Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 15 juli 2024
gepubliceerd op 10 december 2024

Besluit van de Waalse Regering betreffende de ministeriële kabinetten van de Waalse Regering, het Secretariaat van de Waalse Regering en de Vaste Dienst voor bijstand, beheer en interne controle van de ministeriële kabinetten

bron
waalse overheidsdienst
numac
2024010995
pub.
10/12/2024
prom.
15/07/2024
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

15 JULI 2024. - Besluit van de Waalse Regering betreffende de ministeriële kabinetten van de Waalse Regering, het Secretariaat van de Waalse Regering en de Vaste Dienst voor bijstand, beheer en interne controle van de ministeriële kabinetten


De Waalse Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen, artikel 3, § 1, laatstelijk gewijzigd bij de bijzondere wet van 6 januari 2014;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 14 september 2019Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 14/09/2019 pub. 07/10/2019 numac 2019030867 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering betreffende de ministeriële kabinetten van de Waalse Regering, het Secretariaat van de Waalse Regering en het "SePAC" sluiten betreffende de ministeriële kabinetten van de Waalse Regering, het Secretariaat van de Waalse Regering en het ""SePAC"";

Gelet op het rapport van 15 juli 2024, opgemaakt overeenkomstig artikel 3, 2°, van het decreet van 11 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/04/2014 pub. 06/06/2014 numac 2014203532 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen sluiten houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen;

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, uitgebracht op 15 juli 2024;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 15 juli 2024 ;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, artikel 3, § 1;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Gelet op de beperkingen die de Regering zichzelf heeft opgelegd sinds haar aantreden;

Overwegende dat daartoe de nieuwe bepalingen van het besluit van de Waalse Regering betreffende de ministeriële kabinetten van de Waalse Regering, het Secretariaat van de Waalse Regering en de Vaste Dienst voor bijstand, beheer en interne controle van de ministeriële kabinetten van toepassing moeten zijn zodra de nieuwe Regering is gevormd;

Op de voordracht van de Minister-President;

Na beraadslaging, Besluit : TITEL I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit, wordt verstaan onder: 1° ministerieel kabinet: politiek orgaan dat de Minister bijstaat in zijn verschillende taken en geen administratie is, hoewel het een overheidsdienst is;2° VTE: voltijdsequivalent;3° uittredende Minister: lid van de aftredende Regering, dat geen ministerieel mandaat meer bekleedt;4° Minister-President : Minister-President van de Waalse Regering;5° Secretariaat van de Waalse Regering: Franse afkorting voor Secretariaat van de Waalse Regering;6° "SePAC": Vaste Dienst voor bijstand, beheer en interne controle van de ministeriële kabinetten.

Art. 2.Dit besluit is van toepassing op de ministeriële kabinetten van de Waalse Regering, het Secretariaat van de Waalse Regering en "SePAC".

TITEL II. - Cumulatie van ministeriële functies binnen de Waalse Regering en de Regering van de Franse Gemeenschap

Art. 3.De Ministers die gelijktijdig zetelen in de Waalse Regering en in de Regering van de Franse Gemeenschap, bepalen: 1° de organisatie en de werkplaats van de personeelsleden van hun ministerieel kabinet;2° de voorwaarden voor het gebruik en de verdeling van de logistieke middelen waarover ze beschikken.

Art. 4.De personeelsleden mogen slechts bij één entiteit worden aangewezen of gedetacheerd, namelijk de Waalse Regering of de Regering van de Franse Gemeenschap.

In afwijking van het voorgaande lid kan een personeelslid, om over een wettelijke legitimiteit te beschikken voor de uitoefening van functies die beide Regeringen gemeen hebben, met 1/10 kosteloos als deskundige worden aangewezen binnen de andere entiteit.

TITEL III. - Begrotingsmiddelen

Art. 5.§ 1. De begrotingsmiddelen die jaarlijks ter beschikking worden gesteld van een ministerieel kabinet en van het Secretariaat van de Waalse Regering worden vastgesteld door een aantal referentiebestanden te vermenigvuldigen met een nominale referentiewaarde en dekken de kosten van de bezoldiging en diverse vergoedingen voor zijn personeelsleden, de werkingskosten en de vermogenskosten. § 2. Het aantal referentiebestanden wordt vastgesteld als volgt: 1° Secretariaat van de Waalse Regering: 10;2° Kabinet van een Minister;41; 2° Kabinet van een Vice-Minister-President;55; 4° Kabinet van de Minister-President;68.

Indien het lid van de Waalse Regering tijdens de legislatuur ook lid is of wordt van de Regering van de Franse Gemeenschap, wordt deze eenheid automatisch verminderd met 8 personeelsleden in elk van de 2 entiteiten.

Deze paragraaf moet worden gelezen in samenhang met artikel 5, § 2, van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de ministeriële kabinetten van de Regering van de Franse Gemeenschap, het Secretariaat van de Regering van de Franse Gemeenschap en de Vaste Dienst voor bijstand, beheer en interne controle van de ministeriële kabinetten. § 3. De nominale referentiewaarde is vastgesteld op 58.140 euro en wordt eventueel bij beslissing van de Regering geïndexeerd.

Art. 6.De begrotingsmiddelen van "SePAC" zijn afkomstig van de begroting van het Waalse Gewest en van de Franse Gemeenschap. Deze middelen zijn niet gestandaardiseerd en worden elk jaar geëvalueerd om te voldoen aan de behoeften in verband met de veranderende taken die aan "SePAC" zijn toevertrouwd.

Art. 7.De begrotingslast van de logistieke middelen gebonden aan de functie van een personeelslid van een personeelslid van een ministerieel kabinet of van het Secretariaat van de Waalse Regering wordt toegerekend op de onderhoudskredieten voor het ministerieel kabinet of het Secretariaat van de Waalse Regering waarbij het personeelslid is aangewezen of gedetacheerd.

Art. 8.§ 1. Wanneer een Minister wordt aangewezen binnen de Waalse Regering en de Regering van de Franse Gemeenschap, beslissen de Regeringen aan het begin van de legislatuur in onderling overleg welke entiteit de begrotingslast draagt die verbonden is aan de uitoefening van zijn ambt. § 2. In geval van een kabinetswijziging en een aanwijzing binnen de Waalse Regering en de Regering van de Franse Gemeenschap tijdens de legislatuur, blijft de begrotingslast verbonden aan de uitoefening van de functie van Minister ten laste van de Regering die ze reeds op zich heeft genomen.

Art. 9.Elk ministerieel kabinet kan een of meerdere referentiebestanden als bedoeld in artikel 5 overplaatsen naar een ander ministerieel kabinet.

Een ontwerp van overplaatsingsbesluit wordt ter verificatie voorgelegd aan "SePAC" onder dezelfde voorwaarden als in artikel 29 tot en met 31.

Zodra de Minister het besluit heeft ondertekend, wordt een kopie van het overplaatsingsbesluit naar het secretariaat van de Waalse Regering en de bevoegde dienst van de Waalse Overheidsdienst gestuurd. Het origineel en een gewaarmerkte kopie worden naar de "SePAC" gestuurd, die een kopie naar het Rekenhof stuurt.

TITEL IV. - Ministeriële kabinetten, Secretariaat van de Waalse Regering en "SePAC"

HOOFDSTUK I. - Ministeriële kabinetten

Art. 10.§ 1. De ministeriële kabinetten bestaan uit personeelsleden van niveau 1, medewerkers, uitvoerende personeelsleden en, waar nodig, deskundigen en studenten. § 2. De ambten van kabinetschef, adjunct-kabinetschef, kabinetssecretaris, adviseur en attaché worden door de personeelsleden van niveau 1 uitgeoefend. § 3. De uitvoerende personeelsleden bestaat uit receptionisten, chauffeurs en onderhoudstechnici.

Art. 11.§ 1. Elk ministerieel kabinet heeft een kabinetschef, met uitzondering van de ministeriële kabinetten van de Vice-Minister-President en de Minister-President, die twee kabinetschefs kunnen hebben. § 2. De Regering neemt kennis van de beslissing van de Minister om zijn kabinetschef te benoemen of te ontslaan.

Art. 12.Het aantal chauffeurs is beperkt tot maximaal vijf VTE's per ministerieel kabinet.

Art. 13.§ 1. Elk ministerieel kabinet kan deskundigen aanwerven die het bijkomend tot maximaal 1/10 of 2/10 aanwijst.

De dagen en uren waarop de deskundigen presteren, zullen worden vastgesteld om een controle door de kabinetssecretaris of de kabinetschef mogelijk te maken. § 2. De deskundigen kunnen bezoldigd of niet-bezoldigd worden.

De niet-bezoldigde deskundigen kunnen in aanmerking komen voor de terugbetaling van de diverse kosten in verband met de uitoefening van hun functies.

Het aantal bezoldigde deskundigen mag niet hoger zijn dan 1 VTE voor de ministeriële kabinetten, 1,5 VTE voor de kabinetten van de Vice-Minister-President en tot 2 VTE's voor het kabinet van de Minister-President. § 3. Elk ministerieel kabinet kan het in § 2, derde lid, bedoelde quotum geheel of gedeeltelijk overplaatsen naar een ander ministerieel kabinet, het Secretariaat van de Waalse Regering of "SePAC".

Een ontwerp van overplaatsingsbesluit wordt ter verificatie voorgelegd aan "SePAC" onder dezelfde voorwaarden als in artikel 29 tot en met 31.

Zodra de Minister het besluit heeft ondertekend, wordt een kopie van het overplaatsingsbesluit aan het secretariaat van de Waalse Regering overgemaakt. Het origineel en een gewaarmerkte kopie worden naar de "SePAC" gestuurd, die een kopie naar het Rekenhof stuurt.

Art. 14.In elk ministerieel kabinet kunnen studenten worden geworven, tot een maximum van één VTE per jaar.

Art. 15.In uitzonderlijke en tijdelijke gevallen kunnen de kabinetten een beroep doen op uitzendkrachten voor speciale evenementen of duidelijk omschreven werk.

HOOFDSTUK II. - Secretariaat van de Waalse Regering

Art. 16.§ 1. Het secretariaat van de Waalse Regering is een cel die gekoppeld is aan de duur van de legislatuur en onder het gezag van de Minister-President staat.

Het bestaat uit een secretaris van de Regering, personeelsleden van niveau 1, medewerkers en uitvoerende personeelsleden. § 2. Het secretariaat van de Waalse Regering is onder meer bevoegd voor het dagelijks beheer van de werkzaamheden van de Ministerraad. § 3. Het dagelijkse administratieve en budgettaire beheer van het secretariaat van de Waalse Regering wordt uitgevoerd door de kabinetssecretaris en de rekenplichtig correspondent van het kabinet van de Minister-President.

Art. 17.§ 1. De ambten van secretaris van de Regering, adviseur en attaché worden door de personeelsleden van niveau 1 uitgeoefend. § 2. De Regering neemt kennis van de beslissing van de Minister-President om de secretaris van de Regering te benoemen of te ontslaan. Hij heeft de rang van kabinetschef. § 3. Op de voordracht van de Minister-President kan de Regering bij wijze van uitzondering het ambt van secretaris van de Regering delegeren tijdens diens afwezigheid of in geval van belangenconflict.

HOOFDSTUK III. - "SePAC"

Art. 18.§ 1. "SePAC" is een specifieke en permanente cel die gemeenschappelijk is voor de Waalse Regering en de Regering van de Franse Gemeenschap en die onder hun functioneel gezag en onder toezicht van de Ministers-Presidenten wordt geplaatst. "SePAC" is gevestigd in Namen en opereert onafhankelijk van ministeriële kabinetten. § 2. De activiteiten en de samenwerkingsverbanden inzake werking en organisatie van "SePAC" liggen vast in een akkoordprotocol tussen de Waalse Regering en de Regering van de Franse Gemeenschap.

Art. 19.§ 1. "SePAC" bestaat uit personeelsleden van niveau 1, medewerkers, uitvoerende personeelsleden en, waar nodig, deskundigen en studenten. § 2. Het aantal personeelsleden ten laste van de begroting van het Waalse Gewest is: 1° personeelsleden van niveau 1: drie VTE's, onder wie de directeur;2° medewerkers: elf VTE's;3° uitvoerende personeelsleden: twee VTE's. § 3. Met uitzondering van de uitvoerende personeelsleden, wordt elk personeelslid van "SePAC", om de juridische legitimiteit van alle uitgevoerde functies te waarborgen, voor 1/10 kosteloos aangewezen als deskundige binnen de andere entiteit.

De aanwijzing van het personeelslid van "SePAC" als deskundige voor 1/10 in de andere entiteit eindigt automatisch op het moment van de beëindiging van zijn functie in de hoofdentiteit.

Deze expertise wordt niet vergoed. De personeelsleden ontvangen alleen de terugbetaling van diverse onkosten die zij in verband met de uitoefening van hun functie hebben gemaakt.

Art. 20.§ 1. De personeelsleden van niveau 1 oefenen de ambten van directeur, adviseur en attaché uit. § 2. De directeur wordt benoemd of ontslagen op gezamenlijk voorstel van de Minister-President van de Federatie Wallonië-Brussel en de Minister-President van de Regering van de Franse Gemeenschap, bij gezamenlijke beslissing van de Waalse Regering en de Regering van de Franse Gemeenschap. Hij heeft de rang van kabinetschef.

Art. 21.§ 1. Binnen "SePAC" kunnen deskundigen worden aangewezen tot een maximum van 0,5 VTE voor elke Regering om specifieke of eenmalige taken uit te voeren.

De dagen en uren waarop de deskundigen presteren, zullen worden vastgesteld om een controle door de directeur mogelijk te maken. § 2. De deskundigen kunnen bezoldigd of niet-bezoldigd worden.

De niet-bezoldigde deskundigen kunnen in aanmerking komen voor de terugbetaling van de diverse kosten in verband met de uitoefening van hun functies.

Art. 22."SePAC" voert de volgende niet-exhaustieve taken uit ter ondersteuning van de ministeriële kabinetten van de Waalse Regering en de Regering van de Franse Gemeenschap: 1° inzake loonbeheer : a) het beheer en de uitbetaling van de bezoldigingen, toelagen en diverse vergoedingen van de personeelsleden en de Ministers;b) de geraamde bezoldigingen en toelagen van de personeelsleden en de Ministers;c) de verwerking, in samenwerking met de kabinetssecretarissen, van de terugbetalingen van bezoldigingen aan de oorspronkelijke werkgevers voor gedetacheerde personeelsleden;d) het opstellen en toezenden van tabellen met de ontwikkeling van het personeelsbestand van de ministeriële kabinetten en de begrotingsmiddelen voor de bezoldigingen en vergoedingen van het personeel.2° inzake administratieve, juridische en logistieke ondersteuning: a) het administratief beheer en de archivering van persoonlijke dossiers van werknemers en Ministers;b) de begeleiding van kabinetssecretarissen tijdens de hele legislatuur;c) het opstellen van ontwerpen van besluit van de Regering en omzendbrieven met betrekking tot de taken van "SePAC", waaronder ten minste het opstellen van het besluit van de Regering betreffende de kabinetten, het Secretariaat van de Waalse Regering en "SePAC" en het besluit van de Regering betreffende de delegaties van bevoegdheden van "SePAC" voor alle vakgebieden die bedoelde dienst beheert;d) de verificatie van de ontwerpen van ministeriële besluiten betreffende de personeelsleden en projecten van studentencontracten aan de toepasselijke wettelijke en reglementaire bepalingen en de beschikbare begrotingsmiddelen;e) de verificatie van de terbeschikkingstellingsovereenkomsten en het doorsturen ervan naar de Inspectie van de Sociale Wetten;f) het raadplegen, analyseren en bijhouden van het persoonlijke dossier van het personeelslid of de student;g) de tenuitvoerlegging van de wetgeving met betrekking tot het indienen van mandaten en vermogensverklaringen;h) het beheer van arbeidsongevallen, ongevallen op weg naar het werk en bedrijfsgeneeskundige dossiers;i) het beheer van verzekeringen en eventuele claims;j) het centraliseren en het opvolgen van overeenkomsten met openbaarvervoersbedrijven;k) het uitgeven van verschillende certificaten;l) het administratief beheer, in samenwerking met de kabinetssecretarissen, van lease- en onderhoudscontracten voor kopieerapparaten en auteursrechten;m) het administratief beheer van het wagenpark: registratie, uitschrijving en indiening van belastingen;n) het overmaken en het opvolgen van boetes voor verkeersovertredingen aan de relevante ministeriële kabinetten;o) het beheer van rechtszaken die verband houden met de opdrachten van "SePAC";p) de hulp bij overheidsopdrachten en de gunning van gezamenlijke overheidsopdrachten;q) de interface tussen de Regering en andere overheidsinstellingen in alle aangelegenheden met betrekking tot het juridisch, administratief en financieel beheer van de ministeriële kabinetten;r) de juridische bijstand voor alle beëindigings- en gerechtelijke procedures;s) de aanwijzing in zijn midden van een of meerdere vertrouwenspersonen in overeenstemming met de wetgeving inzake welzijn op het werk.3° inzake inventarissen : a) de ontwikkeling van de databank "inventarissen";b) de opslag op een beveiligde server van de database "inventarissen" van elk ministerieel kabinet;c) de analyse van de inventarisafstemming ;d) de gedeeltelijke en willekeurige fysieke inspectie, ten minste eenmaal per legislatuur, van de activa die zijn opgenomen in de inventaris van elk ministerieel kabinet;e) het beheer van een gemeenschappelijke database.4° in IT-aangelegenheden, in samenwerking met lokale IT-correspondenten: a) het beheer van de servers van kabinetten die bij de Waalse Overheidsdienst worden gehost;b) het beheer van Microsoft 365-tenant;c) het beheer van printers;d) het beheer van aanvragen voor het aanmaken van e-mailboxen en wifi, WBFIN, VPN en andere toegangen;e) de voorbereiding van PC-matrices ;f) het beheer van incidenten op het tweede niveau ;g) het beheer van professionele telefoonprofielen ;h) het beheer van IT-apparatuur, software en telefonie;i) IT-coördinatie tussen de ministeriële kabinetten van de Waalse Regering en de Regering van de Franse Gemeenschap. TITEL V. - Aanwerving van een personeelslid

HOOFDSTUK I. - Basisregels

Art. 23.De personeelsleden worden aangewezen of gedetacheerd bij ministerieel besluit.

De aanwijzing is voltijds of deeltijds.

De detachering is voor dezelfde tijd als de tijd die gewerkt is voor de oorspronkelijke werkgever.

Art. 24.§ 1. Onder voorbehoud van de naleving van de bepalingen die van toepassing zijn op hun oorspronkelijke betrekking, kunnen personeelsleden worden gedetacheerd: 1° uit een overheidsdienst van de Federale Staat, een deelgebied of een lokale overheid;2° uit een autonoom overheidsbedrijf als bedoeld in de wet van 21 maart 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/03/1991 pub. 09/01/2013 numac 2012000673 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven. - Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 21/03/1991 pub. 18/01/2016 numac 2015000792 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, met uitzondering van deze die aandelen uitgeven die zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt in de zin van artikel 2, 3°, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten of een van haar dochterondernemingen als bedoeld in artikel 13, § 1, van voornoemde wet van 21 maart 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/03/1991 pub. 09/01/2013 numac 2012000673 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven. - Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 21/03/1991 pub. 18/01/2016 numac 2015000792 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten;3° een orgaan als bedoeld in artikel 3, § 1, 4°, van het decreet van het Waals Gewest van 15 december 2011 houdende organisatie van de begroting, de boekhouding en de rapportage van de Waalse overheidsbestuurseenheden of in artikel 3, § 1, van het decreet van de Franse Gemeenschap van 4 februari 2021 houdende organisatie van de begroting, de boekhouding en de verslaggeving van de openbare bestuursinstellingen van de Franse Gemeenschap;4° een georganiseerde of gesubsidieerde onderwijsinstelling of een instelling van hoger onderwijs. § 2. Gedetacheerde personeelsleden mogen tijdens hun detachering niet in functie blijven in hun oorspronkelijke betrekking, noch hun oorspronkelijke bevoegdheden, zelfs deeltijds, blijven uitoefenen. § 3. Hoofden van overheidsorganen die worden aangewezen of gedetacheerd bij een ministerieel kabinet of bij het secretariaat van de Waalse Regering mogen niet langer in hun oorspronkelijke orgaan werken, zelfs niet op deeltijdbasis, tenzij ze als deskundigen worden aangewezen.

Art. 25.Personeelsleden die als personeelslid van niveau 1 kunnen worden beschouwd, zijn personeelsleden met een universitair diploma of een diploma van hoger onderwijs van het lange type, zoals een licentiaat of een master, of personeelsleden met beroepservaring en een certificeerbare opleiding die de toekenning van de status van personeelslid van niveau 1 rechtvaardigt.

Het ministerieel besluit moet uitdrukkelijk de redenen voor de ervaring vermelden en moet worden ondersteund door een certificaat dat naar behoren is ingevuld door de kabinetssecretaris voor de personeelsleden van de ministeriële kabinetten en van het Secretariaat van de Waalse Regering en door de directeur van "SePAC" voor de personeelseden van "SePAC".

De hoedanigheid van personeelslid van niveau 1 is alleen van toepassing op het ambt dat wordt uitgeoefend binnen het kabinet, het Secretariaat van de Waalse Regering of "SePAC". In geen geval mag het personeelslid hier voordeel uit halen buiten of tijdens een volgende legislatuur.

Art. 26.§ 1. De Minister kan op schriftelijk verzoek van het personeelslid toestemming geven om hem na de wettelijke pensioenleeftijd in actieve dienst te houden of aan te wijzen.

De periode van het in activiteit blijven wordt vastgelegd voor een maximale duur van één jaar. Bedoelde periode kan volgens dezelfde modaliteiten verlengd worden voor een eenmalige nieuwe periode van maximum één jaar.

In afwijking van lid 1 is er geen leeftijdsgrens voor de aanwijzing als deskundige. § 2. Alvorens het in § 1 bedoelde verzoek in te dienen, dient het gedetacheerde personeelslid de instemming van zijn oorspronkelijke werkgever te verkrijgen.

In geval van weigering kan het personeelslid worden aangewezen overeenkomstig § 1.

HOOFDSTUK II. - Samenstelling van het persoonlijk dossier van het personeelslid

Art. 27.Vóór zijn indiensttreding dient het personeelslid een ingevuld, ondertekend en gedateerd aanwervingsformulier en een informatieblad, een actueel en volledig curriculum vitae, een uittreksel uit het strafregister dat niet ouder is dan drie maanden, een kopie van het diploma of een ander getuigschrift ten bewijze van de vereiste kwalificaties en/of ervaring en, indien van toepassing, een gezinssamenstelling, een machtiging voor de cumulatie van functies, een loonbrief van zijn oorspronkelijke werkgever of enig ander nuttig document dat voor de behandeling van zijn dossier vereist is, over te leggen.

De modellen voor het aanwervingsformulier en het informatieblad staan respectievelijk in bijlage 1 en 2.

Art. 28.Personeelsleden moeten "SePAC" via de kabinetssecretaris binnen een maand in kennis stellen van elke verandering in hun persoonlijke situatie die van invloed is op de in artikel 27 bedoelde informatie.

HOOFDSTUK III. - Opstelling van een ontwerpbesluit en verificatie

Art. 29.Voordat een ministerieel besluit wordt ondertekend, stuurt de kabinetssecretaris het ontwerpbesluit samen met de in artikel 27 bedoelde documenten naar "SePAC". "SePAC" is belast met het controleren, binnen vier werkdagen, van de wetgeving en de naleving van wettelijke en regelgevende bepalingen en moet ervoor zorgen dat de begrotingsmiddelen die beschikbaar zijn in de begrotingsartikelen die bestemd zijn voor de wedden en vergoedingen van het ministeriële kabinet of het Secretariaat van de Waalse Regering toereikend zijn om de desbetreffende uitgaven te dekken.

In afwijking van het vorige lid heeft "SePAC" tijdens de eerste maand na het begin van een legislatuur of een ministeriële herschikking vijftien dagen de tijd om het ontwerp van ministerieel besluit te controleren.

Art. 30.Het is aan de kabinetssecretaris om de opmerkingen van "SePAC" over het ontwerpbesluit te verwerken of erop te reageren voordat het ter ondertekening aan de Minister wordt voorgelegd.

Anders kan er geen ministerieel besluit ter ondertekening aan de Minister worden voorgelegd.

In geval van weigering om de wijzigingen van "SePAC" in het ministerieel besluit op te nemen, is het aan de kabinetssecretaris om op basis van een gemotiveerde nota de arbitrage van de secretaris van de Regering te vragen over het al dan niet ondertekenen van het ministerieel besluit. De overeenkomst wordt geformaliseerd door het visum van de secretaris van de Regering aan te brengen op het ministerieel besluit.

HOOFDSTUK IV. - Ondertekening van het ministerieel besluit

Art. 31.Ministeriële besluiten worden ondertekend door de bevoegde Minister.

Art. 32.De ondertekening van het ministerieel besluit, in voorkomend geval met het visum van de secretaris van de Regering, geeft toestemming voor de betaling van de bezoldiging.

HOOFDSTUK V. - Wijze van mededeling van het ministerieel besluit en bewaring

Art. 33.De kabinetssecretarissen en de directeur van "SePAC" maken elk, wat hen betreft, de volgende documenten over : 1° een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift van het ondertekende ministerieel besluit aan het personeelslid;2° het originele ondertekende ministerieel besluit en oor eensluidend gewaarmerkt afschrift aan "SePAC";3° een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift van het ondertekende ministerieel besluit aan de oorspronkelijke werkgever van het gedetacheerde personeelslid.

Art. 34."SePAC" bewaart het origineel en een gewaarmerkt afschrift van het besluit in het dossier van het personeelslid en stuurt een kopie naar het Rekenhof.

Art. 35."SePAC" bewaart het volledige persoonlijke dossier van het personeelslid in een beveiligde ruimte voor de duur van de legislatuur.

Aan het einde van de legislatuur wordt het persoonlijke dossier van het personeelslid vernietigd, met uitzondering van de originele ministeriële besluiten, die gedurende 45 jaar na het einde van de zittingsperiode worden bewaard, zodat er attesten van prestaties kunnen worden opgesteld.

TITEL VI. - Aanwerving van studenten

Art. 36.Studenten worden met een studentenovereenkomst aangeworven.

Art. 37.De student stuurt het ministerieel kabinet of "SePAC" een ingevuld, gedateerd en ondertekend formulier met persoonsgegevens, een actueel en volledig curriculum vitae, een uittreksel uit het strafregister dat niet ouder is dan drie maanden, een recent "Student at Work"-certificaat en een kopie van zijn diploma.

Het model van het formulier met persoonsgegevens wordt vermeld in bijlage 3 bij dit besluit.

Art. 38.§ 1. Uiterlijk een maand voor de indienstneming van de student stuurt het ministerieel kabinet een project van studentenovereenkomst samen met de documenten bedoeld in artikel 37 naar "SePAC". "SePAC" moet binnen vier werkdagen controleren of de formulering in overeenstemming is met de wettelijke en reglementaire bepalingen en of de begrotingsmiddelen die beschikbaar zijn onder de artikelen die bestemd zijn voor de wedden en vergoedingen van het ministeriële kabinet, toereikend zijn om de desbetreffende uitgaven te dekken. § 2. Het is aan de kabinetssecretaris om de opmerkingen van "SePAC" over het project van overeenkomst te verwerken of erop te reageren overeenkomstig artikel 30, tweede en derde lid voordat het ter ondertekening aan de Minister wordt voorgelegd.

Art. 39.De studentenovereenkomst wordt in drievoud opgesteld en ondertekend door de Minister of zijn kabinetssecretaris.

De exemplaren worden gestuurd naar de student, de Minister en "SePAC".

Art. 40."SePAC" bewaart de in artikel 37 bedoelde documenten evenals een kopie van de studentenovereenkomst in een beveiligde ruimte voor de duur van de legislatuur.

Aan het einde van de legislatuur worden alle bovenstaande documenten vernietigd, met uitzondering van de studentenovereenkomst.

De studentenovereenkomst wordt bewaard voor een periode van 5 jaar vanaf het einde van de legislatuur om beide partijen te beschermen.

TITEL VII. - Toelagen, vergoedingen en wedden

HOOFDSTUK I. - Bedragen

Art. 41.Aan de aangewezen personeelsleden wordt een als wedde geldende jaarlijkse kabinetstoelage verleend.

Deze toelage wordt vastgesteld als volgt: 1° personeelslid van niveau 1: a) kabinetschef: bedrag tussen 42.219,00 euro en 66.115,99 euro; b) adjunct-kabinetschef, kabinetssecretaris, adviseur en attaché: bedrag tussen 19.000,00 euro en 56.517,16 euro; 2° medewerker: bedrag tussen 11.942,00 euro en 39.981,53 euro; 3° deskundige: bedrag tussen 11.942,00 euro en 66.115,99 euro. 4° uitvoerende medewerker: bedrag tussen 11.942,00 euro en 31.516,60 euro.

Art. 42.Gedetacheerde personeelsleden, met uitzondering van chauffeurs, ontvangen een jaarlijkse kabinetstoelage.

Deze toelage wordt vastgesteld als volgt: 1° personeelslid van niveau 1: a) kabinetschef: bedrag tussen 7.656,00 euro en 8.507,09 euro; b) adjunct-kabinetschef, kabinetssecretaris, adviseur en attaché: bedrag tussen 3.061,00 euro en 6.465,39 euro; 2° medewerker: bedrag tussen 2.142,00 euro en 4.423,69 euro; 3° uitvoerend personeelslid: bedrag van 2.142,00 euro.

Art. 43.De chauffeurs ontvangen een forfaitaire jaarlijkse toelage van : 1° stafchauffeur: 3.266,64 euro ; 2° Persoonlijke chauffeur van de kabinetschef: 4.491,60 euro; 3° Persoonlijke chauffeur van de Minister: 5.716,56 euro.

Daarnaast wordt een forfaitaire jaarlijkse toelage van 2 478,20 euro toegekend aan personeelsleden die optreden als persoonlijke chauffeur van de kabinetschef of de Minister, als erkenning voor de zware aard van hun taken.

Zij mogen geen andere toelage of vergoeding ontvangen, ongeacht de administratieve taken die zij tegelijkertijd verrichten.

Indien er meer dan één personeelslid is dat voor de Minister of de kabinetschef als persoonlijke chauffeur optreedt, wordt het bedrag van de in lid 1 bedoelde forfaitaire jaarlijkse toelage pro rata over de verschillende chauffeurs verdeeld.

Art. 44.§ 1. Een maandelijkse vergoeding voor regelmatig telewerken kan worden toegekend aan werknemers die structureel en regelmatig thuiswerken en die thuis over een ruimte beschikken om hun werk uit te voeren.

Het bedrag van de vergoeding wordt vastgesteld in overeenstemming met het maximumbedrag bepaald door de FOD Financiën en als volgt verdeeld: 1° kabinetschef, adjunct-kabinetschef, kabinetssecretaris en adviseur: 100% van het bedrag;2° attaché en rekenplichtig correspondent: 80% van het bedrag;3° medewerker: 30% van het bedrag. § 2. Deze vergoeding mag in geen geval worden toegekend aan uitvoerende personeelsleden, deskundigen of studenten.

Art. 45.§ 1. Een verhoging van de in de artikelen 41 en 42 bedoelde toelagen kan door de Minister-President worden toegekend op basis van een met redenen omklede brief van de Minister waarin om de verhoging wordt verzocht.

De door de Minister-President gevraagde verhoging voor één van de personeelsleden van zijn ministerieel kabinet wordt door de Vice-Minister-President toegekend onder dezelfde voorwaarden als in lid 1. § 2. Motivatie moet rekening houden met de beroepservaring van het personeelslid, de aard van de geleverde diensten, de werklast, de ontvangen opleiding, de verworven vaardigheden of het specifieke profiel van de werknemer. § 3. De verhoging wordt van kracht op de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin de aanvraag voor de verhoging is gedaan.

In afwijking van lid 1 kan de voor een nieuw personeelslid gevraagde verhoging ingaan op de datum van indiensttreding. § 4. Deze verhoging kan niet worden toegekend aan uitvoerende personeelsleden en deskundigen.

Art. 46.§ 1. Alle aangewezen personeelsleden, met uitzondering van deskundigen, krijgen een vakantiegeld, een eindejaarstoelage en maaltijdcheques onder dezelfde voorwaarden als die voor personeelsleden van de Waalse Overheidsdienst. § 2. Alle gedetacheerde personeelsleden krijgen maaltijdcheques.

Gedetacheerde personeelsleden blijven vakantiegeld en de eindejaarsuitkering van hun oorspronkelijke werkgever ontvangen.

Art. 47.Studenten krijgen een bezoldiging die als volgt is vastgesteld: 1° studenten die bij hun indiensttreding niet in het bezit zijn van een diploma hoger secundair onderwijs of een gelijkwaardig diploma : 7,27 euro per uur ;2° studenten die bij hun indiensttreding in het bezit zijn van een diploma hoger secundair onderwijs of een gelijkwaardig diploma : 7,49 euro per uur.

Art. 48.Tijdens het referentiejaar aan het einde van de legislatuur mag de als wedde geldende jaarlijkse kabinetstoelage en de jaarlijkse kabinetstoelage niet worden verhoogd of aangevuld, behalve bij vervanging van een kabinetschef, secretaris van de Regering, adjunct-kabinetschef of kabinetssecretaris.

Lid 1 is niet van toepassing op "SePAC" in zijn hoedanigheid van vaste dienst.

HOOFDSTUK II. - Uitbetalings- en terugbetalingsmodaliteiten

Art. 49.De in de artikelen 41 tot en met 45 bedoelde toelagen en vergoedingen worden maandelijks achteraf betaald en bedragen een twaalfde van het jaarbedrag.

Wanneer de maandvergoeding of -toelage niet volledig verschuldigd is, wordt zij in dertigsten uitbetaald, onder de voorwaarden waarin voorzien is voor het personeel van de Waalse Overheidsdienst.

Art. 50.De in artikel 47 bedoelde vergoeding wordt betaald aan het einde van de maand die volgt op de ontvangst door "SePAC" van de prestatiestaat van de student, op voorwaarde dat de prestatiestaat vóór de 10e van de maand naar "SePAC" wordt gestuurd.

Art. 51.De in de artikelen 42, 43, 45, 46, 47 en 82 bedoelde toelagen, vergoedingen en bezoldigingen worden gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen, overeenkomstig de regels bepaald bij de wet van 1 maart 1977Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/03/1977 pub. 05/03/2009 numac 2009000107 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld. Daartoe worden ze gekoppeld aan het indexcijfer 138,01 van 1 januari 1990.

Art. 52.§ 1. De tenlasteneming van de wedde van gedetacheerde personeelsleden wordt geregeld als volgt: 1° ofwel blijft de oorspronkelijke werkgever de wedde van het gedetacheerde personeelslid betalen en stelt hij een maandelijkse aangifte van schuldvordering op ter attentie van het ministerieel kabinet, het Secretariaat van de Waalse Regering of "SePAC", die op basis daarvan de wedde, de werkgeversbijdragen, het vakantiegeld, de eindejaarstoelage en alle andere toelagen terugbetaalt berekend volgens de bepalingen die van toepassing zijn op dat personeelslid in zijn oorspronkelijke instelling, met uitzondering van de eventuele btw;2° ofwel de oorspronkelijke werkgever schort de betaling van de wedde op.Het gedetacheerde personeelslid ontvangt dan de in artikel 41 bedoelde toelage.

In afwijking van lid 1, 1°, is geen terugbetaling verschuldigd aan de oorspronkelijke werkgever: 1° voor de personeelsleden bedoeld in artikel 24, § 1, 1°, indien een samenwerkingsakkoord tussen de Waalse Regering en verscheidene andere Regeringen of administratieve entiteiten daarin voorziet;2° voor de personeelsleden bedoeld in artikel 24, § 1, 3°, ten hoogste 7 VTE's voor het kabinet van de Minister-President, 6 VTE's voor het kabinet van de Vice-Minister-President en 5 VTE's voor het kabinet van de andere Ministers. § 2. Het geheel of een deel van de in § 1, lid 2, 2°, bedoelde quota die niet wordt gebruikt, kan worden overgedragen aan een ander kabinet, het Secretariaat van de Waalse Regering of "SePAC".

Een ontwerp van overplaatsingsbesluit wordt ter verificatie voorgelegd aan "SePAC" onder dezelfde voorwaarden als in artikel 29 tot en met 31.

Zodra de Minister het besluit heeft ondertekend, wordt een kopie van het overplaatsingsbesluit aan het secretariaat van de Waalse Regering overgemaakt. Het origineel en een gewaarmerkte kopie worden naar de "SePAC" gestuurd, die een kopie naar het Rekenhof stuurt.

Art. 53.§ 1. Alle toelagen en vergoedingen worden geschorst bij afwezigheid van meer dan 30 kalenderdagen.

In het geval van een zwangerschapsverlof worden ze geschorst vanaf de eerste dag van het verlof. § 2. In geval van afwezigheid om medische redenen van meer dan dertig dagen van een aangewezen of gedetacheerd personeelslid dat in zijn oorspronkelijke betrekking contractueel was, kan de bevoegde Minister voor zijn vervanging zorgen terwijl hij financiële steun ontvangt van het ziekenfonds.

In geval van afwezigheid om medische redenen van meer dan drie opeenvolgende maanden van een aangewezen of gedetacheerd personeelslid dat in zijn oorspronkelijke betrekking contractueel was, kunnen de taken van het afwezige personeelslid op zodanige wijze worden beëindigd dat de werking van de dienst niet wordt verstoord. § 3. In geval van afwezigheid om medische redenen van meer dan dertig dagen van een gedetacheerd personeelslid dat in zijn oorspronkelijke betrekking statutair was, kunnen de taken van het afwezige personeelslid op zodanige wijze worden beëindigd dat de werking van de dienst niet wordt verstoord.

TITEL VIII. - Rechtsstelsel dat op de personeelsleden toepasselijk is

HOOFDSTUK I. - Statuut

Art. 54.De personeelsleden zijn onderworpen aan een administratieve stand sui generis. De wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten is niet op hen van toepassing.

Ze mogen tijdens het lopende jaar niet het status krijgen van een ambtenaar die die vast benoemd is bij een ministerieel kabinet, het secretariaat van de Waalse Regering of "SePAC".

Art. 55.§ 1. De aangewezen of gedetacheerde personeelsleden die in hun oorspronkelijke betrekking contractueel waren, zijn onderworpen aan de socialezekerheidsregels die van toepassing zijn op contractueel overheidspersoneel. § 2. De gedetacheerde personeelsleden die in hun oorspronkelijke betrekking statutair waren, blijven onderworpen aan dezelfde socialezekerheidsregels als die waaraan ze onderworpen zijn bij hun oorspronkelijke werkgever.

Art. 56.De administratieve standplaats van de personeelsleden is gevestigd op de locatie van het ministeriële kabinet, het Secretariaat van de Waalse Regering of "SePAC".

In afwijking van het voorgaande lid kan de administratieve standplaats van de deskundigen hun woonplaats zijn.

Art. 57.§ 1. De personeelsleden mogen geen andere betaalde beroepsactiviteiten uitoefenen zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de betrokken Minister.

Bij een toegestane cumulatie van meerdere betaalde beroepsactiviteiten in de openbare of privé-sector mag de maximale betaalde arbeidstijd niet meer dan honderdvijfentwintig procent bedragen. § 2. Een openbaar politiek mandaat wordt niet beschouwd als een betaalde beroepsactiviteit. De personeelsleden zijn verplicht de Minister in kennis te stellen van elk al dan niet betaald mandaat, van welke aard dan ook, ongeacht of het hen recht geeft op politiek verlof.

In afwijking van lid 1 en artikel 60, § 1, lid 1, 10°, mogen de personeelsleden van "SePAC", gelet op de kenmerken van de "SePAC", zijn opdrachten en de vereiste essentiële neutraliteit, in geen geval een politiek mandaat, op welk niveau ook, of een functie die daarmee kan worden gelijkgesteld, uitoefenen of verlof van politieke aard genieten.

Art. 58.De personeelsleden moeten respectievelijk de kabinetssecretaris, de secretaris van de Regering of de directeur van "SePAC" op de hoogte stellen van het bestaan van een potentieel persoonlijk belangenconflict dat een relatie tot en met de tweede graad van bloed-of aanverwantschap met de Minister kan inhouden, evenals elk conflict tussen hun particuliere belangen, openbare of private mandaten, aanvullende professionele activiteiten en hun functie.

Art. 59.§ 1. De Regering stelt een gemeenschappelijk arbeidsreglement vast die van toepassing is op de ministeriële kabinetten en het Secretariaat van de Waalse Regering.

Ministeriële kabinetten en het Secretariaat van de Waalse Regering kunnen interne regels toevoegen die specifiek zijn voor hun activiteiten.

Een kopie van het arbeidsreglement wordt naar "SePAC" gestuurd. § 2. "SePAC" heeft zijn eigen arbeidsreglement.

HOOFDSTUK II. - Verloven

Art. 60.§ 1. De volgende reglementaire bepalingen voor werknemers van de Waalse Overheidsdienst zijn van toepassing op alle personeelsleden, met uitzondering van deskundigen en studenten: 1° de jaarlijkse vakantieverloven, de feestdagen en de reglementaire dagen;2° de volgende omstandigheidsverloven: a) het huwelijk van het personeelslid of de registratie van een verklaring van wettelijke samenwoning ;b) het huwelijk van een kind van het personeelslid;c) het huwelijk van een kind van de echtgeno(o)t(e) van het personeelslid of een kind van de persoon met wie het personeelslid samenwoont, een broer of zus, zwager of schoonzus, vader of moeder, schoonvader of -moeder, echtgenoot van moeder of echtgenote van vader, kleinzoon of kleindochter, grootvader of grootmoeder;d) het overlijden van de echtgenoot/echtgenote van het personeelslid;e) het overlijden van het kind van het personeelslid, het kind van de echtgeno(o)t(e) van het personeelslid of het kind dat de werknemer of de echtgeno(o)t(e) in het gezin opneemt of heeft opgenomen in het kader van een voogdij- of plaatsingsprocedure die ten minste zes achtereenvolgende maanden duurt;f) het overlijden van een bloed- of aanverwant in de eerste graad van het personeelslid of een bloed- of aanverwant in de eerste graad van de echtgeno(o)t(e) van het personeelslid;g) het overlijden van de pleegvader of pleegmoeder bij wie het personeelslid in langdurige pleegzorg was geplaatst;h) het overlijden van een kind dat het personeelslid in zijn gezin sinds minder dan zes maanden opvangt in het kader van een toezichts- of plaatsingsprocedure;i) het overlijden van een bloed- of aanverwant van het personeelslid verder dan de eerste graad die onder hetzelfde dak leeft als het personeelslid;j) het overlijden van een bloed- of aanverwant van het personeelslid in de tweede of derde graad, niet onder hetzelfde dak wonend als het personeelslid;k) het overlijden van de schoonbroer of de schoonzuster van de echtgenoot (-genote) van het personeelslid die niet onder hetzelfde dak leeft als het personeelslid;l) de deelname aan een assisenjury, de oproeping als getuige voor een rechtbank of de door een rechtbank bevolen persoonlijke verschijning;3° de verloven wegens overmacht;4° de borstvoedingspauzes;5° het moederschapsverlof, met uitzondering van halftijds verlof voor de periode van twee maanden voorafgaand aan de vermoedelijke geboortedatum;6° het geboorteverlof;7° het adoptieverlof;8° het ouderschapsverlof;9° het verlof wegens ziekte;10° het politiek verlof. In afwijking van de reglementaire bepalingen voor het personeel van de Waalse Overheidsdienst : 1° is de overdracht van jaarlijkse vakantiedagen beperkt tot de helft van de jaarlijkse vakantiedagen en tot 31 juli van het volgende jaar;2° moeten de omstandigheidsverloven worden opgenomen in de periode rond de gebeurtenis;3° worden verlaagde uitkeringen om medische redenen pro rata betaald. § 2. De deskundigen en studenten hebben alleen recht op de feestdagen die zijn vastgesteld voor de personeelsleden van de Waalse Overheidsdienst. § 3. Het gedetacheerde personeelslid aan wie vóór zijn indiensttreding bij het ministerieel kabinet, het Secretariaat van de Waalse Regering of "SePAC" door zijn oorspronkelijke werkgever verlof is verleend anders dan bedoeld in paragraaf 1, kan dit verlof blijven genieten totdat het verstrijkt.

Een gedetacheerd personeelslid kan niet worden ontslagen met het voornemen hem onmiddellijk opnieuw te detacheren en hem een ander verlof toe te kennen dan het in paragraaf 1 bedoelde verlof.

Art. 61.Bij zijn indiensttreding kan het gedetacheerde personeelslid geen gebruik maken van het saldo van zijn jaarlijkse verlofdagen van voorgaande jaren.

HOOFDSTUK III. - Diverse kosten

Art. 62.Alle werknemers, met uitzondering van studenten en deskundigen, hebben recht op de volgende voordelen voor daadwerkelijke reizen tussen hun thuis- of gewone verblijfplaats en de administratieve standplaats: 1° een abonnement voor openbaar vervoer;2° een financiële tegenwaarde die overeenstemt met de kostprijs van het openbaarvervoerabonnement voor het geheel of een deel van de reis, in verhouding tot de geleverde prestaties.Om voor de tegenwaarde in aanmerking te komen, moeten de personeelsleden een afschrift van het inschrijvingsbewijs overleggen waaruit blijkt dat het hun persoonlijk voertuig is of van een persoon die deel uitmaakt van het huishouden.

De toekenning van de tegenwaarde is onderworpen aan een met redenen omkleed afwijkend besluit van de betrokken Minister overeenkomstig de artikelen 29 tot en met 35 ; 3° een kilometervergoeding voor verplaatsingen per fiets. Deze bijdragen aan vervoerskosten kunnen worden gecombineerd als ze verschillende delen van de reis dekken.

Art. 63.De personeelsleden, met uitzondering van uitvoerende personeelsleden, deskundigen en studenten, kunnen een dienstvoertuig genieten.

Er wordt geen vergoeding gegeven voor reizen met een dienstvoertuig van een ministerieel kabinet, het Secretariaat van de Waalse Regering of "SePAC". De volledige kosten van het voertuig worden gedekt door het ministerieel kabinet, het Secretariaat van de Waalse Regering of « SePAC".

Elk personeelslid met een dienstvoertuig is verantwoordelijk voor alle overtredingen die met bedoeld voertuig worden begaan.

Art. 64.Bij een met redenen omkleed afwijkingsbesluit en overeenkomstig de artikelen 29 tot en met 35, wijst de betrokken Minister de personeelsleden aan die gemachtigd zijn hun persoonlijk voertuig voor dienstdoeleinden te gebruiken onder de voorwaarden bepaald in artikel 13 van het koninklijk besluit van 18 januari 1965 houdende algemene regeling inzake reiskosten en stelt hij het jaarlijks aan hen toe te kennen individueel kilometercontingent vast.

Dit kilometercontingent mag niet hoger zijn dan achttienduizend kilometer per personeelslid per jaar.

Het is verboden om een kilometercontingent te gebruiken voor woon-werkverkeer.

Art. 65.De kosten van mobiele telefonie en data voor werknemers, met uitzondering van studenten, kunnen worden gedekt door de ministeriële kabinetten, het Secretariaat van de Waalse Regering of "SePAC".

Art. 66.De internetkosten van personeelsleden die telewerken, kunnen worden gedekt tot het maximumbedrag bepaald door de FOD Financiën, op voorwaarde dat het abonnement op naam staat van het personeelslid of een persoon die in hetzelfde huishouden woont, en dat er geen andere terugbetaling of belastingaftrek voor geldt.

TITEL IX. - Einde van het ambt van een personeelslid

HOOFDSTUK I. - Procedures

Art. 67.In geval van het einde van het ambt op verzoek van het personeelslid, stelt deze de Minister, de secretaris van de Regering of de directeur van "SePAC" schriftelijk in kennis van zijn wens om ontslag te nemen.

Art. 68.§ 1. In geval van het einde van het ambt van een personeelslid van een ministerieel kabinet of het Secretariaat van de Waalse Regering op verzoek van de Minister, moet het personeelslid schriftelijk in kennis worden gesteld van de redenen voor het voorgenomen einde van het ambt.

Het personeelslid beschikt over drie werkdagen vanaf de datum van kennisgeving van de redenen waarom einde van het ambt wordt overwogen, om alle informatie te verstrekken die hij nuttig acht of om te vragen te worden gehoord.

De Minister hoeft het personeelslid niet persoonlijk te horen, maar kan zijn kabinetschef, een van zijn adjunct-kabinetschef of zijn kabinetssecretaris mandaat verlenen. Het personeelslid kan zich laten bijstaan door een persoon van zijn keuze.

Aan het einde van de hoorzitting worden notulen opgesteld en ondertekend door beide partijen, en wordt er een beslissing genomen. § 2. In geval van het einde van het ambt van een personeelslid van "SePAC" op verzoek van de directeur, moet het personeelslid schriftelijk in kennis worden gesteld van de redenen voor het voorgenomen einde van het ambt.

Het personeelslid beschikt over drie werkdagen vanaf de datum van kennisgeving van de redenen waarom einde van het ambt wordt overwogen, om alle informatie te verstrekken die hij nuttig acht of om te vragen te worden gehoord.

Het personeelslid wordt gehoord door de directeur en mag zich laten vergezellen door een persoon van zijn keuze.

Aan het einde van de hoorzitting worden notulen opgesteld en ondertekend door beide partijen, en wordt er een beslissing genomen.

Art. 69.Indien een personeelslid zijn post zonder geldige reden verlaat en langer dan tien dagen afwezig blijft, wordt zijn ambt beëindigd.

Art. 70.Aan het einde van de procedure wordt, indien de beslissing tot beëindiging van het ambt van kracht blijft, een besluit genomen overeenkomstig de artikelen 29 tot en met 35.

HOOFDSTUK II. - Forfaitaire vertrektoelage of compensatie-uitkering

Art. 71.§ 1. De Minister kan aan een aangewezen personeelslid dat een ambt heeft vervuld bij een ministerieel kabinet, het Secretariaat van de Waalse Regering of "SePAC" en dat geen inkomen geniet, een als schenking te beschouwen forfaitaire vertrektoelage toekennen, mits hij een bewijs van zijn inschrijving als werkzoekende overlegt en hij maandelijks een verklaring op erewoord overlegt waaruit blijkt dat hij in de betreffende periode geen beroepswerkzaamheden heeft verricht of dat hij in een van de in § 2 bedoelde situaties verkeert.

Er wordt geen forfaitaire vertrektoelage betaald aan personeelsleden die : 1° ontslag nemen;2° met pensioen zijn, met pensioen gaan of in aanmerking komen voor pensioen;3° een ernstig fout hebben gepleegd.De ernstige fout moet niet worden erkend als ernstig in de zin van de wet betreffende de arbeidsovereenkomsten, maar als een wangedrag dat is vastgesteld met dienstverslag dat de vertrouwensrelatie tussen het personeelslid en de Minister waarvan hij afhankelijk is, definitief heeft verbroken. 4° zijn gedetacheerd;5° optreden als deskundigen;6° aangeworven zijn met een studenten- of tijdelijke arbeidsovereenkomst. § 2. In afwijking van paragraaf 1 kan de Minister een forfaitaire vertrektoelage verlenen aan de personen wier inkomens enkel bestaan uit: 1° werkloosheidsuitkering, integratie-uitkering of sociaal integratie-inkomen toegekend door een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn;2° wettelijke ziekte-, invaliditeits- of moederschapsuitkering;3° een overlevingspensioen;4° de bezoldiging gebonden aan de uitoefening van een of meerdere deeltijdse ambten;5° de bezoldiging gebonden aan de uitoefening van een zelfstandige of gelijkgestelde nevenactiviteit;6° de bezoldiging gebonden aan de uitoefening van een politiek mandaat. De forfaitaire vertrektoelage wordt, na weging, verminderd met de in het vorige lid vermelde bruto-inkomsten, met uitzondering van de bezoldiging die verband houdt met de uitoefening van een politiek mandaat of met een bijberoep, als zelfstandige of daarmee gelijkgesteld, dat wordt uitgeoefend tijdens de duur van het mandaat. § 3. De maximale duur waarvoor de forfaitaire vertrektoelage kan worden betaald, is als volgt vastgesteld: 1° één maand toelage voor een ononderbroken activiteitsperiode van drie tot zes volle maanden;2° twee maanden toelage voor een ononderbroken activiteitsperiode van meer dan zes maanden tot twaalf volle maanden;3° drie maandentoelage voor een ononderbroken activiteitsperiode van meer dan twaalf maanden tot achttien volle maanden;4° vier maanden toelage voor een ononderbroken activiteitsperiode van meer dan achttien tot vierentwintig volle maanden;5° vijf maanden toelage voor een ononderbroken activiteitsperiode van meer dan vierentwintig maanden. § 4. Het bruto maandbedrag van de forfaitaire vertrektoelage is het geïndexeerde bruto maandbedrag van de jaarlijkse kabinetstoelage die als wedde geldt bedoeld in artikel 41 bedoelde wedde, inclusief eventuele verhoging, met betrekking tot de laatste maand van het dienstverband, gewogen volgens de prestatieregeling.

Voor personeelsleden die werken als chauffeur wordt ook rekening gehouden met de forfaitaire jaarlijkse toelage bedoeld in artikel 43, eerste lid, 1°. § 5. De forfaitaire vertrektoelage wordt in maandelijkse bedragen toegekend. § 6. Het besluit waarbij het ambt beëindigd wordt, vermeldt de mogelijke toekenning van de forfaitaire vertrektoelage. De toekenningsvoorwaarden zullen echter worden nagekeken door "SePAC". "SePAC" is gemachtigd om de juistheid van de door het betaalorgaan verstrekte informatie te controleren.

Onrechtmatig geïnde bedragen worden teruggevorderd, ofwel door inhouding op volgende maandelijkse betalingen, ofwel door tussenkomst van de algemene ontvanger van de Waalse Overheidsdienst.

Art. 72.§ 1. Als de aangewezen personeelsleden wegens de behoeften van de dienst hun jaarlijks vakantieverlof niet geheel of gedeeltelijk hebben kunnen opnemen voor hun ambt definitief beëindigd wordt, krijgen ze een compenserende toelage waarvan het bedrag gelijk is aan hun laatste activiteitswedde betreffende de niet opgenomen verlofdagen.

De in aanmerking te nemen verloven zijn de verloven van het lopende jaar, evenredig verdeeld volgens het stelsel en de prestatieperiode, en het verlof dat mag worden overgedragen krachtens artikel 60, § 1, lid 2, onder a). § 2. Deze compenserende toelage wordt niet toegekend aan de personeelsleden die een forfaitaire vertrektoelage ontvangen, noch aan studenten, deskundigen of gedetacheerde personeelsleden. § 3. Voor de toepassing van deze paragraaf is de in aanmerking te nemen wedde het maandelijkse het geïndexeerde maandelijkse brutobedrag van de in artikel 41 bedoelde als wedde geldende jaarlijkse toelage, gewogen volgens de prestatieregeling, met inbegrip van, indien nodig, het bedrag van de verhoging waarvan ze het voorwerp had kunnen uitmaken of de in artikel 43 bedoelde forfaitaire toelage.

HOOFDSTUK III. - Terugkoop van materieel

Art. 73.Ter gelegenheid van het einde van zijn ambtstermijn kan elk personeelslid vragen om materieel terug te kopen, zoals mobiele telefoons, tablets, laptops, oortelefoons, koptelefoons en opladers die ter beschikking zijn gesteld tijdens de uitoefening van zijn ambt.

Art. 74.De voorwaarden en de procedure voor het terugkopen worden uiteengezet in een omzendbrief van de Regering TITEL X. - Ontslag van een Minister en cel voor de beëindiging van het kabinet

Art. 75.Bij ontslag van een Minister wordt, indien een andere Minister van de Regering tijdelijk de bevoegdheden van de ontslagnemende Minister krijgt toegewezen teneinde de continuïteit van de dienst te verzekeren, het personeel van het kabinet van de ontslagnemende Minister onder het gezag geplaatst van de Minister aan wie de bevoegdheden van de ontslagnemende Minister tijdelijk zijn toegewezen. Ze blijven bestaan onder dezelfde administratieve en financiële voorwaarden.

Art. 76.Bij een verandering van legislatuur of bij een kabinetswijziging en om een harmonieuze overdracht van de macht te garanderen, wordt in elk ministerieel kabinet voor maximaal vijftien kalenderdagen een cel voor de beëindiging van het kabinet opgericht.

De cel bestaat uit maximaal 4 VTE's, waaronder ten minste : 1° de uittredende gemachtigde ordonnateur;2° de uittredende rekenplichtige correspondent;3° de lokale IT-correspondent. De personeelsleden worden aangewezen of gedetacheerd bij de cel voor de beëindiging van het kabinet in overeenstemming met titel V.

Art. 77.De cel voor de beëindiging van het kabinet voert met name de volgende taken uit: 1° zorgen voor de administratieve opvolging van de personeelsdossiers;2° alle uitstaande betalingen afsluiten en indien nodig de eindfacturen schriftelijk opvragen bij de betrokken bedrijven.Deze betalingen worden gedekt door de begroting van het uittredende ministerieel kabinet of het Secretariaat van de Waalse Regering; 3° een lijst opstellen van alle uitstaande schulden en die naar "SePAC" sturen;4° de inventaris van uittreding van het kabinet coördineren met "SePAC";5° een inventaris opmaken van de lopende contracten en die naar "SePAC" sturen;6° alle nuttige informatie doorgeven om de installatie van het nieuwe ministerieel kabinet en het Secretariaat van de Waalse Regering te vergemakkelijken;7° de ter beschikking gestelde lokalen en logistieke middelen in perfect werkende staat overdragen aan het nieuwe ministerieel kabinet of het Secretariaat van de Waalse Regering ;8° een staat opmaken van de eigen kosten van de werkgever voor het lopende jaar en die naar "SePAC" sturen. TITEL XI. - Medewerkers van de uittredende Ministers

Art. 78.§ 1. Bij iedere uittredende Minister kunnen één voltijds personeelslid of twee halftijdse personeelsleden worden aangewezen of gedetacheerd voor een periode die ingaat op de dag na de datum waarop de Minister zijn ambt neerlegt.

Deze personeelsleden worden hierna aangeduid als "de medewerkers van de uittredende Ministers". § 2. De uittredende Minister die lid was van verschillende Regeringen, kan slechts bij één Regering over medewerkers van uittredende Ministers beschikken. § 3. De uittredende Minister kan geen aanspraak maken op het voordeel van dit artikel indien hij: 1° als voorzitter van de vergadering optreedt;2° ontslag heeft genomen tijdens de legislatuur;3° niet langer dan zes maanden het ambt van Minister heeft uitgeoefend.

Art. 79.De medewerkers van de uittredende Ministers worden aangewezen of gedetacheerd door de Minister-President op voorstel van de uittredende Minister.

Zij worden onder het hiërarchisch gezag geplaatst van de uittredende Minister. Het administratief beheer van hun dossier wordt aan het "SePAC" toevertrouwd.

TITEL V. - is op hen van toepassing. In afwijking van artikel 25 is de aanwijzing of detachering van een personeelslid dat de wettelijke pensioenleeftijd heeft bereikt, als medewerker van een uittredende Minister, niet toegestaan.

Art. 80.De medewerkers van de uittredende Ministers zijn ofwel personeelsleden van niveau 1, ofwel medewerkers.

Art. 81.De duur van de aanwijzing of detachering van de medewerkers van de uittredende Ministers wordt voor elke uittredende Minister berekend naar rato van de duur van het uitgeoefende ministeriële mandaat, maar mag niet minder dan 6 maanden en niet meer dan 2 jaar bedragen.

Art. 82.§ 1. De bezoldiging van de medewerkers van de uittredende Ministers, wordt als volgt vastgesteld: 1° werknemer met een diploma hoger secundair onderwijs: bedrag tussen 17.000,000 euro en 22.000,00 euro 2° medewerker met een diploma van bachelor: een bedrag tussen 20.000,00 euro en 25.000,00 euro. 3° personeelslid van niveau 1: een bedrag tussen 25.000,00 euro en 35.000,00 euro. § 2. Aan de gedetacheerde medewerkers van de uittredende Ministers wordt een vergoeding toegekend die gelijk is aan de jaarlijkse kabinetstoelage: 1° voor personeelsleden van niveau 1: een bedrag tussen 3.061,00 euro en 6.465,39 euro; 2° voor de medewerkers: een bedrag tussen 2.142,00 euro en 4.423,69 euro. § 3. De medewerkers van de uittredende Ministers hebben geen recht op een verhoging, een vergoeding, een abonnement, een financiële tegenwaarde, maaltijdcheques, forfaitaire vertrektoelagen, een onkostenvergoeding of terugbetalingen van welke aard ook.

Art. 83.De administratieve standplaats van de medewerkers van de uittredende Ministers wordt vastgesteld op de woonplaats van de uittredende Minister.

Art. 84.De medewerkers van de uittredende Ministers oefenen opdrachten uit die verband houden met de vroegere ministeriële functies van de uittredende Ministers, en zorgen meer voor de opvolging en de afsluiting van de activiteiten in verband met het ministerieel mandaat.

Art. 85.§ 1. De zittende Minister-President beëindigt de aanwijzing of de detachering van de medewerkers van de uittredende Ministers uiterlijk bij het verstrijken van de in artikel 81 bedoelde periode. § 2. De uittredende Minister kan de zittende Minister-President op de hoogte stellen van zijn wens om de aanwijzing of detachering van de werknemer van de uittredende Minister voortijdig te beëindigen.

In dit geval gaat het voordeel van de medewerker van de uittredende Minister verloren. Er kan geen ander personeelslid worden aangewezen of gedetacheerd om hem te vervangen.

TITEL VI. - Opheffings- en overgangsbepalingen

Art. 86.Het besluit van de Waalse Regering van 14 september 2019Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 14/09/2019 pub. 07/10/2019 numac 2019030867 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering betreffende de ministeriële kabinetten van de Waalse Regering, het Secretariaat van de Waalse Regering en het "SePAC" sluiten betreffende de Ministeriële Kabinetten van de Waalse Regering, het Secretariaat van de Waalse Regering en het "SePAC" wordt opgeheven.

Art. 87.Dit besluit is van toepassing op de ministeriële kabinetten, het Secretariaat van de Waalse Regering en "SePAC" vanaf de in artikel 88 vermelde datum.

Evenwel: 1° is artikel 71 niet van toepassing op de personeelsleden aan wie vóór de in artikel 88 bepaalde datum een forfaitaire vertrektoelage is toegekend;2° zijn de artikelen 76 en 77 niet van toepassing op de cel voor de beëindiging van het kabinet die vóór de in artikel 88 vermelde datum is opgericht;3° zijn de artikelen 78 en 85 niet van toepassing op de medewerkers van uittredende Minister die aangewezen of gedetacheerd zijn vóór de in artikel 88 vermelde datum . In de in lid 2 bedoelde gevallen wordt de procedure uitgevoerd overeenkomstig de bepalingen die vóór de in artikel 88 genoemde datum van toepassing waren.

TITEL XIII. - Slotbepalingen

Art. 88.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het ondertekend wordt.

Art. 89.De Ministers van de Waalse Regering zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 15 juli 2024.

De Minister-President en Minister van Begroting, Financiën, Onderzoek en Dierenwelzijn, A. DOLIMONT De Vice-Minister-President en Minister van Ruimtelijk Beleid, Infrastructuren, Mobiliteit en Plaatselijke Besturen, F. DESQUESNES De Vice-Minister-President en Minister van Economie, Industrie, Digitale Technologieën, Tewerkstelling en Vorming, P.-Y. JEHOLET De Minister van Volksgezondheid, Milieu, Solidariteit en Sociale Economie, Y. COPPIETERS De Minister van Ambtenarenzaken, Administratieve Vereenvoudiging en Sportinfrastructuren, J. GALANT De Minister van Toerisme, Erfgoed en Kinderopvangbeleid, V. LESCRENIER De Minister van Klimaat, het Plan Lucht-Klimaat, Huivesting en Luchthavens, C. NEVEN De Minister van Landbouw en Landelijke Aangelegenheden, A.-C. DALCQ


Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld


^