame ontwikkeling, zoals bepaald in het decreet van 27 juni 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/06/2013 pub. 09/07/2013 numac 2013203949 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende de Waalse strategie inzake duurzame ontwikkeling type decreet prom. 27/06/2013 pub. 09/07/2013 numac 2013203948 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende de Waalse strategie inzake duurzame ontwikkeling voor de aangelegenheden geregeld krachtens artikel 138 van de Grondwet sluiten betreffende de Waalse strategie inzake duurzame ontwikkeling, wordt beoordeeld. De beoordeling heeft betrekking op de geïntegreerde overweging van de sociale, leefmilieu- en economische impacten van het project op korte en lange termijn.".
Art. 48.In artikel 42 van hetzelfde besluit worden de woorden "toegepast of" ingevoegd tussen de woorden "activiteiten inzake" en de woorden "industrieel onderzoek".
Art. 49.In hetzelfde besluit wordt een artikel 43/1 ingevoegd, luidend als volgt : "
Art. 43/1.Wanneer het project betrekking heeft op activiteiten inzake toegepast of industrieel onderzoek of inzake experimentele ontwikkeling, wordt de impact van het onderzoeksproject op werkgelegenheid beoordeeld. De beoordeling van de impact heeft betrekking op de dankzij het onderzoeksproject gecreëerde of gehandhaafde werkgelegenheid en houdt rekening van de aan het onderzoek inherente risico's.".
Art. 50.Artikel 44 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : 1° in het eerste lid worden de streepjes respectievelijk vervangen door "1°", "2°", "3°", "4°" en "5°";2° in het eerste lid, in het eerste streepje dat 1° wordt en in het derde lid worden de woorden "toegepast of" ingevoegd tussen de woorden "betrekking tot het" en de woorden "industrieel onderzoek".
Art. 51.In hetzelfde besluit wordt het opschrift van Hoofdstuk III van Titel IV vervangen als volgt : "Specifieke bijkomende evaluatiecriteria voor de onderzoeksinstellingen, de universitaire afdelingen en de afdelingen van een hogeschool".
Art. 52.In hetzelfde besluit wordt het opschrift van Hoofdstuk IV van Titel IV vervangen als volgt : "Bijkomende specifieke evaluatiecriteria voor de erkende Onderzoeksinstituten".
Art. 53.Artikel 46 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : 1° in het eerste lid worden de woorden "van het onderzoekscentrum" vervangen door de woorden "van het erkende Onderzoeksinstituut of, in het in artikel 3, derde lid, van elk van de onderzoekscentra die van bedoeld Instituut lid zijn";2° in het tweede lid worden de woorden "wordt eveneens beoordeeld" vervangen door de woorden "worden eveneens beoordeeld".
Art. 54.Artikel 48 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : 1° in het eerste lid, worden de woorden "zestig dagen" vervangen door de woorden "twee maanden";2° in het eerste lid, 2°, worden de woorden "niet-technologische, sociale," ingevoegd tussen de woorden "wetenschappelijke, technologische," en de woorden "industriële of andere termen";3° in het tweede lid wordt het woord "technologische" opgeheven;4° in het tweede lid worden de woorden "onder wie een deskundige inzake duurzame ontwikkeling" ingevoegd na de woorden "uit internationale deskundigen".
Art. 55.In artikel 49 van hetzelfde besluit worden de woorden "binnen de tien dagen" vervangen door de woorden "binnen de tien kalenderdagen".
Art. 56.In artikel 51 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid vervangen als volgt : "Het Bestuur beoordeelt de projecten volgens de criteria bepaald in de oproep tot het indienen van projecten met de eventuele hulp van andere departementen van de Waalse Overheidsdienst. Alleen het advies van het Bestuur wordt aan de jury overgemaakt.".
Art. 57.Artikel 52 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : 1° in het eerste lid wordt het woord "Na" vervangen door de woorden "Binnen drie weken na";2° het woord "technologische" wordt opgeheven;3° de woorden "binnen de maand na ontvangst van het voorstel van de jury" worden ingevoegd tussen de woorden "door de Regering" en de woorden "getroffen wanneer het een oproep".
Art. 58.In artikel 53 van hetzelfde besluit worden de woorden "vijftien dagen" vervangen door de woorden "twee weken".
Art. 59.In artikel 54 van hetzelfde besluit wordt het eerste lid aangevuld als volgt : "Wanneer één van de promotoren een erkend Onderzoeksinstituut bedoeld in artikel 3, derde lid, wordt de overeenkomst ondertekend door bedoeld Instituut en elk van de onderzoekscentra die van bedoeld Instituut lid zijn en die deelnemen aan het project".
Art. 60.In hetzelfde besluit wordt het opschrift van afdeling 2 van Hoofdstuk V van Titel IV vervangen als volgt: "Tegemoetkomingsaanvragen onderworpen aan de wetenschappelijke, technische, economische, werkgelegenheids-, financiële en duurzame ontwikkelingsbeoordeling buiten de oproepen tot het indienen van projecten".
Art. 61.In artikel 55 van hetzelfde besluit worden de woorden "binnen de tien dagen" vervangen door de woorden "binnen de tien kalenderdagen".
Art. 62.Artikel 56 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt: 1° in het eerste en het tweede lid, worden de woorden "binnen de dertig dagen na" vervangen door de woorden "binnen de maand na";2° in het tweede lid, worden de woorden "vijftien dagen" vervangen door de woorden "twee weken";3° het derde lid wordt vervangen als volgt : "Elk verzoek om bijkomende inlichtingen leidt een nieuwe termijn in van dertig kalenderdagen.In elk geval mag de totale termijn tussen de datum van het bericht van ontvangst van het project en de datum waarop het Bestuur over alle elementen nodig voor de beoordeling van het project beschikt, twee maanden niet overschrijden."; 4° het vierde lid wordt vervangen als volgt : "Hij mag het Bestuur berichten dat hij om een verlenging voor de indiening van het dossier verzoekt.Het verzoek mag de in het derde lid bedoelde termijn niet met meer dan vier maanden verlengen.".
Art. 63.De artikelen 57 en 58 van hetzelfde besluit worden vervangen als volgt : "
Art. 57.Binnen een termijn van twee maanden vanaf het moment waarop het de voor de beoordeling van het project nodige elementen beschikt, maakt het Bestuur een gemotiveerd voorstel over de toekenning of de weigering van de aangevraagde steun op, met vermelding met name van de beoordeling van het project volgens de algemene en specifieke criteria.
Art. 58.Voor elk project waarvoor een tegemoetkoming met een bedrag kleiner dan 150.000 euro wordt verleend, richt het Bestuur het gemotiveerde voorstel aan de Minister.
Voor elk project waarvoor een tegemoetkoming met een bedrag gelijk aan of hoger dan 150.000 euro, wordt het gemotiveerde voorstel door een college onderzocht alvorens het aan de Minister wordt overgemaakt. Het college bestaat uit minstens twee leden van het Bestuur en uit een vertegenwoordiger van de Minister. Het college past indien nodig het gemotiveerde voorstel van beslissing aan en richt het aan de Minister.
Binnen drie weken na ontvangst van het voorstel richt de Minister een principiële beslissing aan het Bestuur dat er de promotor over inlicht. Binnen twee weken na de ontvangst van de principiële beslissing van de Minister kan de promotor een uiteenzetting aan het Bestuur richten met de redenen waarom hij om een nieuwe opening van het dossier verzoekt.
Het Bestuur maakt een bijkomende nota op en maakt bedoelde nota en de uiteenzetting van de promotor aan de Minister over, die kan beslissen om zijn beslissing naar gelang van de nieuwe elementen van het dossier te herzien.".
Art. 64.In artikel 59 van hetzelfde besluit wordt het eerste lid vervangen als volgt : "Als de Minister beslist een tegemoetkoming te verlenen, stelt het Bestuur een ontwerp-overeenkomst op waarbij de betrekkingen tussen het Bestuur en de promotor geregeld worden met inachtneming van het decreet en dit besluit. Wanneer één van de promotoren een erkend Onderzoeksinstituut bedoeld in artikel 3, derde lid is, wordt de overeenkomst ondertekend door bedoeld Instituut en de onderzoekscentra die ervan lid zijn."
Art. 65.In artikel 60 van hetzelfde besluit wordt het eerste lid vervangen als volgt : "Binnen een termijn van dertig kalenderdagen te rekenen van de beslissing van de Minister tot toekenning van een tegemoetkoming, richt het Bestuur de gemotiveerde beslissing en, in voorkomend geval, de overeenkomst waarvan sprake in artikel 59 aan de promotor.".
Art. 66.Artikel 61 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : 1° het woord "Economie" wordt opgeheven;2° de woorden "binnen de tien werkdagen" worden vervangen door de woorden "binnen de tien kalenderdagen".
Art. 67.Artikel 62 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : 1° de woorden "Bestuur Economie" worden telkens vervangen door het woord "Bestuur";2° in het eerste en het tweede lid, worden de woorden "binnen de dertig dagen na" vervangen door de woorden "binnen de maand na";3° in het tweede lid, worden de woorden "vijftien dagen" vervangen door de woorden "twee weken";4° het derde lid wordt vervangen als volgt : " Elk verzoek om bijkomende inlichtingen leidt een nieuwe termijn in van dertig kalenderdagen.In elk geval mag de totale termijn tussen de datum van het bericht van ontvangst van het project en de datum waarop het Bestuur over alle elementen nodig voor de beoordeling van het project beschikt, twee maanden niet overschrijden."; 5° het vierde lid wordt vervangen als volgt : "Hij mag het Bestuur berichten dat hij om een verlenging voor de indiening van het dossier verzoekt.Het verzoek mag de in het derde lid bedoelde termijn niet met meer dan vier maanden verlengen.".
Art. 68.De artikelen 63 en 64 van hetzelfde besluit worden vervangen als volgt : "
Art. 63.Binnen een termijn van twee maanden vanaf het moment waarop het de voor de beoordeling van het project nodige elementen beschikt, maakt het Bestuur een gemotiveerd voorstel over de toekenning of de weigering van de aangevraagde steun op, met vermelding met name van de beoordeling van het project volgens de algemene en specifieke criteria.
Art. 64.Voor elk project waarvoor een tegemoetkoming met een bedrag kleiner dan 150.000 euro wordt verleend, richt de Minister van Economie het gemotiveerde voorstel aan de Minister.
Voor elk project waarvoor een tegemoetkoming met een bedrag gelijk aan of hoger dan 150.000 euro, wordt het gemotiveerde voorstel door een college onderzocht alvorens het aan de Minister van Economie wordt overgemaakt. Het college bestaat uit minstens twee leden van het Bestuur en uit een vertegenwoordiger van de Minister van Economie. Het college past indien nodig het gemotiveerde voorstel van beslissing aan en richt het aan de Minister van Economie.
Binnen drie weken na ontvangst van het voorstel richt de Minister van Economie een principiële beslissing aan het Bestuur dat er de promotor over inlicht. Binnen twee weken na de ontvangst van de principiële beslissing van de Minister van Economie kan de promotor een uiteenzetting aan het Bestuur richten met de redenen waarom hij om een nieuwe opening van het dossier verzoekt. Het Bestuur maakt een bijkomende nota op en maakt bedoelde nota en de uiteenzetting van de promotor aan de Minister van Economie over, die kan beslissen om zijn beslissing naar gelang van de nieuwe elementen van het dossier te herzien.".
Art. 69.Artikel 65 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : 1° het woord "Desnoods" wordt vervangen door de woorden "Indien de Minister van Economie beslist een tegemoetkoming te verlenen,";2° de woorden "het Bestuur Economie" worden telkens vervangen door de woorden "het Bestuur".
Art. 70.Artikel 66 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : 1° het eerste lid wordt vervangen als volgt: "Binnen een termijn van dertig kalenderdagen te rekenen van de beslissing van de Minister van Economie tot toekenning van een tegemoetkoming, richt het Bestuur de gemotiveerde beslissing en, in voorkomend geval, de overeenkomst waarvan sprake in artikel 65 aan de promotor."; 2° de woorden "het Bestuur Economie" worden telkens vervangen door de woorden "het Bestuur".
Art. 71.In hetzelfde besluit wordt een Titel IV/1, die artikel 69/1 bevat, ingevoegd, luidend als volgt : "Titel IV/1. Tegemoetkomingsaanvragen bedoeld in artikel 109 van het decreet
Art. 69/1.De Hoofdstukken I tot V van Titel IV en Titel V zijn van toepassing op de tegemoetkomingsaanvragen.
Voor wat betreft de toegelaten mechanismen en de minimale tegemoetkomingspercentages, gaat het om degene vastgelegd bij de gemeenschappelijke raamregeling voor steun van staatswege voor het onderzoek, de ontwikkeling en de innovatie (2006/C 323/01).".
Art. 72.In artikel 72 van hetzelfde besluit worden de woorden "binnen de dertig dagen" vervangen door de woorden "binnen de dertig kalenderdagen".
Art. 73.In artikel 73 van hetzelfde besluit worden de woorden "binnen de dertig dagen" vervangen door de woorden "binnen de dertig kalenderdagen".
Art. 74.In artikel 83 van hetzelfde besluit wordt het woord "technologiche" opgeheven.
Art. 75.Artikel 84 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : 1° punt 7° wordt vervangen als volgt : "7° voorstellen uit te werken voor maatregelen die de onderlinge aansluiting van de tegemoetkomingen bedoeld in het decreet, de andere tegemoetkomingen vallend onder het onderzoeks-, ontwikkelings- en innovatiebeleid van het Waalse Gewest en de tegemoetkomingen vallend onder het economisch ontwikkelingsbeleid van het Waalse Gewest bevorderen;" 2° in 11° wordt het woord "technologische "opgeheven.
Art. 76.Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2014.
Art. 77.De Minister van Onderzoek en de Minister van Economie zijn, elk wat hem betreft, bevoegd voor de uitvoering van dit besluit.
Namen, 15 mei 2014.
De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Duurzame Ontwikkeling en Ambtenarenzaken, J.-M. NOLLET De Minister van Economie, K.M.O.'s, Buitenlandse Handel en Nieuwe Technologieën, J.-Cl. MARCOURT