9 JULI 2020. - Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 29 oktober 2015Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 29/10/2015 pub. 20/11/2015 numac 2015205351 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering betreffende de steun voor internationalisering van de ondernemingen sluiten betreffende de steun voor internationalisering van de ondernemingen

De Waalse Regering, Gelet op het decreet van 2 april 1998 houdende oprichting van het "Agence wallonne à l'Exportation et aux investissements étrangers" (Waals Exportagentschap voor uitvoer en Buitenlandse Investeringen);

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 29 oktober 2015Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 29/10/2015 pub. 20/11/2015 numac 2015205351 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering betreffende de steun voor internationalisering van de ondernemingen sluiten betreffende de steun voor internationalisering van de ondernemingen;

Gelet op het advies van de raad van bestuur van het "Agence wallonne à l'Exportation et aux investissements étrangers", gegeven op 26 oktober 2018;

Gelet op het rapport van 22 maart 2019, opgemaakt overeenkomstig artikel 3, 2°, van het decreet van 11 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/04/2014 pub. 06/06/2014 numac 2014203532 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen sluiten houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 4 april 2019;

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 18 april 2019;

Gelet op het advies 66.037/2 van de Raad van State, gegeven op 20 mei 2019, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op het advies nr. A.1228 van de "Conseil économique et social de la Région wallonne" (Sociaal-economische raad van het Waalse Gewest), gegeven op 6 juli 2015;

Op de voordracht van de Minister van Economie en Buitenlandse Handel, Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In artikel 1 van het besluit van de Waalse Regering van 29 oktober 2015Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 29/10/2015 pub. 20/11/2015 numac 2015205351 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering betreffende de steun voor internationalisering van de ondernemingen sluiten betreffende de steun voor internationalisering van de ondernemingen worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) punt 3° wordt vervangen als volgt: "3 ° de starter : elke onderneming die ingeschreven is bij de Kruispuntbank van Ondernemingen sedert minder dan vijf jaar op het moment van de indiening van de aanvraag om toelagen;"; b) punt 8° wordt vervangen als volgt: "8° de in aanmerking komende kosten : het geheel van de kosten die door de aanvrager rechtstreeks gemaakt worden en die geheel of gedeeltelijk kunnen worden gedekt door een toelage gegrond op dit besluit;deze kosten worden altijd exclusief BTW of andere belastingen of kortingen in aanmerking genomen;"; c) er wordt een punt 8° /1 ingevoegd, luidend als volgt : "8° /1 de toegelaten kosten : het geheel van de in aanmerking komende kosten die door de aanvrager rechtstreeks gemaakt worden en waarmee wordt rekening gehouden voor de berekening van de toelage na toepassing van de in dit besluit vastgestelde beperkingen;"; d) punt 10° wordt vervangen als volgt: "10° Verordening (EU) nr.1408/2013 : Verordening (EU) nr. 1408/2013 van de Commissie van 18 december 2013 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun in de landbouwsector;"; e) het wordt aangevuld met de punten 12° en 13°, luidend als volgt: "12° het project op internationaal vlak : de strategie gevolgd door de aanvrager om zijn internationale ontwikkeling te bevorderen; 13° het initiatief: de concrete tenuitvoerlegging van het project op internationaal vlak van de aanvrager die resulteert in de aanvraag voor een toelage in het kader van dit besluit.".

Art. 2.Artikel 2 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : "

Art. 2.De in dit besluit bedoelde toelagen zijn elke de-minimissteun in de zin van Verordening (Eu) nr. 1407/2013 of Verordening (EU) nr. 1408/2013.".

Art. 3.In hetzelfde besluit wordt een artikel 2/1 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 2/1.Dit besluit is niet van toepassing op de steun van het Agentschap met betrekking tot de ondersteuning van de internationalisering van ondernemingengroepen, gemengde kamers van koophandel en hun leden, noch op de steun voor de internationalisering van ondernemingen die wordt verleend via de geïntegreerde steunportefeuille in het Waalse Gewest.".

Art. 4.De artikelen 3 en 4 van hetzelfde besluit worden vervangen als volgt: "

Art. 3.De in dit besluit bedoelde toelagen zijn voorbehouden voor subsidiabele initiatieven die gericht zijn op de ontwikkeling van activiteiten die op internationaal vlak worden uitgeoefend. Ze worden binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten verleend.

Art. 4.Het recht om een in dit besluit bedoelde toelage te ontvangen wordt slechts aan de aanvrager toegekend indien de volgende voorwaarden worden vervuld: 1° de aanvraag voor een toelage wordt door de Minister goedgekeurd;2° het Agentschap heeft de aanvrager een afrekeningsbrief gestuurd met het definitieve bedrag van de gevraagde toelage, waarbij met name rekening is gehouden met de naleving van de toekenningsvoorwaarden, de toepasselijke maxima, de schuldverklaring op erewoord van de aanvrager of de bewijsstukken. Wat het eerste lid, 1°, betreft, vermeldt het toekenningsbesluit van de Minister het maximumbedrag van de toelage met inachtneming van de in aanmerking komende kosten.".

Art. 5.In artikel 5 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de woorden "het project van de aanvrager niet vóór de indiening van de aanvraag uitgevoerd worden" worden vervangen door de woorden "het initiatief van de aanvrager niet vóór de indiening van de aanvraag uitgevoerd worden";2° de woorden "indien de aanvrager zijn project" worden de vervangen door de woorden "indien de aanvrager zijn initiatief".

Art. 6.De artikelen 6 tot 8 van hetzelfde besluit worden vervangen als volgt: "

Art. 6.De maximumbedragen van de toelagen van het Agentschap en de termijnen en perioden worden bepaald per entiteit met een ondernemingsnummer bij de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO), onverminderd de naleving door de aanvrager van de maximumbedragen van de toelagen en perioden die per enige onderneming bedoeld zijn bij Verordening (EU) nr. 1407/2013 of Verordening (EU) nr. 1408/2013 wanneer hij onder de landbouwsector valt.

Bijgevolg wordt het gevraagde toelagebedrag verminderd met het beschikbare saldo onder het toegestane plafond of wordt het geweigerd indien de toekenning ervan ertoe zou leiden dat de aanvrager ofwel de maximumbedragen van de toelagen van het Agentschap overschrijdt ofwel, afhankelijk van zijn activiteitensector, de maximumbedragen van de toelagen bedoeld in Verordening (EU) nr. 1407/2013 of Verordening (EU) nr. 1408/2013 of de normen die daarvoor in de plaats zijn gekomen, overschrijdt.

Art. 7.De aanvrager is een onderneming die bij de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO) geregistreerd is, met een hoofdbedrijfszetel in het Waalse Gewest en die een project op internationaal vlak nastreeft.

De bedrijfszetel is elke inrichting of activiteitcentrum met een bepaald stabiliteitskarakter. De hoofdbedrijfszetel is de zetel die binnen het geheel van de onderneming van de aanvrager, het grootste aantal werknemers tewerkstelt.

Het project op internationaal vlak van de onderneming, indien het tot een goed einde gebracht wordt, creëert een meerwaarde voor de Waalse economie, met name in termen van werkgelegenheidscreatie- of handhaving in het Waalse Gewest of in termen van ontwikkeling van de productie van goederen of diensten in het Waalse Gewest, of in termen van innovatie. Het Agentschap waardeert het realistische karakter van deze toegevoegde waarde voor de Waalse economie.

Onderzoek en ontwikkeling, intellectuele eigendom, omzet, werkgelegenheid en directe investeringen in het Waalse Gewest, alsook hun respectieve groei, worden in aanmerking genomen bij de voortdurende evaluatie van de toegevoegde waarde in het Waalse Gewest.

De toegevoegde waarde gegenereerd door de aanvrager van de steun wordt vooreerst in overweging genomen. De toegevoegde waarde van de Waalse onderaannemers is de tweede belangrijkste factor.

Art. 8.In zijn aanvraag voor een toelage beschrijft de aanvrager het desbetreffende initiatief dat noodzakelijkerwijs deel moet uitmaken van zijn project op internationaal vlak.

Het initiatief en het project op internationaal vlak stemmen overeen met de nationale en internationale normen die van toepassing zijn op de beroepssector van de aanvrager met inbegrip van de eventuele deontologische regels.".

Art. 7.In artikel 9 van hetzelfde besluit worden de woorden "naar het buitenland" vervangen door de woorden "buiten het Waalse Gewest".

Art. 8.De artikelen 10 en 11 van hetzelfde besluit worden vervangen als volgt: "

Art. 10.Ongeacht de fase van de procedure voor de toekenning van de toelagen op grond van dit besluit, mag de aanvrager: 1° geen buurtwinkel zijn;2° geen houdstermaatschappij zijn;3° geen entiteit zijn die gehuisvest is in een structuur die de ontwikkeling van de economische activiteiten in het Waalse Gewest ondersteunt en die haar ondernemingsnummer ter beschikking stelt van de gehuisveste entiteit. De aanvrager voldoet aan de wetsbepalingen die zijn activiteit regelen, en aan de fiscale, sociale en milieuwetgevingen alsook aan de deontologische code of het huishoudelijk reglement dat op zijn beroep van toepassing is.

Art. 11.Er mag geen toelage bedoeld in dit besluit toegekend worden voor: 1° de bezoldiging van prestaties geleverd door de loontrekkenden van de aanvrager of door andere leden van zijn onderneming, noch voor de bezoldiging van producten of diensten die de aanvrager aan zijn klanten verkoopt;2° kosten die in rekening worden gebracht door leveranciers of dienstverleners die een juridische, financiële, functionele of structurele band met de aanvrager hebben;3° normale en terugkerende werkingsuitgaven van de aanvrager;4° kosten die in contanten worden betaald of door middel van een vergoeding die voortvloeit uit de levering van goederen of diensten;5° uitgaven die door de aanvrager aan derden doorgefactureerd werden;6° uitgaven met een weeldekarakter;7° een initiatief op internationaal vlak waarvoor de aanvrager van mening is toelagen te vragen, waarvoor hij toelagen of financieringen vraagt of heeft ontvangen bij elk ander orgaan, instelling of openbare overheid. Bovendien wordt de toelage niet in geval van faillissement, ontbinding of vrijwillige dan wel gerechtelijke vereffening van de aanvrager toegekend.

Wat het eerste lid, 7°, betreft, is het niet van belang of die toelagen de in aanmerking komende kosten geheel of gedeeltelijk dekken.".

Art. 9.In artikel 17 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid worden de woorden "de in aanmerking komende kosten gebonden aan diensten voor de productie" vervangen door de woorden "de toegelaten kosten gebonden aan de toegelaten initiatieven, namelijk de diensten voor de productie";2° het artikel wordt aangevuld met twee leden, luidend als volgt: "De periode van drie jaar gaat in op de datum van kennisgeving door het Agentschap van de beslissing van de Minister om een toelage als communicatiedrager toe te kennen.Ze eindigt zesendertig maanden later. Alle toelagen die als communicatiedrager tussen de datum van de eerste kennisgeving en de datum van het einde van de periode zijn meegedeeld, worden in aanmerking genomen bij de berekening van het plafond. De toelage wordt alleen uitbetaald als de communicatiedrager is afgerond.".

Art. 10.Artikel 18 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : "

Art. 18.De in aanmerking komende kosten zijn de kosten gebonden aan de productie van dragers van commerciële communicatie voor de prospectie van klanten gevestigd buiten België, met uitzondering van de communicatiedragers bestemd voor de Belgische markt.

In dit kader zijn de in aanmerking komende kosten de volgende: 1° de kosten voor de productie van papieren of digitale flyers waarin de onderneming van de aanvrager, haar producten of diensten worden voorgesteld of;2° de kosten voor de productie van video's, 3D-animaties en interactieve virtuele bezoeken waarin de onderneming, producten of diensten van de aanvrager worden gepresenteerd, met uitzondering van reclamespots;3° de kosten voor het maken van reclameadvertenties in periodieke vakbladen die in het buitenland verschijnen of in digitale vakbladen die in het buitenland verschijnen of op buitenlandse professionele internetportalen. Verzekeringskosten, cateringkosten, kosten van modellen en acteurs, inclusief make-up, reiskosten, kosten voor het verzenden van communicatiedragers, alsmede de aankoop van USB-sticks, software, computer- of fotoapparatuur zijn geen in aanmerking komende kosten.".

Art. 11.In artikel 21, derde lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "Wallonie-Bruxelles Tourisme" vervangen door de woorden "Wallonie-Belgique Tourisme".

Art. 12.In artikel 22 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden "In afwijking van artikel 7" vervallen;2° de zin wordt vervangen als volgt: "Indien de aanvrager meerdere bedrijfszetels heeft, kan de in deze afdeling bedoelde toelage verminderd worden naar rata van de omzet van de Waalse bedrijfszetel in verhouding tot de omzet van het geheel van de activiteiten van de aanvrager".

Art. 13.De artikelen 24, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 25 februari 2017, tot 27 van hetzelfde besluit worden vervangen als volgt: "

Art. 24.De in deze afdeling bedoelde toelagen dekken vijftig procent van toegelaten kosten gebonden aan initiatieven voor de actieve deelname aan beurzen en salons in het buitenland. Het gaat om internationale erkende evenementen met een beroepskarakter.

De deelnamen aan evenementen of collectieve standen georganiseerd door het Agentschap of door een operator die een openbare tegemoetkoming voor dezelfde manifestatie geniet, komen niet in aanmerking voor die toelagen.

Bovendien mogen die toelagen bedoeld in deze afdeling het plafond van 50000 euro over drie jaar per onderneming niet overschrijden. Dit plafond wordt op 75.000 euro over drie jaar per onderneming gebracht wanneer de aanvrager een starter is.

De periode van drie jaar gaat in op de datum van kennisgeving door het Agentschap van de beslissing van de Minister om een toelage te verlenen ter ondersteuning van de deelname aan beurzen en salons in het buitenland. Zij eindigt 36 maanden later. Alle toelagen die voor de ondersteuning van de deelname aan beurzen en salons in het buitenland tussen de datum van de eerste kennisgeving en de datum waarop de periode afloopt, worden meegedeeld, worden in aanmerking genomen bij de berekening van het plafond.

Congressen en conferenties in het buitenland met een betalende inschrijving en toespraak voor de actieve bevordering van producten of diensten van de aanvrager worden gelijkgesteld met beurzen of beroepsalons in het buiteland.

Art. 25.Wanneer de aanvrager individueel deelneemt aan een beurs of een gespecialiseerde salon in het buitenland, komen alleen de kosten van de door de organisator van het evenement gefactureerde huur van de stand in aanmerking. Deze kosten worden beperkt op maximum: 1° 50 m2 wat betreft de gehuurde oppervlakte;2° 400 euro par m2 wat betreft de gefactureerde prijs. Lid 1 is eveneens van toepassing wanneer de aanvrager op een congres of conferentie in het buitenland met een betalende inschrijving spreekt en waarvoor hij ook een beursstand heeft, teneinde zijn producten en diensten actief te promoten.

Wanneer de aanvrager op een congres of conferentie in het buitenland met betalende inschrijving spreekt om zijn producten en diensten actief te promoten, maar niet over een beursstand beschikt, worden de in aanmerking komende kosten, in afwijking van het eerste en het tweede lid, beperkt tot het inschrijvingsgeld met een maximum van 1.600 EUR.

Art. 26.Wanneer de aanvrager een K.M.O. is die individueel deelneemt en voor het eerst een stand heeft op een vakbeurs of gespecialiseerde salon in het buitenland, geniet hij van de KMO-BONUS. In dit geval zijn de in aanmerking komende kosten de volgende: 1° het inschrijvingsgeld van de aanvrager voor het gekozen evenement;2° de reis- en verblijfkosten vanuit België en tijdens de duur van de beurs of salon van een enkele afgevaardigde van de aanvrager, vastgesteld volgens de vaste tarieven die door de Minister zijn vastgesteld en bekendgemaakt op de website van het Agentschap;3° de kosten voor het huren van de oppervlakte van de stand die gefactureerd zijn door de organisator van de beurs of salon;4° de kosten voor de montage en demontage van de stand, gefactureerd door gespecialiseerde professionele bedrijven;5° de kosten voor de inrichting van de stand die door de organisator van de beurs of salon of door gespecialiseerde beroepsfirma's worden gefactureerd;6° de kosten voor het verzenden van tentoonstellingsmateriaal of demonstratiedieren die niet onderworpen zijn aan handelstransacties en die teruggestuurd worden naar het Waalse Gewest, op voorwaarde dat het vervoer wordt uitgevoerd door een derde professionele vervoersonderneming. Met betrekking tot het eerste lid, 5°, hebben de inrichtingskosten betrekking op de kosten voor het huren van meubilair, elektrische installatie, verlichting en vloerbedekking.

Bedragen betaald voor de aankoop van roerende of onroerende goederen zijn geen in aanmerking komende kosten.

Een betalende deelname aan een evenement waaraan de K.M.O. reeds deelgenomen heeft maar voor een editie die in een andere stad, een andere regio of een ander land plaatsvindt, wordt met een eerste deelname gelijkgesteld.

Art. 27.De evenementen gedekt door de in deze afdeling bedoelde toelagen worden vrij door de aanvrager gekozen. De in deze afdeling bedoelde toelagen worden evenwel alleen toegekend voor tentoonstellingen die individueel worden georganiseerd: 1° onder eigen naam de aanvrager;2° onder de handelsnaam van de aanvrager of van zijn producten en diensten;3° onder het op naam van de aanvrager wettelijk geregistreerde handelsmerk. Deze deelname aan het gekozen evenement omvat de heen- en terugreiskosten, vanuit België of een land dat grenst aan België met terug naar België of het land van vertrek, van ten minste één van de verkoopvertegenwoordigers van de aanvrager naar de genoemde beurzen of salons gedurende de gehele duur ervan en maakt de actieve bevordering van de producten of diensten van de aanvrager mogelijk. Om gegronde redenen moet het vertrek van de afgevaardigde vanuit een ander land van de Europese Unie worden onderworpen aan de voorafgaande toestemming van het Agentschap.

Bijgevolg komt de aanvrager die niet onder zijn eigen naam, handelsnaam of handelsmerk op de lijst van exposanten op het evenement voorkomt of die aan beurzen deelneemt onder de naam van zijn agent, importeur of onder de naam van zijn moedermaatschappij of buitenlandse dochterondernemingen, niet in aanmerking voor een toelage uit hoofde van deze afdeling.

Indien de aanvrager geen individuele stand kan verkrijgen of een stand wenst te delen met andere deelnemers, kan hij een toelageaanvraag indienen, op voorwaarde dat hij de organisator alle informatie verstrekt over de huur van de stand en over de doorberekening en de overname van zijn deel van de kosten.".

Art. 14.In artikel 28 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden "In afwijking van artikel 7" vervallen;2° de zin wordt vervangen als volgt: "Indien de aanvrager meerdere bedrijfszetels heeft, kan de in deze afdeling bedoelde toelage verminderd worden naar rata van de omzet van de Waalse bedrijfszetel in verhouding tot de omzet van het geheel van de activiteiten van de aanvrager".

Art. 15.Artikel 30 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : "

Art. 30.De in deze afdeling bedoelde toelagen betreffen prospectiereizen buiten de Europese Unie, uitnodigingen in het Waalse Gewest van partners gevestigd buiten de Europese Unie of voorhaalbaarheidsstudies buiten de Europese Unie. Ze dekken vijftig procent van de volgende in aanmerking komende kosten: 1° de heen- en terugreiskosten vanuit België of een land dat grenst aan België met terug naar België of het land van vertrek alsook de verblijfkosten gedaan in het kader van prospectiereizen buiten de Europese Unie;2° de heen- en terugreiskosten in België en verblijfkosten gedaan in het kader van een uitnodiging in het Waalse Gewest van erkende of potentiële partners gevestigd buiten de Europese Unie, met uitzondering van partners waarbij de aanvrager op enigerlei wijze betrokken is bij het beheer of het toezicht . Wat het eerste lid, 1°, betreft, wordt een vertrek van de afgevaardigde vanuit een ander land van de Europese Unie om gegronde redenen onderworpen aan de voorafgaande toestemming van het Agentschap.

Deze kosten worden geforfaitiseerd.

De Minister bepaalt een forfaitair bedrag voor de reis- en verblijfkosten in elke geografische zone die hij bepaalt, waarbij het in voorkomend geval voorziet in een verschillend forfaitair bedrag al naar gelang de reis van de vertegenwoordiger van de aanvrager één of meerdere landen van de zone betreft. Dit (of deze) forfaitaire bedrag(en) wordt(worden) dan op de website van het Agentschap bekendgemaakt.".

Art. 16.In artikel 31 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden "over een periode van zes jaar" vervangen door de woorden "over een periode van drie jaar";2° bedoeld artikel wordt aangevuld met een lid, luidend als volgt: "De periode van drie jaar gaat in op de datum van kennisgeving door het Agentschap van de beslissing van de Minister om een toelage te verlenen ter ondersteuning van de mobiliteit.Zij eindigt 36 maanden later. Zij wordt gevolgd door een periode van 36 maanden waarin de aanvrager geen subsidie meer kan aanvragen voor hetzelfde land of dezelfde landen. Alle reizen waarvoor een toelage is meegedeeld in het kader van de ondersteuning van de mobiliteit tussen de datum van de eerste kennisgeving door het Agentschap van de beslissing van de Minister tot toekenning van de toelage en de datum waarop de in lid 2 bedoelde periode afloopt, worden in aanmerking genomen voor de berekening van het aantal toegestane reizen.".

Art. 17.Artikel 32 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : "

Art. 32.In afwijking van artikel 31 wordt het maximum prospectiereizen over een periode van drie jaar op zes reizen gebracht wanneer de aanvrager op eigen kosten een voorhaalbaarheidsstudie voorafgaandelijk aan een bestelling van een klant gevestigd buiten de Europese Unie uitvoert en indien hij de volgende voorwaarden vervult: 1° zijn initiatief op internationaal vlak heeft een hoge technische waarde en betreft de productie van goederen of diensten in het Waalse Gewest, zoals de installatie van een productielijn "sleutel op de deur", een infrastructuurproject of een bouwkundeproject;2° zijn initiatief op internationaal vlak is buitengewoon voor de onderneming van de aanvrager en zal, als het tot een goed einde wordt gebracht, een unieke referentie zijn;3° zijn initiatief op internationaal vlak zal de werkgelegenheidscreatie in het Waalse Gewest bevorderen. In dit geval omvatten de in aanmerking komende kosten, naast de geforfaitiseerde reis- en verblijfkosten bedoeld in artikel 30, en in voorkomend geval, in afwijking van artikel 11, het ereloon van de externe of interne deskundigen gekozen door de aanvrager voor de uitvoering van de studie alsook alle andere behoorlijk gerechtvaardigde kosten gebonden aan het betrokken initiatief op internationaal vlak.

De aanvrager bewijst dat de gekozen deskundige(n) de vereiste vaardigheden heeft(hebben). Het Agentschap kan een plafond voor die kosten bepalen.

De toelage dekt dan vijftig procent van het geheel van de in aanmerking komende kosten zonder 25.000 euro per initiatief te mogen overschrijden.".

Art. 18.In artikel 33 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid vervangen als volgt : "Bij ontstentenis of annulering van de reis, de uitnodiging of de voorhaalbaarheidsstudie wordt geen toelage bedoeld in deze afdeling toegekend.".

Art. 19.Artikel 34 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : "

Art. 34.De in deze afdeling bedoelde toelagen dekken vijftig procent van de toegelaten kosten m.b.t. initiatieven gebonden aan de opening en de werking van een bureau voor handelsvertegenwoordiging buiten de Europese Unie. Deze kosten worden geforfaitiseerd.

Het geografische gebied dat door het bureau voor handelsvertegenwoordiging wordt bestreken, kan een of meerdere landen omvatten.

De Minister bepaalt een forfaitair bedrag voor de in aanmerking komende kosten in elke geografische zone die hij bepaalt, waarbij hij in voorkomend geval een onderscheid maakt al naar gelang het bureau individueel, gemeenschappelijk of in een commerciële incubator is. Dit (of deze) forfaitaire bedrag(en) wordt(worden) dan op de website van het Agentschap bekendgemaakt.

De som van het eigen vermogen en schulden van de aanvrager van meer dan een jaar is groter dan het forfaitaire bedrag dat is vastgesteld voor de in aanmerking komende kosten. Voor het gemeenschappelijk bureau wordt het vastgestelde forfaitaire bedrag in aanmerking genomen naar rato van de bijdrage van de aanvrager in de kosten van het bureau.

De aanvrager mag gedurende ten minste vijf jaar geen permanente structuur hebben gehad in het land of de landen die door het bureau voor handelsvertegenwoordiging worden bestreken.

De uit hoofde van deze afdeling toegekende toelagen mogen niet meer dan twee bureaus voor vertegenwoordiging per onderneming in afzonderlijke gedekte zones binnen een periode van drie jaar bestrijken, ongeacht de door de aanvrager gekozen formule.

De periode van drie jaar gaat in op de datum van kennisgeving door het Agentschap van de beslissing van de Minister om een toelage te verlenen ter ondersteuning van het bureau voor handelsvertegenwoordiging. Zij eindigt 36 maanden later. Alle bureaus voor handelsvertegenwoordiging waarvoor een toelage is meegedeeld voor de ondersteuning van het bureau voor handelsvertegenwoordiging tussen de datum van de eerste kennisgeving van de beslissing tot toekenning van de Minister en de datum waarop de periode afloopt, worden in aanmerking genomen bij de berekening van het aantal toegestane bureaus.".

Indien de opening van het bureau voor handelsvertegenwoordiging wordt geannuleerd of indien dit bureau tijdens de voorziene periode niet wordt gebruikt en niet wordt geëxploiteerd, wordt geen toelage bedoeld in deze afdeling verleend.".

Art. 20.Artikel 35 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een nieuw lid, luidend als volgt: "De aanvrager houdt zich aan de plaatselijke wettelijke bepalingen inzake de opening en werking van een bureau voor handelsvertegenwoordiging".

Art. 21.In artikel 38 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden "op eigen kosten uitsluitend" ingevoegd tussen het woord "exploiteert" en de woorden "een bureau voor handelsvertegenwoordiging";2° in het tweede lid worden de woorden "In afwijking van het vorige lid" vervangen door de woorden "In afwijking van artikel 7";3° in het tweede lid worden de woorden "financieel onafhankelijk van elkaar" vervangen door de woorden "volledig onafhankelijk van elkaar".

Art. 22.Artikel 50 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : "

Art. 50.De aanvrager dient gratis elke aanvraag om toelage in aan de hand van het elektronisch formulier dat op de website van het Agentschap ter beschikking wordt gesteld.

De aanvrager bevestigt uitdrukkelijk dat hij Verordening (UE) nr. 1407/2013 of Verordening (UE) nr. 1408/2013 en dit besluit naleeft.

Wanneer de aanvraag betrekking heeft op de toelagen bedoeld in de artikelen 26 en 38, tweede lid, bevestigt de aanvrager ook uitdrukkelijk dat hij voldoet aan de definitie van de K.M.O. bedoeld in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard. Deze bevestigingen belemmeren de verificatie van die naleving door het Agentschap niet.

Bovendien verbindt de aanvrager er zich in dit formulier toe om de in artikel 64, eerste lid, 1° en 2°, bedoelde documenten, tijdens een periode van tien jaar te behouden te rekenen van de datum van storting van de toelage door het Agentschap, behalve verlenging van de termijn overeenkomstig de wettelijke bepalingen inzake verjaring.

Bij zijn aanvraag voegt de aanvrager: 1° de voorstelling van het initiatief op internationaal vlak waarvoor hij een toelage vraagt, waarbij hij het type toelage en de aangevraagde begroting nader bepaalt;2° elk nuttig document om zijn aanvraag te steunen. Het Agentschap beoordeelt de geschiktheid van het initiatief ten opzichte van het project op internationaal vlak.

Het Agentschap bericht ontvangst van de aanvraag.".

Art. 23.In het opschrift van afdeling 2 van hoofdstuk IV van hetzelfde besluit worden de woorden "of het Agentschap" opgeheven.

Art. 24.In artikel 52, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "deelt ze aan de aanvrager mede." vervangen door de woorden "betekent ze aan de aanvrager.".

Art. 25.In hetzelfde besluit wordt een artikel 52/1 ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 52/1.Na kennisgeving door het Agentschap van de beslissing van de Minister tot goedkeuring van de toelage legt de aanvrager elk verzoek tot wijziging van het gesubsidieerde initiatief, van zijn begroting of de voor de uitvoering ervan gekozen dienstverleners en leveranciers onverwijld ter goedkeuring aan het Agentschap voor.".

Art. 26.Artikel 53 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 27.In hetzelfde besluit wordt het opschrift van afdeling 3 van hoofdstuk IV vervangen als volgt: "Storting van de toelage en vervaltermijnen".

Art. 28.Artikel 54 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 29.Artikel 55 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : "

Art. 55.Het gesubsidieerde initiatief wordt volledig uitgevoerd een jaar na de datum van kennisgeving door het Agentschap van de beslissing van de Minister tot goedkeuring van de toelageaanvraag.

In afwijking van lid 1 wordt het gesubsidieerde initiatief twee jaar na de datum van kennisgeving door het Agentschap van de beslissing van de Minister tot goedkeuring van de toelageaanvraag volledig uitgevoerd wanneer de toelage op grond van de artikelen 30 tot en met 32 wordt aangevraagd.".

Art. 30.Artikel 56 van hetzelfde besluit, opgeheven bij het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2017, wordt in de volgende lezing hersteld: "

Art. 56.De volledige stortingsaanvraag wordt ingediend uiterlijk: 1° drie maanden na de volledige uitvoering van het gesubsidieerde initiatief;2° drie maanden na de kennisgeving door het Agentschap van de beslissing van de Minister tot goedkeuring van de toelageaanvraag indien deze kennisgeving volgt op de volledige uitvoering van het gesubsidieerde initiatief. In afwijking van het eerste lid wordt de volledige stortingsaanvraag, wanneer de toelage op basis van de artikelen 34 tot 40 wordt aangevraagd, ingediend uiterlijk: 1° vijftien maanden na de datum van opening van het bureau voor handelsvertegenwoordiging;2° drie maanden na de kennisgeving door het Agentschap van de beslissing van de Minister tot goedkeuring van de toelageaanvraag indien deze kennisgeving wordt gedaan na de twaalf maanden van werking van het bureau voor handelsvertegenwoordiging. In geval van overschrijding van de in het eerste en het tweede lid bedoelde termijnen wordt de stortingsaanvraag afgewezen.".

Art. 31.Artikel 57 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt: "

Art. 57.De aanvrager dient zijn stortingsaanvraag alleen in wanneer aan de volgende voorwaarden is voldaan : 1° het gesubsidieerde initiatief wordt volledig uitgevoerd;2° alle facturen die zijn verzonden door de dienstverleners en leveranciers die zijn gekozen om het gesubsidieerde initiatief uit te voeren, zijn betaald. De stortingsaanvraag bevat een schuldvorderingsverklaring opgemaakt overeenkomstig het model dat op de website van het Agentschap beschikbaar is en alle bewijsstukken die eventueel vereist worden.

In de schuldvorderingsverklaring bevestigt de aanvrager uitdrukkelijk dat hij Verordening (UE) nr. 1407/2013 of Verordening (UE) nr. 1408/2013 en dit besluit naleeft. Wanneer de aanvraag betrekking heeft op de toelagen bedoeld in de artikelen 26 en 38, tweede lid, bevestigt de aanvrager ook uitdrukkelijk dat hij voldoet aan de definitie van de K.M.O. bedoeld in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard. Deze bevestigingen belemmeren de verificatie van die naleving door het Agentschap niet.

Het Agentschap publiceert op zijn website de lijst van de voor elk type toelage aangevraagde bewijsstukken.

Overeenkomstig het vertrouwensbeginsel dat opgevat is als middel om de administratieve vereenvoudiging te verrichten en voor de in dit besluit bedoelde categorieën toelagen die het bepaalt, kan het Agentschap eerst van de aanvrager verlangen dat hij alleen een verklaring op erewoord en een handelsrapport van het gesubsidieerde initiatief op internationaal vlak indient, waarbij het zich de mogelijkheid voorbehoudt om in tweede instantie tot een controle van de toekenningsvoorwaarden over te gaan en dan het overleggen van bewijsstukken te eisen. Het Agentschap bepaalt op zijn website de categorieën toelagen waarvoor het vertrouwensbeginsel wordt toegepast.

Het Agentschap specificeert op zijn website ook de elementen die in het handelsrapport moeten worden opgenomen. In het kader van de controle op de toekenningsvoorwaarden kan het Agentschap de volledige contactgegevens en functies van de potentiële aanvragers of partners waarmee de aanvrager contact heeft opgenomen, opvragen.".

Art. 32.In artikel 58 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in het eerste lid, 1°, worden de woorden ", bedoeld in afdeling 3 van hoofdstuk III" vervangen door de woorden ", die in artikel 26 bedoeld zijn ";b) in het eerste lid, 1°, worden de woorden ", bedoeld in afdeling 4 van hoofdstuk III" vervangen door de woorden ", die in artikel 32 bedoeld zijn ";c) in het eerste lid, 1°, worden de woorden ", bedoeld in afdeling 5 van hoofdstuk III" vervangen door de woorden ", die in de artikelen 34 tot 40 bedoeld zijn ";d) het tweede lid wordt vervangen door wat volgt: "Dit voorschot kan alleen aan de aanvrager van wie de aanvraag bij beslissing van de Minister is goedgekeurd, toegekend worden.Het wordt niet toegekend voor de initiatieven die reeds voltooid zijn. De aanvrager verzoekt bovendien om dit voorschot door een beroep te doen op de schuldvorderingsverklaring waarvan het model op de website van het Agentschap ter beschikking wordt gesteld en door de vereiste bewijsstukken waarvan de lijst op deze site bekendgemaakt is, te voegen. In dit opzicht kan het Agentschap het vertrouwensbeginsel toepassen; het Agentschap vermeldt het in voorkomend geval op zijn website."; e) het vierde lid wordt vervangen door wat volgt: "De aanvrager die een voorschot heeft ontvangen, dient zijn aanvraag om storting van het saldo van de toelage binnen de in artikel 56 bedoelde termijn in.Hij betaalt het voorschot onverwijld aan het Agentschap terug, indien de deelname aan een beurs of salon in het buitenland vernietigd wordt, indien de haalbaarheidsstudie niet binnen de in artikel 55, eerste lid, bedoelde verricht wordt of indien het bureau voor handelsvertegenwoordiging niet geëxploiteerd wordt binnen een termijn van twaalf opeenvolgende maanden of tijdens de in de incubator voorziene periode.".

Art. 33.In artikel 59 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid vervangen als volgt : "Dit schorst de termijn bedoeld in artikel 56 niet".

Art. 34.De artikelen 60 tot 62 van hetzelfde besluit worden vervangen als volgt: "

Art. 60.Wanneer de aanvrager schuldenaar is van eisbare bedragen ten opzichte van het Agentschap, informeert bedoeld Agentschap hem dat het de aangevraagde toelage niet zal toekennen zolang die bedragen niet betaald zullen worden.

Dit schorst de termijn bedoeld in artikel 56 niet.

Er mag geen compensatie worden verricht tussen de schulden van de aanvrager tegenover het Agentschap en een in dit besluit bedoelde toelage.

Art. 61.Wanneer het Agentschap vaststelt dat de aanvrager de toekenningsvoorwaarden van de toelage of van het voorschot niet of niet meer vervult, weigert het de stortingsaanvraag en informeert het de aanvrager daarvan. In dit verband is het niet relevant of de beslissing van de Minister tot goedkeuring van de toelage al aan de aanvrager is meegedeeld.

Indien nodig kan het Agentschap de aanvrager erom verzoeken om hem binnen één maand elke aanvullende informatie die het nuttig acht te verstrekken om na te leven of de aanvrager nog altijd de toekenningsvoorwaarden vervult. Die aanvraag van het Agentschap wordt aan de aanvrager meegedeeld. De termijn van één maand begint te lopen vanaf de dag na de kennisgeving van de aanvraag voor aanvullende informatie door het Agentschap.

Art. 62.Wanneer de aanvrager een volledige stortingsaanvraag heeft ingediend en de verschuldigde bedragen ten opzichte van het Agentschap heeft betaald, geeft bedoeld Agentschap het hem in een afrekeningsbrief aan waarin het definitieve bedrag van de toegekende toelage wordt bepaald. Deze afrekeningsbrief geeft aanleiding tot het recht op de toelage in hoofde van de aanvrager overeenkomstig artikel 4.".

Art. 35.De artikelen 64 tot 65 van hetzelfde besluit worden vervangen als volgt: "

Art. 64.Wanneer het Agentschap de storting overeenkomstig het in artikel 57, vijfde lid, bedoelde vertrouwensbeginsel heeft betaald, kan het te allen tijde een controle uitvoeren en de aanvrager erom verzoeken om de volgende stukken binnen één maand te verstrekken : 1° de gedetailleerde facturen betreffende het gesubsidieerde initiatief die op naam van de aanvrager zijn opgesteld en in zijn boekhouding zijn opgenomen: 2° de rekeninguittreksels of aftrekken van de kredietkaarten van de aanvrager waarin de identiteit van de opdrachtgever duidelijk wordt vermeld en;3° elk ander document aangevraagd door het Agentschap. Met betrekking tot het eerste lid, 2°, zijn betalingen in contanten of door middel van een vergoeding voor goederen of diensten niet toegestaan. De in het eerste lid, 2°, bedoelde rekeninguittreksels of aftrekken van de kredietkaarten vormen het enige door het Agentschap aanvaarde betalingsbewijs.

Na onderzoek van de volledige bewijsstukken richt het Agentschap een kennisgeving aan de aanvrager om hem mede te delen of hij al dan niet bewijskrachtige documenten heeft verstrekt en of alle in dit besluit bedoelde voorwaarden voor de toekenning van de toelage zijn nageleefd.

Indien de aanvrager het verzoek van het Agentschap niet beantwoord heeft, wordt hem een rappelbrief per zending gericht. Een tweede rappelbrief kan aan de aanvrager gericht worden

Art. 65.Indien de aanvrager geen gevolg aan beide rappelbrieven heeft gegeven of als de documenten die hij aan het Agentschap heeft overgemaakt, niet bewijskrachtig zijn, betaalt hij het geheel of een deel van de betrokken toelage terug.

Het Agentschap richt een aangetekende brief met de terugbetalingsmodaliteiten aan de aanvrager. Bij gebrek aan betaling kan het Agentschap een rechtsvordering instellen.".

Art. 36.In artikel 66 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de woorden "krachtens het vorige lid de toelagen terugbetaalt" worden vervangen door de woorden "krachtens artikel 65 het geheel of een deel van de toelagen terugbetaalt";2° lid 2 wordt opgeheven.

Art. 37.Artikel 67 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt: "

Art. 67.Naast de toepassing van de bepalingen van de artikelen 61 en 62 van het decreet van 15 december 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/12/2011 pub. 29/12/2011 numac 2011027237 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende organisatie van de begroting en van de boekhouding van de diensten van de Waalse Regering sluiten houdende organisatie van de begroting, de boekhouding en de verslaggeving van de Waalse openbare bestuurseenheid betaalt de aanvrager die een toelage of een voorschot bedoeld in dit besluit heeft ontvangen, ze/het aan het Agentschap terug indien de hij: 1° aan één of meerdere van de toekenningsvoorwaarden van de toelage of het voorschot niet voldoet;2° zijn activiteiten op het grondgebied van het Waalse Gewest niet voortzet gedurende een periode van drie jaar vanaf de datum van betaling van de toelage;3° de fondsen ontvangen voor andere doeleinden dan welke waarvoor ze toegekend zijn, bestemt;4° het voorschot zoals bepaald in artikel 58, vierde lid, niet heeft terugbetaald;5° de toelage heeft ontvangen of behouden en wetens onjuiste of onvolledige inlichtingen heeft verstrekt onverminderd een eventuele strafrechtelijke vervolging. Bovendien betaalt de aanvrager het deel van de toelage dat het door de aanvaarde bewijsstukken gestaafde maximumbedrag overschrijdt, aan het Agentschap terug.

De aanvrager die zich minstens in één van bovenvermelde toestanden bevindt, wordt elke nieuwe toelage bedoeld in dit besluit ontnomen en van elke gemeenschappelijke actie van het Agentschap uitgesloten zolang hij de betrokken toelage of voorschot niet terugbetaalt.

Bovendien kan het Agentschap beslissen dat de aanvrager tijdens drie jaar vanaf de datum van terugbetaling van de betrokken toelage of voorschot aan het Agentschap geen toelagen zal kunnen aanvragen.".

Art. 38.Artikel 69 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 39.De Minister van Economie en Buitenlandse Handel is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 9 juli 2020.

Voor de Regering: De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Economie, Buitenlandse Handel, Onderzoek, Innovatie, Digitale Technologieën, Ruimtelijke Ordening, Landbouw, het "IFAPME", en de Vaardigheidscentra, W. BORSUS