10 APRIL 2008. - Besluit van de Waalse Regering tot regeling van de overdracht van het personeel van het Ministerie van het Waalse gewest naar het "Commissariat général au Tourisme" (Commissariaat-generaal voor Toerisme) in uitvoering van het decreet van 27 mei 2004 betreffende de organisatie van het toerisme

De Waalse Regering, Gelet op het decreet van 27 mei 2004 betreffende de organisatie van het toerisme, inzonderheid op de artikelen 8 en 68;

Gelet op het decreet van 20 juli 2005 betreffende de subsidies voor de bevordering van het toerisme, inzonderheid op artikel 53;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 26 november 2007;

Gelet op de instemming van de Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 29 november 2007;

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 29 november 2007;

Gelet op het advies van de Hoge Raad voor Toerisme, gegeven op 10 januari 2008;

Gelet op protocol nr. 500 van Sectorcomité nr. XVI, opgesteld op 17 januari 2008;

Gelet op het advies van de Raad van State nr. 44.102/4, gegeven op 5 maart 2008, overeenkomstig artikel 84, eerste lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister van Toerisme;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Dit besluit regelt, overeenkomstig artikel 138 van de Grondwet, een aangelegenheid bedoeld in artikel 127, § 1, ervan.

Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit moet worden verstaan onder : 1° Minister : het lid van de Regering tot wiens bevoegdheden het Toerisme behoort;2° de Afdeling : de Afdeling Commissariaat-generaal voor Toerisme van het Directoraat-generaal Economie en Tewerkstelling van het Ministerie van het Waalse Gewest;3° personeelslid : de stagiair, het lid of de persoon in dienst genomen via arbeidsovereenkomst en aangewezen op het functionele kader van de Afdeling Commissariaat-generaal voor Toerisme;de persoon met een vervangingsovereenkomst komt niet in aanmerking; 4° commissaris-generaal voor toerisme : de leidend ambtenaar van het Commissariaat-generaal voor Toerisme.

Art. 3.Op een door de Regering bepaalde datum worden de personeelsleden van de Afdeling van ambtswege overgedragen naar het Commissariaat-generaal voor Toerisme.

Voorafgaand aan die overdracht zullen de personeelsleden kunnen opteren voor hun behoud binnen de pool van het Directoraat-generaal Economie en Tewerkstelling.

Art. 4.De overdrachten vormen geen nieuwe benoemingen.

Art. 5.§ 1. De naar het Commissariaat-generaal voor Toerisme overgedragen personeelsleden behouden hun hoedanigheid, hun graad, hun administratieve en geldelijke anciënniteit. Onverminderd de bepalingen van § 2 behouden ze eveneens de toelagen, vergoedingen of premies en de andere voordelen die zij kregen vóór hun overdracht overeenkomstig de hen geldende regelgeving, voor zover de voorwaarden voor toekenning ervan in het Commissariaat-generaal voor Toerisme blijven bestaan.

Voor de toepassing van het eerste lid, bij stilzwijgen van de overeenkomst, worden de personeelsleden die via arbeidsovereenkomst in dienst zijn genomen, beschouwd als houder van de graad die overeenstemt met de betrekking waarvoor ze in dienst zijn genomen of, bij stilzwijgen van de overeenkomst, van de graad waarmee de weddeschaal verbonden is waarin hun bezoldiging is vastgesteld. § 2. Indien een personeelslid belast is met de uitoefening van een hoger ambt in de Afdeling, wordt er voor zijn overdracht enkel rekening gehouden met zijn statutaire graad. § 3. De personeelsleden van de Afdeling behouden in het Commissariaat-generaal voor Toerisme de laatste evaluatievermelding die hen is toegewezen. De evaluatievermelding blijft geldig tot en met de toewijzing van een nieuwe vermelding.

Als het personeelslid op datum van zijn overdracht krachtens dit besluit een beroep tegen zijn evaluatie heeft ingediend, wordt de procedure in het Commissariaat-generaal voor Toerisme voortgezet. § 4. Het personeelslid dat vóór zijn overdracht naar het Commissariaat-generaal voor Toerisme de voorwaarden vervult voor de deelname aan een vergelijkend examen voor overgang naar het hogere niveau of voor een examen voor verhoging in graad dat aangekondigd is door het Ministerie van het Waalse Gewest op de datum van de overdracht, behoudt zijn recht om deel te nemen aan dat vergelijkend examen of examen.

Art. 6.Dit besluit, de artikelen 8 en 66 van het decreet van 27 mei 2004 betreffende de organisatie van het toerisme en de artikelen 25 en 26 van het decreet van 20 juli 2005 betreffende de subsidies voor de bevordering van het toerisme treden in werking op 10 april 2008.

Art. 7.De Minister is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 10 april 2008.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, B. LUTGEN