gepubliceerd op 26 augustus 2005
Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 3 maart 2005 betreffende het Waterwetboek, tot vaststelling van een gestandaardiseerd boekhoudplan van de watersector in het Waalse Gewest
14 JULI 2005. - Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 3 maart 2005 betreffende het Waterwetboek, tot vaststelling van een gestandaardiseerd boekhoudplan van de watersector in het Waalse Gewest
De Waalse Regering, Gelet op het besluit van 3 maart 2005 betreffende Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, inzonderheid op artikel D.228;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 14 december 2004;
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 16 december 2004;
Gelet op het advies van het Comité voor watercontrole van 31 januari 2004;
Gelet op het advies van de Commissie van advies voor water van 28 januari 2005;
Gelet op het advies van de "Conseil supérieur des villes, communes et provinces de la Région wallonne" (Hoge Raad van Steden, Gemeenten en Provincies van het Waalse Gewest) van 24 januari 2005;
Gelet op het advies van de "Société publique de Gestion de l'Eau" (Openbare maatschappij voor waterbeheer) van 9 februari 2005;
Gelet op het advies van Aquawal van 2 februari 2005;
Gelet op het voorstel van het Directiecomité van de Openbare maatschappij voor waterbeheer van 8 oktober 2004;
Gelet op het beheerscontract gesloten op 29 februari 2000 tussen de Waalse Regering en de Openbare maatschappij voor waterbeheer;
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 8 juni 2005, overeenkomstig artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van de Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, Besluit :
Artikel 1.In titel II van deel III van het regelgevende deel van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, gecoördineerd op 3 maart 2005, wordt een hoofdstuk Ibis ingevoegd met als opschrift "Gestandaardiseerd boekhoudplan van de watersector in het Waalse Gewest" en met artikelen R. 308bis tot R. 308bis - 34, luidend als volgt : HOOFDSTUK 1bis. - Gestandaardiseerd boekhoudplan van de watersector in het Waalse Gewest Afdeling 1. - Begripsomschrijvingen
Art. R. 308bis. In de zin van dit hoofdstuk wordt verstaan onder : - waterwetboek : boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, gecoördineerd op 3 maart 2005; - producent : de houder van één of meer grondwaterwinningen in het Waalse Gewest; - evaluatieregels : regels die gelden voor de evaluaties van de inventaris, bedoeld in artikel 9, § 1, van de wet 17 juli 1975 betreffende de boekhouding van de ondernemingen en, onder meer, voor de vorming en de aanpassing van afschrijvingen, waardeverminderingen, voorzieningen voor risico's en kosten evenals voor de herwaarderingen; - koninklijk besluit van 30 januari 2001 : koninklijk besluit tot uitvoering van het wetboek van vennootschappen; - watervoorzieningsnetwerk : geheel van watervoorzieningsinstallaties waarvan de geografische zones met maximum één enkel deelstroomgebied zijn gelijkgesteld; - omzet : bedrag van de verkopen en de verlening van diensten aan derden, in het kader van de gebruikelijke bedrijfsuitoefening, na aftrek van de commerciële kortingen op de verkopen (teruggaven, reducties en prijsafslagen); - bedrijfsinvesteringen : vaste activa eigen aan elke activiteit buiten de activa bestemd voor functionele diensten die in het algemeen gemeenschappelijk zijn voor productie- en distributieactiviteiten; - exploitatiepersoneel : personeel bestemd voor de exploitatie tegenover het personeel van de functionele diensten werkend voor de productie- en distributieactiviteiten; - gemeentedienst : gemeentedienst verantwoordelijk voor de waterproductie en/of de watervoorziening en met een geïntegreerd beheer in de gemeente; - nieuwe gemeentelijke comptabiliteit : koninklijk besluit van 2 augustus 1990 houdende het algemeen reglement op de gemeentelijke comptabiliteit; - productie-eenheid : geheel van werken die horen bij eenzelfde productiecyclus die, voor eenzelfde grondwaterwinningsgebied, verschillende fasen van de bescherming van de waterwinning, wateraansluitpunten, waterbehandeling, eerste onderdrukzetting, opslagwerken en andere bestanddelen (interne toevoerleidingen, ...) verenigen; - transportleiding : geheel van werken met toevoerleidingen en andere transportdelen (overdrukstation, watertoren, ...) - inbegrepen de beveiligingselementen van het watervoorzieningsnet. Afdeling 2. - Algemene beginselen
Art. R. 308bis - 1. Het gestandaardiseerde boekhoudplan van de watersector in het Waalse Gewest beoogt de door waterverdelers en -producenten toepasbare regels vast te stellen, om de reële kostprijs van de distributie (CVD, Franse afkorting) van het water in het Waalse Gewest, zoals bepaald in artikel 228 van het decreet gevende deel te bepalen. Het boekhoudplan is toepasbaar vanaf 1 januari 2006.
Art. R. 308bis - 2. Dit hoofdstuk omschrijft de toepasbare regels voor de uitwerking van een boekhoudplan "Producent" en van een boekhoudplan "Verdeler" door het geheel van operatoren die een openbare waterproductie- en/of -distributieactiviteit hebben.
Art. R. 308bis - 3. Het einde van de productieactiviteit wordt vastgesteld plaats op de hoofdmeter van de distributie en valt samen met het begin van het distributienet.
Art. R. 308bis - 4. De kosten die gemeen zijn aan de productie en de distributie worden opgedeeld tussen beide activiteiten op basis van een algemene verdeelsleutel bepaald vanaf de volgende gewogen parameters : - omzet 25 %; - bedrijfsinvesteringen (in netto-waarde) 15 %; - door het rechtstreekse bedrijfspersoneel gepresteerde uren 60 %. Afdeling 3. - Boekhoudplan van de Watersector "Producent"
Onderafdeling 1. - Algemene beginselen Art. R. 308bis - 5. § 1. - Elke producent in het Waalse Gewest maakt jaarlijks een exploitatierekening per productie-eenheid en per transportleiding op alsook een samenvattende exploitatierekening "Productie" overeenkomstig de voorschriften opgenomen in onderafdelingen 2, 3 en 4 van deze afdeling. § 2. - Deze afdeling is niet toepasselijk op de gemeentediensten die optreden als producer binnen een gemeente met uitzondering van de bepalingen bedoeld in afdeling 5 van dit hoofdstuk.
Onderafdeling 2 - Evaluatieregels Art. R. 308bis - 6. - De evaluatieregels die het opmaken van het Boekhoudplan "Producent" beheren, vloeien voort uit de uitvoering van de vigerende reglementaire bepalingen en stemmen overeen met de regels bepaald in artikelen R.308bis - 7 tot R.308bis - 9 van deze onderafdeling.
Art. R. 308bis - 7. § 1. - De wijze waarop de lichamelijke vaste activa worden geboekt, staat vermeld in bijlage XLIX. a bij het reglementaire deel en stemt overeen met de regels van het vigerende boekhoudrecht. § 2. - De aflossingen van de lichamelijke vaste activa moeten systematisch berekend worden op grond van de methodes die door de vennootschap vastgesteld zijn overeenkomstig bijlage XLIX. b bij het reglementaire deel. § 3. - De lichamelijke vaste activa worden niet systematisch gerevalueerd. De revaluatie mag enkel worden verricht op grond van de regels van het vigerende boekhoudrecht. Een bijlage wordt jaarlijks ingevuld met het bedrag van de revaluaties, de verantwoording ervan en het effect op de resultatenrekening. § 4. - Op 1 januari 2006 zijn de in § 2 van dit artikel vastgestelde nieuwe aflossingsregels van toepassing op de vaste activa die bestaan tijdens de residuaire duur van de aflossing op de bruto activawaarde zoals vastgesteld op 31 december 2005.
Art. R. 308bis - 8. - In de gevallen waar een operator door zijn eigen personeel werken laat uitvoeren die tot de vaste productie behoren, wordt het bedrag van de rechtstreekse kosten verhoogd met een aandeel ter dekking van onrechtstreekse kosten, die bestaan uit studie-, coördinerings- en toezichtskosten. Die kosten worden toegerekend op grond van de werkelijke prestaties van het studiebureau; ze worden verdeeld door toevoeging van een forfaitair percentage van het bedrag van de inschrijvingen (studie 7,5 %) en/of van de verwezenlijkingen (coördinatie 2 % en toezicht 5,5 %). De toepassing van die tweede methode vereist dat de operator kan bewijzen dat het totaal van de standaardkosten niet aanzienlijk afwijkt van het totaalbedrag van de werkelijke kosten. Die kosten worden geactiveerd en afgelost volgens dezelfde regels als de hoofdinvestering.
Art. R. 308bis - 9. - De gedeeltelijke of totale tegemoetkoming van de "Société publique de Gestion de l'Eau" (Openbare Maatschappij voor Waterbeheer) in het kader van de bescherming van de winningen die betrekking heeft op de verwerving van lichamelijke vaste activa, wordt door de producent geboekt in een gepaste rekening van klasse 15 "Tegemoetkoming "Société publique de Gestion de l'Eau" - bescherming van winningen" genoemd. Indien toepasselijk wordt die tegemoetkoming afgelost op hetzelfde ritme als de overeenstemmende vaste activa.
Onderafdeling 3. - Analytische exploitatierekening van een productie-eenheid en van een transportleiding Art. R. 308bis -10. - De analytische exploitatierekening van een productie-eenheid en van een transportleiding wordt vastgesteld door de producent overeenkomstig het in artikel R.308bis - 12 bedoelde schema. De inhoud van de posten van de exploitatierekening wordt nader bepaald in bijlage L bij het reglementaire deel.
Art. R. 308bis - 11. - De verdeelsleutel van de gemeenschappelijke kosten voor de productie-eenheden/transportleidingen is gebaseerd op de rechtstreekse kost van de productie-eenheden/transportleidingen.
Art. R. 308bis - 12. - Schema van de analytische exploitatierekening van een productie-eenheid en van een transportleiding : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Onderafdeling 4. - Samenvattende exploitatierekening "Productie" Art. R. 308bis - 13. - De samenvattende exploitatierekening "Productie" wordt opgemaakt door de producent overeenkomstig het in artikel R. 308bis - 14 bedoelde schema. De inhoud van de posten van de samenvattende exploitatierekening "Productie" wordt nader bepaald in bijlage LI bij het reglementaire deel.
Art. R. 308bis -14. - Schema van de samenvattende exploitatierekening "Productie" : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Afdeling 4. - Boekhoudplan van de Watersector "Verdeler"
Onderafdeling 1. - Algemene beginselen Art. R. 308bis - 15. § 1. - Elke verdeler in het Waalse Gewest maakt jaarlijks een exploitatierekening per distributienet op alsook een samenvattende exploitatierekening van de "Distributie" overeenkomstig de voorschriften opgenomen in onderafdelingen 2, 3 en 4 van deze afdeling. § 2. - Deze afdeling is niet toepasselijk op de gemeentediensten die optreden als verdeler binnen een gemeente met uitzondering van de bepalingen bedoeld in afdeling 5 van dit hoofdstuk.
Art. R. 308bis - 16. - Wanneer een distributienet samenvalt met een gemeente en gelegen is op twee deelstroomgebieden of meer, wordt de verdeler ertoe gemachtigd om de reële distributiekosten te berekenen voor het gehele net en die daarna per deelstroomgebied te verdelen op grond van een sleutel die in gelijke mate gewogen is tussen het aantal aansluitingen en het in elk deelstroomgebied gefactureerde verbruik.
Onderafdeling 2. - Evaluatieregels Art. R. 308bis - 17. - De evaluatieregels die het opmaken van het Boekhoudplan "Verdeler" beheren, vloeien voort uit de toepassing van de vigerende reglementaire bepalingen en stemmen overeen met de regels bepaald in artikelen R. 308bis - 18 tot R. 308bis - 20 van deze onderafdeling.
Art. R. 308bis - 18. § 1. - De boekingswijze van de lichamelijke vaste activa staat vermeld in bijlage LII.a bij het reglementaire deel en stemt overeen met de voorschriften van het vigerende boekhoudrecht. § 2. - De aflossingen van de lichamelijke vaste activa worden systematisch gevormd op grond van de methodes die door de vennootschap vastgesteld zijn overeenkomstig bijlage LII.b bij het reglementaire deel. § 3. - §§ 3 en 4 van artikel R. 308bis - 7 van het reglementaire deel zijn toepasselijk op de verdelers die onderworpen zijn aan de bepalingen van deze afdeling.
Art. R. 308bis - 19. - artikel R. 308bis - 8 van het reglementaire deel is toepasselijk op de verdelers die onderworpen zijn aan de bepalingen van deze afdeling.
Art. R. 308bis - 20. - Dubieuze vorderingen worden geïsoleerd van andere commerciële vorderingen op één jaar of meer en maken het voorwerp uit van een waardevermindering berekend op forfaitaire basis volgens de anterioriteit van de openstaande vorderingen : - na één jaar 30 %; - na twee jaar 75 %; - na drie jaar 100 %.
De voorziening wordt berekend buiten belasting van het Waalse Gewest en BTW niet inbegrepen. De eerste waardeverminderingsschijf wordt enkel toegepast voor huishoudelijke afnemers na beslissing van het O.C.M.W. om geen beroep te doen op het Sociaal Waterfonds, namelijjk na ongeveer 120 dagen.
Art. R. 308bis - 21. - Voorzieningen voor bijzondere risico's en lasten kunnen o.a. worden opgericht om zich te beveiligen tegen risico's verbonden met slechte weersomstandigheden (bevriezing van leidingen, ...). In dit geval wordt de valorisatie geraamd op grond van statistieken volgens de frequentie en het belang van de aangebrachte schade.
Onderafdeling 3. - Analytische exploitatierekening van een distributienet Art. R. 308bis - 22. - De analytische exploitatierekening van een distributienet wordt opgemaakt overeenkomstig het schema bedoeld in artikel R.308bis - 24 van deze onderafdeling. De inhoud van de posten van de exploitatierekening wordt omschreven in bijlage LIII bij het reglementaire deel.
Art. R. 308bis - 23. - De sleutel om de gemeenschappelijke kosten te verdelen tussen de distributienetten is gebaseerd op het aantal aansluitingen.
Art. R. 308bis - 24. - Schema van de analytische exploitatierekening van een distributienet : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Onderafdeling 4. - Samenvattende exploitatierekening "Distributie" Art. R. 308bis - 25. - De samenvattende exploitatierekening "Distributie" wordt opgemaakt door de verdeler overeenkomstig het schema bedoeld in artikel R. 308bis - 26 van deze afdeling. De inhoud van de posten van de samenvattende exploitatierekening "Distributie"wordt omschreven in bijlage LIV bij het reglementaire deel.
Art. R. 308bis - 26. - Schema van de samenvattende exploitatierekening "Distributie" : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Afdeling 5. - Boekhoudplan van de Watersector "Gemeentedienst"
Onderafdeling 1. - Algemene beginselen.
Art. R. 308bis - 27. § 1. - Deze afdeling bepaalt de regels inzake het boekhoudplan in de watersector die toepasselijk zijn op de producent of op de verdeler die de vorm aanneemt van een gemeentedienst. § 2. - de in onderafdeling 2 bepaalde evaluatieregels zijn toepasselijk op de producenten en verdelers die onderworpen zijn aan de voorschriften van deze afdeling.
Onderafdeling 2. - Evaluatieregels Art. R. 308bis - 28. - De bron van de boekhoudkundige informatie is de rekening van de gewone dienst voor het eigen boekjaar behalve als het boeken op die basis geen betrouwbaar beeld vertoont van de rekeningen van de gemeentedienst. In dit laatste geval en alleen als het relevant is, wordt de boekhoudkundige informatie herverwerkt met het oog op de opname van de uitgaven die verbonden zijn met de geleverde goederen of met de verleende diensten maar die het voorwerp niet hebben uitgemaakt van een aanrekening ofwel van de verworven inkomsten die het voorwerp van vastgestelde rechten nog niet hebben uitgemaakt.
Art. R. 308bis - 29. § 1. - Rekening houdend met hun relatieve belang worden de kosten van klein materiaal geboekt als uitgaven (aanrekeningen) en zijn niet onderworpen aan een herverwerking van de inventaris aan het einde van het jaar. § 2. - Rekening houdend met hun relatieve belang blijven de revalorisatieregels voor vaste activa die toepasselijk zijn op de plaatselijke besturen, van toepassing op de gemeentedienst. § 3. - De toepasselijke aflossingspercentages zijn bepaald in de nieuwe gemeentelijke boekhouding. § 4. - Rekening houdend met hun relatieve belang boekt de gemeentedienst geen waardevermindering op dubieuze vorderingen maar erkent het verlies van een vordering op het ogenblik van het boeken van een oninbare schuld. § 5. - De gemeente stelt procedures vast met het oog op een interne facturering van de door andere diensten verrichte werken die gebaseerd is op de uitgevoerde prestaties en de verbruiken. § 6. - Rekening houdend met hun relatieve belang en vanwege de uitvoering van het Waterwetboek waarin de verplichting van een driemaandelijkse voorschotfactuur is voorzien, wordt door de gemeentedienst geen aanpassing betreffende de aan het einde van het jaar op te maken verkoopfacturen geboekt.
Onderafdeling 3. - Exploitatierekeningen "Producent - gemeentedienst" Art. R. 308bis - 30. § 1. - Elke producent in het Waalse Gewest onderworpen aan de voorschriften van deze afdeling maakt jaarlijks een gemeenschappelijke exploitatierekening op voor de productie-eenhe(i)d(en) en voor de transportleiding(en) alsook een samenvattende exploitatierekening "Productie" overeenkomstig de bepalingen van de onderafdelingen 3 en 4 van afdeling 3 en haar bijlagen. § 2. - Wegens hun eigen kenmerken worden de structuurkosten van de gemeentediensten - samengesteld uit een aandeel personeelskosten (ontvanger, secretaris en andere), kosten van de gemeentelijke verkozenen en diverse kosten (lokalen, ...) - geïsoleerd in de rekening van de gewone dienst voor het eigen boekjaar en toegekend aan de gemeentedienst naar rata van de rechtstreekse personeelskosten.
Onderafdeling 4. - Exploitatierekeningen "Verdeler - gemeentedienst" Art. R. 308bis - 31. § 1. - Elke verdeler in het Waalse Gewest onderworpen aan de voorschriften van deze afdeling maakt jaarlijks een exploitatierekening op voor het distributienet alsook een samenvattende exploitatierekening "Distributie" overeenkomstig de bepalingen van onderafdelingen 3 en 4 van afdeling 4 en haar bijlagen. § 2. - Artikel R. 308bis - 30 § 2 is toepasselijk op de verdelers die onderworpen zijn aan de bepalingen van deze afdeling.
Art. R. 308bis - 32. - Indien een gemeentedienst optreedt op twee deelstroomgebieden, zijn de in artikel R. 308bis -16 van het reglementaire deel bedoelde modaliteiten van toepassing. Afdeling 6. - Uitvoering, bekendmaking en voorlichting
Art. R. 308bis - 33. - Een adviescomité waarvan de samenstelling vastgesteld is door de Minister bevoegd voor Water, wordt opgericht met het oog op de begeleiding van het uitvoeringsproces en de toepassing van het gestandaardiseerd boekhoudplan van de watersector in het Waalse Gewest.
Art. R. 308bis - 34. - Elk jaar leggen de aan de bepalingen van dit hoofdstuk onderworpen operatoren de samenvattende exploitatierekeningen "productie" en "distributie" neer uiterlijk 30 juni van het volgende jaar bij het secretariaat van het Comité voor watercontrole volgens de in artikelen R. 308bis - 14 en R. 308bis - 26 bedoelde schema's.
Daarna moet het geheel of gedeelte van de analytische exploitatierekeningen van de productie-eenheden, transportleidingen en distributienetten op verzoek van het Comité voor watercontrole binnen vijftien dagen neergelegd worden bij genoemd Comité.
De modaliteiten voor de overdracht van die informatie worden vastgesteld door de Minister bevoegd voor Water op voorstel van het Comité.
Zonodig worden de vorm en de wijze waarop die informatie wordt voorgelegd, nader bepaald door de Minister bevoegd voor Water op voorstel van het Comité.
Om het Comité voor watercontrole in staat te stellen zijn opdrachten uit te voeren zoals die bepaald zijn in het Waterwetboek, met name in artikelen D.4, R. 18 tot R. 20, R. 30 en R. 031 en om de exploitatierekeningen van de operatoren te evalueren in verhouding tot hun prestaties en tot het niveau van hun distributiedienst, kan op voorstel van het Comité de Minister bevoegd voor Water de door de operatoren te bezorgen elementen alsook de modaliteiten voor de overdracht daarvan vaststellen.
Art. 2.In het reglementaire deel van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt worden bijlagen XLIX tot LIV ingevoegd, luidend als volgt : BIJLAGE XLIX : Lichamelijke vaste activa (productie) XLIX.a. Rangschikking in algemene boekhouding.
Klasse 22 : - Terreinen. - Gebouwen (Duurzame gebouwen (volgens bouwtype) - Lichte gebouwen, schuilplaatsen, ...). - Bebouwde terreinen. - Andere zakelijke rechten op onroerende goederen. - Technische burgerlijke bouwkunde : werken voor winning, vervoer en verwerking van drinkbaar water.
Klasse 23 : - Installaties, machines en gereedschappen, toevoerleidingen. - Elektromechanische installaties : installaties voor verwerking van drinkbaar water (behalve burgerlijke bouwkunde en regulering), pompen, elektromechanische apparaten,... - Reguleringsorganen (elektronisch, sensoren,...).
Klasse 24 : - Meubilair en rollend materieel; - Technisch meubilair (laboratoriumapparaten, ...) en technisch materiaal (machines voor openbare werken), ...).
Klasse 25 : - Terreinen en bouwwerken in leasing. - Installaties, machines en gereedschappen in leasing. - Meubilair en rollend materieel in leasing. - Technische burgerlijke bouwkunde in leasing : werken voor winning, vervoer, verwerking van drinkbaar water, toevoerleidingen/ - Elektromechanische installaties in leasing : installaties voor verwerking van drinkbaar water (behalve burgerlijke bouwkunde en regulering), pompen, elektromechanische apparaten,... - Reguleringsorganen in leasing (elektronisch, sensors,...). - Technisch meubilair (laboratoriumapparaten, ...) en technisch materieel (machines voor openbare werken), ...) in leasing.
Klasse 26 : - Andere lichamelijke vaste activa.
Alle vaste activa worden voorzien van een enig nummer en zijn verbonden met een productie-eenheid (met de waterwinning, verwerking, onderdrukzetting, tank, ...) of met een transportleiding (met de toevoerleidingen, feeder, knooppunt, tank en heffingseenheid, ...).
BIJLAGE XLIX.b. : Aflossingsregels Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld BIJLAGE L : Definitie van de rubrieken van de analytische exploitatierekening van een productie-eenheid en van een transportleiding De kosten van de productieactiviteit (klein materiaal, diverse goederen en diensten, personeel, aflossing, voorschot en waardevermindering, uitzonderlijke kosten, ...) worden toegerekend op de verschillende eind- of tussenkostensoorten.
De kosten worden berekend in netto waarde, d.w.z. na aftrek van de eventuele herfactureringen.
Er zijn 13 eindkostensoorten die verdeeld zijn als volgt : 1. Technische prestaties.2. Aankoop van ruw water.3. Aandrijvingskracht.4. Reagentia en slib.5. Overige rechtstreekse kosten.6. Aflossingen van bedrijfsinstallaties.7. Kost van de beschermingsdienst.8. Telebeheer.9. Laboratoriumkosten.10. Structuurkosten.11. Financiële lasten.12. Uitzonderlijke voorzieningen en lasten.13. Kostenaanpassingen. De tussenkostensoorten zijn samengesteld uit : ? Algemene technische kosten. ? Winkelkosten. ? Garagekosten. ? Administratieve lokaalkosten. ? Andere (nader te bepalen).
De tussenkosten worden verdeeld op één of meerdere eindkostensoorten door de toepassing van een dekking op rechtstreekse kosten. De garagekosten (lokalen, uitrusting, personeel, ...) worden bv. verdeeld op de reiskosten van de eindkostensoorten "technische prestaties" door de werkelijke of standaardkosten van de afgelegde kms voor een bepaalde categorie bedrijfsvoertuig (vb : categorie vrachtwagen) te verhogen met een quotiteit.
I. EINDKOSTENSOORTEN (afdelingen 1 tot 13). 1. Technische prestaties. Zij bestaan uit de volgende taken : ? Werking van de installaties ? Controle op de installaties ? Herstel van de installaties Die werken worden uitgevoerd door eigen personeel of worden onderaanbesteed. In het eerste geval staan de werken vermeld op een werkbon die de personeelsprestaties bevat alsook de reizen, de gebruikte materialen, de gebruiksduur van bouwkundemachines en eventueel overige kosten. In het tweede geval wordt het geheel van de kosten gefactureerd door de onderaanbesteder.
De personeelskosten betreffende de technische prestaties worden berekend op grond van rechtstreekse werkelijke of standaardkosten (wedde, premies en diverse toeslagen, sociale werkgeversbijdragen, wetsverzekering, overige diverse kosten) verhoogd met een aandeel ter dekking van algemene technische kosten.
De reiskosten betreffen de bedrijfsvoertuigen (vracht- en bestelwagens) en bevatten de rechtstreekse werkelijke of standaardkosten (aflossing, financiële lasten, leasing, onderhoud, herstellen, brandstof, verzekeringen, ...) verhoogd met een aandeel ter dekking van garagekosten.
De kosten van de gebruikte materialen bestaan uit de aankoopkost (tegen de gewogen gemiddelde prijs of volgens de FIFO-methode) van de geplaatste onderdelen, verhoogd met een aandeel ter dekking van winkelkosten.
De gebruikskosten van bouwkundemachines worden gevaloriseerd op grond van een uurkost per bouwkundemachine berekend door een quotiteit ter dekking van garagekosten op te nemen in de rechtstreekse kosten.
De overige kosten betreffen prestaties door derden, het huren van machines of andere en worden geboekt op grond van de nominale waarde van de facturen. 2. Aankoop van ruw water. Ruw water is het water bestemd om te worden verwerkt in de installatie van een productie-eenheid.
De aankopen van verwerkt water staan apart vermeld in de samenvattende exploitatierekening van de productieactiviteit. Alle aankopen van verwerkt water transiteren via de exploitatierekening "Productie".
Aankopen van ruw water worden gevaloriseerd tegen de aankoopprijs. 3. Aandrijvingskracht. De kosten verbonden met de aandrijvingskracht betreffen voornamelijk de elektriciteitskosten en de belastingen verbonden met de werken.
De kosten stemmen in het algemeen overeen met de nominale waarde van de facturen of van de borderellen. 4. Reagentia en slib. De reagentiakosten betreffen de kosten van de in de bedrijfsinstallaties verbruikte reagentia. De aankopen worden rechtstreeks toegerekend op het werk op grond van de factuur of de verbruiken worden verdeeld tussen de werken en gevaloriseerd tegen de gewogen gemiddelde prijs of volgens de FIFO-methode. 5. Overige rechtstreekse kosten. Ze bevatten met name de werkingskosten van de gebouwen en werken eigen aan de productieactiviteit alsook overige rechtstreekse kosten.
De werkingskosten van de gebouwen en werken eigen aan de productieactiviteit bevatten : - de werkingskosten van de eigenlijke gebouwen en werken, namelijk de onderhouds- en verzorgingskosten met inbegrip van de onmiddellijke omgeving, de elektriciteits-, verwarmings-, gas- en verzekeringskosten alsook de aflossingslasten,... - de kosten van de voor de gebouwen en werken aangestelde personeelsleden die geen technische prestaties verrichten worden vastgesteld op grond van de rechtstreekse werkelijke of standaardkosten (wedde, premies en diverse toeslagen, sociale werkgeversbijdragen, wetsverzekering, overige diverse kosten).
De overige kosten hangen af van elke operator en moeten geval per geval worden vastgesteld. De interne kosten worden vastgesteld door toepassing van de zogenaamde volledige kostenberekening. De externe kosten stemmen in het algemeen overeen met de nominale waarde van de facturen. 6. Aflossingen van bedrijfsinstallaties. De bedrijfsinstallaties betreffen de werken (winningseenheid, verwerkingseenheid, watertoren, ...), de toevoerleidingen (leidingen, afsluiters, aansluitingen), de meters, ...) De aflossingslasten volgen de in het gestandaardiseerd boekhoudplan van de watersector vastgestelde evaluatieregels. 7. Kost van de beschermingsdienst. Wat betreft de operatoren die het beschermingscontract hebben afgesloten met de "S.P.G.E." (Openbare Maatschappij voor Waterbeheer), valt de bescherming van de winningen onder de verantwoordelijkheid van de "S.P.G.E.", die de dienst factureert aan de producenten op grond van een bedrag per voortgebrachte m3.
De last stemt overeen met de nominale waarde van de facturen van de "S.P.G.E." voor die dienst. 8. Telebeheer. De telebeheerskosten worden toegerekend op een kostensoort en bevatten : ? De kosten verbonden met specifiek informaticamateriaal (hardware en software) die aflossingen, onderhoudskosten, ...bevatten.- ? De rechtstreekse werkelijke of standaardkosten van de voor die dienst aangestelde personeelsleden (wedde, premies en diverse toeslagen, sociale werkgeversbijdragen, wetsverzekering, overige diverse kosten) verhoogd met een aandeel ter dekking van lokaalkosten. ? De reiskosten die de rechtstreekse werkelijke of standaardkosten bevatten (aflossing, financiële lasten, leasing, onderhoud, herstellen, brandstof, verzekeringen, ...) verhoogd met een aandeel ter dekking van garagekosten; ? De overige aankopen (klein materiaal, ...) die gevaloriseerd zijn op grond van de nominale waarde van de factuur of op grond van de verbruiken gevaloriseerd tegen de gewogen gemiddelde prijs of volgens de FIFO-methode; ? Overige kosten (nader te bepalen) 9. Laboratoriumkosten. De activiteit is hetzij intern hetzij onderaanbesteed. In het eerste geval worden de kosten berekend op grond van een volledige kost; in het tweede geval bestaan de kosten uit laboratoriumfacturen.
De laboratoriumkosten worden toegerekend op een kostensoort; dit betreft : ? De rechtstreekse werkelijke of standaardkosten van het laboratoriumpersoneel (wedde, premies en diverse toeslagen, sociale werkgeversbijdragen, wetsverzekering, overige diverse kosten) verhoogd met een aandeel ter dekking van lokaalkosten; ? De kosten verbonden met specifiek materiaal en uitrusting met inbegrip van aflossingen, onderhoudskosten, ... ? De overige aankopen (klein materiaal, ...) die gevaloriseerd zijn op grond van de nominale waarde van de factuur of op grond van de verbruiken gevaloriseerd tegen de gewogen gemiddelde prijs of volgens de FIFO-methode; ? Overige kosten (nader te bepalen) 10. Structuurkosten. Die kosten zijn in het algemeen gemeenschappelijk aan de productie- en distributieactiviteiten. Ze bevatten de kosten van verschillende functionele diensten die niet rechtstreeks worden toegerekend via de kosten van technische prestaties of meteropmetingen. De algemene administratieve kosten alsook de overige kosten worden ook opgenomen.
De kosten van de functionele diensten hebben betrekking op de kosten van de Directie (Directoraat-generaal, andere Directies, Secretaris-generaal, beheersorganen, ...), het bestuur (boekhouding, HR, administratieve diensten, andere, ...), de juridische dienst, de klanten- en invorderingsdienst (facturering, geschillen, ombudsman), de dienst studies en tekeningen, de informaticadienst. De kosten worden bepaald volgens de volledige kostenberekening, d.w.z. dat ze het volgende opnemen : ? De rechtstreekse kosten van het dienstpersoneel (wedde, premies en diverse toeslagen, sociale werkgeversbijdragen, wetsverzekering, overige diverse kosten); ? De overige rechtstreekse kosten van de dienst (aankopen, verbruiken, erelonen, ...); ? Een aandeel van de gebouwkosten gegrond op het werkelijk gebruik.
De kosten zijn vrij van de bedragen die aan andere diensten gefactureerd zijn of die toegerekend zijn op de technische prestaties.
De administratieve algemene kosten bevatten de overige kosten die niet opgenomen zijn in de bovenvermelde functionele afdelingen en die verbonden zijn met het economaat, het meubilair, het kantoormaterieel, de documentatie (niet eigen aan een dienst), ...
In de overige kosten worden o.a. opgenomen de voorzieningen voor risico's en lasten, de financiële lasten alsook de uitzonderlijke lasten niet rechtstreeks verbonden met de productieactiviteit alsook (nader te bepalen) andere kosten dan die welke verbonden zijn met de functionele diensten of met de algemene administratieve kosten. 11. Financiële lasten. De financiële lasten verbonden met de leningen aangegaan voor de aanwerving van werken van een productie-eenheid of van een transportleiding staan apart vermeld onder deze rubriek.
De financiële lasten worden toegerekend op grond van de werkelijk gedragen kosten. 12. Voorzieningen voor risico's en lasten & uitzonderlijke lasten. De dotaties en terugnemingen van voorschotten alsook de uitzonderlijke lasten worden geboekt in overeenstemming met de regels van het boekhoudkundig recht.
De dotaties en terugnemingen van voorzieningen voor risico's en lasten alsook de uitzonderlijke lasten worden opgenomen onder deze rubriek voor zover ze eigen zijn aan de productieactiviteit. Zoals hierboven vermeld worden de dotaties/terugnemingen en andere niet-specifieke lasten opgenomen onder de structuurkosten. 13. Kostenaanpassingen. Onder de rubriek "Kostenaanpassingen" worden o.a. opgenomen : ? de door derden gedragen kosten voor rekening van de productieoperator maar die niet gefactureerd zijn; ? de verschillen tussen werkelijke kost en standaardkost indien die verschillen niet toegerekend zijn op de overeenstemmende afdelingen II. TUSSENKOSTENSOORTEN. a. Algemene technische kosten. Die kosten betreffen : ? de aankoop van klein materiaal, ijzerwaren, klein gereedschap, verkeerstekens, ... ? de kost (gevaloriseerd volgens de volledige kostenberekening : aflossing, onderhoud, verzekeringen, onderhoudspersoneel en -lokalen,...) van het zware bedrijfsmateriaal zoals kranen, compressoren, ... ? Andere Ze worden onrechtstreeks toegerekend via een bijkomend kostenaandeel dat het standaarduurpercentage van de arbeidskosten belast. b. Winkelkosten. De kosten bevatten : ? Personeelskosten ? Voertuigkosten ? Gebouwkosten ? Aflossingen van uitrustingen ? Verbruik ? Andere Ze worden onrechtstreeks toegerekend via een bijkomend kostenaandeel dat de rechtstreekse materiaalkosten belast. c. Garagekosten. In de garagekosten wordt het volgende opgenomen : ? Personeelskosten ? Voertuigkosten ? Gebouwkosten ? Aflossingen van uitrustingen ? Verbruik ? Andere Ze worden onrechtstreeks toegerekend via een bijkomend kostenaandeel (reizen of bouwkundemachines) dat de rechtstreekse kosten van de voertuigen of machines belast. d. Kosten Administratieve lokalen. Ze bestaan uit : ? Aflossingen van het of de gebouwen en inrichtingswerken ? Onderhoud ? Herstellen ? Kosten van het onderhoudspersoneel ? Klein materiaal ? Andere Ze worden toegerekend op de verschillende functionele diensten op grond van de gebruikte oppervlakten. e. Andere. De aard en de toerekeningswijze van die kosten worden nader bepaald.
BIJLAGE LI : Definitie van de rubrieken van de samenvattende exploitatierekening van de producent in het Waalse Gewest Door de samenvattende exploitatierekening kunnen voor een gegeven producent de reële kostprijs van de waterproductie alsook het netto resultaat van de waterverkoop en van de "Productieactiviteit" worden berekend.
Elke rubriek wordt kort uitgelegd.
I. Waterverkoop.
De omzet van de producent betreffende de waterverkoop wordt vermeld en berekend volgens de gebruikelijke boekhoudkundige regels van bedrijven.
II. Totale reële kostprijs van de productie.
De totale reële kostprijs van de productie bestaat uit de som van de reële kostprijs van de productie-eenheden, de reële kostprijs van de transportleidingen en de aankopen van verwerkt water.
II.A Productie-eenheden.
De reële kostprijs van het geheel van de productie-eenheden voor het boekjaar wordt vermeld.
II.B Transportleidingen.
Deze rubriek bestaat uit de reële kostprijs van het geheel van de transportleidingen voor het boekjaar.
II.C Aankoop van verwerkt water.
Deze rubriek bestaat uit de kosten van de aankopen van verwerkt water voor het verbruik van het boekjaar.
III. Netto resultaat van de waterverkoop.
Het netto resultaat van het boekjaar is het verschil tussen de waterverkoop (rubriek I) en de totale reële kostprijs van de waterproductie (rubriek II).
IV. Netto resultaat van de aan derden gefactureerde werken.
Het gaat om de kosten van de (technische) operationele diensten voor rekening en ten laste van derden.
De kosten van de werken die ten laste worden genomen door de producent, staan vermeld in deze afdeling.
De overeenstemmende inkomsten staan vermeld tegenover die lasten in de vorm van een facturering aan derden.
V. Netto resultaat van de "Productieactiviteit".
Het netto resultaat van de "Productieactiviteit" bestaat uit de som van het nettoresultaat van de waterverkoop (rubriek III) en van het nettoresultaat van de aan derden gefactureerde netto werken (rubriek IV).
VI. Aanvullende informatie.
De kost van de vaste productie wordt vermeld bij wijze van aanvullende informatie. De vaste productie bevat het geheel van de door de diensten van de producent uitgevoerde werken.
BIJLAGE LII : Lichamelijke vaste activa (distributie) LII.a. Rangschikking in algemene boekhouding. 22 Terreinen : - Gebouwen (Duurzame gebouwen (volgens bouwtype) - Lichte gebouwen, schuilplaatsen, ...). - Bebouwde terreinen. - Andere zakelijke rechten op onroerende goederen. - Technische burgerlijke bouwkunde : werken voor de distributie. 23 Installaties, machines en gereedschappen : - het leidingsnet, aansluitingen, ... - Elektromechanische installaties : Pompen, elektromechanische apparaten, ... - Elektromechanische installaties : Pompen, elektromechanische apparaten, ... - Reguleringsorganen (elektronisch, sensors,...). - Meters. 24 Meubilair en rollend materieel : - Technisch meubilair (laboratoriumapparaten, ...). - technisch materieel (machines voor openbare werken, ...). 25 Terreinen en bouwwerken in leasing : - Installaties, machines en gereedschappen in leasing. - Meubilair en rollend materieel in leasing. - Technische burgerlijke bouwkunde in leasing : werken voor de distributie, het leidingsnet, aansluitingen, ... - Elektromechanische installaties in leasing : Pompen, elektromechanische apparaten, ... - Reguleringsorganen in leasing (elektronisch, sensors,...). - Meters. - Technisch meubilair (laboratoriumapparaten, ...) en technisch materiaal (machines voor openbare werken), ...) in leasing. 26 Andere lichamelijke vaste activa : Alle vaste activa zijn bestemd voor een deelstroomgebied of een tussenkostensoort die het voorwerp uitmaakt van een verdeling of allocatie.
BIJLAGE LII.b. : Aflossingsregels Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld De aflossingsduur van de meters wordt bepaald op grond van de voorschriften van de Federale Dienst Economische Zaken - Afdeling Metrologie.
BIJLAGE LIII : Definitie van de rubrieken van de analytische exploitatierekening van een distributienet De kosten van de distributieactiviteit (klein materiaal, diverse goederen en diensten, personeel, aflossing, voorschot en waardevermindering, uitzonderlijke kosten, ...) worden toegerekend op de verschillende eind- of tussenkostensoorten.
De kosten worden berekend in netto waarde, d.w.z. na aftrek van de eventuele herfactureringen.
Er bestaan 10 eindkostensoorten die verdeeld zijn als volgt : 1. Technische prestaties - onderhoud.1. Kosten van de overzichten.2. Wateraankoop.3. Overige rechtstreekse kosten.4. Aflossingen van bedrijfsinstallaties.5. Heffing wegens publiek gebruik.6. Structuurkosten.7. Financiële lasten.8. Waardeverminderingen & minderwaarden, voorschotten en uitzonderlijke lasten.9. Kostenaanpassingen. De tussenkostensoorten zijn samengesteld uit : ? Technische algemene kosten. ? Winkelkosten. ? Garagekosten. ? Administratieve lokaalkosten. ? Andere (nader te bepalen).
De tussenkosten worden verdeeld op één of meerdere eindkostensoorten door de toepassing van een dekking op rechtstreekse kosten. De garagekosten (lokalen, uitrusting, personeel, ...) worden bv. verdeeld op de reiskosten van de eindkostensoorten "technische prestaties - onderhoud" en "kost van de meteropmetingen" door de werkelijke of standaardkosten van de afgelegde kms voor een bepaalde categorie bedrijfsvoertuig (vb : categorie vrachtwagen) te verhogen met een quotiteit.
I. EINDKOSTENSOORTEN (afdelingen 1 tot 10). 1. Technische prestaties - onderhoud. Ze bestaan uit de volgende taken : ? de controle op het netwerk (opsporen van lekkages, ...) ? het onderhoud van het netwerk (en van de daarop geïnstalleerde apparaten) ? het herstel van het netwerk (herstel van lekkages op leidingen en/of aansluitingen)...
Die werken worden uitgevoerd door eigen personeel of worden onderaanbesteed. In het eerste geval staan de werken vermeld op een werkbon die de personeelsprestaties bevat alsook de reizen, de gebruikte materialen, de gebruiksduur van bouwkundemachines en andere eventuele kosten. In het tweede geval wordt het geheel van de kosten gefactureerd door de onderaanbesteder.
De personeelskosten betreffende de technische onderhoudsprestaties worden berekend op grond van rechtstreekse werkelijke of standaardkosten (wedde, premies en diverse toeslagen, sociale werkgeversbijdragen, wetsverzekering, overige diverse kosten) verhoogd met een aandeel ter dekking van technische algemene kosten.
De reiskosten betreffen bedrijfsvoertuigen (vracht- en bestelwagens) en bevatten de rechtstreekse werkelijke of standaardkosten (aflossing, financiële lasten, leasing, onderhoud, herstellen, brandstof, verzekeringen, ...) verhoogd met een aandeel ter dekking van garagekosten.
De kosten van de gebruikte materialen bestaan uit de aankoopkost (tegen de gewogen gemiddelde prijs of volgens de FIFO-methode) van de geplaatste onderdelen, verhoogd met een aandeel ter dekking van winkelkosten.
De gebruikskosten van bouwkundemachines worden gevaloriseerd op grond van een uurkost per bouwkundemachine berekend door een quotiteit ter dekking van garagekosten op te nemen in de rechtstreekse kost (aflossingen, financiële lasten, brandstof, onderhoud, ...) De overige kosten betreffen prestaties door derden, het huren van machines, ...en worden geboekt op grond van de nominale waarde van de facturen. 2. Kosten van meteropmetingen. Die werken worden uitgevoerd door eigen personeel of worden onderaanbesteed. In het eerste geval worden personeelsleden duidelijk aangesteld voor die taak; hun kost bevat de rechtstreekse kosten (personeelsprestaties, reizen en overige eventuele kosten). In het tweede geval wordt het geheel van de kosten gefactureerd door de onderaanbesteder die de prestaties uitvoert.
De personeelskosten betreffende de meteropmetingen worden vastgesteld op grond van de rechtstreekse werkelijke of standaardkosten (wedde, premies en diverse toeslagen, sociale werkgeversbijdragen, wetsverzekering, overige diverse kosten).
De reiskosten betreffen de door het personeel belast met de meteropmetingen gebruikte voertuigen (bestelwagens) en bevatten de rechtstreekse werkelijke of standaardkosten (aflossing, financiële lasten, leasing, onderhoud, herstellen, brandstof, verzekeringen, ...) verhoogd met een aandeel ter dekking van garagekosten.
De overige kosten hebben betrekking op prestaties van derden belast met de meteropmetingen en worden geboekt op grond van de nominale waarde van de facturen alsook op de andere kosten eigen aan het bedrijf zoals bv. de informaticakosten (aflossing, onderhoud, financiële lasten, ...) van de bij de meteropmetingen gebruikte hardware en software, de met die activiteit rechtstreeks verbonden postkosten, ... 3. Wateraankoop. De wateraankopen komen voort uit de eigen productie ofwel uit andere producenten. Behalve de gevallen waarin de verdeler geen productieactiviteit uitoefent, transiteren de wateraankopen bij andere producenten via de productieactiviteit.
De wateraankopen worden uitgevoerd tegen de gemiddelde productiekost (eigen productie) en/of tegen de aankoopkost (productie van derden). 4. Overige rechtstreekse kosten. Ze bevatten met name de werkingskosten van de gebouwen en werken eigen aan de distributieactiviteit alsook overige rechtstreekse kosten.
De werkingskosten van de gebouwen en werken eigen aan de distributieactiviteit bevatten : De werkingskosten van de eigenlijke gebouwen en werken, namelijk de onderhouds- en verzorgingskosten met inbegrip van de onmiddellijke omgeving, de elektriciteits-, verwarmings-, gas- en verzekeringskosten alsook de aflossingslasten,...
De kosten van de voor de gebouwen en werken aangestelde personeelsleden die geen prestaties verrichten voor één van de andere twee activiteiten (technische prestaties & meteropmeting), worden vastgesteld op grond van de rechtstreekse werkelijke of standaardkosten (wedde, premies en diverse toeslagen, sociale werkgeversbijdragen, wetsverzekering, overige diverse kosten).
De overige kosten hangen af van elke operator en betreffen bv het telebeheer, de dienst metrologie, de N.M.B.S.-doorgangsheffing,...
De interne kosten worden vastgesteld door de zogenaamde volledige kostenberekening toe te passen (vb : telebeheer met inbegrip van materiaalkosten - aflossing, financiële lasten, onderhoud, ... - de kosten van de voor die activiteit aangestelde personeelsleden, ...).
De externe kosten stemmen in het algemeen overeen met de nominale waarde van de facturen. 5. Aflossingen van bedrijfsinstallaties. De bedrijfsinstallaties betreffen de netwerken (leidingen, afsluiters, aansluitingen) en de meters.
De aflossingslasten volgen de in het boekhoudplan van de watersector vastgestelde evaluatieregels. 6. Heffing en/of vergoeding wegens publiek gebruik. Dit betreft de heffing en/of de vergoeding wegens publiek gebruik verleend door de gemeenten op het grondgebied waarvan het distributienet is geïnstalleerd.
De last stemt overeen met de nominale waarde van de heffing en/of van de vergoeding. 7. Structuurkosten. Die kosten zijn in het algemeen gemeenschappelijk aan de productie- en distributieactiviteiten. Ze bevatten de kosten van verschillende functionele diensten die niet rechtstreeks worden toegerekend via de kosten van technische prestaties of meteropmetingen. De algemene administratieve kosten alsook de overige kosten worden ook opgenomen.
De kosten van de functionele diensten hebben betrekking op de kosten van de Directie (Directoraat-generaal, andere Directies, Secretaris-generaal, beheersorganen, ...), het bestuur (boekhouding, HR, administratieve diensten, andere, ...), de juridische dienst, de klanten- en invorderingsdienst (facturering, geschillen, ombudsman), de dienst studies en tekeningen, de informaticadienst. De kosten worden bepaald volgens de volledige kostenberekening, d.w.z. dat ze het volgende opnemen : ? de rechtstreekse kosten van het dienstpersoneel (wedde, premies en diverse toeslagen, sociale werkgeversbijdragen, wetsverzekering, overige diverse kosten); ? de overige rechtstreekse kosten van de dienst (aankopen, verbruiken, erelonen, ...) ? Een aandeel van de gebouwkosten gegrond op het werkelijk gebruik.
De kosten zijn vrij van de bedragen die aan andere diensten gefactureerd zijn of die toegerekend zijn op de technische prestaties/meteropmetingen.
De administratieve algemene kosten bevatten de overige kosten die niet opgenomen zijn in de bovenvermelde functionele afdelingen en die verbonden zijn met het economaat, het meubilair, het kantoormaterieel, de documentatie (niet eigen aan een dienst), de met de meteropmeting niet verbonden postkosten,...
In de overige kosten worden o.a. opgenomen de voorzieningen voor risico's en kosten, de financiële lasten alsook de uitzonderlijke lasten niet rechtstreeks verbonden met de distributieactiviteit alsook (nader te bepalen) andere kosten dan die verbonden met de functionele diensten of met de algemene administratieve kosten. 8. Financiële lasten. De financiële lasten verbonden met de leningen aangegaan voor de aanwerving van distributie-installaties staan ook apart vermeld onder deze rubriek.
De financiële lasten worden toegerekend op grond van de werkelijk gedragen kosten. 9. Waardevermindering op dubieuze vorderingen, voorzieningen voor risico's en kosten, uitzonderlijke lasten. De waardeverminderingen op dubieuze vorderingen worden vastgesteld overeenkomstig de voorschriften van het boekhoudplan in de watersector. De dotaties en terugnemingen van voorzieningen alsook de uitzonderlijke lasten worden geboekt in overeenstemming met de regels van het boekhoudkundig recht.
De dotaties en terugnemingen van voorzieningen voor risico's en lasten alsook de uitzonderlijke lasten worden opgenomen onder deze rubriek voor zover ze eigen zijn aan de distributieactiviteit. Zoals hierboven vermeld worden de dotaties/terugnemingen en andere niet-specifieke lasten opgenomen onder de structuurkosten. 10. Kostenaanpassingen. Onder deze rubriek worden o.a. opgenomen : ? de door derden gedragen kosten voor rekening van de distributieoperator maar die niet gefactureerd zijn; ? de verschillen tussen werkelijke kost en standaardkost indien die verschillen niet toegerekend zijn op de overeenstemmende afdelingen.
II. TUSSENKOSTENSOORTEN. a. Algemene technische kosten. Die kosten betreffen : ? De aankoop van klein materiaal, ijzerwaren, klein gereedschap, verkeerstekens, ... ? De kost (gevaloriseerd volgens de volledige kostenberekening : aflossing, onderhoud, verzekeringen, onderhoudspersoneel en -lokalen,...) van het zware bedrijfsmateriaal zoals kranen, compressoren, ... ? Andere Ze worden rechtstreeks toegerekend via een bijkomend kostenaandeel dat het standaarduurpercentage van de arbeidskosten belast. b. Winkelkosten. Die kosten omvatten : ? Personeelskosten. ? Voertuigkosten. ? Gebouwkosten. ? Aflossingen van uitrustingen. ? Verbruik. ? Andere.
Ze worden rechtstreeks toegerekend via een bijkomend kostenaandeel dat de rechtstreekse materiaalkosten belast. c. Garagekosten. In de garagekosten wordt het volgende opgenomen : ? Personeelskosten. ? Voertuigkosten. ? Gebouwkosten. ? Aflossingen van uitrustingen. ? Verbruik. ? Andere.
Ze worden rechtstreeks toegerekend via een bijkomend kostenaandeel (reizen of bouwkundemachines) dat de rechtstreekse kosten van de voertuigen of machines belast. d. Administratieve lokaalkosten. Ze bestaan uit : ? Aflossingen van het of de gebouwen en inrichtingswerken. ? Onderhoud. ? Herstellen. ? Kosten van het onderhoudspersoneel. ? Klein materiaal. ? Andere.
Ze worden toegerekend op de verschillende functionele diensten op grond van de gebruikte oppervlakten. e. Andere. De aard en de toerekeningswijze van die kosten worden nader bepaald.
BIJLAGE LIV : Definitie van de rubrieken van de samenvattende exploitatierekening van de verdeler in het Waalse Gewest Door de samenvattende exploitatierekening kunnen voor een gegeven verdeler de reële kostprijs van de waterdistributie voor de verbruikers alsook het netto resultaat van de waterverkoop en van de "Distributieactiviteit" worden berekend.
Elke rubriek wordt kort uitgelegd.
I. Waterverkoop.
Vermeld staan de omzetcijfers van de verdeler betreffende de waterverkoop en de heffing die berekend zijn volgens de gebruikelijke boekhoudkundige regels voor bedrijven, met inbegrip van de in hoofde van het sociaal fonds gefactureerde quotiteit.
II. Totale reële kostprijs voor verbruikers.
De totale reële kostprijs voor de verbruikers bestaat uit de som van de kost van de distributienetten en van sommige specifieke bijkomende lasten die opgenomen zijn.
II.A Distributienetten.
Deze rubriek bestaat uit de reële kostprijs van het geheel van de distributienetten voor het boekjaar.
II.B Andere lasten opgenomen in de reële kostprijs van het water.
Deze rubriek bestaat uit verschillende lasten zoals : ? de opportuniteitskost gevormd door de heffing op de ontvangsten van een quotiteit bestemd om de vernieuwing van het netwerk te financieren, verplicht tijdens de periode waarin de aflossingslasten onvoldoende zijn om de zelffinanciering daarvan te verzekeren; die kost wordt vastgesteld als het verschil tussen de renovatiekosten van het distributienet ten belope van maximum 1,5 % en de werkelijk geboekte aflossingslasten van het net. ? de facturering van de terugbetaling van de schuld (kapitaalbedrag) als tegenprestatie voor de aandelen bij de waterverdeler II.C Totale Reële Kostprijs Distributie.
De Totale Reële Kostprijs Distributie is gelijk aan de som van de reële kostprijs van de distributienetten (afdeling II.A ) en van de andere lasten die opgenomen zijn in de waterverkoopprijs (afdeling II.B ).
II.D Totale Reële Kostprijs Sanering.
De Totale Reële Kostprijs Sanering is gelijk aan het door de "S.P.G.E." gefactureerde bedrag op grond van de m3 die verdeeld zijn in het kader van het dienstcontract betreffende de openbare sanering van het huishoudelijk afvalwater.
II.E Sociaal fonds.
Het sociaal fonds stemt overeen met de bijdrage ten laste van de verdelers die vastgesteld is op grond van de gefactureerde m3 water overeenkomstig het decreet van 20 februari 2003 houdende oprichting van een Sociaal Waterfonds in het Waalse Gewest.
III. Netto resultaat van de waterverkoop.
Het netto resultaat van het boekjaar is het verschil tussen de waterverkoop (rubriek I) en de totale reële kostprijs voor de verbruikers (rubriek II).
IV. Netto resultaat van de aan derden gefactureerde werken.
Het gaat om de kosten van de (technische) operationele diensten voor rekening van derden.
Overeenstemmende inkomsten staan vermeld tegenover die lasten in de vorm van een facturering aan derden (bv. voor aansluitingskosten).
V. Netto resultaat van de "Distributieactiviteit".
Het netto resultaat van de "Distributieactiviteit" bestaat uit de som van het nettoresultaat van de waterverkoop (rubriek III) en van het nettoresultaat van de aan derden gefactureerde netto werken (rubriek IV).
VI. Aanvullende informatie.
De kost van de voor eigen rekening uitgevoerde werken (de zogenaamde "vaste productie") staat vermeld bij wijze van aanvullende informatie.
De vaste productie bevat het geheel van de door de diensten van de verdeler uitgevoerde werken.
Art. 3.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 4.De Minister tot wiens bevoegdheden het Water behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 14 juli 2005.
De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, B. LUTGEN