Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 14 november 2001
gepubliceerd op 12 december 2001

Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium met het oog op de bepaling van de voorwaarden voor het afleveren van de vergunning geldend voor een landbouwgebied en bedoeld in artikel 35, vijfde lid, van bedoeld Wetboek

bron
ministerie van het waalse gewest
numac
2001027722
pub.
12/12/2001
prom.
14/11/2001
ELI
eli/besluit/2001/11/14/2001027722/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

14 NOVEMBER 2001. - Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium met het oog op de bepaling van de voorwaarden voor het afleveren van de vergunning geldend voor een landbouwgebied en bedoeld in artikel 35, vijfde lid, van bedoeld Wetboek


De Waalse Regering, Gelet op het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium, inzonderheid op artikel 35, vijfde lid, vervangen bij het decreet van 27 november 1997;

Gelet op het advies van de "Commission régionale d'Aménagement du Territoire" (Gewestelijke Commissie voor Ruimtelijke Ordening), uitgebracht op 30 mei 2001;

Gelet op het advies van de "Conseil supérieur des Villes, Communes et Provinces de la Région wallonne" (Hoge Raad van Steden, Gemeenten en Provincies van het Waalse Gewest), uitgebracht op 24 april 2001;

Gelet op het advies van de Regering van de Franse Gemeenschap, uitgebracht op 4 mei 2001;

Gelet op de beraadslaging van de Waalse Regering over het verzoek om adviesverlening door de Raad van State binnen een termijn van minder dan één maand;

Gelet op het advies 31.965/4 van de Raad van State gegeven op 17 oktober 2001, in toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Leefmilieu, Besluit :

Artikel 1.In titel I van boek IV van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium wordt er een hoofdstuk XXIII luidend als volgt ingevoegd : « Hoofdstuk XXIII. - Voorwaarden voor het afleveren van de voor een landbouwgebied geldende vergunning met betrekking tot de bebossing, de intensieve teelt van boomsoorten, de visteelt, de vissershutten en de recreatieactiveiten in de open lucht, evenals tot de handelingen en werkzaamheden die daar verband mee houden.

Art. 452/31.Bebossing en intensieve teelt van boomsoorten.

Toegelaten worden enkel de activiteiten met betrekking tot het bebossen, namelijk het beplanten met bomen van een goed of van een gedeelte van een goed waarop er voordien geen bomen groeiden, voor een periode van meer dan twaalf jaar, en met betrekking tot de intensieve teelt van boomsoorten met het oog op de exploitatie van bomen voor een periode korter dan twaalf jaar.

Bovendien moet de beoogde activiteit aan de volgende voorwaarden voldoen : 1° geen enkele wijziging van het bodemreliëf vereisen en in geen enkele voorafgaande drainering van het perceel voorzien;2° aangrenzen aan een bestaand bos, een bestaand bosje of een bestaand woud, aan een bosgebied dat op het gewestplan vermeld is, behalve indien de te bebossen oppervlakte meer dan drie hectaren uit één stuk beslaat;3° een oppervlakte van minstens vijftig aren beslaan;4° het terrein mag niet gelegen zijn in een oppervlakte met uitzonderlijke uitzichten zoals bedoeld in artikel 40, enig lid, 1°;5° de bomen moeten beantwoorden aan de criteria van de ecologische gegevensbank van de boomsoorten uitgegeven door het Ministerie van het Waalse Gewest en aangepast aan de pedologische voorwaarden van het betrokken perceel;6° voor wat de bebossing betreft, moeten de loofboomsoorten minstens 10 % van elk bestand uitmaken.

Art. 452/32.Visteelt.

Enkel visteeltinrichtingen worden toegelaten, bestaande uit vijvers, kweekvijvers, technische lokalen en daarmee verbonden uitrustingen voor visteelt en -productie.

De bedrijfsgebouwen bestaan uit één enkel bouwvolume zonder verdieping, met een hellend dak. De opgaande muren bestaan uit natuurlijk materiaal.

Voor zover de woning van het bedrijfshoofd die de visteelt als beroepsactiviteit uitoefent, geheel deel uitmaakt van het bedrijf, kan deze toegelaten worden indien het bedrijf bewijst minstens één arbeidskracht in dienst te hebben.

Art. 452/33.Vissershutten.

Vissershutten worden enkel toegestaan aan de oevers van toegelaten of natuurlijke, reeds bestaande vijvers.

Vissershutten worden slechts toegelaten indien bedoelde hutten aan de oever van één of van een groep vijvers liggen die minstens tien aren beslaan.

Aan de oever van één of van een groep vijvers wordt slechts één enkele vissershut toegelaten.

Het ontwerp moet aan de volgende voorwaarden voldoen : 1° het mag niet meer dan vijfentwintig vierkante meter grondoppervlakte innemen;2° het bestaat uit één bouwvolume zonder verdieping, met een donkerkleurig, mat en hellend dak;3° de opgaande muren bestaan uit hout en voor de bescherming van het bouwwerk mogen enkel donkerkleurige producten gebruikt worden.

Art. 452/34.Recreatieactiviteiten in de open lucht.

Toegelaten worden enkel recreatieactiviteiten in de open lucht bestaande uit ontspanningsactiviteiten met een sport- of spelgehalte die beoefend worden op specifieke speelterreinen, meer bepaald de hengelsport, golf, paardrijden, mountain bike, schietsporten, het vliegen met vliegtuigmodellen, met ultra-lichte vliegtuigen en openluchtactiviteiten waarbij voertuigen worden gebruikt met een elektrische, thermische of explosiemotor, voor zover deze activiteiten de bestemming van het gebied niet onomkeerbaar in het gedrang brengen.

De beoogde activiteiten moeten aan de volgende voorwaarden voldoen : 1° met uitzondering van de vijvers en de uitrustingen voor het onderhoud van de brandstoffen mag binnen de oppervlakte van de uitrustingen geen enkel deel van de bodem bedekt worden met een ondoorlatend straatdek;2° parkeerplaatsen voor voertuigen moeten voorzien worden op een niet-doorlopend, doorlatend straatdek. De terreinen waarop openluchtactiviteiten plaatsvinden die het gebruik van thermische en explosiemotoren noodzakelijk maken, moeten zich op een voldoende afstand van de bewoonde plaatsen en van de gebruikelijke rust- en ontspanningsoorden bevinden zodat ze verenigbaar zijn met de omgeving en de hoofdbestemming van bedoelde plaatsen en oorden niet in gevaar brengen.

Art. 452/42.Aanvragen voor een vergunning of een stedenbouwkundige vergunning met betrekking tot de activiteiten bedoeld in de artikelen 452/31 tot en met 452/34 moeten verplicht met redenen worden omkleed met betrekking tot hun impact op de fauna, de flora, het waterdebiet en de kwaliteit van de waterlopen.

De bescherming van de kenmerken van een nabij gelegen plaats die erkend is op basis van de wet op het natuurbehoud van 12 juli 1973 of van de richtlijnen 79/409/EEG en 92/43/EEG mag niet in gevaar worden gebracht ».

Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag van diens bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.

Art. 3.De Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 14 november 2001.

De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Leefmilieu, M. FORET

^