Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 08 april 2000
gepubliceerd op 18 april 2000

Besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van het decreet van 15 maart 2000 waarbij een waarborg van het Gewest wordt verleend aan bepaalde bedrijven die door de dioxinecrisis van 1999 werden getroffen

bron
ministerie van het waalse gewest
numac
2000027165
pub.
18/04/2000
prom.
08/04/2000
ELI
eli/besluit/2000/04/08/2000027165/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

8 APRIL 2000. - Besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van het decreet van 15 maart 2000 waarbij een waarborg van het Gewest wordt verleend aan bepaalde bedrijven die door de dioxinecrisis van 1999 werden getroffen


De Waalse Regering, Gelet op het decreet van 15 maart 2000 waarbij een waarborg van het Gewest wordt verleend aan bepaalde bedrijven die door de dioxinecrisis van 1999 werden getroffen, inzonderheid op de artikelen 3 en 3bis;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 31 maart 2000;

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat het besluit tot uitvoering van bovenvermeld decreet van 15 maart 2000 zo spoedig mogelijk in werking moet treden zodat de door de dioxinecrisis van 1999 getroffen bedrijven hun activiteiten kunnen voortzetten;

Overwegende dat dit besluit uitwerking moet hebben met ingang van 4 april 2000, datum waarop bovenvermeld decreet van 15 maart 2000 in werking is getreden;

Overwegende dat het gaat om een tijdelijke maatregel die slechts betrekking heeft op de dossiers die de bedrijven uiterlijk 1 mei 2000 indienen; Op de voordracht van de Minister van Economie, K.M.O.'s, Onderzoek en Nieuwe Technologieën, Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° Minister : de Minister van Economie en K.M.O.'s; 2° decreet : het decreet van 15 maart 2000 waarbij een waarborg van het Gewest wordt verleend aan bepaalde bedrijven die door de dioxinecrisis van 1999 werden getroffen;3° bedrijf : het bedrijf bedoeld in artikel 1 van het decreet;4° evaluatiecomité : de commissie bedoeld in artikel 6 van het decreet van 30 september 1999 inzake het toekennen van een tegemoetkoming van het Waarborgfonds en van een rentetoelage aan de bedrijven die schade ondervonden hebben naar aanleiding van de dioxinecrisis van 1999;5° bestuur : het Directoraat-generaal Economie en Tewerkstelling van het Ministerie van het Waalse Gewest;6° krediet : het krediet bedoeld in artikel 2 van het decreet;7° waarborg : de waarborg bedoeld in artikel 3 van het decreet;8° rentetoelage : de rentetoelage bedoeld in artikel 3bis van het decreet.

Art. 2.De waarborgaanvraag wordt door de kredietinstelling bij het evaluatiecomité ingediend. Het dossier moet gewag maken van de voorwaarden waaronder de kredietinstelling het krediet verleent en van de gronden die de waarborgaanvraag wettigen. Het evaluatiecomité kan vragen om elk bijkomend gegeven dat het nuttig acht om zijn beslissing mee te delen. Na ontvangst van het volledige dossier beschikt het evaluatiecomité over tien werkdagen om een beslissing te nemen.

De beslissing wordt medegedeeld aan het bestuur, dat er kennis van geeft aan het bedrijf, de kredietinstelling en het Waarborgfonds.

Art. 3.De kredietinstelling die een gewaarborgd krediet opzegt, deelt het mee aan het Waarborgfonds en vermeldt de redenen van haar beslissing.

Art. 4.§ 1. Als het krediet niet van zekerheden vergezeld gaat, kan bij het Waarborgfonds een beroep worden gedaan op de waarborg ten belope van 50 % van het uitstaand bedrag in hoofdsom en interesten, met inbegrip van de achterstallige interesten. § 2. Als het krediet van zekerheden vergezeld gaat, dient de kredietinstelling een aanvraag om voorschot bij het Waarborgfonds in.

Het voorschot is gelijk aan 50 % van het uitstaand bedrag in hoofdsom en interesten, met inbegrip van de achterstallige interesten, en verminderd met de gemotiveerde schatting van de uitvoering van de nog in te vorderen zekerheden.

De eindafrekening wordt ingediend uiterlijk binnen 6 maanden na de definitieve uitvoering van de aan het krediet gekoppelde zekerheden.

De eindafrekening kan aanleiding geven tot de betaling van een aanvullend bedrag of tot een terugbetaling. § 3. De kredietinstelling doet een beroep op de waarborg uiterlijk binnen drie maanden na de opzegging van het krediet. Als de kredietinstelling na de eindafrekening tot netto-invorderingen overgaat op het gewaarborgde krediet, moet ze 50 % daarvan terugbetalen.

Art. 5.De aanvraag om rentetoelage wordt door het bedrijf bij het evaluatiecomité ingediend. Daartoe gebruikt het bedrijf een formulier waarvan het model door het bestuur is opgemaakt.

Art. 6.De Minister beslist over de toekenning van de rentetoelage na ontvangst van het door het evaluatiecomité overgemaakte advies en geeft het bedrijf kennis van zijn beslissing.

Art. 7.De rentetoelage wordt aan de kredietinstelling gestort. Deze laatste moet het bestuur een aangifte van schuldvordering bezorgen, waarin de berekening van het te storten bedrag wordt gedetailleerd.

De aangifte van schuldvordering moet hoe dan ook de volgende gegevens bevatten : 1° het bedrag van de gedurende het afgelopen jaar geheven schijven;2° de datum van elke heffing, 3° het bedrag van de op elke geheven schijf verschuldigde renten.

Art. 8.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 4 april 2000.

Art. 9.De Minister van Economie en K.M.O.'s is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 8 april 2000.

De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Economie, K.M.O.'s, Onderzoek en Nieuwe Technologieën, S. KUBLA

^