Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 06 oktober 2016
gepubliceerd op 25 oktober 2016

Besluit van de Waalse Regering tot goedkeuring van het voorontwerp van wijziging van het saneringsplan per onderstroomgebied van de Zenne en waarbij een vrijstelling van een milieueffectonderzoek wordt verleend voor de voorgestelde wijzigingen

bron
waalse overheidsdienst
numac
2016205308
pub.
25/10/2016
prom.
06/10/2016
ELI
eli/besluit/2016/10/06/2016205308/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

6 OKTOBER 2016. - Besluit van de Waalse Regering tot goedkeuring van het voorontwerp van wijziging van het saneringsplan per onderstroomgebied van de Zenne (bladen 1/16, 2/16, 3/16, 7/16, 8/16, 11/16) en waarbij een vrijstelling van een milieueffectonderzoek wordt verleend voor de voorgestelde wijzigingen


De Waalse Regering, Gelet op Richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid;

Gelet op Richtlijn 91/271/EEG van de Raad van 21 mei 1991 inzake de behandeling van stedelijk afvalwater;

Gelet op Boek I van het Milieuwetboek, inzonderheid op de artikelen D.52 tot D.61 en D.79;

Gelet op Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, inzonderheid op de artikelen D.216 tot D.218 en de artikelen R.284 tot R.290;

Gelet op het saneringsplan per onderstroomgebied van de Zenne dat op 22 december 2005 definitief is goedgekeurd door de Waalse Regering en dat op 10 januari 2006 in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt;

WIJZIGING VAN HET SANERINGSPLAN PER ONDERSTROOMGEBIED Overwegende dat de "S.P.G.E." "Société publique de Gestion de l'Eau" (Openbare Maatschappij voor Waterbeheer) alle aanvragen verzamelt die sinds de goedkeuring van het saneringsplan per onderstroomgebied van de Zenne in ontvangst zijn genomen, om overeenkomstig artikel R.288 van het Waterwetboek één enkel voorontwerp van wijziging van het saneringsplan per onderstroomgebied op te stellen;

Overwegende dat de "S.P.G.E." 14 conforme aanvragen van de erkende saneringsinstellingen en/of de gemeenten heeft ontvangen;

Overwegende dat de aanvragen betrekking hebben op elke verandering van saneringsstelsel en meer bepaald op : - de overgang van het autonoom saneringsstelsel naar het gemeenschappelijk saneringsstelsel van een gedeelte van de "chemin des Dames" op het gemeentelijke grondgebied van 's Gravenbrakel (wijziging nr. 13.01); - de overgang van het autonoom saneringsstelsel naar het gemeenschappelijk saneringsstelsel van een gedeelte van de "chemin Malpaix" op het gemeentelijke grondgebied van 's Gravenbrakel (wijziging nr. 13.02); - de overgang van het gemeenschappelijk saneringsstelsel naar het autonoom saneringsstelsel van een gedeelte van de "chemin de la Sablière" op het gemeentelijke grondgebied van 's Gravenbrakel (wijziging nr. 13.03); - de overgang van het autonoom saneringsstelsel naar het gemeenschappelijk saneringsstelsel van het "quartier du Clair Soleil" op het gemeentelijke grondgebied van Eigenbrakel en Nijvel (wijziging nr. 13.04); - de overgang van het autonoom saneringsstelsel naar het gemeenschappelijk saneringsstelsel van een gedeelte van de "Chemin des Eglantiers" op het gemeentelijke grondgebied van Eigenbrakel (wijziging nr. 13.05); - de overgang van het autonoom saneringsstelsel naar het gemeenschappelijk saneringsstelsel van de "rue Rombaut" op het gemeentelijke grondgebied van Waterloo (wijziging nr. 13.06); - de overgang van het autonoom saneringsstelsel naar het gemeenschappelijk saneringsstelsel van een woning van de "rue Les Tiennes" op het gemeentelijke grondgebied van Eigenbrakel (wijziging nr. 13.07); - de overgang van het gemeenschappelijk saneringsstelsel naar het autonoom saneringsstelsel voor het "quartier des Sept Fontaines" op het gemeentelijke grondgebied van Eigenbrakel (wijziging nr. 13.08); - de overgang van het tijdelijke saneringsstelsel naar het autonoom saneringsstelsel van een gedeelte van de "rue Cattys" op het gemeentelijke grondgebied van Kasteelbrakel (wijziging nr. 13.09); - de overgang van het gemeenschappelijk saneringsstelsel naar het autonoom saneringsstelsel voor een gedeelte van de "rue du Vieux Pavé d'Asquemont" op het gemeentelijke grondgebied van Itter (wijziging nr. 13.10); - de overgang van de gemeenschappelijke saneringsregeling naar het autonoom saneringsstelsel van de "rue Haute Hourdenge" op het gemeentelijke grondgebied van Itter (wijziging nr. 13.11); - de overgang van het gemeenschappelijk saneringsstelsel naar het autonoom saneringsstelsel van de "rue Sartiau " op het gemeentelijke grondgebied van Rebecq (wijziging nr. 13.12); - de overgang van het autonoom saneringsstelsel naar het gemeenschappelijk saneringsstelsel van een groot gedeelte van het gehucht van Mussain op het gemeentelijk grondgebied van Tubeke (wijziging nr. 13.13); - de overgang van het tijdelijke saneringsstelsel naar het gemeenschappelijk saneringsstelsel van het industriepark van Zinnik-Kasteelbrakel op het gemeentelijke grondgebied van Zinnik en 's Gravenbrakel (wijziging nr. 13.14);

Overwegende dat die aanvragen vergezeld gaan van een onderzoek dat door de bevoegde erkende saneringsinrichting uitgevoerd is en dat een overzicht bevat van de bestaande leidingen, een raming van de dichtheid van de bebouwing, een analyse van de topografische toestand van het gebied en een financiële analyse om de aan te bevelen saneringswijze te objectiveren;

Overwegende dat de " "S.P.G.E."" een gunstig advies heeft uitgebracht over de 14 aanvragen die haar gericht zijn;

Overwegende dat de uitvoering van de periodieke wijzigingen ook de nodige aanpassingen van de plannen met zich meebrengt naar gelang van de ontwikkeling van de beschikbare feitelijke gegevens, met name inzake de uitvoering van de netwerken van collectoren en rioleringen binnen de omtrek van de saneringsplannen per onderstroomgebied; dat die aanpassingen worden omschreven in het verslag bedoeld in bijlage I;

VRIJSTELLING VAN DE MILIEUEFFECTBEOORDELING Gelet op de aanvraag tot vrijstelling van de milieueffectbeoordeling voor het voorontwerp van wijziging van het saneringsplan per onderstroomgebied van de Zenne die door de "S.P.G.E." aan de Waalse Regering gericht is overeenkomstig artikel D.53 van het Milieuwetboek;

Overwegende dat de analyse van de "S.P.G.E." besluit dat het voorontwerp van wijziging van het saneringsplan per onderstroomgebied van de Zenne het gebruik van kleine gebieden op plaatselijk niveau bepaalt en minder belangrijke wijzigingen inhoudt, met name ten opzichte van de bevolking en van de afvalwaterlozingen die het voorwerp zijn van het voorontwerp van wijziging zoals geanalyseerd in het verslag bedoeld in bijlage I;

Overwegende anderzijds dat de "S.P.G.E." acht dat dit voorontwerp wellicht geen aanzienlijke milieueffecten zal teweegbrengen; dat de aanvraag ervan gerechtvaardigd is ten opzichte van de in artikel D.54 van het Milieuwetboek bedoelde criteria op grond waarvan de vermoedelijke omvang van de effecten kan worden bepaald, zoals geanalyseerd in het verslag bedoeld in bijlage I;

Overwegende dat artikel R.288, § 4, van het Waterwetboek bepaalt dat de Regering, indien ze beslist de vrijstelling toe te staan, het voorontwerp van saneringsplan per onderstroomgebied gelijktijdig goedkeurt en de redenen vermeldt waarom er beslist werd dat plan van een milieueffectbeoordeling vrij te stellen;

Overwegende dat de "CWEDD" "Conseil wallon de l'environnement pour le développement durable" (Waalse milieuraad voor duurzame ontwikkeling) en de betrokken gemeenten in die context en vóór de aanneming van het voorontwerp van saneringsplan per onderstroomgebied van de Zenne geraadpleegd moet worden over de aanvraag tot vrijstelling van de milieueffectbeoordeling;

Gelet op het verzoek om advies over de aanvraag tot vrijstelling van milieueffectbeoordeling voor het voorontwerp van wijziging van het saneringsplan per onderstroomgebied van de Zenne dat op 20 juni 2016 overeenkomstig artikel D.53 van het Milieuwetboek aan de "CWEDD" en aan de betrokken gemeenten is gericht;

Gelet op artikel D.53 van het Milieuwetboek waarin bepaald wordt dat de adviezen binnen dertig dagen na de aanvraag van de Regering toegezonden moeten worden, hetzij uiterlijk 21 juli 2016; dat de adviezen na afloop van die termijn geacht worden gunstig te zijn;

Overwegende dat de "CWEDD" op 27 juni 2016 een schrijven heeft gezonden waarin hij geen stelling neemt over de aanvraag tot vrijstelling van milieueffectbeoordeling; dat zijn advies bij gebrek aan advies geacht wordt gunstig te zijn;

Gelet op de gunstige adviezen over de aanvraag tot vrijstelling van de milieueffectbeoordeling, ingediend binnen de voorgeschreven termijnen door de gemeentelijke overheid van Eigenbrakel, Tubeke en Itter;

Overwegende dat de gemeentelijke overheden van 's Gravenbrakel, Rebecq, Kasteelbrakel, Zinnik, Nijvel en Waterloo geen advies binnen de voorgeschreven termijn hebben uitgebracht, dat hun advies bijgevolg gunstig geacht wordt;

Overwegende dat een vrijstelling van de milieueffectbeoordeling bedoeld in de artikelen D. 52 tot D.61 van Boek I van het Milieuwetboek dan ook kan worden verleend voor de wijzigingen vermeld in het voorontwerp van wijziging van het saneringsplan per onderstroomgebied van de Zenne;

Gelet op het in bijlage I bedoeld verslag betreffende het voorontwerp van wijziging van het saneringsplan per onderstroomgebied van de Zenne;

Op de voordracht van de Minister van Leefmilieu;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Het voorontwerp van wijziging van het saneringsplan per onderstroomgebied van de Zenne, bedoeld in bijlage I, is door de Regering goedgekeurd.

Art. 2.De Regering beslist een vrijstelling van milieueffectbeoordeling te verlenen voor de wijzigingen vermeld in het voorontwerp bedoeld in artikel 1 om de redenen opgegeven in het verslag bedoeld in bijlage I.

Art. 3.De Regering belast de "S.P.G.E." ermee het ontwerp van wijziging van het saneringsplan per onderstroomgebied van de Zenne binnen dertig dagen te onderwerpen aan de raadpleging van de bij het in aanmerking genomen onderstroomgebied betrokken gemeenten, van de betrokken houders van grondwaterwinningen en van de bevoegde Directoraten-generaal van de Waalse Overheidsdienst en het haar vervolgens ter goedkeuring voor te leggen.

Art. 4.De Minister van Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 6 oktober 2016.

De Minister-President, P. MAGNETTE De Minister van Leefmilieu, Ruimtelijke Ordening, Mobiliteit, Vervoer en Dierenwelzijn, C. DI ANTONIO

Bijlage I. - Voorontwerp van wijziging van het saneringsplan per onderstroomgebied van de Zenne Het voorontwerp van wijziging van het saneringsplan per onderstroomgebied van de Zenne bestaat uit een verslag over de wijzigingen van bedoeld saneringsplan per onderstroomgebied en de bij elke wijziging horende kaarten.

Dat verslag vermeldt de redenen waarom er beslist werd een vrijstelling van milieueffectbeoordeling te verlenen voor de wijzigingen van het voorontwerp. Het bevat ook de nodige aanpassingen van de plannen naar gelang van de ontwikkeling van de beschikbare feitelijke gegevens, met name inzake de aanleg van de netwerken van collectoren en rioleringen binnen de omtrek van de saneringsplannen per onderstroomgebied.

Die bestanddelen liggen ter inzage bij de "Société publique de Gestion de l'Eau", avenue de Stassart 14-16, te 5000 Namen, en kunnen ook op de website van de "S.P.G.E." ingekeken worden: http://www.spge.be (Rubriek "Assainissement"; Subrubriek "Plans d'assainissement (PASH)").

^