Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 04 oktober 2001
gepubliceerd op 06 november 2001

Besluit van de Waalse Regering waarbij beslist wordt om de gewestplannen Charleroi en Philippeville-Couvin aan een herziening te onderwerpen met het oog op de opneming van een ontwerp-tracé voor een brede snelverkeersweg bezuiden Charleroi op het baanvak tussen Charleroi en Somzée

bron
ministerie van het waalse gewest
numac
2001027648
pub.
06/11/2001
prom.
04/10/2001
ELI
eli/besluit/2001/10/04/2001027648/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

4 OKTOBER 2001. - Besluit van de Waalse Regering waarbij beslist wordt om de gewestplannen Charleroi en Philippeville-Couvin aan een herziening te onderwerpen met het oog op de opneming van een ontwerp-tracé voor een brede snelverkeersweg bezuiden Charleroi op het baanvak tussen Charleroi en Somzée


De Waalse Regering, Gelet op het decreet van 27 november 1997 tot wijziging van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium, gewijzigd bij het decreet van 23 juli 1998, bij het decreet van 16 december 1998 en bij het decreet van 6 mei 1999;

Gelet op het koninklijk besluit van 10 september 1979 waarbij het gewestplan Charleroi wordt opgesteld, inzonderheid gewijzigd bij het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 3 mei 1993;

Gelet op het koninklijk besluit van 24 april 1980 waarbij het gewestplan Philippeville-Couvin wordt opgesteld, inzonderheid gewijzigd het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 12 januari 1989 en bij het besluit van de Waalse Regering van 29 oktober 1998;

Gelet op de vraag van het Ministerie van Uitrusting en Vervoer van 14 juni 2001 betreffende de opneming in de gewestplannen Charleroi en Philippeville-Couvin van het tracé voor het baanvak Charleroi-Somzée voor de toekomstige autosnelweg E420; gelet op het bijgevoegde technische dossier waarvan bepaalde bestanddelen zijn verwezenlijkt in opdracht van de "Société wallonne de financement complémentaire des infrastructures" (SOFICO, Waalse maatschappij voor de aanvullende financiering van de infrastructuren);

Gelet op het besluit nr. 1692/96/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 23 juli 1996 betreffende communautaire richtsnoeren voor de ontwikkeling van een transeuropees vervoersnet;

Gelet op het multimodale plan voor het vervoer van goederen van het Waalse Gewest van 1999;

Gelet op het Waalse gewestelijk ruimtelijk ontwikkelingsplan, goedgekeurd op 27 mei 1999;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door het feit dat : - er in het wetgevend arsenaal van het Waalse Gewest geen bepaling bestaat waarbij de door het ontwerp-besluit vooropgestelde raadplegingen geregeld worden; - er bijgevolg aanleiding is om in het bijzonder voor dat punt de Raad van State te raadplegen; - diens advies in wezen enkel op dat bepaalde punt zou moeten slaan;

Gelet op het advies 32.267/4 van de Raad van State, gegeven op 26 september 2001, in toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Overwegende dat het ontwerp deel uitmaakt van het netwerk RGG1 en bestaat uit één vak van twee keer twee rijstroken en een afzonderlijke pechstrook, met een centrale berm uit beton; overwegende dat de verkeerswisselaars in deze fase van het dossier nog niet gelokaliseerd zijn;

Overwegende dat het wegontwerp een wegvak is op de Europese snelwegenas die Rotterdam (Nederland) met Marseille (Frankrijk) moet verbinden via Amsterdam, Antwerpen, Brussel, Charleroi, Charleville-Mézières, Reims, Troyes, Dijon en Lyon;

Overwegende dat uit het dossier duidelijk blijkt dat de huidige N5 bezuiden Charleroi dagelijks, al naar gelang van de baanvakken, een globaal verkeersvolume van 30 000 tot 40 000 voertuigen in beide richtingen moet opvangen en dat dat volume uiteenvalt in internationaal doorgangsverkeer, grensverkeer, intergewestelijk doorgangsverkeer, gewestelijk doorgangsverkeer naar het centrum van Charleroi en plaatselijk verkeer;

Overwegende dat de verschillende functies van de huidige N5 niet altijd onderling verenigbaar zijn en dat door toedoen van de huidige verkeersstroom verschillende problematische toestanden ontstaan; dat de aanpassing van de N5 met als doel een hogere veiligheid en een verbeterde wegomgeving met behoud van die stromen moeilijkheden teweegbrengt;

Overwegende dat de vooruitzichten inzake de verkeersstroom het Waalse Ministerie van Uitrusting en Vervoer er op grond van verschillende studies toe leiden te menen dat de oplossing van de problemen in verband met de N5 noodzakelijkerwijs in de aanleg van een nieuwe infrastructuur ligt, waarvan één van de functies zou zijn, de huidige weg van een deel van het huidige en toekomstige verkeer te ontlasten;

Gelet op de verschillende functies die het Waalse Ministerie van Uitrusting en Vervoer voor de nieuwe verbinding onderkend heeft, namelijk die van internationale verbindingsweg waarlangs het doorgangsverkeer bezuiden Charleroi geleid en naar het Waalse autowegennet gericht kan worden of die van nationale verbindingsweg waarlangs het verkeer dat de rand rond Charleroi opzoekt, aangetrokken kan worden en waar de plaatselijke verkeersstromen richting de hoofdwegen aan de buitenkant van Charleroi opgevangen kunnen worden;

Overwegende dat de huidige N5 de hoofdtoegangsweg tot het centrum van Charleroi blijft voor al het verkeer uit de zuidelijke rand;

Overwegende dat het baanvak tussen het zuiden van de agglomeratie Charleroi en Charleville-Mézières niet aangepast is aan het adequate profiel dat in staat is om het drukke, onder andere internationale verkeer in de veiligste, vlotste en meest doeltreffende omstandigheden op te vangen;

Overwegende dat de Waalse Regering bij beslissing van 29 oktober 1998 de wijziging van het gewestplan Philippeville-Couvin definitief heeft goedgekeurd met betrekking tot de opneming van de lus rond Couvin en de verlenging ervan door de verbindingsweg Couvin-Brûly, die beide een schakel zijn in de verbinding tussen Charleroi en Charleville-Mézières;

Overwegende dat de internationale verbindingsweg Rotterdam-Marseille op Frans grondgebied bovendien reeds verbeteringen heeft ondergaan;

Overwegende dat er in de huidige fase van de behandeling van het dossier verschillende tracés voorliggen voor de verwezenlijking van bedoelde verbinding; dat bedoelde tracés nader onderzocht dienen te worden;

Overwegende dat het passend is om in een oppervlakte voor reservatie te voorzien aan weerskanten van elk van bedoelde tracés zodat ze later op de technische en milieutechnische plannen eventueel fijner aangeduid kunnen worden;

Overwegende dat de Waalse Regering akte genomen heeft van het verslag dat haar voor werd gelegd, waardoor de oppervlaktes voor reservatie van verschillende tracés waarin voorzien moet worden op de gewestplannen Charleroi en Philippeville-Couvin, vastgesteld kunnen worden;

Overwegende dat de gedelegeerd ambtenaar overeenkomstig artikel 108, § 3, van het Wetboek, wanneer de herziening van het plan beslist is, een ongunstig advies kan uitbrengen in afwijking van het geldende gewestplan;

Overwegende dat bijgevolg de nodige maatregelen getroffen dienen te worden om te voorkomen dat er bouwwerken opgetrokken worden op die delen van het grondgebied die in aanmerking komen voor de tracés en hun oppervlakte voor reservatie;

Overwegende dat de zorg voor democratisch verantwoorde en transparante beslissingen inzake ruimtelijke ordening een werkelijke betrokkenheid van de bevolking bij het beslissingsproces inhouden zodra dat proces op gang komt, wat in deze omstandigheden gelijkstaat met een betrokkenheid vanaf de voorbereiding van de voorontwerpen tot herziening van de gewestplannen Charleroi en Philippeville-Couvin;

Overwegende dat de Regering krachtens artikel 4 van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium de mogelijkheid heeft om te beslissen over alle bijkomende vormen van bekendmaking en raadpleging;

Overwegende dat een voorafgaande en vrijwillige raadpleging van een breed publiek, hoewel deze procedure niet voorzien is bij de artikelen 42 tot en met 44 van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium, in dit dossier van bijzonder belang kan zijn, enerzijds, voor het goede verloop van de procedure verbonden aan de uitgifte van een stedenbouwkundige vergunning en, anderzijds, om te voorkomen dat de algemene lokalisatie van de infrastructuur in een ver gevorderd stadium ter discussie wordt gesteld;

Overwegende dat bij het ontwerp tot aanleg van de E420, die door een publiekrechtelijke rechtspersoon overwogen wordt, voorkomen dient te worden dat de keuze van het tracé die bij de definitieve goedkeuring van de gewestplannen wordt gemaakt, ter discussie wordt gesteld tijdens de fase waarin de verplichte raadpleging van het publiek over de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning plaatsvindt zoals voorzien bij artikel 27, § 1, van het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 31 oktober 1991 tot uitvoering van het decreet van 11 september 1985 houdende organisatie van de milieu-effectbeoordeling in het Waalse Gewest;

Overwegende dat het gelet op huidig dossier bijgevolg verstandig is om bij de vaststelling van de voorontwerpen tot wijziging van de gewestplannen rekening te houden met de uitslagen van de deelname van het publiek en met de geloofwaardige alternatieven die tijdens de vrijwillige voorafgaande raadpleging geuit worden. Het is immers zaak om te waarborgen dat bedoelde eventuele alternatieven voor het tracé dat voorgesteld wordt door het Waalse Ministerie van Uitrusting en Vervoer onderzocht worden in het kader van de milieueffectenstudie waaraan het voorontwerp van het gewestplan onderworpen wordt in toepassing van artikel 42, derde lid, van het Wetboek. Er dient immers rekening te worden gehouden met het arrest nr. 79.736 dat de Raad van State op 1 april 1999 heeft uitgesproken en waarbij de uitvoering van de stedenbouwkundige vergunning die uitgegeven werd voor de afwerking van de RN25 opgeschort wordt; dat de beslissing om voor de toepassing van artikel 108, § 3, zowel ten oosten als ten westen van de huidige N5 tracés in aanmerking te laten komen, van bijkomend belang is met het oog op de organisatie van bedoelde voorafgaande raadpleging;

Op de voordracht van de Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Leefmilieu;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.§ 1. De Regering beslist om het gewestplan Charleroi en het gewestplan Philippeville-Couvin aan herziening te onderwerpen met het oog op de opneming van een ontwerp-tracé voor een snelverkeersweg met breed profiel tussen Charleroi en Somzée. § 2. De oppervlaktes bedoeld in § 1 worden afgebakend op bijgevoegde plattegrond met betrekking tot de bladen nrs. 46/7, 46/8, 52/3 en 52/4 van het gewestplan Charleroi en de bladen nrs. 52/4 en 52/8 van het gewestplan Philippeville-Couvin, op het grondgebied van de gemeenten Charleroi, Ham-sur-Heure-Nalinnes, Gerpinnes, Châtelet en Walcourt. § 3. De plattegrond ligt ter inzage bij het Ministerie van het Waalse Gewest, Directoraat-generaal Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Patrimonium, Directie Henegouwen II, rue de l'Ecluse 22, 6000 Charleroi, en Directie Namen, place Léopold 3, 5000 Namen.

Art. 2.§ 1. Het milieueffectenonderzoek wordt voorafgegaan door een een vrijwillige openbare raadplegingsfase volgens de regeling voorzien bij de §§ 2, 3, 4, 5 en 6 van dit artikel. § 2. Het Waalse Gewest maakt een dossier aan de gemeentebesturen van Charleroi, Ham-sur-Heure-Nalinnes, Gerpinnes, Châtelet en Walcourt over, met volgende documenten : 1° het besluit van de Waalse Regering waarbij de opmaking van een milieueffectenonderzoek voorgeschreven en waarbij de inhoud van de bijgevoegde plattegronden vastgesteld wordt;2° een afschrift van het schrijven waarmee het Waalse Gewest kennis geeft van de auteur die voor het onderzoek gekozen is. § 3. Binnen de acht dagen vanaf de ontvangst van de documenten bedoeld in § 2 en tijdens een periode van dertig dagen worden door de gemeentebesturen berichten aangeplakt die overeenstemmen met het model in bijlage I bij dit besluit : 1° zij worden aangeplakt op de gewone aanplakkingspunten;2° zij worden aangeplakt op drie punten in de nabijheid van de plaats waar het ontwerp verwezenlijkt dient te worden, langs een openbare berijdbare of doorgangsweg. De berichten worden in het zwart gedrukt op vellen geel papier die minstens 35 dm2 groot zijn.

Tijdens de gehele periode waarin de berichten aangeplakt blijven, moeten ze volledig zicht- en leesbaar blijven. § 4. Tijdens de dertig dagen te rekenen vanaf het begin van de aanplakking kunnen de documenten bedoeld in § 2 op de gemeentebesturen worden ingezien. § 5. Tussen de zesde en de vijftiende dag te rekenen vanaf het begin van de aanplakking belegt elk gemeentebestuur een informatievergadering waarop de bevolking uitgenodigd wordt.

Tot die vergadering worden eveneens opgeroepen : 1. de Waalse Regering;2. de auteur van het milieueffectenonderzoek voortvloeiende uit de gewestplannen;3. de bevoegde overheid;4. de bevoegde besturen;5. de gemeenteraad die hoogstens twee van zijn leden mag afvaardigen, welke zich mogen laten vertegenwoordigen. De vergadering heeft tot doel : 1° de gelegenheid te geven om het ontwerp voor te stellen;2° de bevolking de gelegenheid te geven om inlichtingen in te winnen en voorstellen te uiten in verband met het ontwerp. De burgemeester of diens vertegenwoordiger zit de vergadering voor en notuleert ze. § 6. Tijdens de aanplakkingstermijn zal elkeen schriftelijk, met vermelding van naam en adres alternatieven kunnen voorstellen met betrekking tot het initiële ontwerp. § 7. Binnen de vijf dagen na afloop van de aanplakkingstermijn geeft het gemeentebestuur kennis aan de personen en bevoegdheden bedoeld in § 5, tweede lid, van de notulen van de informatievergadering en een afschrift van de alternatieven die overeenkomstig § 6 zijn voorgesteld.

Binnen dezelfde termijn geeft het gemeentebestuur kennis van dezelfde documenten aan de andere personen die de informatievergadering hebben bijgewoond en die hun aanwezigheid hebben laten akteren in de notulen.

Art. 3.Dit besluit treedt in werking de dag van diens bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.

Art. 4.De Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 4 oktober 2001.

De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Leefmilieu, M. FORET

BIJLAGE Beslissing van de Waalse Regering om de gewestplannen Charleroi en Philippeville-Couvin aan een herziening te onderwerpen met het oog op de opneming van een ontwerp-tracé voor een brede snelverkeersweg bezuiden Charleroi op het baanvak tussen Charleroi en Somzée VRIJWILLIGE RAADPLEGING VAN HET PUBLIEK BERICHT AAN DE BEVOLKING Het gemeentebestuur van .............................. licht de bevolking in over het feit dat de Regering beslist om het gewestplan CHARLEROI en het gewestplan PHILIPPEVILLE-SOMZEE aan een herziening te onderwerpen met het oog op de opneming van een ontwerp-tracé voor een brede snelverkeersweg bezuiden Charleroi op het baanvak tussen Charleroi en Somzée.

De oppervlaktes bedoeld in § 1 worden afgebakend op bijgevoegde plattegrond met betrekking tot de bladen nrs. 46/7, 46/8, 52/3 en 52/4 van het gewestplan Charleroi en de bladen nrs. 52/4 en 52/8 van het gewestplan Philippeville-Couvin, op het grondgebied van de gemeenten Charleroi, Ham-sur-Heure-Nalinnes, Gerpinnes, Châtelet en Walcourt.

De plattegrond ligt ter inzage bij het Ministerie van het Waalse Gewest, Directoraat-generaal Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Patrimonium, Directie Henegouwen II, rue de l'Ecluse 22, 6000 Charleroi, en Directie Namen, place Léopold 3, 5000 Namen.

Voor bedoelde beslissing moet nog een milieueffectenonderzoek voortvloeiende uit de gewestplannen worden opgemaakt.

Om ervoor te zorgen dat in dat onderzoek rekening wordt gehouden met de wensen en de voorstellen van de bevolking wordt eenieder uitgenodigd om : 1° volgende documenten te raadplegen : a) het besluit van de Regering van 4 oktober 2001 waarbij beslist wordt om de gewestplannen CHARLEROI en PHILIPPEVILLE-COUVIN aan een herziening te onderwerpen met het oog op de opneming van een ontwerp-tracé voor een brede snelverkeersweg bezuiden Charleroi op het baanvak tussen Charleroi en Somzée;b) de inhoud van het milieueffectenonderzoek;c) de plattegrond bijgevoegd bij het besluit van de Regering; op volgend adres : . . . . . op de volgende dagen en uren : . . . . . 2° een informatievergadering bij te wonen die door het gemeentebestuur gehouden zal worden op volgende adres : .. . . . op ................................ om ............................ uur 3° schriftelijk zijn voorstellen voor alternatieven in te dienen, en ze te richten aan ............................... vóór ...............................

De gemeentesecretaris, De burgemeester, Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Waalse Regering waarbij beslist wordt om de gewestplannen Charleroi en Philippeville-Couvin aan een herziening te onderwerpen met het oog op de opneming van een ontwerp-tracé voor een brede snelverkeersweg bezuiden Charleroi op het baanvak tussen Charleroi en Somzée, Namen, 4 oktober 2001.

De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Leefmilieu, M. FORET

^