Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 06 november 2008
gepubliceerd op 11 december 2008

Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van Boek II van het Leefmilieuwetboek dat het Waterwetboek inhoudt

bron
waalse overheidsdienst
numac
2008204474
pub.
11/12/2008
prom.
06/11/2008
ELI
eli/besluit/2008/11/06/2008204474/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

6 NOVEMBER 2008. - Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van Boek II van het Leefmilieuwetboek dat het Waterwetboek inhoudt


De Waalse Regering, Gelet op boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, inzonderheid op de artikelen D.218, D.217, R.278, 286, R.287, R.401, R.402 en R.404;

Gelet op het advies van de Wateradviescommissie, gegeven op 25 juni 2008;

Gelet op het advies van de "Conseil supérieur des Villes, Communes et Provinces de la Région wallonne" (Hoge Raad van de Steden, Gemeenten en Provincies van het Waalse Gewest), gegeven op 24 juni 2008;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 17 september 2008, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 6 juni 2008;

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 12 juni 2008;

Op de voordracht van de Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Artikel R.278, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 6 december 2006, van Boek II van het Leefmilieuwetboek dat het Waterwetboek inhoudt, wordt gewijzigd als volgt : - in § 1, eerste lid, wordt het woord "erkend" ingevoegd tussen de bewoordingen "voor de installatie van een" een de bewoordingen "individueel zuiveringssysteem"; - in § 3 vervallen de bewoordingen "dat voldoet aan de voorwaarden bepaald bij de besluiten genomen ter uitvoering van het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning" en wordt het woord "erkend" ingevoegd vóór de bewoordingen "individueel zuiveringssysteem".

Art. 2.Artikel R.279, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 14 maart 2008, van Boek II van het Leefmilieuwetboek dat het Waterwetboek inhoudt, wordt gewijzigd als volgt : - in § 1, derde lid, worden de bewoordingen "de gegevens opgenomen in bijlage I bij het besluit van 7 november 2002 tot bepaling van de integrale exploitatievoorwaarden voor individuele zuiveringseenheden en -installaties" vervangen door de bewoordingen "de modaliteiten bedoeld in bijlage XLVI";. - in § 2 : - vijfde streepje, wordt de volgende tekst toegevoegd na de bewoordingen "en de S.P.G.E." : "Het gemeentecollege deelt zijn advies mede aan de bevoegde saneringsinstelling binnen een termijn van dertig dagen na ontvangst van het eindverslag. Bij gebreke daarvan wordt het advies geacht gunstig te zijn"; - in het vijfde lid wordt het cijfer "zestig" vervangen door het cijfer "dertig" en worden de bewoordingen "de betrokken saneringsinstelling" vervangen door de bewoordingen "de S.P.G.E."; in het zesde lid wordt het cijfer "tien" vervangen door het cijfer "dertig".

Art. 3.In artikel R.284, § 2, tweede lid, van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, wordt de in punt 6° vermelde bewoordingen vervangen door de bewoordingen "de omtrekken waarin de gemeenschappelijke saneringsregeling van toepassing is".

Art. 4.In artikel R.286, § 2, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 6 december 2006, van Boek II van het Leefmilieuwetboek dat het Waterwetboek inhoudt, wordt het woord "door een zone-onderzoek" vervangen door de bewoordingen "door een door de bevoegde saneringsinstelling uitgevoerd onderzoek".

Art. 5.In artikel 287, § 1, van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, worden de bepalingen van het derde lid vervangen als volgt : "Gedurende deze termijn organiseren de betrokken gemeenten, eventueel bijgestaan door de betrokken saneringsinstelling, een openbaar onderzoek overeenkomstig de bepalingen van titel III, deel III, van Boek I van het Milieuwetboek.".

Art.6. Artikel R.401, gewijzigd bij de besluiten van de Waalse Regering van 24 maart 2005 en 6 december 2006, van Boek II van het Leefmilieuwetboek dat het Waterwetboek inhoudt, wordt gewijzigd als volgt : - in het eerste lid vervallen de bewoordingen "dat beantwoordt aan de voorwaarden bepaald in de besluiten genomen ter uitvoering van het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning" en wordt het woord "erkend" toegevoegd tussen de bewoordingen "individueel zuiveringssysteem"; - het vierde lid vervalt.

Art. 7.Artikel R.402 van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt wordt gewijzigd als volgt : - de bepalingen van § 1 worden vervangen door de volgende bepalingen : "Het bedrag van de premie bedraagt voor de individuele waterzuiveringssystemen die gedimensioneerd zijn om een vuilvracht te behandelen die gelijk is aan of groter is dan vijf equivalenten-inwoners en voor de eerste schijf van vijf equivalenten-inwoners : 1° 2.500 euro voor de krachtens de bepalingen van afdeling II van dit hoofdstuk erkende systemen; 2° 3.125 euro voor de krachtens de bepalingen van afdeling II van dit hoofdstuk erkende systemen indien de afvoer van het gezuiverde water via bodeminfiltratie gebeurt, zinkputten uitgezonderd, gemachtigd bij de besluiten genomen ter uitvoering van het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning; 3° 4.000 euro voor de systemen erkend krachtens de bepalingen van afdeling II van dit hoofdstuk wanneer ze door de Minister opgelegd worden na een prioritair zone-onderzoek of wanneer ze opgelegd worden bij de stedenbouwkundige vergunning afgeleverd voor inrichtingswerkzaamheden, verbouwingen of uitbreidingen bedoeld in artikel R.279, § 1; 4° 5.000 euro voor de systemen erkend krachtens de bepalingen van afdeling II van dit hoofdstuk wanneer ze opgelegd zijn door de Minister ten gevolge van een prioritair zone-onderzoek of wanneer ze opgelegd zijn bij de stedenbouwkundige vergunning afgeleverd voor inrichtingswerkzaamheden, verbouwingen of uitbreidingen bedoeld in artikel R.279, § 1, en de afvoer van het gezuiverde water via één van de wijzen van bodeminfiltratie, toegelaten bij de besluiten getroffen ter uitvoering van het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning, gebeurt behalve via zinkputten.

De premie bedoeld in § 1, 1° en 2°, wordt vermeerderd met een bedrag van 375 euro per bijkomende equivalent-inwoner.

De premie bedoeld in § 1, 1° en 2°, wordt vermeerderd met een bedrag van 500 euro per bijkomende equivalent-inwoner in het kader van de uitvoering van een individueel zuiveringssysteem waarvoor specifieke werkzaamheden voor het herstel of de aanleg van een afwateringsnetwerk, onder de voorwaarden opgenomen in artikel R.279, § 5, noodzakelijk zijn.

De premie bedoeld in § 1, 3° en 4°, wordt vermeerderd met een bedrag van 500 euro per bijkomende equivalent-inwoner.

De premie bedoeld in § 1, 3° en 4°, wordt vermeerderd met een bedrag van 625 euro per bijkomende equivalent-inwoner in het kader van de uitvoering van een individueel zuiveringssysteem waarvoor specifieke werkzaamheden voor het herstel of de aanleg van een opvangnetwerk in de voorwaarden opgenomen in artikel R.279, § 5, onontbeerlijk zijn."; - in § 3, 3° gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 6 december 2006 worden de bewoordingen "die een verhoging van de geloosde vuilvracht in equivalent-inwoners tot gevolg hebben" vervangen door de bewoordingen " bedoeld in artikel 279, § 1".

In artikel R.404 van hetzelfde Boek wordt lid 4 b) opgeheven.

Art. 8.De modaliteiten van bijlage XLVI van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, worden vervangen door de volgende modaliteiten : Bijlage XLVI Aantal inwonersequivalent De nuttige capaciteit van de individuele zuiveringssystemen wordt bepaald op grond van het aantal inwonerequivalenten (IE) van de op het individuele zuiveringssysteem aangesloten woning of wooncomplexen. Ze bedraagt ministens 5 IE. Er wordt vanuit gegaan dat de dagelijks voortgebrachte vuilvracht voor eengezinswoningen die slechts huishoudelijk afvalwater voortbrengen, gelijk is aan een aantal inwonerequivalenten dat overeenstemt met het aantal bewoners. Als verschillende woningen op hetzelfde individueel zuiveringssysteem aangesloten zijn, wordt uitgegaan van minimum 4 IE per woning voor de berekening van de vuilvracht.

Voor de andere gebouwen wordt het aantal inwonerequivalenten dat overeenstemt met de vuilvracht van het huishoudelijk afvalwater, berekend als volgt : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de met een sterretje (*) aangeduide gebouwen of complexen wordt het op grond van de tabel berekend aantal IE verhoogd met 1/2 IE per personeelslid dat in de instelling tewerkgesteld is. Voor de bepaling van de vereiste nuttige capaciteit wordt rekening gehouden met een eventuele vermeerdering van het aantal gebruikers van het aangesloten gebouw of complex.

Art. 9.Bijlage XXXV gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 14 maart 2008 bij het regelgevende deel van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, wordt vervangen door bijlage I bij dit besluit wordt gewijzigd als volgt : - de zin "Het bij regenweer te behandelen waterdebiet wordt beperkt tot tweemaal het afvalwaterdebiet bij droog weer, berekend op basis van 180 liter per inwoner en per dag" vervalt en wordt vervangen door de zin "De lozingen in een zwemzone of in een stroomopwaartszone moeten het voorwerp uitmaken van een ontsmetting."; - in kolom met als opschrift "Concentratie" wordt het cijfer "190" vervangen door het cijfer "160" water betreft het Chemisch zuurstofverbruik.

Art. 10.Artikel 5 van dit besluit is van toepassing op elk saneringsplan per hydrografisch onderbekken waarvan het voorontwerp door de Regering goedgekeurd is na de inwerkingtreding van dit besluit.

Art. 11.Het besluit van de Waalse Regering van 7 november 2002 tot bepaling van de integrale exploitatievoorwaarden voor individuele zuiveringseenheden en -installaties wordt opgeheven.

Art. 12.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2009.

Art. 13.De Minister van Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 6 november 2008.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, B. LUTGEN

^