11 JANUARI 2001. - Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 3 december 1998 tot uitvoering van het decreet van 5 juni 1997 betreffende de rustoorden, de serviceflats en de dagcentra voor bejaarden en houdende oprichting van de « Conseil wallon du troisième âge » (Waalse Raad voor de Derde Leeftijd)

De Waalse Regering, Gelet op het decreet van 5 juni 1997 betreffende de rustoorden, de serviceflats en de dagcentra voor bejaarden en houdende oprichting van de « Conseil wallon du troisième âge »;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 3 december 1998 tot uitvoering van het decreet van 5 juni 1997 betreffende de rustoorden, de serviceflats en de dagcentra voor bejaarden en houdende oprichting van de « Conseil wallon du troisième âge »;

Gelet op het advies van de « Conseil wallon du troisième âge », gegeven op 16 november 2000;

Gelet op het advies van de « Conseil supérieur des Villes, Communes et Provinces de la Région wallonne » (Hoge Raad voor Steden, Gemeenten en Provincies van het Waalse Gewest), gegeven op 6 december 2000;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door het feit dat de meeste rustoorden op de vastgelegde datum, namelijk 6 februari 2001, om diverse redenen niet kunnen voldoen aan de veiligheidsnormen voorgeschreven door de nieuwe wetgeving;

Overwegende bovendien dat de regionale brandweerdiensten op 1 oktober 2000 ongeveer 150 rustoorden hebben bezocht om de punten na te gaan die niet beantwoorden aan de veiligheidsnormen die in werking treden op 6 februari 2001 en dat ze die controle onmogelijk kunnen uitvoeren in de andere rustoorden vóór de inwerkingtreding van die nieuwe normen;

Overwegende dat derhalve zo spoedig mogelijk maatregelen moeten worden genomen om bovenbedoelde datum te verschuiven, op voorwaarde dat de beheerders binnen de vastgelegde termijn het bewijs leveren dat alles in het werk wordt gesteld om aan de normen te voldoen;

Overwegende dat het gebrek aan maatregelen het Waalse Gewest zou dwingen tot de intrekking of de weigering van de erkenning van de rustoorden die het door de burgemeester afgegeven veiligheidsattest niet kunnen overleggen op 6 februari 2001, wat ernstige gevolgen zou hebben voor de beheerders, de bejaarden, hun gezin en het personeel van de betrokken inrichtingen;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 28 december 2000, overeenkomstig artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister van Sociale Aangelegenheden en Gezondheid;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Dit besluit regelt, krachtens artikel 138 van de Grondwet, een materie bedoeld in artikel 128, § 1, van de Grondwet.

Art. 2.§ 2 van artikel 30 van het besluit van de Waalse Regering van 3 december 1998 tot uitvoering van het decreet van 5 juni 1997 betreffende de rustoorden, de serviceflats en de dagcentra voor bejaarden en houdende oprichting van de « Conseil wallon du troisième âge » wordt § 3 van hetzelfde artikel.

Art. 3.In artikel 30 van hetzelfde besluit wordt een nieuwe § 2 ingevoegd, luidend als volgt : « § 2. De Minister kan, onder dezelfde voorwaarden als die bedoeld in § 1, eerste lid, ook voorlopige en eventueel voorwaardelijke afwijkingen van de in bijlage 1 bedoelde normen toestaan. »

Art. 4.In artikel 38 van het hetzelfde besluit worden na het tweede lid de volgende leden ingevoegd : « De in het vorige lid bedoelde termijn wordt op vier jaar gebracht als de beheerder : 1° uiterlijk 30 april 2001 bewijst dat hij het advies van de territoriaal bevoegde regionale brandweerdienst heeft gevraagd over de punten die niet voldoen aan de normen bedoeld in bijlage 1;2° het Waalse Gewest uiterlijk 31 december 2001 verzoekt om de afwijkingen bedoeld in artikel 30. Na afloop van de termijnen bedoeld in het tweede en het derde lid maakt de beheerder het door de burgemeester verleende veiligheidsattest over d.m.v. het aanhangsel waarvan het model in bijlage 1 weergegeven is ».

Art. 5.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 6.De Minister tot wiens bevoegdheden het derde leeftijdsbeleid behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 11 januari 2001.

De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Sociale Aangelegenheden en Gezondheid, Th. DETIENNE