Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 11 juni 2015
gepubliceerd op 22 juni 2015

Besluit van de Waalse Regering betreffende de wettelijke erfdienstbaarheid van openbaar nut bedoeld in artikel 36septies, § 2, van het decreet van 21 december 1989 betreffende de diensten voor het openbaar vervoer in het Waalse Gewest

bron
waalse overheidsdienst
numac
2015202874
pub.
22/06/2015
prom.
11/06/2015
ELI
eli/besluit/2015/06/11/2015202874/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

11 JUNI 2015. - Besluit van de Waalse Regering betreffende de wettelijke erfdienstbaarheid van openbaar nut bedoeld in artikel 36septies, § 2, van het decreet van 21 december 1989 betreffende de diensten voor het openbaar vervoer in het Waalse Gewest


De Waalse Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20;

Gelet op het decreet van 21 december 1989 betreffende de diensten voor het openbaar vervoer in het Waalse Gewest, artikel 36septies, § 4, ingevoegd bij het decreet van 22 november 2012;

Gelet op het advies nr. 57.225/4 van de Raad van State, gegeven op 30 maart 2015, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op het gebrek aan weerslag op de respectieve toestand van vrouwen en mannen;

Op de voordracht van de Minister van Mobiliteit en Vervoer;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Definities en inleidende bepalingen

Artikel 1.In de zin van dit besluit wordt verstaan onder : 1° toelating : Toelating die voorafgaat aan de tenuitvoerlegging van de wettelijke erfdienstbaarheid van openbaar nut bedoeld in artikel 36septies, § 2,van het decreet van 21 december 1989;2° decreet van 21 december 1989 : het decreet van 21 december 1989 betreffende de diensten voor het openbaar vervoer in het Waalse Gewest;3° Minister : de Minister die bevoegd is voor gemeenschappelijk stads- en streekvervoer;4° "Société régionale" (Gewestelijke maatschappij) : de "Société régionale wallonne du transport" (Waalse gewestelijke vervoermaatschappij);

Art. 2.De schriftelijke aanvragen, kennisgevingen en mededelingen die al dan niet van de administratie uitgaan, gebeuren bij aangetekende brief met ontvangstbewijs.

Het eerste lid is niet van toepassing op een verzoek om inlichtingen.

Art. 3.De bij dit besluit bepaalde termijnen worden opgeschort tussen 15 juli en 15 augustus. HOOFDSTUK II. - Aanvraag en aflevering van de toelating

Art. 4.De « Société régionale » dient de aanvraag om toelating bij de Minister in en voegt daarbij : 1° een nota met een beschrijving van de kunstwerken en voorzieningen waarvoor de toelating wordt aangevraagd;2° de lijst van het erfen waarop deze aanvraag betrekking heeft, met de vermelding van de kadastrale gegevens;3° de identiteit en de gegevens van de eigenaars van deze gronden alsook van de eventuele andere houders van aan die grond gebonden zakelijke rechten met vermelding van het soort zakelijk recht dat hierbij betrokken is;4° een plan van de bestaande toestande en een plan met vermelding van de kunstwerken bedoeld in 1°, allebei op een schaal aangepast aan de betrokken gronden;5° een nota die de keuze van de geplande plaats van deze kunstwerken en voorzieningen rechtvaardigt, met opgave van de redenen waarvoor de "Société régionale" niet de voorkeur heeft gegeven aan een plaats op een perceel dat haar toebehoort of op een aanhorigheid van het openbaar domein;6° een voorstel van vergoedingsbedrag, onder de vorm van een enige betaling of van een jaarlijkse retributie.7° evenveel exemplaren van de aanvraag en haar bijlagen als er eigenaars en andere houders zijn van zakelijke rechten die betrekking hebben op fondsen betrokken bij deze aanvraag.

Art. 5.§ 1. Binnen vijftien dagen na ontvangst van de aanvraag, geeft de Minister of zijn afgevaardigde een ontvangstbericht van het volledige dossier aan de "Société régionale".

Indien hij vindt dat het dossier onvolledig is, verzoekt hij de aanvrager het dossier aan te vullen en stuurt hij een bericht van ontvangst van het volledige dossier binnen vijftien dagen na ontvangst van de ontbrekende stukken. § 2. Binnen acht dagen na afgifte van het bericht van ontvangst van het volledige dossier, maakt de Minister of zijn afgevaardigde een afschrift van de aanvraag en van haar bijlagen aan de eigenaars van de betrokken gronden over, en, in voorkomend geval, aan de andere houders van aan die grond gebonden zakelijke rechten. § 3. De eigenaars en andere houders van zakelijke rechten beschikken over dertig dagen na ontvangst van de aanvraag en bijlagen om hun schriftelijke opmerkingen aan de Minister te richten alsook, in voorkomend geval, hun akkoord over de aanvraag van de "Société régionale", met inbegrip van het voorstel tot vergoeding. Er wordt geen rekening gehouden met de antwoorden die na deze termijn worden verstuurd. § 4. De Minister of zijn afgevaardigde onderzoekt de aanvraag en legt nuttige contacten.

Art. 6.§ 1. De Regering neemt kennis van het onderzoek geleid door de Minister en beslist over de aanvraag binnen 75 dagen na afgifte van het bericht van ontvangst van het volledige dossier. § 2. Wanneer, voor hetzelfde fonds, de personen bedoeld in artikel 9 instemmen met de aanvraag om toelating, dan verleent de Regering de toelating voor deze grond. § 3. Bij gebrek aan een dergelijk akkoord, verleent de Regering de toelating uitsluitend als de aanvraag voldoet aan de voorwaarden gesteld door artikel 36septies, § 2, tweede lid, van het decreet van 21 december 1989.

De Regering weigert de toelating als de erfdienstbaarheid op een andere grond uitgeoefend kan worden op een manier die minder schadelijk is voor private belangen en die de uitoefening van de opdrachten van de "Société régionale" evenzeer garandeert.

De Regering legt aan de "Société générale" op om over te gaan tot de onteigeningsprocedure voor het openbaar nut als zij van mening is dat de uitvoering van de erfdienstbaarheid de houders van een zakelijk recht op de betrokken grond op een onevenredige manier zou kunnen aantasten. § 4. De toelating vermeldt : 1° de vorm van de schadeloosstelling, met inachtneming van de keuze uitgedrukt in haar aanvraag door de « Société régionale »;2° het bedrag van de schadeloosstelling, vastgesteld overeenkomstig artikel 10;3° de praktische modaliteiten inzake plaatsing, onderhoud en toezicht op de werken vallend onder de wettelijke erfdienstbaarheid van openbaar nut.

Art. 7.Het besluit dat beslist over de machtigingsaanvraag wordt medegedeeld aan de « Société régionale » en aan iedere houder van een zakelijk recht op het erf vallend onder de aanvraag.

Het bericht van uitreiking van de machtiging wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Art. 8.Indien de aanvraag op meerdere ervan betrekking heeft, beslist de Regering bij evenveel afzonderlijke besluiten als er betrokken erven zijn. HOOFDSTUK III. - Schadeloosstelling

Art. 9.Recht op een schadeloosstelling hebben : 1° de houders van een eigendomsrecht, van een recht van vruchtgebruik, van gebruiksrecht, bewoningsrecht, erfpachtrecht, recht van opstal met betrekking tot het erf vallend onder de machtiging;2° de gerechtigden van een erfdienstbaarheid die deze grond bezwaart indien de uitvoering van de machtiging van aard is de voordelen die zij aan deze erfdienstbaarheid ontlenen, te verminderen.

Art. 10.§ 1. De « Société régionale » stelt de rechthebbenden bedoeld in artikel 9 een schadeloosstelling voor brekend op grond van de oppervlakte en de bestemming van het erf bezwaard door de erfdienstbaarheid.

Wanneer een persoon bedoeld in artikel 9 instemt met het bedrag van de schadeloosstelling voorgesteld op de « Société régionale », bekrachtigt de Regering de bewoordingen van de overeenkomst bij besluit. § 2. Bij ontstentenis van een dergelijke overeenkomst, stelt de Regering het bedrag van de schadeloosstelling vast. § 3. Wanneer de schadeloosstelling uit een enige betaling bestaat, wordt de « Société régionale » door die betaling definitief van de plicht ontheven om een schadeloosstelling te storten zowel aan de huidige eigenaars en andere houders van zakelijke rechten op het erf als aan hun opvolgers en dit onder voorbehoud van de last voort vloeiend uit de erfdienstbaarheid van het lijdend erf. § 4. Wanneer de schadeloosstelling het voorwerp uitmaakt van een jaarlijkse retributie, wordt deze jaarlijks geïndexeerd op grond van de evolutie van het gezondheidsindexcijfer.

Art. 11.De betaling van de eerste jaarlijkse retributie of van eenmalige schadeloosstelling gaat aan de eerste materiële handelingen voor de uitvoering van de wettelijke erfdienstbaarheid van openbaar nut vooraf.

Bij beroep tegen de machtiging bedoeld in artikel 6 kan de « Société régionale » het bedrag van de schadeloosstelling in bewaring geven aan de deposito- en consignatiekas tot er bij definitieve beslissing over het beroep beslist wordt na uitputting of vervallenverklaring van alle beroepsmiddelen. HOOFDSTUK IV. - Tussenkomst van het aankoopcomité van onroerende goederen

Art. 12.De Regering, de Minister en de « Société régionale » kunnen het aankoopcomité van onroerende goederen verzoeken om meer bepaald een schatting van het bedrag van de schadeloosstelling verschuldigd aan de personen bedoeld in artikel 9 over te maken, alle nutttige contacten met hen aan te knopen en alle nuttige akten te verlijden. HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen

Art. 13.De Minister is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 11 juni 2015.

De Minister-President, P. MAGNETTE De Minister van Leefmilieu, Ruimtelijke Ordening, Mobiliteit en Vervoer, Luchthavens en Dierenwelzijn, C. DI ANTONIO

^